Uit: Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlansche Handelmaatschappy
Uitgever: Ad. Donker BV. Rotterdam 1e druk 1988 (Oorspronkelijke eerste druk 1860) 75 blz. Genre: kort, romantisch verhaal. 2. Eerste reactie Ik heb dit werk gekozen omdat we er een stukje film van hebben gezien in de les, het leek mij wel een mooi verhaal. Het verhaal is boeiend geschreven. Sommige stukken worden iets uitgebreider verteld, andere iets korter. Dit houdt het verhaal interessant. 3. Verdieping Het verhaal wordt verteld door Stern (hij heeft het verhaal uit de aantekeningen van Havelaar gehaald), maar sommige delen van het verhaal zie je door de ogen van Saïdjah. En soms is de ‘ik’ ook Multatuli zelf. De personen waar het verhaal over gaat zijn, zoals de titel van het boek al zegt, Saïdjah en Adinda. Zij zijn een jongen en een meisje uit een Javaans dorp die later met elkaar moet trouwen. In het begin is Saïdjah 7 jaar oud en Adinda 4, aan het eind van het verhaal is Saïdjah 18 en zou Adinda 15 zijn. Beide zijn vlakke karakters. Het verhaal begint op het moment waarop er een buffel wordt afgenomen. Aangezien de ploegtijd nabij is heeft de familie van Saïdjah een nieuwe buffel nodig. Deze buffels zijn erg belangrijk voor de bewerking van het land. De vader van Saïdjah verkoopt een erfstuk, en kan zo weer een nieuwe buffel kopen. Met deze nieuwe buffel sluit Saïdjah snel vriendschap. Naast de sawah’s van Saïdjah’s vader liggen die van de vader van Adinda, het meisje waarmee Saïdjah later zal trouwen. Als Saïdjah 9 is en Adinda 6, wordt ook deze buffel afgenomen. Weer ontstaan er zorgen, en weer moet de vader van Saïdjah een nieuwe buffel kopen. Hij verkoopt 2 zilveren klamboehaken koopt een nieuwe buffel. Uiteindelijk raakt Saïdjah ook met deze buffel bevriend. Op een dag stopt de buffel opeens met zijn werk en Saïdjah hoort de broer van Adinda roepen: ‘vlucht, daar is een tijger’. Iedereen vlucht op de rug van zijn buffel, maar Saïdjah val er vanaf. De buffel draait zich om en gaat over Saïdjah heen staan. Hij beschermt Saïdjah en doodt de tijger. De buffel wordt behandeld als een held en goed verzorgd door de moeder van Saïdjah. Dan wordt ook deze buffel weggehaald door het districtshoofd. Nu kan de vader van Saïdjah geen nieuwe buffel meer kopen. Hij werkt enkele jaren met gehuurde buffels. Dit is heel erg als iemand eerst in het bezit van eigen buffels is geweest. De moeder van Saïdjah sterft van verdriet en de vader vlucht weg. Hij wordt gepakt en met ‘rottingslagen gestraft’ en teruggebracht naar badoer. Hier sterft hij in de gevangenis. Er wordt in het verhaal niet verteld wat er met de broertjes en zusjes van Saïdjah gebeurt. Saïdjah is 15 jaar als zijn vader vlucht. Hij had deze niet vergezeld, omdat hij naar Batavia wou. Hij wou daar werk vinden en zoveel geld verdienen zodat hij 2 buffels kon kopen. Na het vertrek vertelt hij aan Adinda dat hij naar Batavia vertrekt. Hij vertelt haar dat als hij terugkomt ze samen zullen trouwen, en dat ze samen 2 buffels zullen hebben. Adinda stemt hiermee in en zegt dat ze zal wachten. Ze spreken af dat ze 3 keer 12 maanden zullen wachten. Hierna zullen ze elkaar weer ontmoeten onder de ketapan. Hierna verlaat hij Badoer. Saïdjah loopt veel dagen achtereen. In Tangerang leert hij van een vriend van zijn vader hoe hij strohoeden maakt. Mocht hij dan zonder een baan komen te zitten, dan kon hij altijd nog strohoeden maken. Als hij loopt begint hij steeds meer aan Adinda en de 2 buffels te denken. Hij bedenkt opeens dat hij kan overlijden in Batavia en hij heeft allerlei gedachten over dingen die hij als kind heeft gedaan, waarover hij Adinda nog vergiffenis moet vragen voordat hij dood gaat. Hij