De complete modermismen door Kees van Kooten

Beoordeling 8.7
Foto van een scholier
Boekcover De complete modermismen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 5004 woorden
  • 10 maart 2008
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 8.7
13 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Kees van Kooten
Genre
Columns
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1999
Pagina's
568
Oorspronkelijke taal
Nederlands

Boekcover De complete modermismen
Shadow
De complete modermismen door Kees van Kooten
Shadow
MODERMISMEN
Zakelijke gegevens

Naam auteur : Kees van Kooten
Titel boek : Modermismen
Genre : Korte verhalen
Eerste druk : 1984
Uitgeverij : De Bezige Bij, Amsterdam
Aantal bladzijden : 144

Inhoud

Het boek is niet makkelijk samen te vatten, het is een bundel van 17 losse verhaaltjes. Ze vertellen elk een korte gebeurtenis uit het leven van de hoofdpersoon. Het zijn op zich staande verhaaltjes, maar er is ook zeker een verband. De ik-figuur (Kees van Kooten) is hoofd van een gezin met twee kinderen (dochter en zoon). Hij voelt zich als man en vader verantwoordelijk voor alle klusjes, met name de moderne technische activiteiten in en rond het huis. Maar dat gaat hem zeker niet goed af.

Wakker worden
Een verhaal over het opstaan en wakker worden. Vroeger werd hij door zijn moeder gewekt. Van onder aan de trap riep zij altijd: Keeeeeeesje! Toen hij op zichzelf ging wonen kreeg hij van zijn moeder een wekker mee. Hij heeft daarna nog diverse wekkers en bedenkt zelfs hele systemen om wakker te worden: met twee wekkerradio’s die hem elk half uur wekten. Maar uiteindelijk blijkt de ouderwetse manier de beste: zijn vrouw wekt hem, zij schreeuwt van onder aan de trap: Keeeeeeesje!

Met de muziek mee
Als Kees een keer ’s nachts bij zijn auto komt, ziet hij zijn portier openstaan en merkt dat voor de tweede keer zijn autoradio is gestolen. Zijn vrouw vindt dat hij aangifte bij de politie moet doen in verband met de verzekering, maar hij wil dat niet. Uiteindelijk gaat zijn vrouw naar de politie en hij krijgt dan het geld uitbetaald. Hiervoor koopt hij een slede en autoradio, zodat hij de radio overal mee naar toe kan nemen. De praktijk is dat hij de autoradio altijd thuis laat staan of vergeet van zijn werk mee te nemen. Maar aan het einde wordt duidelijk dat de radio toch zin heeft: "Wanneer we overdag in de tuin zitten er iets op de radio willen horen, duwen we hem in zijn sleuf en zetten we beide portieren open."

Poezen eigen deurtje
In dit verhaaltje wil Kees de poezen discipline bijbrengen! Daarom wil hij zelf een poezendeurtje in de deur monteren. Na heel wat werk blijkt het deurtje twee meter hoog te zitten. Hij is zelf ironisch en zegt: “baasje duiven gaan houden?” Hij koopt dan een nieuw poezendeurtje, maar na de installatie hiervan willen de poezen er niet door (ondanks zijn voorbeeld: zijn hoofd door het deurtje te steken). De enige die er wel door wil is de hond Willem. Zijn poezen blijken ook niet van ‘moderne ontwikkelingen’ te houden!

Unsere traumkuche
Op een beurs vindt het gezin een mooie nieuwe keuken. Ze maken een afspraak om de boel te laten opmeten. Kees wil 30.000 gulden besteden aan de nieuwe keuken, maar de offerte noemt een bedrag van 58.000 gulden. Hij besluit het toch te doen. De levertijd blijkt ruim 9 maanden en ondertussen laat hij zijn huis zo verbouwen, dat de nieuwe keuken er in past. Dit kost 45.000 gulden. Dan blijkt de leverancier failliet en hij is de al betaalde 30.000 gulden dan kwijt. 9 maanden koken zij zeer primitief in de kamer. Als de vrachtauto met keuken dan eindelijk voor de deur staat, blijken de afmetingen niet meer te kloppen en moet er weer het nodige verbouwd worden. Uiteindelijk zijn de totale kosten …. 150.000 gulden!

Mijn wijnkelder
Al jaren is Kees bezig met het bouwen van een wijnkelder. Helaas lukt dit niet zo goed. De eerste zes flessen in de wijnkelder waren in een avond op toen onverwachts vrienden op bezoek kwamen. Maar ook bij de volgende ladingen wijn, die keurig in een kastje werden geplaatst en genoteerd in het wijnboek, kon Kees zijn nieuwsgierigheid niet de baas: Hij MOEST ze proberen. Zo blijven de flessen wijn niet lang genoeg liggen om op z’n best te worden. Ten einde raad verstopt hij vier flessen op zolder. Dat gaat een tijdje goed, maar aan het eind van dit verhaal wordt de laatste fles aangebroken ..

