De buitenvrouw door Joost Zwagerman

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De buitenvrouw
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4299 woorden
  • 8 augustus 2002
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
23 keer beoordeeld

Boekcover De buitenvrouw
Shadow

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil en misverstand in het multiculturele Nederland.

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil …

Theo Altena, leraar Nederlands en gelukkig getrouwd, krijgt een affaire met de Surinaamse docente Iris Pompier. Een roman over liefde, leugens en zelfbedrog. Maar ook over moedwil en misverstand in het multiculturele Nederland.

De buitenvrouw door Joost Zwagerman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Joost Zwagerman, De buitenvrouw, Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1994, tweede druk. Psychologische roman.
Motivatie

Om eerlijk te zijn heb ik geen speciale reden waarom ik dit boek heb uitgekozen. Want ik moest het laatste uittreksel inleveren.

Eerste persoonlijke reactie

Het boek is interessant om te lezen. Ik ben er achter gekomen wat de schrijver met zijn verhaal bedoeld. Hoe je zelf voelt met zo een omstandigheden.
Ik vind het boek herkenbaar, omdat ik weet hoe je voelt als je een bedrog meemaakt.

Ik vind het boek begrijpelijk, omdat ik best kan begrijpen dat het moeilijk is om je verleden te vergeten.
Ik vind het boek mooi, omdat er veel waargebeurde verhalen in voor komen en daar ben ik gek op.
Het is ook wel een leerzaam boek, want je komt er achter over liefdeaffaire en racisme in de wereld.

