Zakelijke gegevens :
Titel : De Bastaard van Brussel.
Auteur : Simone van der Vlugt
plaats en jaar van uitgave : 2006, Malmberg, Den Bosch
aantal blz. : 244.
Verklaring van titel :
De titel is De bastaard van Brussel omdat het in het boek over Crispijn gaat die een bastaardzoon is van de graaf van Egmond en omdat Crispijn in Brussel woont.
Omschrijving van de personages en hun onderlinge verhoudingen :
- Crispijn, hij is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is de bastaardzoon van de graaf van Egmond waar hij haast geen contact mee heeft en zijn moeder is vermoord omdat ze een illegale hagenpreek had bijgewoond. Hij is de baas van een brouwerij en taverne. Hij is een hardwerkende, sociale en vriendelijke jongeman.
- Stina Huydecoper, zij is een hartelijke, stevige vrouw en werkt voor Crispijn in de brouwerij en taverne. Ze is de moeder van Eva.
- Eva Huydecoper, zij is de dochter van Stina. In het verhaal gaat Stina dood aan een ziekte en krijgt ze een hele sterke en goeie band met Crispijn en helpt steeds meer mee in de brouwerij. Aan het einde van het verhaal gaat ze samen met Crispijn op zoek naar haar oude familie in Haarlem.
- Graaf van Egmond, hij is de vader van Crispijn, maar Crispijn is zijn zoon buiten het huwelijk. De graaf doet alleen zijn bestellingen bij de brouwerij van zijn zoon maar buiten dat heeft hij geen contact met Crispijn. Wanneer Crispijn in de gevangenis komt de Graaf hem wel ophalen en brengt hem naar een kasteel van hem in Gent.
- Pieter Titelmans, hij is een van de meest gevreesde inquisiteurs van Vlaanderen. Hij is een streng katholiek en toont geen genade aan lutheranen en calvinisten. Door Titelmans moet Crispijn vluchten.
Beoordeling :
ik vind het een leuk boek. Ook al ben ik niet gelovig maar ik vind het wel een spannend en leuk boek om te lezen. Als je eenmaal leest blijf je ook door lezen tot de les is af gelopen natuurlijk, maar als je dit boek in je vrije tijd zou gaan lezen zou je het boek in een keer kunnen uit lezen achter elkaar aan.
Creative opdract achter uit je boek :
Verplaats je in de hoofdpersoon. Hij of zij heeft tijdens de gebeurtenissen een dagboek bijgehouden. Schrijf 4 dagboekbladzijden over verschillende momenten van het verhaal
•Vandaag zijn Stina, Hans en Eva naar een Hagenpreek geweest. Het werd al donker en nog waren ze niet thuis.
Eva kwam aangerend, en zei dat haar moeder was opgepakt. Ik schrok me dood. Ik was al bang dat zoiets op een dag zou gebeuren. Gelukkig hebben ze Hans en Eva niet meegenomen. Eva vertelde dat haar moeder folders bij zich had, en dat die waren gevonden bij de controle aan de stadspoort. Ze heeft helaas gezegd dat ze naar de preek was geweest, en dat ze zelf mocht geloven wat ze wil. Dat vind ik heel knap dat je dat dan nog zegt, want nu is ze zeker dat ze op de brandstapel terecht komt. Hans heeft gedaan alsof hij Eva’s broer was, en gezegd dat ze op familie bezoek waren geweest, god zij dank zijn zij niet opgepakt. Ik vraag me af hoe het nu verder moet met Eva.
Er is nog iets gebeurd vandaag…
Ik was net bezig met brouwen, toen ik iets vreemds zag. Een persoon bij het raam die naar binnen keek, ik zag niet wie het was. Het was een persoon met een zwarte hoofddoek op. Ik ben hem of haar achterna gerend, maar tevergeefs, ik ben hem of haar uit het oog verloren.
•Ik ben gevangen genomen door Titelmans. Ze kwamen een huisinval doen, ik had niets bijzonders in huis, maar ook niet dat er op wees dat ik niet luthers ben, dus hebben ze me meegenomen. Ik werd in de gevangenis gestopt. Ik zat nog bij iemand anders in de gevangenis, maar van hem heb ik niks gemerkt, we hebben nauwelijks gepraat. De volgende dag werd ik opgehaald, ik werd heel erg mishandeld. Eerst werd ik opgehangen aan een katrol. Ze gingen me uithoren of ik luthers was of niet. Steeds als ik zei dat ik dat niet was, of zoiets dat erop lijkt, werd de katrol strakker getrokken. Ze hebben een kaars onder mijn voet laten branden, en mijn nagels eruit getrokken. Ik ben een paar keer buiten bewustzijn geweest.
