Confetti conflict door Carry Slee

Confetti Conflict
Mark en Jasmijn komen elkaar tegen op de brug. Mark komt Jasmijn huilend voorbij, want ze mag niet naar Dalenberg een sportinternaat. ‘’Ik weet al wat’’ zegt Mark, en Jasmijn en Mark gaan fietsend naar school. Als ze op school aankomen gaat Mark spiekbriefjes verkopen. Als ze die middag thuiskomen gaan ze Dalenberg opbellen en net doen of zijn zij Jasmijn’s vader. Als hij gebeld heeft plakt hij op de brievenbus van hun boot Post voor De Wit graag in deze bus en gaan weg. Als hij s’middags laat thuis komt staat zijn vader te koken. ‘’We krijgen vanavond bezoek’’ zegt Ger (Mark’s vader) ‘’Ken ik haar’’ zegt Mark. ‘’Het is een hij’’ zegt Ger. Mark’s belangstelling verdwijnt. Als ze de volgende dag uit school komen is de brief gearriveerd van Dalenberg. Ze sturen hem dezelfde dag nog op. Als hij de avond nog even bij zijn vaders atelier kijkt ziet hij Ger zoenen met Rob (Ger’s vriend). Snel fietst hij naar huis toe. De volgende dag gaan ze naar het ziekenhuis waar hun vriend Stef ligt. Als ze bij Stef in het ziekenhuis zijn moet Jasmijn even iets opschrijven. Dan ziet Mark dat er confetti in haar etui zit. ‘’Waar heb je dat vandaan’’ vraagt Mark. ‘’Gekocht van Krentje’’ zegt Jasmijn. ‘’Wat een klojo’’ zegt Mark. ‘’Dat heeft hij gekregen van mijn vader’’ zegt Mark. Als Mark thuis komt ziet hij een briefje daar staat op. De expositiekoorts is uitgebroken.Ik sluit me vandaag op in mijn atelier.Haal maar Chinees of zoiets. Ger. Dan komt Rob opeens binnen en gaan ze bij het een video zien. De volgende dag komt de brief aan waarop de toelatingsdatum staat. 2 weken later gaan ze weg om half zeven. Mark moet zich haasten want om kwart over zeven moeten ze in de trein zitten. Als hij naar Jasmijn toe gaat komt hij haar al voorbij. Als ze in de trein zitten haalt Mark 6 pannenkoeken uit zijn trommeltje die hij mee heeft gekregen van zijn vader. Als hij 2 uren voor het sportinternaat heeft gewacht komt Jasmijn met een toelatingspapier na buiten. Even later zijn ze aan het liften bij een snelweg. Geen een auto stopt. Als ze later de moet willen opgeven stopt er een auto. ‘’Stap snel in’’ zegt de mevrouw achter het stuur. Dan krijgt Jasmijn een idee dat ze wel naar haar opa toekunnen die in Zonnegloren woont. Als ze uit de auto gestapt zijn gaan ze naar haar opa. Als ze daar aankomen krijgen ze allebei een kop vol met warme soep. Dan begint Jasmijn te vertellen waar ze heen gegaan zijn. Als ze uitgepraat zijn stelt Jasmijn’s opa voor om haar ouders op te bellen. Jasmijn heeft het liever niet, maar hij doet het toch. Als Jasmijn’s ouders om drie uur komen, wordt Jasmijn’s vader meteen kwaad. Jasmijn’s opa zegt dat hij even moet gaan zitten. Dan vertelt opa dat haar vader in een band heeft gezeten en daarom zich zo ongerust maakt over har toekomst. Later wordt alles weer bijgepraat en zijn ze weer dikke vrienden.