Samenvatting

Op het College te Hoorn, een instituut dat ‘geen talent had voor feesten en klassenavonden’, gaf Theo Altena, de drieëndertig jarige hoofd persoon in de ze roman, les in het vak Nederlands. Hij werd weliswaar voorgespiegeld als de minst erge van alle leraren, maar toch was hij voorwerp van spot bij leerlingen en later zelfs van algemene minachting en de vernedering. De jonge leraar Nederlands zocht zich populair te maken bij zijn leerlingen. Hij dacht dat et bereiken door toegeeflijkheid en halfzachtheid. Het gevolg daarvan was natuurlijk uitte na voorspelbaar. Leerlingen konden hem voortaan hartelust belazeren. Hij werd een gemakkelijk speelbal van hun grillen en grollen en de risee van de hele school. Theo Altena was getrouwd met Sylvia Houtman, ogenschijnlijk en uiterlijk een goed huwelijk, maar tijdens twee tussenuren op dinsdag ging Theo vreemd met Iris Duivenpoort, die was getrouwd met Sydney Pompier. Zij was gymnastieklerares aan dezelfde school en, om het nog ingewikkelder te maken, een Creoolse, Surinaamse vrouw, die om haar zwarte kleur de omgang tussen haar en de leraren en leerlingen van de school enigszins ongemakkelijk deed verliepen. De verhouding tussen Theo en Iris duurde maar veertien maanden. Ook het nieuwe rooster van de volgende schooljaar was, wonder boven wonder, voor beiden dezelfde twee tussenuren op dinsdag gehandhaafd. Hoewel zij beiden de enigen voorzorgen in acht te nemen om niet ontdekt te worden (niet langs dezelfde weg heen en terug naar school rijden en niet op hetzelfde tijdstip vertrekken en aankomen), er bleek binnen de kortst mogelijke tijd de hele school van hun seksuele strapatsen op de hoogte was. Leerlingen treeften de beiden geliefden in een café, dat ook zij frequenteren en zij vermaakten zich uitbundig, wanneer zij bij hen eertijds zo saaie leraar al te jolig gedrag aantreffen. Hij had een goede zin en zij konden andermaal een potje bij hem te breken. Allen de beide minnaressen waren zo stekeblind dat ze dachten dat de hele school onkundig was van hen over spel. Wanneer Theo een keer te laat op school verscheen, werd hij vergelijken met een karikatuur op het bord: een grote neus (zijn bijnaam) én een grievende tekst, weliswaar onhandig geschreven, maar voor ieder goede verstaander was het overduidelijk: in een blaasballon ‘blackie is the best’. Karikaturen van leraren waren op deze school bleekbaar niet ongewoon, maar dit tart iedere beschrijvingen. Theo gaf een jongen ontstemd en verontwaardigt de opdracht om de tekening en de tekst met zijn mouw te verwijderen. Het was echter vaak ogenschijnlijk onschuldige voorvallen: een uit de hand lopende ruzie tussen Theo en zijn schoonvader, opmerkingen van de buurvrouw over inbrekende allochtonen, toespelingen op joden, gegiechel op school als de nieuwe, zwarte gymnastieklerares Iris verscheen. Zij ging elke week naar haar moeder en oma in de Bijlmer. Iris was zelf in Paramaribo geboren en als lerares opgeleid in gymnastiek en dramatische uitdrukkingen, hield zich voortdurend blind en doof voor het algemene gegiechel van de meiden en bewoog zich met bijzondere oppermachtige handigheid door de school. Ze was er eenvoudig en verwarrend soort van vanzelfsprekendheid. Op een werkweek met leerlingen uit vier havo in Tilburg vertelde Iris Theo over haar eigenonbevangenheid en over gespannenheid van de collega’s. Ze wist haar eigen cultuur uittarten te laten zien. Dat benauwde Theo.
Theo Altena woonde zelf met zijn vrouw in een soort van suburb in Bergermeer, waar de gezinnen onbekommerd hun welvaart uitstallen. Alles was in orde. Theo en Sylvia hadden geen kinderen, geen twee auto’s, maar wel een werkster e huisdieren. Bergermeer was een forensendorp, volgebouwd met luxe woningen, vooral bestemd voor de welvarende dertigers, yuppen, die alles bezitten, inclusief maîtresses.
Theo noemde Iris ‘donker en Iris duidde Theo aan als ‘wit’. Alle leven buitenhuis was voor Theo een opgave, ook of zelfs vooral zijn schooltaak. Het werk in de eindexamenklassen kon hem nog wel enige voldoening geven, maar was het bestaan leraar er een van ongeïnspireerde suffigheid. Iris betekende voor Theo opnieuw ontdekte moedwilligheid. zij was de vrouw, die zijn seksualiteit op een heel andere wijze vorm gaf, spontaner, natuurlijker en van een ongeremde kracht. Tegelijkertijd wijdde Iris hem in in de taboes van de Surinaamse gewoonten en zeden op dit punt. Overigens was er opvallend weinig gesprekken tussen beide overspelingen. De omgang met Iris maakte Theo overdreven allergisch voor echte en vreemde racistische opmerkingen. In dat opzicht hing hij op iedere moment de verstoorde zedenleerridder uit, die niet aarzelde zijn banbliksem onbeheerst neer te slaan op ieder, die zich op dit punt in zij ogen misdroeg. Dat veroorzaakte oneindigheid tussen Theo en Sylvia vanwege de bitterta- fel-opmerkingen van zijn schoonvader. Theo bleek redelijk asociaal bij kennissen en vrienden.