Der kleine mensch
Kees gaat met zijn gezin op wintersport. Hij heeft zelf al wat ervaring opgedaan in Oostenrijk, maar dat blijkt niet echt veel te zijn. Deze keer gaan ze naar Zwitserland tijdens oud en nieuw. Zijn vrouw wordt ingedeeld in het een-na-beste groepje en hij zelf in het laagste groepje. Maar dat komt volgens hem niet door haar talenten! De skileraar heeft een oogje op haar. Ook in het hotel loopt het niet zo goed als verwacht. Hij beledigt de broer van de eigenaar (door zijn slechte duits) en moeten het hotel verlaten. Hij besluit volgend jaar thuis te blijven.

Niet mis
Het zoontje van Kees zit op voetbal en is blij dat Albert Middelman bij zijn team komt. Die Albert kan heel goed voetballen. Kees heeft niet veel contact met de vader van Albert, niemand heeft dat eigenlijk. Dan overlijdt Alberts vader plotseling aan een overdosis slaappillen. De volgende wedstrijd is zonder Albert en die wordt dan ook verloren. Na een tijdje is Albert er weer en dan winnen ze weer. Het zoontje van Kees is blij, hij zegt dat Albert heel goed speelde. Kees zegt: “hij speelde niet mis”. Maar als zijn zoontje dan verbaasd zegt, dat Albert geweldig speelde verbetert hij zich: “goed, ontzettend goed!”

Thijs
Kees is met een vriend naar de bioscoop geweest. Hij heeft ET gezien en is zeer emotioneel geworden. Thuisgekomen vertelt hij dit aan zijn dochter. Zij wil een spannender huisdier dan een hond of kat. Dan valt er een vogeltje uit zijn nest en het gezin verzorgt het vogeltje. Eerst wordt aangenomen dat het een zanglijster is, maar hij gaat niet zingen. De vogel blijkt wel goed in andere dingen: stelen! Na drie weken wordt de vogel vrijgelaten, tot ongenoegen van de kinderen. Thijs vliegt weg en niemand ziet hem ooit weer .. behalve Kees. Hij vindt Thijs dood (gepakt door een van de katten) en begraaft het in de tuin.

Vijf moderne mannen
Kees heeft zo zijn eigen ideeën over de moderne man. Hij beschrijft in dit verhaaltje vijf stereotypen:
de neuzer, iemand die overal zijn neus insteekt, zich overal mee bemoeit, komt ongevraagd op bezoek, voelt zich dan thuis en laat dat duidelijk merken, blijft ongevraagd eten, etc.
de weggetjesweter, iemand die alles via een omweg doet. Hij doet alles via via, mondje dicht, verzint trucs om ergens onderuit te komen.
De grieper, iemand die altijd zeurt. Hij is altijd ziek, heeft overal commentaar op, is om het minste gelijk van z’n stuk gebracht.
De hurker, iemand die overal belangstelling voor heeft, hij heeft alles door. Hij lijkt geinteresseerd in mensen en dingen, maar volgens de ik-figuur is dat maar schijn.
De fluiter, iemand die fluit om de stilte op te vullen. Wat en hoe hij fluit is niet belangrijk. Als hij fluit voelt hij zich betrokken bij iets of iemand.

Zijn broer
Uit alle verhaaltjes spreekt een soort humor en ironie, maar ook een soort droefheid. Maar in dit verhaaltje zit een verborgen droefheid, ik vond Kees zo zielig. Het verhaal gaat over zijn broer. Zijn broer is handig in alles, een succes in alles. Hij kan bijvoorbeeld een horloge (van de zoon van de ik-figuur) ‘maken’. Zelfs de vrouw van Kees is gek op zijn broer en wrijft hem dat ook nog eens in! Hij is dan helemaal van slag. Dit probleem lijkt al in zijn jeugd begonnen te zijn. Ook toen was zijn broer beter in alles. Het is een triest verhaaltje om te lezen.

