Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De grauwe minnaar door Carl Friedman

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover De grauwe minnaar
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1840 woorden
  • 9 september 2002
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
59 keer beoordeeld

Boekcover De grauwe minnaar
Shadow
De grauwe minnaar door Carl Friedman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Grauwe Minnaar door Carl Friedman
Uitgerverij Maarten Muntinga bv, Amsterdam
Eerste druk 1996 Titelverklaring: De titel van het boek is de titel van het eerste verhaal dat De Grauwe Minnaar heet. Perspectief: In alle drie de verhalen is het een ik-perspectief Genre: Tragische Roman Themathiek: Geloof, aan elk begin van een verhaal wordt er naar de bijbel verwezen (een spreuk). Stroming: Moderne Nederlandse Lieratuur Samenvatting: Dit boek is onderverdeeld in drie kleinere verhalen: 1. De Grauwe minnaar. Personages: Gersjom Katz, oude man, na het overlijden van zijn vrouw Hanna woont hij alleen en verslechterd hij steeds, het hele dorp zorgt voor hem. Sam Petscher, man die zo lui is als het maar kan, streng en afdwingend. Rechel, vrouw/slaaf van Sam. De rabbi Jehoeda Zipkin, man die iedereen advies geeft. De ezel Menachem, de enige vriend van Gersjom. Als Hanna overleid blijft Gersjom alleen achter. In het begin gaat dat heel goed maar hij verslechterd steeds. Volgens de bewoners van het dorp moet daar iets aan gedaan worden. Dus de rabbi Jehoeda zorgt ervoor dat heel het dorp bij elkaar komt om te overleggen wat er met de oude Gersjom gedaan moet worden. Er worden verschillende voorstellen gedaag, die later niet opgevolgd kunnen worden omdat de joodse bijbel dat niet toe staat. Dus stelt Sam Patscher voor om hem in huis te nemen. De rest vind dat eigenlijk geen goed idee omdat Sam een beest is maar omdat er geen andere voorstellen zijn gebeurd dit. Sam krijg geld van het verkochte huis van Gersjom en koopt daar een ezel voor. In het begin heeft Gersjom het best goed maar als Sam vind dat hij ook wat moet doen wordt hij aan het werk gezet. In het begin is het alleen koeien melken maar later komen daar verschillende klussen bij. Sam gaat elke donderdag spullen verkopen met zijn ezel maar de ezel gehoorzaamd niet goed en gaat daarom steeds minder weg en behandeld de ezel alsof het niets is (niet menselijk dus). Als Sam op in de strenge winter niet thuis is blijkt hij vastgevroren in de latrine. In het begin denk iedereen dat hij dood is maar dat is hij niet. Maar omdat hij er nu ernstig aan toe is moet hij op bed blijven liggen. Rechel zorgt goed voor Sam en laat er ook een heks bij komen om te helpen met genezen. Ondertussen moet de oude Gersjom steeds meer werkzaamheden doen. Hierdoor komt hij ook in contact met de ezel die hij Menachem noemt. Ze raken goed bevriend. Als de rabbi hoort hoe Gersjom behandeld word wil hij hem zelf mee naar huis nemen maar omdat Gersjom lang niet met de buitenwereld in contact is geweest herkent hij hem niet en hij wil niet weg bij de ezel. Als Gersjom visioenen krijg van het hiernamaals ziet hij zijn vrouw constant en vraagt hij daar aan of er ook dieren in het hiernamaals zijn en dat blijkt zo te zijn. Met de dag wordt hij ouder en onder het werk moet hij steeds meer uitrusten. Ook wordt hij steeds beter bevriend met de ezel. Als hij op een dag net zo balkt als de ezel denkt de ezel dat hij een vrouwtje is en bespringt hem, Gersjom gaat dood en de ezel word ook geslacht. Bij de begrafenis is heel het dorp behalve Sam en Rechel. 2. Heilig vuur