De vrijpartijen met Iris, iedere dinsdag, bleven voor collega’s en leerlingen niet onopgemerkt. Thuis hyperventileerde Theo en Sylvia toonde zich oprecht bezorgd. Kennelijk stekten stressen en spanningen op de kop, wellicht te wijten aan zijn slecht functioneren op school en vooral aan zijn gebrek aan orde. Wanneer Theo te laat kwam voor zijn lessen in de brugklas, ving een vervanger hem op. Hij had zich ingekapseld ‘in het surrogaat universum op bouwpakketformaat.’ Intussen ontstond onenigheid met de brugklassers over het inleveren van het werk. Bij een volgende confrontatie (confronteren= in elkaar tegenwoordigheid brengen of verhoren), nu met een derde klas, verscheen opnieuw de gewraakte karikatuur, met een nog onheilspellende uithaal in de blaasballon: ‘blackie is the best’. Een onbeheerste donderpreek van Theo maakte niet de minste indruk. Hij dreef over als hij de klas bot racisme verweet en ging bovendien volstrekt voorbij aan de onder begrepen onthulling van zijn gedrag met Iris. De klas begreep er niets van. De bom barste pas uiteindelijk, wanneer Theo in een volgende klas zes pornografische foto’s op zijn bureau aantrof met eveneens dezelfde tekst ‘blackie is the best’. Hij stuurde de grootste raddraaier naar de conrector, maar hij weigerde aanvankelijk te gaan. Er brok een grootte opschudding los Theo had de klas volstrekt niet meer in de hand. Een duidelijke storende gebeurtenis met deze leerling leek in het begin een lelijke kwestie voor inspecteur of rechter te worden, wanneer de vader dreigde er werk van te maken. Conrector Ferwerda besprak, vaderlijk, maar evenzeer met lichte ironie, na de les de situatie met Theo en wijste hem op zijn ergernis gedrag. Hij kreeg het advies een paar dagen thuis te blijven om zo tot enige bewustzijn te komen en dar dan zijn conclusie uit te trekken. Het onbeheerste en vooral onhandige optreden van Theo voor de klas onder voorwendsel tegen heftig racisme ten strijde te trekken, had zijn laatste restje gezag verzwakt en zijn verblijf op school nogal onhoudbaar gemaakt. Wanneer Iris wegens ziekte niet op school verscheen kreeg Theo achterdocht. Zij had intussen aan haar man Sydny haar overspel bekend gemaakt onder motief, dat zij geen ‘binnenvrouw’ wil zijn. Dat zoude nog tot daaraan toe zijn, als haar vriend maar geen ‘witte’ man zou zijn geweest. Die onthulling bezorgde haar een flinke pak slaag. Zij had een Surinaamse gewoonterecht geschonden en dat is de reden waarom zij niet op school kon verschenen. In een wat overspannen bui bod Theo Iris aan samen op de Veluwe opnieuw te beginnen, maar Iris zei dat zij van Sydney hield en sloeg zijn voorstel beslist af.
Geheel van moeilijkheden bleef voor Sylvia, de nog trouwe en naïeve echtgenote van Theo, volledig verborgen. Sterker: het moment van waarheid over de verhouding van Theo met Iris kreeg een heel verrassende ontknoping. Want de beladen affaire werd door Sylvia afgedaan als een kwestie van stress, overwerktheid en overspannenheid van haar man. Daarmee zag Theo, ook tot zijn eigen verbazing, kans zijn gezicht en zijn eer, in elk geval uiterlijk, tegenover zijn vrouw te redden. Sylvia beschouwde de karikaturen, de pornografische prenten, de belastende teksten, de stapsgewijze verergering van talrijke problemen tussen haar man en de leerlingen slechts als symptomen van een gebrek aan orde. Stress is de ware oorzaak van alle problemen. Sylvia was daar onwankelbaar van overtuigd. Waar Theo zelfs in het begin voor vreesde, een aanklacht van vader Nijman over een door hem toegebrachte hersenletsel, bleek zo onschuldig, dat het hem alleen maar op een stamelend van de vader te staan kwam. Alles liep zo goed af dat zelfs de eenvoudige karweitjes van de huisman geen gevolgen hadden voor de verhouding tussen Sylvia en Theo. In dat opzicht was het een oerburgerlijke ontknoping van een rij dramatische gebeurtenissen. Die burgerlijkheid kreeg in het milieu van deze saaie en vervelende school en zeker ook in die eenvormige, deftige buitenwijk van Alkmaar extra reliëf.