De zaak Netjes
Omdat Kees en zijn vrouw wegens drukke werkzaamheden het huishouden niet goed kunnen bijhouden besluiten zij hulp in te roepen. Kees belt een schoonmaakbedrijf en al snel komt de heer Netjes, directeur, langs voor een offerte. Er wordt besloten om twee keer per maand iemand te nemen, die dan het hele huis schoonmaakt. Totaalprijs per maand 385,44. De eerste keer komt echter een oude dame, die zich niet lekker voelt en ook helemaal niet voldoet. Ze blijft korter en doet niet veel. Dan stuurt Kees een brief naar het schoonmaakbedrijf om te zeggen, dat ze verder geen gebruik wilen maken van hun diensten. De werkster blijkt de schoonmoeder van de directeur te zijn.

Potje dromen
In dit verhaaltje zit hij te dagdromen over vroeger. Hij vertelt dat hij vroeger, als hij op het toilet zat, allemaal dingen verzon over het WC-matje. Hij zag daar dan een paardenrenbaan in, compleet met kleedkamers van de jockeys etc. Dat complex had hij dan ontworpen, betaald en aangeboden aan de gemeente Den Haag. Hij zag zichzelf zelfs een krans krijgen van Prinses Irene. Hij maakt dan later een poppenhuis voor zijn dochter, compleet met een wc-matje. Maar zijn dochter deelt zijn passie niet en het matje is ook snel verdwenen.

Nummer 20
Het zeer korte verhaaltje gaat over een discofeest ter ere van de negende verjaardag van zijn dochter. De hele klas is uitgenodigd, 20 kinderen, incl. zijn dochter en een jongen die zij heel leuk vindt. Vader doet de voorbereidingen voor het feestje, o.a. de verlichting en als hij uiteindelijk weggaat (na een snelle koppentelling) vindt hij de ontbrekende nummer 20 op de gang, huilend. Zij heeft pijn in haar knie.

Het eigen zwembad
Hij heeft er een hekel aan om met zijn kinderen naar het openbare zwembad te gaan, omdat de kinderen daar hem direct herkennen en bijvoorbeeld: “Kloot en debiel” (Koot en De Bie) gaan roepen. Bovendien, het zwembad is niet dichtbij. Reden genoeg om een enorm aluminium zwembad in de tuin te plaatsen. Als het eenmaal af is nodigt hij alle kinderen van de buurt uit. Als er uiteindelijk een dikke hond van 60 kilo inspringt komt er een knik in de rand. Een jongetje probeert het terug te buigen, maar dan gaat het zwembad kapot en loopt er 100.000 liter (1) water de tuin in! Zowel Kees als de kinderen balen hiervan.

De scheiding
Dit verhaaltje wordt uit het oogpunt van de hond bekeken. Zijn baasjes zijn gescheiden en hij woont nu bij de man. Hij heeft het daar best naar z’n zin, maar hij mist de kinderen heel erg. De hond heeft eigenlijk de hele geschiedenis voor de scheiding ook meegemaakt. Hij had een hekel aan de moeder. Zij nam hem altijd mee als ze stiekem een afspraakje had met een andere man. Voor de scheiding ‘zorgde’ de vrouw altijd voor de hond, maar dat deed zij niet goed. Nu wordt hij beter verzorgd door de man en zijn nieuwe vriendinnen.

Een hele steun
Kees vertelt vol lof over de nieuwe aanwinst in zijn auto: de hoofdsteun. Hij heeft de hoofdsteun aangeschaft, omdat je dan bij een ongeluk minder kans hebt op een gebroken nek. Maar er zijn ook nadelen. Hij kreeg jeuk van de skai bekleding. Maar daar heeft hij gauw iets op gevonden. Hij heeft een sjaaltje om de hoofdsteun gebonden. Al snel wordt er voor de passagiersstoel ook een hoofdsteun gekocht en ook deze hoofdsteun wordt voorzien van een sjaaltje. Deze hoofdsteun heeft ook als voordeel, dat het net lijkt alsof er iemand naast je zit .. als je met een half oog kijkt ..

Het relpreventieonderzoek
Als arm studentje deed Kees mee aan een rellenpreventieproject in Den Haag. Dit onderzoek werd geleid door Doctor Buikhuizen. Zijn taak is om op luide toon ontmoedigende kreten te uiten, zoals “Ik ga naar huis!”, die dan rellen in een bepaalde wijk zouden moeten voorkomen. Maar helaas lukte dit niet helemaal. Zij werden herkend en moesten wegwezen. De professor werd zelfs met jeep en al op de kop gezet door de relschoppers. Uiteindelijk bleek het een van de rumoerigste jaarwisselingen te zijn geworden! Sommige dingen pakken in de praktijk totaal anders uit!