Personages: De ik, jong vrouw, jounalist in Groningen. Hans Levie, jongen vaan joodse afkom die heel zijn leven wijd aan het jodendom. Mirjam, moeder van Hans, spontane vrouw. Alex, vader van Hans
Therese Twersky, vrouw van even in de 50, Francaise, pottenbakster. Isidoor Galatzer en zijn vrouw roos, beide uit Roemenie, Roos zit in een rolstoel omdat ze in een Roemeens concentratiekamp slecht behandeld is. Het verhaal begint als in 1971 Mirjam bij de ik aan de deur komt en vraagt of ze geinterseerd is om in een joods clubje te komen. Ze had alle namen in het telefoonboek nagekeken of er een paar joodse in stonden en vervolgens bij die desbetreffende personen langs gegaan. De ik stemt daarin toe en komt op een woensdag bij Mirjam en haar man Alex langs. Het is daar nog een verschrikkelijke bende omdat ze net verhuisd zijn. Tot het clubje behoren ook nog Terese, Isidoor en Roos, allemaal joden. Iedereen kan goed met elkaar opschieten en ze krijgen zelfs een eigen plek van de gemeente om te bidden en andere joodse tafarelen uit te voeren. Mirjam krijgt een zoon, Hans. In het begin moet hij helemaal niets van het jodendom weten, maar als hij begint te puberen wil hij eropeens alles van weten. In het begin zegt iedereen dat hij in de puberteit zit en het wel overvliegt, maar dat blijkt niet zo te zijn. Hans verlaat zijn ouders om naar een school in Antwerpen te gaan zodat hij meer over het jodendom te weten kan komen. Zijn ouders krijgen hem steeds minder te zien en veranderen veel dingen in huis omdat Hans zegt dat het niet rijn is en ook niet joods. De ik krijgt op den duur brieven van Hans... Ze weet niet wat ze er mee moet. Ondertussen ziet de ik Mirjam en Alex steeds meer veranderen. Nog een enkele keer komt hij thuis. Dan nodigt Mirjam iedereen uit om naar een toespraak van Hans te luisteren. Bij de ik valt dit niet goed in de smaakt maar ze komt toch uit respect. Als haar vader zelf dood gaat denkt ze aan hem. Haar vader heeft er voor gezorgd dat zij wel heel veel van het jodendom afweet omdat haar vader graag een rabbi in de familie wilde hebben, maar omdat hij geen zoon had leerde hij alles maar aan zijn dochter. Die was het later niet met zijn opvattingen eens en is van huis weggegaan. De vader van de ik heeft haar toen dood verklaart. Zelfs op de begrafenis van haar vader komt ze er achter dat haar vader haar nooit meer besproken heeft. Haar moeder keert haar ook de rug toe. Als Hans zelfs bij een secte gaat loopt het mis. Hij gaat naar Israel. Ondertussen stuurt hij nog steeds brieven over hoe erg hij de Pallesteinen haat. Op een dag krijgt de ik ruzie met Mirjam over Hans en als ze dan een aantal weken later Hans op het nieuws een Pallestein neer ziet schrieten gaat ze toch naar Mirjam en delen ze met zijn allen het verdriet. Mirjam en Alex zijn hun zoon kwijt en verwijten zichzelf alles... 3. Stilstaan bij Bette
Personages: Ik, symphathieke vrouw die vewel over heeft voor haar moeder. Bette, de zieke moeder van de ik. David, zoon die ook erg veel geeft om zijn moeder Bette Wolf, oudste zoon, hem inereseerd zijn moeder niet, zijn werk wel. Als de vader van de ik dood gaat heeft zij samen met haar moeder gedaan om hem zo goed mogelijk te verzorgen. Als haar moeder nu zelf een tumor heeft doet zij er ook alles samen met David aan om haar moeder te verzorgen. Bette weet dat ze dood gaat en nog maar een half jaar te leven heeft maar ze wil het niet accepteren. Indien molgelijk wil ze nog alles doen, zoals de tuin verzorgen en vooral veel lezen om de tijd te verdoe, want alles gaat nogal langzaam. Als de tumor er voor zorgt dat ze in bed moet blijven liggen komen om de drie kagen David en de ik haar verzorgen. In het begin hadden ze alleen een huisverpleegster ’s ochtends en ’s avonds maar op den duur word alles toch te zwaar en is er een verpleegster de hele dag. Bette word steeds slechter en leest de hele dag. Ze laat de ik verschillende klussen doen en ze snaut verschillende malen op haar. De verpleegster zegt dat je dit als een compliment moet zien omdat zij tegen anderen vriendelijk moet zijn... Bette verzint steeds een klus door