Verdiepingsopdracht

Personages

- Theo Altena. Theo is al 7 jaar getrouwd met Sylvia Houtman, woont in een nieuwbouwwijk in Alkmaar en is leraar Nederlands op het Westfries College in Hoorn. Deze 34-jarige man heeft ruim een jaar een buitenechtelijke relatie met Iris Duivenpoort. Hij is niet echt stressbestendig, want als het hem allemaal even te veel wordt gaat hij hyperventileren en krijgt hij slaapproblemen. Hij heeft last van dwangneurose. Hij heeft een grote neus waar hij zelf nogal mee zit. Theo is een denker, een dromer en zit vol schuldgevoelens over zijn relatie met Iris, maar toch weet hij het altijd voor zichzelf weer zó te draaien dat hij zijn vreemdgaan goedpraat. Hij liegt vaak tegen zichzelf, zonder dat hij het zelf realiseert dat hij fouten begaat. Over zijn vreemdgaan en dat hij niet mee zit dat hij een grote neus heeft. Hij vindt dat hij heel goed met buitenlanders omgaat en dat iedereen het zoals hem moet doen. Ondertussen heeft hij niet door dat hij ze juist op een andere positieve manier discrimineert. Theo houdt van zijn vak, maar weet toch vaak in de onderbouw, waar hij gehaat wordt, de orde niet te behouden, bijvoorbeeld bij 3F. In tegenstelling tot in de bovenbouw, waar hij zeer geliefd is en de lessen soepeler verlopen.
- Iris Duivenpoort. Iris is getrouwd met Sydney Pompier en gymlerares op het Westfries College in Hoorn. Ze is een 27-jarige Surinaamse, geboren in Paramaribo, opgegroeid in het Bijlmermeer en nu woonachtig in Hoorn. Ze is zelfverzekerd, sterk en weet precies wat ze wil. Dit blijkt uit een aantal dingen; ze heeft in de relatie met Theo toch wel de touwtjes in handen, alles gebeurt zoals zij dat wil. Bovendien is ze lerares op een 'blanke' school: een functie waar ze hard voor heeft moeten knokken. En over het algemeen mogen haar leerlingen haar wel en heeft ze geen moeite om de orde te bewaren in haar lessen. Maar aan de andere kant is ze toch ook onzeker. Ze weet dat haar man regelmatig vreemdgaat, maar schijnt daar niets tegen te ondernemen. Sydney slaat haar, ook al een teken dat hij boven haar staat, en ook dan kan ze weinig doen. Iris houdt heel erg vast aan de Surinaamse gewoontes en denkwijzen. Ze heeft Theo uitgelegd over winti en voelt zich meer Surinaams dan Nederlands. Ik vind dat ze nog te veel met de kleurverschillen zit en volgens mij denkt de dat bijna alle Nederlanders discrimineren.
- Sylvia Altena- Houtman, Sylvia is een hartstikke lieve vrouw. Ze is heel zachtaardig en doet alles voor Theo en verzorgt hem ook erg goed. Ze is erg goedgelovig, is zeer meegaand met de problemen die Theo heeft. Ze blijft Theo onvoorwaardelijk vertrouwen en acht hem totaal niet in staat overspel te plegen. Toch moet Sylvia nog een andere kant hebben, maar deze wordt in het boek niet aan de orde gebracht. Sylvia heeft namelijk carrière weten te maken op maatschappelijk vlak. Wat voor werk ze heeft komt verder niet ter sprake. Je komt alleen te weten dat ze twee maal zoveel verdient als Theo.

