Dit boek, het boekenweekgeschenk van het jaar 2000, bestaat uit 3 delen. Het boek gaat het over twee jongens, Tjerk en Maarten. Het boek is in de ik-vorm geschreven, de ik-persoon is Tjerk. Tjerk woont in een kustplaatsje en op een zekere dag ontmoet hij daar Marten. Martens vader is een onbekende Canadees, die na de oorlog vertrokken is. Zijn moeder laat zich door Tjerk en Marten gewoon Annemarie noemen. Tjerk wil erg graag vrienden worden met Marten, maar hij is bang dat Marten er niet veel voor voelt of ingepalmd zal worden door de andere jongens uit zijn klas. Maar (helaas?) is die vrees ongegrond. Ze worden ontzettend goede vrienden. Ze houden allebei van natuur, van liederen van Guido Gazelle en van gedichten. Op een poëziewedstrijd wint Marten de eerste prijs met zijn zelfgemaakt gedicht. Zijn klasgenoten zijn waarschijnlijk erg jaloers en pesten nog meer dan voorheen.
Nu deel twee. Hier blijkt dat Tjerk, de ik-persoon, een homo is. Hij vertelt het aan zijn beste vriend Marten, die daarop zegt dat hij ook wat wil vertellen: hij heeft een vriendin. Ze heet Karin de Jong. Karin is een oude klasgenoot van de jongens. Verderop in deel twee blijkt dat Marten de verkering weer heeft uitgemaakt. Hij lijdt aan schizofrenie en achtervolgingswaan en hij wil niet dat Karin er aan meelijdt. Daarom heeft hij de verkering uitgemaakt. Tjerk probeert dat in deel twee, dat eigenlijk een brief tot Karin is, uit te leggen. Tjerk durft tegen niemand te zeggen dat hij homo is. Hij is immers christelijk. Maar Marten vindt dat hij moet zijn wie hij is. Marten vraagt zich af hoe Tjerk zijn leugenachtige houding kan goedpraten tegenover zijn geloof. Hier moet wel bij gezegd worden dat Marten afscheid van zijn geloof heeft genomen. Maar Tjerk zegt dat Rachab de hoer ook heeft gelogen om het leven van de twee verspieders te redden. Ze wordt ervoor geprezen in de Bijbel! Zo meent Tjerk zijn houding goed te praten. Vanaf dat moment wordt zijn lijfregel: alles is veel voor wie niet veel verwacht, een dichtregel van J.C. Bloem. Ondertussen verhuist Marten naar Groningen, daar gaat hij studeren. Dan overlijdt Annemarie, Martens moeder, nog maar 46 jaar oud.
Deel drie is ook gericht tot Karin. Hier blijkt dat Martens stoornissen zo erg zijn geworden, dat hij opgenomen is in een psychiatrisch ziekenhuis. Op een zekere dag komt hij op bezoek bij Tjerk. Tjerk denkt en hoopt dat dit het teken is dat het steeds beter met Marten gaat. Maar het blijkt zijn afscheidsbezoek te zijn. Een paar dagen later wordt Marten gevraagd naar het ziekenhuis te komen. Marten is van de zoveelste verdieping gesprongen en er slecht aan toe. In de paar dagen dat hij nog leeft, hebben ze diepzinnige gesprekken. Marten vertelt Tjerk o.a. dat hij een soort visioen heeft gehad. Hij is niet meer bang voor de dood. Na Martens dood blijft Tjerk eenzaam achter. Op het strand, tussen de glanzende schelpen, schrijft hij de laatste regels.
De glazen schelp door Jaap Zijlstra
Boek
Auteur
Genre
Taal
Nederlands
Vak




REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
qoed bruikbaar.eerst kon ik de lijn in het boek niet volgen
19 jaar geleden
Antwoorden