Ik werd vanochtend wakker, en ik was niet meer in de gevangenis, nog sterker ik lag in een heel sjiek bed. Ik hoorde allemaal dingen die mij niet bekend voor kwamen. Het duurde heel lang voordat er iemand binnenkwam. Toen er eindelijk iemand was, bleek dat ik in Gent was in het huis van mijn vader. Mijn vader heeft me dus uit de gevangenis gehaald. Ik weet ook dat het meisje dat mij heeft bespioneerd, de dochter van mijn vader is, dus mijn stiefzuster.
•Gisteren heb ik, samen met 29 anderen, zorgvuldig uitgekozen bosgeuzen geprobeerd, de abdij waar Alva een tijdje in verblijft te veroveren. Helaas is dit niet gelukt, maar ik heb het gelukkig overleefd. Het was een heel erg uitgedacht plan. Eva zou trots zijn geweest als ze wist wat ik heb gedaan. Er is iemand als monnik verkleed naar binnen in de abdij gegaan. Hij zou voor ons de deur op een kier laten staan zodat wij naar binnenkonden om Alva te ontvoeren. Gelukkig ben ik geen verkenner geworden, dan moest ik als eerste naar de Abdij toe. En dan heb je niks om je achter te verschuilen. Toen iedereen bij de deur kwam, bleek dat hij dicht zat. Toen brak de hel los. De Spaanse soldaten kwamen naar buiten, en begonnen te schieten op ons. Een paar mannen hebben het niet overleefd. God zij dank zit ik daar niet bij. Toen ik vluchtte over het kerkhof, ben ik geraakt in mijn arm, het is niet ernstig, maar ik heb er wel last van. Plotseling viel ik in een pas gedolven graf. Ik ben hier lang blijven liggen. Ik ben eruit gegaan toen ik dacht dat het veilig was, en ben gauw het woud in gerend. Toen ik uit het woud kwam, zag ik een boerderijtje dat was overvallen, hier ben ik naartoe gegaan. Binnen lag overal bloed. Camerlinck was ook in de boerderij! Helaas heeft Camerlinck niemand anders gezien. Ik ben meteen met Camerlinck weggegaan. We zijn nu weer een beetje met de bende bij elkaar.
•Vandaag ben ik naar de abdij gegaan waar Leonora zich op dit moment bevind. Ze leven nu in armoede. Leonora is heel erg verdrietig om de dood van haar vader. Leonora vertelt bijvoorbeeld hoe het allemaal met haar vader is gegaan. Ze vertelt ook hoe het nu met haar familie gaat. Ik ben naar Leonora gekomen om afscheid van haar te nemen, omdat ik naar het noorden wil. Daar ga ik opnieuw beginnen. Ik ben het namelijk helemaal zat om achterna gezeten te worden, en me hier niet meer vrij te kunnen vertonen. Ik heb met Leonora afgesproken dat we zullen schrijven. Ik heb van Leonora kleding gekregen van mijn vader, zo kan ik me beter vertonen in een nieuwe stad, en zo kan ik Brussel nog even in om te vragen of Eva mee wil naar het noorden om daar opnieuw te beginnen.
Samenvatting :
Crispijn heeft een brouwerij, hij heeft twee knechten in dienst, Hans en Stina, Stina heeft een dochtertje: Eva. Crispijns vader is de graaf van Egmond. Crispijn is een bastaard. Het is zo rond 1565, steeds meer mensen stappen over op de nieuwe leer (het lutherse geloof.) Als de inquisitie erachter komt dat je niet meer achter het katholieke geloof staat word je verbrandt.
Hans, Stina en Eva zijn naar een Hagenpreek geweest van het lutherse geloof. Crispijn is ongerust, het wordt al donker en Hans, Stina en Eva zijn nog niet thuis. Dan komt Eva aangerend. Ze zegt dat haar moeder is opgepakt door Titelmans, een inquisiteur. Ze is naar het broodhuis (een gevangenis) gebracht.