Schrijver

Kees (Cornelis Reinier) van Kooten wordt op 10 augustus in 1941 geboren in Den Haag. Op het Dalton lyceum leert hij Wim de Bie kennen. Hier hadden ze samen een cabaretensemble met de naam Cebrah. Na zijn militaire dienst, gaat hij in 1962 in Amsterdam wonen. Hij schrijft reclameteksten en vanaf 1963 gaat hij opnieuw samenwerken met Wim de Bie. Hun eerste gezamenlijke activiteit is de rubriek Clichémannetjes voor het radioprogramma 'Uitlaat', van de VARA. Daarna maakt Van Kooten deel uit van een cabaretgroep. In 1965 verschijnt hij samen met De Bie voor het eerst op de televisie bij de VARA (Hadimassa ). Vanaf 1971 werken ze voor de VPRO. In 1972 wordt het Simplistisch Verbond opgericht, waarmee ze worden bekroond met de Nipkovschijf. Ook maakte Van Kooten dat jaar een uitstapje naar TELEAC, als docent van een cursus Esperanto.
Bekende televisieprogramma's zijn Het Gat van Nederland, Keek op de Week, Op hun pik getrapt en Krasse Knarren. In 1991 speelt hij één van de hoofdrollen in de film Oh Boy!, van Orlow Seunke.

Bibliografie
1960: 1 gedicht Geef het nu maar toe in Een 10 voor 10-ers
1965: Memories are made of ziss
1969: Melk (uitgave: Coöperatieve Condensfabriek 'Friesland')
1969: Treitertrends
1970: Lachen is gezond (met Wim de Bie)
1970: Treitertrends 2 (ISBN 90-234-7017-6)
1972: Laatste Treitertrends (ISBN 90-234-7019-2)
1975: Gas (uitgave: VEG-gasinstituut)
1976: De ergste treitertrends (bloemlezing)
1977: Koot droomt zich af (ISBN 90-234-0595-1)
1977: Van Klisjeemannetjes tot directeuren van het Simplisties Verbond (met Wim de Bie)
1977: Schrijven (handschriftposter)
1979: Koot graaft zich autobio (ISBN 90-234-0684-2)
1979: Wagen (1 pagina, een uitgave van "Het Open Boek")
1981: Willem
1982: De Juinensche Courant (met Wim de Bie)
1983: JuCo Magazine (met Wim de Bie, voortzetting van De Juinensche Courant)
1983: Juiner Nieuwsblad
1982: Veertig (en een gedicht achterop het boek) (ISBN 90-234-786-5)
1983: Hank den Drijver rekent af met Een Gebaar voor Amnesty International (met Wim de Bie en Freek de Jonge)
1984: Modermismen (ISBN 90-234-2321-6)
1984: Hedonia (gebonden ISBN 90-234-6092-8; paperback ISBN 90-234-867-5)
1986: Meer modermismen
1986: Van de hoge (tekening: Peter van Straaten)
1986: Het groot bescheurboek (met Wim de Bie)
1987: Naar Delft heen (Een geheim opstel uit 1950)
1988: Zeven sloten. Zes uitstapjes (en enkele gedichten) als Dr. Kees van Kooten (ISBN 90-234-3070-0)
1989: Appeldoorn
1989: Meest modermismen (ISBN 90-234-2373-9)
1989: Het Simplistisch verbond over ... (met Wim de Bie)
1991: Zwemmen met droog haar (gebonden ISBN 90-234-6122-3, paperback ISBN 90-234-3244-4)
1992: Hilversum (Noord-Holland in proza, poëzie en prenten)
1993: Verplaatsingen (verhalenbundel) (gebonden ISBN 90-234-6128-2, paperback ISBN 90-234-3314-9)
1993: Ons kent ons (fotoboek, met Wim de Bie)
1994: Meer dan alle modermismen (Modermismen, Meer modermismen, Meest modermismen) (ISBN 90-234-3432-3)
1997: Omnibest (De ergste treitertrends, Koot graaft zich autobio, Veertig, Hedonia, Zeven sloten, Zwemmen met droog haar) (ISBN 90-234-3666-0)
1999: Levensnevel (verhalenbundel) (gebonden ISBN 90-234-6202-5, paperback ISBN 90-234-3831-0)
1999: Kaft en koren
1999: Het Schaampaard (prentenboek op rijm, bedoeld voor kinderen vanaf ongeveer 9 jaar, met illustraties van Willem van Malsen) (ISBN 90-76174-16-4)
2000: De complete modermismen (heruitgave van 'Meer dan alle modermismen')
2000: Annie (ISBN 90-234-3974-0)
2001: Hilaria
2003: Tijdelijk nieuw (columns)
2004: Alle modermismen ooit (met 60 bonusmodermismen)
2006: Mijn plezierbrevier (verzamelde verhalen van andere auteurs)
2007: Episodes. Een romance
Prijzen
1974 - Zilveren Nipkowschijf (samen met Wim de Bie)
1977 - Zilveren Nipkowschijf (samen met Wim de Bie)
1979 - Cestoda-prijs voor het moeiteloos beoefenen van de Nederlandse taal in al haar genres.
1985 - Ere-Nipkowschijf (samen met Wim de Bie)
1986 - G.W.J. Paagman-prijs voor zijn gehele oeuvre.
1987 - (eerste) Publieksprijs CPNB
1998 - Gouden Beeld Carrière Award (samen met Wim de Bie)
1999 - Groenman-taalprijs (voor radio-televisie-presentatoren die zich onderscheiden door hun taalgebruik)
2000 - Littéraire Witte Prijs (voor de verhalenbundel Levensnevel)
2004 - Gouden Ganzenveer (voor zijn "uitzonderlijke bijdrage aan de Nederlandse geschreven cultuur")
Twee Edisons en zes gouden platen voor diverse platen van het Simplisties Verbond.

