Titel: De aanslag
Jaar van eerste uitgave: 1982
Typering
Het boek is een combinatie van een thriller en een psychologische roman. Het leven van Anton Steenwijk wordt bepaald door de aanslag op Fake Ploeg. Een NSB’er. Hij wil weten wat er is gebeurd in de oorlog en komt in elke episode een persoon tegen die hem helpt zijn problemen met betrekking tot de oorlog op te lossen en hem duidelijkheid te geven over de aanslag op Fake Ploeg.
Komt de titel in het boek voor?
De titel van het boek slaat op de centraal staande gebeurtenis in dit boek: "De aanslag" op Fake Ploeg. De Duitsers fusilleren de ouders van Anton Steenwijk uit wraak en steken zijn huis in brand; zijn broer, Peter, is gevlucht maar ook hij is doodgeschoten door de Duitsers. Die aanslag heeft het leven van Anton Steenwijk, die hierdoor zijn familie verloor en anderen, zoals de familie Ploeg, Cor Takes en Truus Coster veranderd.
Citaten:
o In die stilte, die de oorlog ten slotte was in Holland, weerklinken op straat plotseling twee scherpe knallen: eerst één, dan twee snel achter elkaar, na een paar seconden het vierde en het vijfde schot. Even later een soort schreeuw en dan nog een zesde. Anton, die juist de dobbelsteen wil gooien, verstart en kijkt naar zijn moeder, zijn moeder naar zijn vader, zijn vader naar de tussendeuren; maar Peter tilt de mantel van de carbidlamp en zet hem op het bord.
Op slag zaten zij in het donker. Peter stond op, stommelde naar voren, deed de schuifdeuren open en loerde in de erker door een kier van de gordijnen. Meteen stroomde muffe drieskou uit de salon de kamer in. ‘Ze hebben iemand neergeschoten’, zei hij. ‘Er ligt hier iemand’ blz. 21
o ‘Hoe is ze aan haar eind gekomen?’ vroeg hij. ‘Drie weken voor de bevrijding is ze in de duinen geëxecuteerd.Ze ligt daar op de Erebegraafplaats. Waarom trek jij je dat in hemelsnaam zo aan?’ Omdat ik haar ken,’ zei Anton zacht. ‘Omdat ik met haar gesproken heb. Ik zat die nacht bij haar in de cel’ blz. 135
o ‘Het sprak voor mij vanzelf, dat hij niet bij jullie terecht moest komen, bij jou en Peter, maar bij Aarts, die maar met hun tweeen waren en die ik eigenlijk helemaal niet kende. Ik deed al een stap hun kant op, maar toen zei mijn vader: “Nee, niet daarheen, daar zitten joden”.’ blz. 202
In het eerste citaat wordt beschreven wat Anton zag in de oorlog. Het tweede citaat beschrijft het verhaal van Cor Takes, die Anton verteld dat hij Fake Ploeg heeft vermoord, samen met zijn vriendin. Het laatste citaat wordt verteld door Karin Korteweg, het buurmeisje van Anton. Zij beschrijft waarom dat het lichaam van Fake Ploeg bij Anton voor de deur werd gelegd.
Heeft het boek een ondertitel / motto?
Citaat:
o 'Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen meer dan nacht'
(C. Plinius Caedilius Secundus: Epistulae, VI, 16) blz. 5
Dit motto slaat op de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79. Het Romeinse Popeï werd hierbij volledig onder de as bedolven en er kwam duisternis. Deze ramp wordt vergeleken met de aanslag want net als bij een vulkaanuitbarsting zijn de gevolgen van de aanslag langdurig.
Wanneer speelt het boek?