een andere klus heen zodat de ik er gestrest van wordt. David doet in de ik haar afwezigheid zijn uiterste best om Bette zo goed mogelijk te verzorgen. De ik blijft de tuin verzorgen en David vraagt waarom ze dit nog doet, Bette ziet het toch niet. De ik zeg om de dood buiten te houden en om Bette er een mooi gevoel bij te geven. Als de tumor verder over haar gezicht versprijd wil Bette zich weer laten bestralen. Dit met tegenzin van David en de ik omdat het een heel geschouw is, maar ze doen het toch. De bestraling slaat niet aan en de tumor versprijd zich veel verder over haar gezicht. Als Bette jarig is stelt de ik voor om een telescoop voor haar te kompen omdat ze altijd zo graag naar de sterren keek. Verder zouden ze een bed huren en haar ’s avonds naar het park brengen zodat ze nog een keer naar de sterren kon kijken. Ook geven ze haar een grote bos rozen. Op de avond na haar verjaardag is ze te ziek van de visite (het was te intensief) zodat ze nog een paar dagen moeten wachten voordat ze naar de sterren kan kijken. Een week later is het zoveer en ze vindt het prachtig. De ik kan het een tijdje niet meer aan en komt niet meer naar haar moeder toe. David voelt zich verlaten. Op een dag komt David in Amsterdam om de ik op te halen. Bette had een boodschappenlijste geschreven en het enige wat hij kon lezen is de ik haar naam dus hij moest haar wel halen. De ik krijg van haar moeder alle sieraden met hun eigen verhaal. Ze verslechterd alleen maar sneller en gaat uiteindelijk dood. Wolf komt ook met zijn kinderen die volgens de ik naar een pretpark gaan. Hij kwetst hierdoor de ik heel erg. Bette word begraven, en met z’n drieen maar eigenlijk alleen lopen ze bij de kist van Bette. Als de ik weer in Amsterdam zit wil ze haar moeder bellen, maar pas dan realiseert ze dat ze er nooit meer zal zijn. Carl Friedman: Carolina Friedman werd op 29 april 1952 geboren in Eindhoven. Haar ouders waren beiden joods. Het gezin - naast Carolina waren er twee jongens - verhuisde naar Antwerpen. De familie werd beheerst door de afschrikwekkende traumatische gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog en het daaruit voortvloeiende kampsyndroom van de vader. "Mijn vader wilde niet naar een psychiater. Dat vond hij beledigend, alsof hij gek was geworden en niet de halve wereld die hem in die kolk had meegesleurd." In haar eerste novelle, Tralievader uit 1991 zou Friedman dit beeld met alle mogelijke middelen oproepen. "Hij monopoliseerde al het leed. Als je pijn had, had hij altijd nog méér pijn gehad. Als je honger had, wist je volgens hem niet wat honger was. Je kon er nooit tegenop," zegt ze in een interview met NRC Handelsblad in 1992. Vanaf haar vijftiende heeft Friedman een archief over de oorlog bijgehouden. Na de middelbare school volgde ze een opleiding tot tolk-vertaler. Deze zou ze niet helemaal afmaken. Ze woonde enige tijd in Breda, waar ze als journalist werkte voor . Later zou ze voornamelijk vertalen om in het levensonderhoud van haar zelf en haar zoon, met wie ze na haar scheiding alleen zou achterblijven, te voorzien. Tegenwoordig woont ze in Amsterdam. Ze zegt nooit de ambitie gehad te hebben schrijfster te worden en dumpte een aantal jaren geleden zelfs een groot deel van haar werk in de container van een Chinees restaurant. Veel is er niet over haar leven bekend, voornamelijk omdat Friedman een hekel heeft aan op de persoon gerichte publiciteit en haar werk voor zich wil laten spreken. Uit de schamele hoeveelheid interviews die ze gaf, bleek dat ze in het begin van de jaren tachtig een aantal concentratiekampen heeft bezocht om de verhalen van haar vader te verdiepen. In 1984 schreef ze over deze gebeurtenissen een aantal gedichten in het tijdschrift Maatstaf. Ook in De Gids verschenen sonnetten van haar hand. Het was uitgever Wouter van Oorschot die haar aanzette verhalen te schrijven over haar achtergrond.

REACTIES

W.

W.

hoi bedankt voor je uittreksel, nu kon ik mijn leesdossier tenminste op tijd afkrijgen!!!

19 jaar geleden

S.

S.

wat een stom boekverslag....

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.