begint dan over deze gedachten te zingen (“Ik weet niet waar ik sterven zal”). Saïdjah komt in Batavia in dienst van een heer. Hij leert Maleis spreken en wordt zelfs huisbediende. Na 3 jaar neemt hij ontslag en vraagt hij om een bewijs van goed gedrag, wat hij mee krijgt, ook al laat men hem niet graag gaan. Saïdjah is erg trots op de schatten die hij mee naar huis neemt. Hij is erg benieuwd naar wat Adinda zal zeggen. Hij wil zo snel mogelijk naar huis toe. Hij komt na enkele dagen bij het Djatibos aan waar de boom staat waar hij Adinda de volgende dag zal ontmoeten. Hij vindt de boom en wacht daar. Hij vraagt zich de hele tijd wat Adinda nu aan het doen was en of ze de tel wel goed had bijgehouden. Uiteindelijk komt de zon op. Dit wordt zeer uitgebreid beschreven. Saïdjah wilde zelf niet naar Badoer gaan. Hij voelt zich goed. Bij alles wat hij ziet denkt hij aan Adinda. Maar hij ziet nog niemand op de weg lopen. Hij begint dat te zingen over wat er omgaat in zijn ziel. Deze stukken worden de hele tijd afgewisseld met: “Nog was er niemand op den weg die er leidt van Badoer naar den ketapan”. Opeens bedenkt hij dat Adinda ook wel ziek of zelfs dood kan zijn. Nu loopt hij toch naar Badoer toe. Hier kan hij Adinda’s huis niet vinden. Er blijkt geen huis van Adinda meer te zijn in Badoer. Het districtshoofd heeft de buffel van Adinda’s vader weggenomen. Adinda’s moeder was toen gestorven van verdriet. Ook haar jongste zusje was gestorven. Adinda’s vader vreesde voor straf als hij zijn landrenten niet betaalde. Hij is dus gevlucht met de rest van zijn overgebleven familie. Saïdjah is erg geschokt als hij dit hoort. ‘s Avonds zoekt hij de plek waar Adinda gewoond had. Hij vindt die plek, hij vindt enkele dingen terug. Ook krijgt hij het rijstblok van Adinda waar 32 streepjes in staan. Saïdjah verlaat Badoer om naar Adinda te zoeken. Na enkele dagen gezeild te hebben komt hij in de Lampongs aan, waar de opstandelingen zich verzetten tegen het Nederlandse gezag. Hij sluit zicht bij hen aan om Adinda te zoeken. Op een dag loopt hij in een dorp rond dat pas veroverd was door het Nederlandse leger en dus in brand stond. Hier vindt hij het lijk van Adinda’s vader. Naast hem zag Saïdjah de drie vermoorde broers en ver lag het lijk van Adinda, naakt en afschuwelijk mishandelt. Saïdjah ‘doodt zichzelf’ hierna met behulp van een zwaardbajonet van een soldaat. Enige tijd hierna is er in Batavia groot gejubel over de nieuwe overwinning die weer “zoveel lauweren had gevoegd bij de lauweren van ’t Nederlandsch-Indisch leger. Het boek eindigt met een nawoord. Naar mijn idee is dit geschreven met Multatuli als de ‘ik’ en niet Stern of Havelaar. Hij vertelt onder andere dat er veel Saïdjah’s en Adinda’s waren. Hij vertelt dat hij de namen kan geven van personen die, zoals de ouders van Saïdjah en Adinda, door onderdrukking werden verdreven uit hun land. Hij heeft geprobeerd een schets te geven van wat er kan omgaan in harten van de mensen die men berooft van de dingen die moeten dienen tot onderhoud van hun leven. In het laatste stuk vertelt hij dat het hem niets uitmaakt dat men hem houdt voor een ‘onbekwaam schilder’, mits men toegeeft dat de mishandeling van de inlanders ‘verregaand’ is. Het boek gaat voornamelijk over de mishandeling van ‘inlanders’ en de afkeur hiervan. Ook is de liefde en trouw belangrijk. 3. Onderzoek naar de verhaaltechniek
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
heeeul goed mijn jongen,.
12 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
Kitty een jongen??
heel goed mijn jongen...
12 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Prachtig!!!! you made me cry today!!!! (Batman out)
9 jaar geleden
Antwoorden