Titel, titelverklaring

Modermismen
De ik-figuur is het hoofd van een gezin met twee kinderen, een zoon en een dochter. Deze functie brengt met zich mee, dat hij moet zorgen voor de technische activiteiten in en om het huis. Dat gaat hem niet goed af. Hij wil graag bij de tijd blijven, maar dat lukt hem niet altijd.
Het woord ‘modermismen’ slaat dus eigenlijk op ‘modernisme’, alleen alles gaat mis bij Kees. Dus hij heeft de ‘n’ in een ‘m’ veranderd.

Stroming en genre

Stroming: Modermismen maakt deel uit van de moderne Nederlandse literatuur.

Genre: Modermismen zijn korte humoristische verhalen. Het is autobiografisch, maar volgens mij wel zwaar overdreven en soms zelfs verzonnen. Het bevat desalniettemin veel herkenbare situaties. Kees van Kooten heeft in dit boek dagelijkse dingen zo beschreven, dat het behoort tot de Nederlandse literatuur. De verhalen verschenen eerder als columns in ‘Humo’ en op de ‘Bescheurkalender’.

Motto en verklaring van het motto

Als een boek uit één basisverhaal bestaat, is er vaak sprake van het bestaan van een motto. Korte verhalen, zoals in dit geval de 17 op zichzelf staande onderdelen van Modermismen kennen geen allesomvattend motto.

Tijdsverloop

Omdat de verhalen zich afspelen in het gezin van de schrijver, heb ik aan de hand van de leeftijd van zijn kinderen – die intussen ook bekende Nederlanders zijn – vastgesteld dat het verhaal zich afspeelt in de jaren zeventig/tachtig. Het zijn vaak ook Kees’ herinneringen van bepaalde gebeurtenissen (zoals het verhaal van Thijs: Een paar jaar geleden bezocht ik met een vriend een middagvoorstelling van de film E.T. … Het was in 1982.). Hoeveel tijd de verteltijd is valt niet uit het boek op te maken. Hij geeft niet in alle verhaaltjes een tijd aan. De tijdsduur van elk verhaaltje varieert van 1 dag tot langere (onbepaalde) tijd.

Perspectief

In totaal bestaat Modermismen uit 17 korte verhalen. Bij 12 daarvan is er sprake van het ‘ik-perspectief’ in directe zin (de schrijver). Bij vier verhalen is er sprake van het ‘hij-perspectief’ waarmee overigens toch weer de schrijver wordt bedoeld. Bij het verhaal ‘De Scheiding’ is er sprake van een bijzonder ‘ik-perspectief’: dat van de hond. In het begin heb je niet door dat het om een hond gaat. Ik vond dat heel apart.
Door dat ik-perspectief kom je veel over de schrijver/hoofdpersoon te weten. Hij wil zo graag technisch zijn en voor hij aan een avontuur begint is hij ervan overtuigd, dat het gaat lukken. Je voelt dan zijn moed en zelfvertrouwen, maar je voelt ook zijn wanhoop als het voor de zoveelste keer weer mislukt. Lang treurt hij ook niet en hij leert er ook niet veel van, want vol goede moed begint hij aan de volgende (onmogelijke) klus.

Personages

De ik-figuur:
In de meeste verhalen fungeert de ik-figuur als hoofdpersoon. Hij beschrijft zichzelf met veel zelfspot. Hij wil alles kunnen en met alles meedoen, maar telkens weer blijkt hij de dingen te verknoeien. Hij is een zeer burgerlijke man, die erg veel van zijn gezin houdt. Hij is ongeveer 35 jaar oud.