De aanslag begint in januari 1945, een paar dagen voordat de aanslag wordt gepleegd, en eindigt in november 1981 als zijn buurmeisje uit de oorlog hem verteld wat er precies is gebeurd. Het boek is verdeeld in 5 episodes:
In de eerste episode wordt er verteld wat er voor, tijdens en na de aanslag gebeurd. Als eerste horen ze schoten. Fake Ploeg is doodgeschoten. Korteweg en zijn dochter slepen het lichaam van Ploeg naar Anton’s huis. De Duitse politie pakt Anton en zijn ouders op. Peter wordt doodgeschoten. Het huis van de familie Steenwijk: “Buitenrust” wordt in brand gestoken. Anton wordt naar het politiebureau in Heemstede gebracht en komt in een cel terecht waar ook Truus Coster zit. De volgende dag gaat Anton naar zijn oom en tante in Amsterdam.
Tweede episode: 1952
In de tweede episode groeit Anton op bij zijn oom en tante in een huis aan de Apollolaan. Een paar weken na de bevrijding blijken zijn ouders en broer dood te zijn. Anton wil niets meer met de oorlog te maken hebben. Als Anton naar een feestje gaat in Haarlem gaat hij voor het eerst terug naar de straat waar zijn huis stond. Hij treft daar mevrouw Beumer aan, zijn buurvrouw. Zij verteld hem dat zijn ouders de nacht van de aanslag gefusilleerd zijn. Ook verteld zij aan Anton dat de familie Korteweg vlak na de oorlog is verhuisd en dat er een monument is opgericht voor de gestorven mensen, de nacht van de aanslag op Fake Ploeg. Anton besluit, na het zien van dit monument, nooit meer terug te gaan naar Haarlem.
Derde episode: 1956
Anton gaat op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. Hij komt Fake Ploeg Jr. tegen. Anton vindt dat Fake’s vader verantwoordelijk is voor de dood van zijn ouders en broer. De kachel ontploft wanneer Fake Ploeg bij Anton is. Dit doet Anton weer denken aan de zwarte nacht van de aanslag in januari 1945.
Vierde episode: 1966
Anton gaat in 1959 in de buurt van het Leidseplein wonen. In Londen ontmoet hij Saskia, met wie hij een jaar later trouwt. Ze kopen een huis in de buurt van het concertgebouw en krijgen een dochter: Sandra. In juni 1966 gaat Anton naar een begrafenis en komt daar Cor Takes tegen. Hij was, samen met zijn vriendin Truus Coster, verantwoordelijk voor de aanslag op Fake Ploeg. Truus was gewond geraakt bij de aanslag en is gevangen genomen. Anton weet zeker dat de vrouw, die bij hem in de cel heeft gezeten, Truus Coster was. Cor Takes vertelt dat Truus Coster drie weken voor de bevrijding in de duinen in geëxecuteerd.
Laatste episode: 1981
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich op meerdere plaatsen af. De belangrijkste plaats van het verhaal is Haarlem, daar wordt namelijk de aanslag gepleegd.
Na de aanslag wordt Anton meegenomen door de Duitsers. Hij komt in een donkere cel te zitten, samen met een vrouw, Truus Coster. Als de Duitsers hem na enige tijd weer laten gaan, gaat hij bij zijn oom en tante in Amsterdam wonen.
In 1969 kocht Anton een huis in Toscane, om daar de vakanties door te brengen samen met zijn vrouw Saskia en zijn dochter Sandra.
Na de scheiding van Sandra, had Anton een nieuwe vriendin, Liesbeth. Sandra en Saskia bleven in het oude huis wonen en daarom kocht Anton een huis in Amsterdam-Zuid.
Citaat:
o ‘Ver, ver weg in de Tweede Wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huize niet ver van elkaar.’ blz. 7
o ‘“Heb je familie in Haarlem?” “Nee meneer.” De Ortskommandant keek op. “Helemaal geen familie?” “Alleen in Amsterdam. Mijn oom en mijn tante.” “Denk je, je kunt zo lang da wonen?” “Vast wel.” “Hoe heet die oom?” “Van Liempt.” “Voornaam?” “Eh … Peter.” “Beroep?” “Dokter.”