Thematiek

Mensen zijn zich nauwelijks bewust van het latente racisme, dat hun gedrag en hun uitlating beheerst. Dat racisme is overal waarneembaar: bij ouderen, op scholen, bij de buren, in de gewone taal uitingen (opmerkingen, moppen, toespelingen) van iedere dag en vooral in de borreltafelcircuits. Daarin gaat niemand vrijuit. Die vorm van racisme betreft allochtonen, zwarte mensen en joden. Feitelijk vormt het latente racisme een soort schemergebied, dat Zwagerman in deze roman in een andere schemergebied plaatst: de liefderelatie tussen een getrouwde leraar Nederlands en zijn zwarte, eveneens getrouwde collega gymnastiek. De liefdesaffaire wordt op die manier gelardeerd met maatschappijkritische notities. Maar die missen hun effecten door de overspannen wijze, waarop de leraar Nederlands reageert. Hij blijkt veel te nadrukkelijk in zijn morele exegese en zijn racistische verontwaardiging. Hij gaat daarbij zelf zó allergisch te werk dat hij iedere vermeende racistische uiting, door leerlingen spottenderwijs geuit, maar niet zo bedoeld, tot buitenproportionele verhoudingen opblaast. Zijn strijd daartegen blijft onbegrepen en heeft dan ook niet het geringste effect, uiteraard ook door de onoprechtheid van zijn eigen gedrag. De verklaring ligt voor de hand: de overspelige relatie beheerst beiden zó sterk, dat met name de leraar Nederlands daardoor overal racistische tendensen bij anderen bespeurt. Hij blijkt blind voor zijn eigen bedrog, dat eveneens niet van racistische elementen valt vrij te pleiten. De stereotiepe vooroordelen (de algemene clichés dus) beheersen bovendien de relatie tussen de beide docenten: eens zwart altijd zwart, dat wil zeggen: levenslustig, vitaal, informeel, irrationeel. Iris blijkt bovendien niet de geëmancipeerde vrouw te zijn, die Theo zich heeft voorgesteld. Zij handhaaft de morele waarden van de Surinaamse samenleving. Iris lijkt wel in alle opzichten het contrast van zijn echtgenote, die al deze eigenschappen niet of in veel mindere mate bezit. Sylvia is de Nederlandse vrouw, die ook in de liefde een aparte behandeling vraagt. En die liefde blijkt van haar kant oprecht, maar wel naïef. Stereotiepe zijn ook de beschrijvingen van de deftige forensenwijk en van de wat saaie school. Hoewel al die karakteriseringen gemakkelijk te herkennen zijn, missen zij de waarheidsgetrouwe nuancering. Ze bevestigen dus de vooroordelen, die mensen er over wijken en scholen op na houden. Ook in keurige buitenwijken, en niet meer alleen in New York en Amsterdam, heerst het bedrog en gaan mensen vreemd. Hier is de liefdeaffaire in een provinciale buitenwijk geplaatst. In een grote stad zou deze uiteraard veel minder indruk maken. De burgerlijkheid van de omgeving spoort met de burgerlijkheid van het soort overspel en met de burgerlijkheid van de school.

Tijd

Het verhaal speelt zich strik genomen af in een paar dagen. De dinsdag waarop Theo zijn wekelijkse vrijage heeft met Iris, het eerste incident in een derde klas te verwerken krijgen en ‘s avonds krijgt hij ruzie met zijn schoonvader. Vervolgens de woensdag begint met de duizelingen, waarna de incidenten in en buiten de klas elkaar zonder rustpauze opvolgen. En ten slotte de donderdag waarop de relatie beëindigd wordt en de alarminstallatie voor het eerst zijn werk doet. In gedachten gaat Theo vaak teug naar momenten uit de veertien maanden voorafgaand aan de cruciale drie dagen. Veertien maanden duurde namelijk zijn verhouding met Iris Pompier. Een enkele maal gaat de flashback verder terug, zoals in het hoofdstuk waarin Theo zijn ervaring in 1980 beschrijft, toen zijn grootvader zich tijdens de kroningplechtigheden van Beatrix laatdunkend had uitgelaten over het joodse karakter van Amsterdam. De flashbacks vormen soms op zichzelf staande hoofdstukken en zijn soms gesitueerd in de slapeloze nachten die Theo in zijn huis beneden doorbrengt. De overgangen zijn duidelijk gemarkeerd zodat de chronologische vertelwijze domineert in ‘De buitenvrouw’

Ruimte

Ruimte speelt in meer dan een opzicht een belangrijke rol in dit boek. Op een abstract niveau is er het verschil tussen binnenwereld en de buitenwereld. Carel Peeters karakteriseert het in Vrij Nederland als volgt: ‘ Voor Theo is ‘ Binnen’ thuis en zijn huwelijk met Sylvia; ‘ Buiten’ is al het andere: de school, de samenleving, Iris. ‘Binnen’ is een bron van toewijding, van volstrekt geluk met Sylvia, met minutieuze aandacht voor de dagelijkse rituelen van het leven. Hij valt er aandachtig mee samen. Voor ‘Buiten’ heeft hij een ‘intrinsieke’ weerzien, buiten is ‘een opgave’ voor hem. Het enige ‘buiten’ waarin hij opgaat is Iris, zij valt overal buiten.’

Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Theo na de eerste seksuele intimiteit met haar schrikt als hij op een andere manier bij haar binnen komt. Hij is dan opeens de vreemde man die voor het eerst bij iemand op zoek is. En toch ruimen ze samen huiselijk de rommel op die ze gemaakt hebben terwijl ze onstuimig op de vloer vielen. Op een abstract niveau heeft het contrast binnen/buiten natuurlijk ook een relatie met een van de belangrijke onderwerpen in het boek, de omgang met de vreemdeling in Nederland.
Op concreet niveau geeft Zwagerman erg veel aandacht aan de ruimte. De lezer leert de snelste route van Alkmaar naar Hoorn bijna tot op de rotonde kennen. En dat geldt tevens voor de alternatieve route terug. Ook de buitenwijk van die steden en het interieur van de diverse klaslokalen en woonkamers ontsnappen niet aan lange beschrijvingen waaraan de verteller al dan niet via de gedachten van Theo een waardeoordeel toekent.
Soms zijn dat soort beschrijvingen functioneel, zoals in hoofdstuk vier waarin de juiste plaatsing van een schaar in het huishouden van Theo en Sylvia een wellicht wat overdreven, maar dan toch tekenende illustratie is van de manier waarop Theo zijn binnenwereld ervaart.

Perspectief

De verteller in ‘De buitenvrouw’ volgt zijn hoofdpersonage Theo Altena nauwkeurig in zijn daden en beschrijft tegelijkertijd diens gevoelens nauwgezet. Informatie ober andere personages krijgt de lezer alleen via Theo. In een enkele dialoog, met name als Iris in een van de slothoofdstukken aan Theo vertelt hoe haar ervaringen met racisme in Nederland zijn, komt de lezer wat dichter bij ander personage. De manier waarop Zwagerman Theo ten tonele voert en hem de drager van diep zinnige gedachten over de dood, erotiek, racisme, enz. maakt, valt in de kritieken niet altijd in goede aarde.

Structuur

Net als veel van zijn werk kiest de auteur in deze roman voor een verdeling van zijn tekst in kleine hoofdstukjes. Op een totaal van tweehonderd vijfendertig pagina’s zijn dat er negentig, alle aangeduid door de geschreven telwoorden: een, twee, …… zonder een nadere omschrijving van de te verwachten inhoud. De opbouw van het verhaal is ‘lineair’. In het eerste hoofdstukje weet de auteur de hele kwestie raak te schetsen: sfeer en aard van de school, het bijna volmaakte huwelijk tussen de hoofdpersoon en zijn vrouw, de moeizame verhouding tot zijn leerlingen en de overspelige liefdeaffaire. De lezer weet dan eigenlijk al, hoe hij deze zaak gaat aanpakken en hoe het verhaal waarschijnlijk zal aflopen. In de volgende hoofdstukjes, met terugblikken (flash-backs) en vooruitwijzingen, diepte de schrijver al deze elementen uit. Die opbouw is niet verrassend en is gemakkelijk te volgen. De schrijver geeft zelf een soort van verklaring voor het allergisch reageren van de hoofdpersoon op vermeende racistische uitingen. In zijn jeugd heeft Theo Altena als student de rellen rond de kroning van de koningin in 1980 meegemaakt.
Hij heeft een korte verhouding gehad met een joods meisje. Ook de achtergrond en de culturele en sociale verbondenheid van Iris Pompier-Duivenpoort met de Surinaamse samenleving wordt in het kort geschetst, zowel sociaal in haar verhouding met haar oma en moeder, als seksuele in de opvatting van haar gedrag als ‘buitenvrouw’. Het vormen evenzoveel hoofdstukjes van deze roman. Teleurstellend en onbevredigend is het einde. Het bijna volmaakte huwelijk blijft in stand. Het bedrog wordt niet ontmaskerd. Integendeel: een al te burgerlijke ‘oplossing’ verraadt waarschijnlijk dat het verhaal ook weinig om het lijf heeft. Het heeft een al te ‘dun’ verloop om tot een boeiende plot te geraken. De onderdelen zijn echter wel zwaar aangezet: het type leraar, de school, de liefdeaffaire. Daar houdt de schrijver van. De lezer verkeert nergens in het ongewisse over zijn bedoelingen. Hij weet ook behendig in te spelen op wat wij van allerlei zaken al weten. Daarmee verhoogt hij de herkenbaarheid van de verschillende situaties. Zwagerman is een kundig documentalist van de eigen tijd. Wel is opmerkelijk hoe hij de draden van alle onderdelen tot een fijn web weet samen te weven. Het blijkt op een kunstig schaakspel met de witte en de zwarte dame als inzet. Ook de listig verborgen morbide trekjes (toespelingen op de dood) spelen in de liefdeaffaire een rol.