Het leven gaat gewoon door, Eva is heel erg verdrietig. Op de dag van de executie van Stina, wordt ze vrijgemaakt, ze is gevlucht. Maar waar naartoe dat weet niemand.
Als Crispijn terug komt van de executie van Stina (wat dus geen executie is geweest) ziet hij iemand door het raam kijken met een zwarte kap. Hij heeft haar al eerder gezien. Crispijn rent haar achterna en komt erachter dat het de dochter is van de graaf van Egmond, Leonora zijn halfzus.
Op een dag wordt er een inval gedaan in de brouwerij. Crispijn kan Eva in veiligheid brengen, maar zelf wordt hij opgepakt. Hij wordt meegenomen naar het broodhuis. Daar wordt hij erg mishandeld. Hij is buiten bewustzijn geweest. Als hij weer wakker wordt, is hij niet in de gevangenis. Hij is in het huis van zijn vader in Gent.
Crispijn is bijna weer genezen, en gaat terug naar Brussel. Daar ziet hij Eva weer. Ze heeft nog steeds niks van haar moeder gehoord. Crispijn koopt een paard en gaat op zoek naar Stina. Na een lange zoektocht, is hij erachter gekomen dat Stina is overleden. De terug weg komt hij in een groep geuzen terecht, daar zit Hans ook in! Hij gaat mee met de geuzen (mensen van het lutherse geloof die protesteren tegen het katholieke geloof) en vernielt het huis van Titelmans, en de kerk in het dorp van Titelmans. De beeldenstorm is uitgebroken.
Crispijn gaat snel naar huis als hij beseft wat hij heeft gedaan. Crispijn gaat niet meer naar de kerk. Op een dag loopt hij door Brussel, en de mis in de kerk is net afgelopen. Leonora is er ook, ze spreekt Crispijn aan. Ze vertelt hem dat er een Spaans leger op komst is en dat die nog strenger zijn dan de inquisitie in Brussel.
De graaf van Egmond, dus de vader van Crispijn is gearresteerd door Alva. Hij is overgeplaatst naar een kasteel in Gent. Alva heeft lange lijsten van schuldigen opgesteld, die allemaal terecht worden gesteld.
Op een avond komt Leonora bij de brouwerij. Ze vertelt over de gang van zaken van haar vader, het is er allemaal niks anders op geworden. Er wordt die avond een inval gedaan. Crispijn had alles al klaar staan,om te vluchten, omdat hij al bang was, nu kan hij zo weg. Hij zet Leonora af bij het kasteel en vlucht het bos in. Hij sluit zich aan bij de bosgeuzen, de bende van Jan Camerlinck. Ze plegen veel aanslagen. Ze willen ook een aanslag plegen op de abdij waar Alva zit. Die aanslag mislukt. Crispijn is net ontsnapt aan de dood.
De volgende dag ziet de bende (zover hij er nog is) de koets waar de vader van Crispijn in zit naar Brussel gaan, voor de executie van zijn vader. Als Crispijn naar binnen kijkt in de koets waar de graaf in zit, schrikt hij zich dood. Wat ziet hij eruit!
Zijn vader is ter dood veroordeeld dringt het tot Crispijn heen. Sinds de dood van de graaf van Egmond leeft zijn gezin in armoede, Leonara zit in een Abdij. Crispijn gaat bij haar op bezoek, en praat wat met haar. Hij krijgt kleren van haar die van zijn vader zijn geweest. Hiermee kan hij Brussel in komen. Hij is van plan om ergens anders naartoe te gaan, naar Nederland en daar opnieuw te beginnen. Hij wil Eva het liefst meenemen.
Als hij in Brussel komt, gaat hij meteen naar het huis waar Eva zit, dat is bij zijn vriend. Eva is heel erg blij om Crispijn terug te zien. Eva heeft nog familie in Haarlem wonen, en is van plan daar naar toe te gaan. Dus heeft Crispijn gevraagd of ze met zijn tweeën naar Haarlem kunnen gaan, en daar opnieuw beginnen. En dat wil Eva, en samen gaan ze op weg.
REACTIES
1 seconde geleden
Z.
Z.
een apart eind, had beter gekunt. Maar verder een goede samenvating
7 jaar geleden
Antwoorden