Zijn vrouw:
De vrouw van de ik-figuur komt meestal over als de verstandigste in hun huwelijk. Zij steunt hem als hij weer eens iets doms heeft gedaan. Zij zet hem echter ook aan tot het doe-het-zelven.

Zijn kinderen:
De kinderen van de ik-figuur kennen hun vader door-en-door. Ze voelen precies aan in welke bui hij is. Meestal weten ze hem zo te bepraten, dat hij alles doet wat ze hem vragen. Zijn dochter heet Kim, zijn zoon Kasper.

Frits:
Frits is de broer van de ik-figuur. Hij is in alle opzichten slimmer en handiger dan de ik-figuur is. Deze spreekt dan ook vol ergernis over zijn broer.

Hond Willem:
Willem is de hond van het gezin. Hij komt erg trouw en sullig over.

Ruimte

De verhalen spelen zich af in Nederland, in de leefomgeving van de schrijver en zijn gezin, alsmede in Hinterglemm, één van hun vakantiebestemmingen waar de schrijver zijn eerste skilessen ondergaat (zie het verhaal Der kleine Mensch).
De omgeving wordt in de verhaaltjes niet goed beschreven. Het moet eigenlijk alleen duidelijk worden waar het gezin of Kees zich op dat moment bevindt. Het interieur van het huis is ook niet belangrijk. Zelfs in de verhaaltjes ‘Unsere Traumküche’ of ‘Mijn wijnkelder’ als het daadwerkelijk gaat over die ruimtes, geeft de schrijver je nog geen beeld van hoe de ruimte er uit ziet. Hij vindt het beschrijven van alle ellende, de humor, belangrijker dan het in detail beschrijven van ruimtes.

Motieven

Ofschoon het boek niet bestaat uit één verhaal, maar uit meerdere verhaaltjes zijn er toch wel motieven te vinden. Het belangrijkste motief is:

Mislukte pogingen

Deze situaties komen in heel het boek, in bijna elk verhaaltje voor. Kees is super enthousiast over iets, wil het perse hebben of maken en elke keer weer eindigt het in een drama of in ieder geval anders dan gepland.

Luxe goederen
Kees wil eigenlijk altijd meer dan mogelijk is. Een goed voorbeeld hiervan is het zwembad in de tuin. Het zwembad zou het grootste deel van de tuin beslaan en uiteindelijk mislukt alles ook nog en staat de tuin en straat blank. Een ander voorbeeld is de hoofdsteun, die Kees MOET hebben. In die tijd was een hoofdsteun in een auto nog een luxe. Andere voorbeelden zijn nog: de keuken, de wijnkelder, de wekkerradio en de autoradio.

Dieren
Dieren vormen een belangrijk onderdeel in de verhaaltjes. Uiteraard is er de hond (de scheiding) en de poes (kattenluikje), maar heel apart is ook het verhaal van Thijs. Niet zo maar een huisdier, nee, een heel bijzondere vogel, een lijster (weer wil Kees iets meer dan gewoon). De dieren in de verhaaltjes lijken Kees gade te slaan in zijn ervaringen.

THEMATIEK

Onhandigheid
Het belangrijkste thema in het boek is de onhandigheid van Kees. Het komt in bijna elk verhaaltje weer terug. Kees probeert van alles, maar mislukt bijna even vaak. Hij wil altijd meer dan anderen, altijd luxer dan anderen. Hij gaat daarin zeer ver.

Beter willen zijn
Hij wil, naast altijd meer hebben dan anderen, ook beter zijn dan anderen. Hij zal het wel even doen, maar hij kan het in feite niet. Ook zijn kinderen moeten het de beste zijn overal in. Je merkt dat bijvoorbeeld in het verhaaltje ‘Niet mis’. Albert, een vriendje van zijn zoon speelt supergoed, maar Kees kan niet zo goed hebben, dat Albert beter is dan zijn zoon en zegt: ‘hij speelt niet mis’.

Liefde
Uiteindelijk doet Kees alles uit liefde voor zijn vrouw, zijn gezin. Zijn vrouw zet hem aan tot klussen en uit liefde voor haar begint hij er elke keer weer aan. Je merkt aan alles dat hij veel van zijn gezin houdt.

Motivatie

Mijn vader heeft mij op de boeken van Kees van Kooten attent gemaakt. In onze boekenkast staan bijna alle boeken van Kees van Kooten. Omdat Modermismen uit korte verhaaltjes is samengesteld, vond ik het een goede manier om met de boeken van Kees van Kooten te beginnen. De bedoeling was elke avond een verhaaltje, maar het werden er snel twee, drie, vier …

1e gedachte bij het lezen van het boek

In één woord: LEUK. Door de manier van schrijven zie je het overgrote deel van de verhalen zich gewoon voor je ogen afspelen. De verhalen – en alle onhandigheid van de schrijver – zijn ook heel herkenbaar.
Ik wil beslist meer lezen van Kees van Kooten, misschien eerst ‘Meer modermismen’ en ‘Meest modermismen’. Het taalgebruik is makkelijk, het leest lekker weg en het leukste vind ik zijn humor.