Stijl

Joost Zwagerman heeft een vlotte pen. Er zijn weinig zinnen die uitnodigen tot herlezen opdat er een diepere bedoeling of een dubbele bodem zichtbaar wordt. Af en toe getuigt de auteur van zijn talige belangstelling, bijv. als de Italiaanse en de Surinaamse woorden voor geslachtsdelen en de geslachtsdaad een rol gaan spelen en het vrijen een geheel andere dimensie geven. Vervolgens is Zwagerman via zijn personage het proletarische taalgebruik niet ontgaan getuige het citaat in de paragraaf ‘Personages’. Ten slotte zijn de beschrijvingen van de blanke Theo over zwart zijn interessant: ‘Iris noemde zich wart maar was het niet. De kleine voren en groefjes van haar vingerkootjes waren nog het donkerst van kleur, gevolgd door de huidplooien in haar nek, vlak onder de haargrens. Daar was haar huid dof en donkergrijs als droge klei. (….) Theo raakte maar niet op haar uitgekeken. Alleen al die kont van haar! Als ze naakt op haar buik op de bank lag, oogde de bollig strak glooiend als een Brancusi, en met een pastelkleurig slipje aan, hoog uitgesneden en zonder ruches, overtroffen haar billen de cirkels van Chagall, de bacchantische volumen van Piccaso en het Tahitiaans mahonie van Gauguin. Schilde hij een kiwi, at hij gestoofd rundvlees met jus, kocht hij blokken hout voor in de open haard of dronk hij thee die lang had getrokken, dan dacht hij aan mogelijke overeenkomsten met haar huidskleur.’ (blz. 136-137)


Taal

Het betreft hier de Nederlandse taal, makkelijk woordgebruik vooral bedoelt voor jongeren. De taal is een aanwijzing dat het verhaal zich afspeelt in de jaren '90. Het taalgebruik is heel modern, vlot, populair en soms wat grof. Over het taalgebruik van de schrijver is niet veel te zeggen, behalve dat hij schrijft waar het neer komt, hij maakt dus geen moeilijke omwegen om iets duidelijk te maken. Zijn schrijfstijl is populair, alles wordt gewoon bij de naam genoemd die in de volksmond wordt gebruikt. Dit sluit dus mooi aan bij het taalgebruik, hij gebruikt dus bijvoorbeeld ook gewoon de woorden kut of lul in bepaalde scènes. Hij spreekt hiermee vooral de jongeren aan, omdat hij de taal van de jeugd spreekt.

