De gesel van het zwarte goud door Ton van Reen

Mathijs de leerling chirurg was op weg naar huis van een lange dag werken toen hij halve wegen was hoorde hij een Groote knal en zag rook op stijgen bij de mijn weg. Mathijs zette zijn paard in galop en hij ging naar de oude mijn op de rook af. Hij zag daar allemaal gewonde mensen. Toen hij dat zag wist hij meteen de mijn was weer eens ingestort. Hij keek om hoog en het hele lift huis was weg alles was weg er stond geen muur stond nog overeind. Hij hielp een paar mijn werkers en vroeg aan een wat er was gebeurd. Die mijnwerker zei dat er een ontploffing was en dat er nog zeker 6 mensen in de tunnel waren toen de mijn ontplofte. Mathijs de van de leerling van de beste chirurg in de stad/(de baas van de bokken rijders) ging de mijn in en hielp de achtergebleven mijnwerkers 4 van de 6  de mijn werkers konden gered worden uit. Later in het boek ging Mathijs met zijn vriend Lowie een stukje lopen langs het bos en zagen dat mensen daar wat aan het begraven warren. Mathijs en Lowie verstopten zich in de bosjes en gingen kijken toen de mensen weg waren. Ze gingen kijken wat zij daar hadden begraven. Ze vonden een oude schatkist met veel goud en ze dachten dat het gestolen was door de bokkenrijders, maar ze begroeven  de kist weer. Een paar dagen later moesten de dokter en Mathijs langs de gevangenis om te kijken of de gevangenen niet dood gemarteld worden. Bij de rechtszaak waar een van de leden van de bende van de bokkenrijders dood werd gemarteld om te bekennen. Toen Mathijs en de dokter weer terug waren in het huis hoorde Mathijs dat een bekende van hem ging trouwen. En een paar dagen later moesten de dokter en Mathijs weer naar de gevangenis voor het hangen van de verdachte. Daar word hij opgehangen er was een luide ‘knak’ en hij hong. Later om 4 uur ’s middags gingen Mathijs en Lowie op weg naar de bruiloft van Minne de beste vriend die gin trouwen. Al vroeg in de volgende ochtend gingen ze in de kerk van de heek trouwen en na de tijd was er thuis een groot feestmaal. ’s Avonds toen hij net lach te slapen werd hij opgeroepen voor een bevalling van een vrouw. Maar hij heeft nog nooit een bevalling gedaan en probeerde Hij bracht een gezond meisje ter wereld. Mathijs (lid van de bende van de bokkenrijders) had een goudmijntje ontdekt en ging met de andere leden en de dokter (de baas van de bende) erop af. Op de weg heen overvielen ze een  huis en gaven het geld aan de  arme mijnwerkers. De volgende dag ging Mathijs naar een oude vriendin die alles weet van planten en kruiden die waarschijnlijk snel dood gaat want ze is al erg oud en het gaat al niet zo goed  meer met haar. Toen zij dood ging hebben de schout haar begraven en het huis verbrand, omdat zij waarschijnlijk contact had met de duivel, de dokter en Mathijs wisten nog snel de belangrijkste spullen uit haar huis te halen. Mathijs Ging voor een paar dagen naar zijn huis en vierde daar feest…

Het onderwerp of thema

Het thema van het boek wordt al in het begin duidelijk gemaakt. Het gaat over de mensen vroeger die veel en gevaarlijk werk moesten doen oor een klein beetje geld. Net zo als mijn vorige boek wijst het weer naar vroeger en is er weer veel veranderd met nu en toen. Het is wel een leuk boek sommige die zoon oud thema hebben zijn zo saai Maar dit is een uitzondering.

De personages

Er zijn eigenlijk 2 hoofd personen de dokter en Mathijs.

Mathijs:

Mathijs is een 12 jarige zoon van een boer en is in de leer bij Dokter Kirchhoffs. Mathijs is oké een zeer gewaardeerd lid van de bokken rijders.

Het wordt in het boek niet echt besproken hoe Mathijs er uit ziet en wat hij draagt. Op de voorkant van het boek kan je wel zien dat hij een wit t-shirt aan heeft en blond haar heeft. En Mathijs heeft een lichte huid kleur. Mathijs is oké heel sociaal en heeft veel voor andere mensen over dat leer je oké al snel in het begin van het boek. het boek begint zo dat de mijn is in gestort en Mathijs vrijwillig naar beneden gaat. Hij reageert zo omdat hij niet zelf zuchtig is en hij zou willen dat een ander het oké voor hem zou doen. Hij laat de mijnwerkers niet aan hun lot over en wordt lid van de bokken rijders. Als bokkenrijders steelt hij van de rijke mensen en geeft het aan de arme mensen. Hij heeft veel vrienden en veel vijanden. Als bokkenrijder heeft hij veel vrienden bij de clan en hij heeft alle rijken als vijanden omdat hij het niet eerlijk vindt dat de rijken alles hebben.

Dokter Kirchhoffs

Dokter Kirchhoffs: is een van de bekendste chirurgen in de stad.

En de baas van de bokkenrijders. Hij heeft Mathijs onder zijn hoede genomen.

Net als bij Mathijs wordt er niet echt veel gesproken of zeg maar hele maal niet over het uiterlijk van de dokter. De dokter staat oké niet op de voorkant van het boek maar hij ziet er vast heel aardig uit. De dokter is voor de arme mensen een schat ven een kerel en aardig als een hart van goud. De dokter is niet zo heel aardig tegen rijke mensen omdat hij de verdeling niet eerlijk vind. Hij vindt oké dat de arme in opstand moeten komen en is in het geheim de baas van de bokkenrijders. Hij laat niet gebeuren dat de rijke nog veel meer gaan verdienen aan het werk van de arme mensen. Net zo als bij Mathijs heeft hij de rijke al vijanden en de arme als vrienden.

De tijd en ruimte

Tijd                                         

het verhaal speelt zich af in het verleden dat is heel goed te lezen. aan het einde van het boek lees je oké dat alles pas naar een paar jaar is veranderd en dat het oké echt zo was. Nu is alles wat in het boek staat verboden en is de techniek veel beter.  

wanneer

het verhaal speelt eigenlijk maar op een tijd in het seizoen. Dat blijft eigenlijk zo het hele boek. ze gaan oké in een moment naar het bos maar er wordt oké niet gezegd of de zon schijnt of er sneew licht en dat soort dingen.  

chronologische volgorde

in het verhaal komen niet echte flasbacks voor het  gaat er gewoon om dat Johan Allis moet redden en niks anders hij is telkens op missie om Allis te redden en dat lukt hem oké op het einde van het verhaal komt alles weer goed.

Ruimte

De ruimte in het boek is best wel groot een bos een stad en mijn. Als je alles wil voor stellen heb je een hele Groote verbeelding nodig maar het is wel heel leuk ingericht

geografische ruimte

de geografische ruimte het is niet een plek die bestaat denk ik daar wordt tenminste niet gesproken over een plek die bestaat of  een die ik aan kan wijzen.

dagelijkse omgeving

De dagelijks ruimte is wel steeds anders. De ene keer bij de mijn dan thuis dan bij het bos en zo maar door. Hij is steeds ergens anders in het boek.