Beoordeling

Ik vind alle verhalen grappig en goed. Als ik de beste verhaaltjes zou moeten kiezen, dan vind ik ‘Het eigen zwembad’ het allerleukst. In het verhaal staat een citaat van zijn zoontje: "'Nou hebben we deze hele grote vakantie precies één keer gezwommen!' roept hij huilend van woede."
De zoon van Kees van Kooten heet Kasper (is nu een bekend acteur heb ik gelezen) met een heel lief gezicht. Ik zag al helemaal voor me hoe hij er uit moet hebben gezien als verontwaardigd klein jongetje. Lijkt me heel schattig.

"Nummer twintig" vind ik het minst leuk. Het gaat over een kinderfeestje met twintig kinderen, de vader zoekt het twintigste kind, vindt het huilend in de gang. De vader vraagt wat er is en het kind antwoordt: "Ik heb pijn in mijn knie, meneer." Bij dit verhaaltje snapte ik de humor niet helemaal. Ik vond het allemaal een beetje flauw.

Maar ik zou het boek iedereen aan willen bevelen. Zeker iedereen die van humor houdt.

Dossieropdracht 2
Structuur en tijd

Zijn de gebeurtenissen in chronologische of niet-chronologische volgorde?
Er is sprake van een niet-chronologische volgorde. In enkele verhalen (bijv. Thijs), wordt gebruik gemaakt van de flashbacks (‘Een paar jaar geleden bezocht ik met een vriend, wiens naam ik hier niet zal noemen…’).

Vergelijk fabel en sujet
Het is moeilijk om fabel en sujet te vergelijken, omdat het losstaande verhaaltjes zijn. Als je alle verhaaltjes bij elkaar als een groot verhaal ziet, dan is er geen sprake van chronologische volgorde.
Het sujet en fabel lopen dus niet gelijk.

Hoeveel verhaallijnen heeft het boek?
Omdat het boek uit zeventien verschillende verhalen bestaat, is er in feite ook sprake van zeventien verhaallijnen. Die verhalen zijn niet chronologisch geplaatst.

Zijn de verschillende verhaallijnen ondergeschikt aan elkaar of gelijkwaardig?
Omdat het boek uit zeventien verschillende verhalen bestaat, staan de 17 bijbehorende verhaallijnen op zichzelf en zijn daarom gelijkwaardig aan elkaar.

Vertonen de verhaallijnen een thematische samenhang?
Zoals eerder beschreven, zijn er een paar thema’s die in elk verhaal terugkomen: de onhandigheid van de hoofdpersoon, zijn doel om altijd beter te zijn en de liefde voor zijn familie.

Is er sprake van een hechte of een losse structuur in het boek?
Omdat het om zeventien op zichzelf staande verhalen gaat, is er geen sprake van een hechte structuur. Als je alle verhaaltjes samen als een groot verhaal ziet, dan loopt er wel een rode draad door het boek. Dus dan kan je misschien toch spreken van een losse structuur.

Heeft de structuur invloed op de spanningsopbouw?
Er is geen sprake van een spanningsopbouw. De op zichzelf staande verhalen hebben een losse structuur. Elke keer wordt een nieuw onderwerp behandeld, zelden wordt er verwezen naar een eerder verhaal.

In welke tijd speelt het boek (historische tijd) en uit welke gegevens in het boek maak je dit op?

De verhalen spelen op verschillende momenten in de jaren zeventig/tachtig van de vorige eeuw.
Voorbeelden:
In het verhaal ‘Wakker worden’ wordt teruggegrepen op gebeurtenissen en 1970 en 1975.
In het verhaal ‘Der kleine Mensch’ gaat het om de eerste ski-ervaringen van de schrijver in 1979.
Aan de leeftijd van de kinderen kan je ongeveer nagaan wanneer het verhaal zich afspeelt. De kinderen van Kees van Kooten zijn momenteel volwassen.