Het idee, dat hij een tijdje bij zijn oom en tante zou intrekken, maakte hem blij. Hij dacht vaak aan hun mooie huis in de Apollolaan, op een of andere manier had het iets mysterieus voor hem: misschien kwam het door de grote stad, die er omheen lag.’ blz. 51
Wat zijn de belangrijkste personages uit het boek?
Anton Steenwijk
De belangrijkste personage in het boek is die van Anton Steenwijk. Je komt veel over hem te weten in het verhaal en je kunt je helemaal inleven in zijn situatie. In het begin van het verhaal is Anton wat onzeker maar later in het verhaal wordt hij steeds zelfstandiger. In het begin van het verhaal is Anton ongeveer 12 jaar oud. Als het boek aan het einde is, is hij rond de 50 jaar oud. Anton had donker haar en bruine ogen en een notenkleurige huid.
Citaat:
o De broers leken even weinig op elkaar als hun ouders. Er zijn echtparen die sprekend op elkaar ljken, en dat betekent misschien, dat de vrouw lijkt op de moeder van de man en de man op de vader van de vrouw (of iets ingewikkelder, wat het waarschijnlijkst is), maar het gezin Steenwijk bestond uit twee duidelijke delen: Peter had het blonde en blauwe van zijn moeder, Anton het donkere en bruine van zijn vader, ook de notenkleurige huid, die rondom zijn oger nog iets donkerder was. blz. 15
Cor Takes
Cor Takes had donkerbruine ogen, waarvan het rechter anders was dan de linker. Daardoor had hij een doordringende blik waartegen Anton geen verweer had. Toch vond Anton Cor sympathiek, want hij voelde zich met niemand zo verbonden als met Cor Takes. Cor Takes was tijdens de WOII een soort van ‘verzetsheld’. Hij was, samen met Truus Coster, de dader van de aanslag op Fake Ploeg. Hij is in het verhaal getrouwd geweest, maar later weer gescheiden. Hij kan de oorlog niet achter zich laten, en is er continu mee bezig, omdat zijn grote liefde, Truus Coster, in de oorlog is geëxecuteerd.
Citaat:
Wat is het thema van het boek?
Er zijn twee belangrijke thema’s in dit boek, namelijk het noodlot en de schuldvraag.
Het noodlot
Fake Ploeg werd op de verkeerde plaats op een verkeerd moment neergeschoten.
Schuldvraag
Waarom werd Fake Ploeg precies in hun straat doodgeschoten?
Waarom werd Fake Ploeg voor hun huis neergelegd en niet voor iemand anders zijn voordeur?
Wie krijgt de schuld nu de familie Steenwijk is vermoord?
Ook spelen de toekomst en het verleden een belangrijke rol. De alwetende verteller zegt:
Citaat:
o Wie zijn toekomst vóór zich heeft en zijn verleden achter zich, die doet trouwens op nog een andere manier iets onbegrijpelijks. blz. 169
Het houdt in, dat voor hem de gebeurtenissen op een of andere manier al aanwezig zijn in de toekomst, op een zekere dag het heden bereiken, om tenslotte tot rust te komen in het verleden.
Opbouw
Het boek is opgebouwd uit een proloog en vijf episodes. Elke episode is weer opgebouwd in verschillende hoofdstukken die aangegeven worden met een nummer. Bij elke episode staat aangegeven in welk jaar dit deel van het verhaal speelt.
In de episodes is ook structuur aangebracht, omdat Anton in elke episode iemand ontmoet die hem meer verteld over de moord. In volgorde van de episodes zijn dat Truus Coster, mevrouw Beumer, Fake Ploeg (de zoon van de vermoorde Fake Ploeg), Cor Takes en als laatste Karin Korteweg.