Auteur

Biografie

Johannes Jacobus Willebrordus Zwagerman (Joost Zwagerman) werd op 18 november 1963 in Alkmaar geboren, als zoon van een onderwijzer en een onderwijzeres. Hij woonde in eenvoudige nieuwbouwwijk van Alkmaar. Zijn ouders waren Katholiek maar hebben hem het geloof niet opgedrongen. Zwagerman leerde zichzelf op zijn vierde al lezen en op zijn negende was hij al bezig met het maken van een tijdschriftje, dat hij de Zwagergids noemde.
Na de basisschool ging hij naar het atheneum, waar hij na drie jaar vanaf werd getrapt, zodat hij naar de HAVO moest overstappen. Na de HAVO ging hij in 1981 naar de Pedagogische Academie (onderwijzersopleiding). Na het behalen van zijn onderwijscertificaat ging hij Nederlandse taal- en letterkunde studeren op de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte deze studie niet af. Hij publiceerde een aantal verhalen in literaire tijdschriften en om zijn schrijfkunde te verbeteren volgde hij en cursus creatief schrijven bij Oek de Jong. Na zijn studie periode debuteerde Joost Zwagerman in 1986 bij de Arbeiderspers met zijn eerste boek De houdgreep.

Bibliografie

1986 De houdgreep
1986 De stilte ontluisterd
1987 Drie liefdesgedichten
1987 J.D. Salinger en de onwankelbare sympathie
1987 Kroondomein
1987 Langs de doofpot 1988 De ziekte van jij
1989 Gimmick!
1991 Vals licht
1993 Collega’s van God
1993 De kus van Michael Jackson
1993 De mooiste vrouw ter wereld
1994 De buitenvrouw
1994 Op de vrouw af
1996 In het wild
1996 Tomaatsj
1996 Op de man af, op de vrouw af
1997 Chaos en rumoer


Bovenstaande werken zijn romans, verhalenbundels, gedichtenbundels, essays en
opstellen. Joost Zwagerman heeft ook veel artikelen geschreven voor tijdschriften en kranten, waaronder Vrij Nederland, HP de tijd, De Volkskrant en de jongerenkrant Primeur.

Evaluatie

Boek

Ik vond De buitenvrouw een heel fijn boek om te lezen. Ik heb het in een korte tijd uitgelezen. Het is een modern boek en sluit prima aan bij deze tijd. Er zijn veel dingen die je herkent, zoals de school die wordt beschreven en een man die gelukkig is getrouwd, maar toch vreemdgaat. Iets wat tegenwoordig vaker een kwestie is, vreemdgaan.
De schrijver gebruikt korte zinnen om iets duidelijk te maken. Beschrijvingen van plaatsen en de huid van Iris wordt weliswaar uitgebreid over geschreven, maar de schrijver gebruikt hiervoor geen moeilijke woorden, zodat het makkelijk wegleest.
Ik vond dit boek bepaald niet langdradig, al werden bepaalde scènes erg gedetailleerd beschreven. Toen ik die seksscènes las moest ik wel even slikken en gingen mijn wenkbrauwen af en toe omhoog. De seksscènes waren best wel grof en schokkend beschreven tot in de kleinste details in ruw taalgebruik. Dit moet zogenaamd jongeren aantrekken, maar van mij hoeft het niet zo extreem.

Verdiepingsopdrachten

Ik vind dat ik de verdiepingsopdrachten kan aannemen en ik hoop dat het laatste verdiepingsopdracht is.

Bronnen

Ik heb bronnen gebruikt uit de bibliotheek.

Van Walvaren, ‘Overspel, Schoolleven, Racisme’. Eerste druk ’94, 1995.
J.P. Guepin, ‘’. In: het parool, 08 april 1995.
Hockx, Frank, ‘ Biblion Uitgeverij’. Nederlands, informatie over Joost Zwagerman.

REACTIES

J.

J.

Je uitreksel over de buitenvrouw klopt niet helemaal. Het verhaal duurt minstens 1 jaar. Om precies te zijn 1 jaar en 2 maanden.

Greetz Jennifer

21 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De buitenvrouw door Joost Zwagerman"