Hoeveel tijd speelt er tussen het begin en het einde van de gebeurtenissen?
Het verhaal ‘Mijn wijnkelder’ gaat over een gebeurtenis – de aanleg van een eigen wijnkelder – waar de schrijver al ongeveer tien jaar mee bezig is. In het verhaal ‘Wakker worden’ wordt teruggegrepen op gebeurtenissen die zich in 1970 hebben voorgedaan. Het verhaal ‘Thijs’ speelt ongeveer in 1984 (een paar jaar na de film E.T. in 1982). Daaruit kan je een beetje opmaken dat de verhalen in Modermismen zich afspelen in een periode van ongeveer 14-15 jaar. Maar het is geen feit, omdat er in sommige verhaaltjes geen tijd wordt genoemd.

Maakt de auteur veel gebruik van flashbacks, vooruitverwijzingen en/of terugverwijzingen? Zo ja, kun je dat verklaren?
In een hoop verhalen wordt terugverwezen naar situaties die zich in het verleden hebben voorgedaan. Een enkele maal in de vorm van flashbacks, zoals in het verhaal ‘Unsere Traumküche’, maar voor het overige door middel van de terugverwijzing.
De terugverwijzingen geven een beeld van gebeurtenissen die zich in het verleden in het gezin van de schrijver hebben voorgedaan. Dit is op zich logisch, omdat Van Kooten niets anders doet dan ons vertellen van gebeurtenissen uit zijn eigen geheugen. Ik heb geen vooruitwijzingen kunnen ontdekken in het boek.

Hebben de flashbacks een bepaalde functie binnen het verhaal?
De flashbacks geven een nauwkeurig beeld van een bijzondere situatie uit een ver verleden van de schrijver. Ze zorgen niet voor een bepaalde spanningsopbouw.

Overige aantekeningen bij het boek

OPEN PLEKKEN IN HET BOEK
Veel hoofdstukken beginnen met een open plek. Die open plekken worden vrij snel weer opgelost. Hierbij drie open plekken:
1. HET EIGEN ZWEMBAD – In de eerste drie alinea’s wordt er beschreven dat de tuin onder water staat. Als je de titel van het verhaaltje even vergeet weet je dan nog niet dat het komt omdat het zwembad lekt. Maar al aan het eind van de derde alinea wordt dat duidelijk.
2. THIJS – In de eerste alinea wordt gesproken over een vriend wiens naam Kees niet wil noemen. Op dat moment vraag je je toch af, waarom hij de naam van de vriend niet noemt en of hij dat later misschien toch nog wel zal doen. Kees geeft als reden op, dat hij de positie van die persoon niet in gevaar wil brengen. Al op de eerste bladzijde wordt duidelijk waarom .. Ze zijn naar de film ET geweest en hebben gehuild. Maar de naam van de vriend wordt niet meer verteld.
3. DE SCHEIDING – In de eerste alinea begint de ik-persoon een monoloog. In beginsel denk je dat het Kees is, zoals in alle voorgaande verhaaltjes. Maar dan zegt hij wel vreemde dingen, zoals plassen tegen een lantarenpaal. Even snap je niet helemaal waar dit verhaaltje over gaat. Op blz. 2 blijkt dan dat de hond deze keer de ik-persoon is. Je realiseert je dat behalve kinderen ook dieren de dupe kunnen worden van een echtscheiding.

SPANNINGSBOGEN
Het is echt heel moeilijk om spanningsbogen te vinden. Het zijn natuurlijk zeer korte humoristische verhaaltjes en echte spanning is er niet.
Korte spanningsboog:
THIJS – In dit verhaal ‘logeert’ een lijster een tijdje bij het gezin. Na 3 weken wordt hij weer vrijgelaten. Die dag ligt Kees op de bank te dromen en hij ‘droomt’ van kattegeblaas, gefladder, gepiep en vogelgekrijs. Op dat moment vermoedt de lezer al iets, maar het wordt niet duidelijk of het een droom of werkelijkheid is. De schrijver roept hier een vraag op: heeft dit iets te maken met de lijster? Hebben de katten de lijster te pakken gekregen? Later wordt dit inderdaad duidelijk: Kees vindt een onthoofde Thijs in de tuin. Een droom wordt werkelijkheid.
Lange spanningsboog:
Er zit totaal geen lange spanningsboog in de verhaaltjes. Dat is door de lengte ook niet mogelijk. Er loopt ook niet echt een lijn door alle verhaaltjes heen, die spanning veroorzaakt. Als ik toch iets zou moeten noemen, dan is dat misschien het volgende: Kees is vanaf het begin eigenwijs, onhandig en je vraagt je af of hij in de loop van het boek misschien leert om zich anders gaat gedragen, maar dat is niet het geval. Sterker nog .. Dit is zijn antwoord: hij geeft nog meer boeken uit over nog meer van zijn onhandige avonturen: Meest modermismen en De complete modermismen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.