Stijl
De stijl is tamelijk alledaags. Er zijn niet veel moeilijke woorden gebruikt. De zinnen zijn losjes, je kunt ze gemakkelijk lezen. Het zijn geen lange zinnen.
Af en toe komt er een beetje humor voor in het boek.
Citaat:
o Met de kei in zijn handen las hij toen een regel op een snipper krant tegen het hout:
Nel di 2 Luglio 1854. Solennizzandosi con sacra devota pompa nellÁugusto tempio di Maria SS. del Soccorso…
Dat zou hij anders nooit geweten hebben. blz. 107
Het viel op dat de schrijver meerdere keren in het boek de woorden ‘ver weg’ gebruikt. De meeste keren voelt Anton dat de moorden zo ver weg zijn. Hiermee word ook duidelijk gemaakt dat hij zich altijd voor de gedachtes aan die tijd heeft willen afsluiten.
Op het begin van het boek gebruikt hij deze woorden om aan te geven dat de tijd waar hij over gaat schrijven erg ver weg lijkt voor Anton Steenwijk.
o ‘Ver, ver weg in de Tweede Wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem. Aan een kade, die over een lengte van honderd meter langs het water liep en dan met een flauwe bocht weer een gewone straat werd, stonden vier huize niet ver van elkaar.’ blz. 7
De tweede keer dat de schrijver deze woorden gebruikt staat er heel duidelijk bij hoe hij deze heeft bedoeld. Hier bedoelt hij dat het verleden (de moord op Fake Ploeg) heel ver weg is.
Citaat:
o ‘Ver weg in de tunnel weerklinken de zes knallen: eerst één, dan twee, dan nog twee, dan nog één. blz. 124
De derde keer bedoeld de schrijver weer dat het verleden, de moord op Ploeg en zijn ouders en broer, erg ver weg is.
Citaat:
o … dat wonderlandschap, dat niet alleen was wat het was, maar zich het ene moment gedroeg als een panorama van de renaissance en het volgende als het decor van de romeinse oudheid, en in alle gevallen ver, ver verwijderd was van Haarlem, oorlogswinter 1945. blz. 171
De laatste keer is het heden ver weg, en is het verleden, de dag dat Ploeg, zijn ouders en broer werden vermoord, dichtbij. Anton praat met Karin Korteweg over de gebeurtenis.
Hij komt nu precies aan de weet wat er toen is gebeurd en waar hij zijn hele leven over heeft gedacht, maar het toch elke keer weer heeft weggestopt.
o De vredesdemonstratie, waarin hij liep, was verder weg dan die gebeurtenis van zesendertig jaar geleden, waar hij niet bij was geweest blz. 195.
Begin en einde van het boek
Begin
Ver, ver weg in de Tweede Wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem.
De woorden ‘ver, ver weg’ zijn een beetje sprookjesachtig. Ze geven ook meteen aan dat die tijd heel diep is weggestopt bij Anton. Later in het boek merk je ook dat Anton nooit meer veel aan die tijd heeft gedacht. Hij heeft ook nooit veel moeite gedaan om precies uit te zoeken wat er toen is gebeurt met zijn broer en zijn ouders.
De woorden ‘een zekere’ horen ook weer bij die sprookjesachtige stijl.
Einde
En met zijn hoofd een beetje schuin, als iemand die iets hoort in de verte, laat hij zich meenemen door de stad naar het vertrekpunt; met een korte beweging gooit hij zijn sluike grijze haar naar achteren, zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.
Zeer belangrijk in dit stuk is de as. Anton heeft hier net van zijn vroegere buurmeisje gehoord hoe alles precies is gegaan nadat Ploeg doodgeschoten was. Hij heeft hierdoor oude herinneringen opgehaald. Het huis in Haarlem was die avond in brand gestoken. Met de as wordt het afgebrande huis en zijn herinneringen bedoeld. De herinneringen aan die avond en aan die tijd zijn weer bovengekomen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden