Algemene gegevens
De naam van het boek is: “Brand!”
Het is geschreven door Erik de Gruijter.
De uitgever van dit boek is Den Hertog.
Het boek heeft 203 pagina’s.
Avontuur en misdaad is het genre.
Er is geen ondertitel maar wel een motto, het motto is namelijk dat je niet zo snel iemand mag vooroordelen.
Het vertelstandpunt is een hij-zij verhaal.
Ruimte
De plaats waar het verhaal zich afspeelt is in Emmen. Over de omgeving wordt wel veel verteld en is ook erg belangrijk, want anders kun je het verhaal niet goed volgen.
Tijd
De tijd waar het verhaal zich afspeelt is ongeveer deze tijd.
Het verhaal duurt ongeveer een jaar en wordt in chronologische volgorde verteld, met in het begin een enkele flashback.
Samenvatting
Ruben Kloosterman is verhuisd en is nu voor het eerst op de middelbare school. Hij kent een jongen, Bart. Dat is de zoon van één van de verhuismannen. Bart is nu zijn vriend.
De andere vrienden van Bart worden nu ook zijn vrienden. Dat zijn Match, een beetje een aparte jongen met zwarte kleren en doet ook een beetje apart. Twee andere vrienden zijn Maarten en Sjaak, twee aardige jongens. Ze gaan naar een ander groepje van hun klas. Daar staat Miranda met een fotootje in haar hand. Het is van haar nieuwe paard. Haar vorige paard is kort geleden omgekomen bij een brand. Ruben zag de foto en zei: “aardig wat pondjes rookvlees.” Dit vond Miranda niet leuk en draaide hem de rug toe samen met vele anderen van de klas. Gelukkig had Ruben zijn vrienden nog die er wel om konden lachen.
Wanneer Miranda thuis haar boeken uit haar tas haalde vond ze een briefje met daarop geschreven:”Ruben Kloosterman speelt graag met vuur”. Ze informeerde gelijk haar moeder en de politie over dit briefje en over de opmerking van Ruben.
Miranda had Ruben een keer gevraagd om naar haar nieuwe paard te kijken. Het was eigenlijk een list, maar dat wist Ruben niet. Nadat hij het paard had gezien vroeg Miranda of hij met haar mee wilde zwemmen in de Rietplas. Een klein meertje bij hun in de buurt. Toen ze er waren gingen ze wedstrijdje doen wie het langst onder water kon blijven. Net toen Ruben onder water was ging Miranda weg. Ruben kwam boven water en merkte dus dat Miranda weg was. Eerst dacht hij dat ze te diep onder water was gezwommen en dus verdronken was, maar later zag hij dat haar fiets weg was. Hij wilde naar huis maar zijn kleren waren verdwenen. Miranda had ze in de struiken gegooid. Ondertussen had er iemand hen ongemerkt in de gaten gehouden en de kleren van Ruben meegenomen. Deze kleren had hij gebruikt met het stichten van een brand. Hij had een schuur in de brand gestoken met een blik en daar onderin een beetje benzine en een vogelkop. Dat blik met die benzine en die vogelkop erin gebruikt hij telkens bij het stichten van een brand. Zo weet de politie dat het telkens dezelfde brandstichter is.
Die avond gingen de jongens Miranda terug pakken. Ze hadden het hondje van haar met een stuk worst met een slaappil erin, bij haar nieuwe paard in de stal gelaten.
Miranda was met haar vader gaan kijken in de schuur en zag dat haar hond daar lag. Toen de hond plotseling wakker werd deed het heel raar en viel Miranda aan. Toen heeft Miranda’s vader de hond dood geschoten en Miranda moest worden gehecht. De vrienden snapten er de volgende dag niets van. De hond sliep als een roos toen ze waren vertrokken. Opeens kwam Miranda naar Ruben toe “dat jij je hier nog durft te vertonen” siste ze in zijn oor.
De volgende dag dronken Ruben en zijn vrienden samen bier op de kamer van Ruben. Opeens stond Mirjam (het zusje van Ruben) in de deuropening ”oh, dat mag helemaal niet”. Ruben werd boos en zei: “houd je mond en ga slapen”. Daarna hebben de vrienden nog wat gedronken en gingen ze weer naar huis. Maar wat ze niet wisten was dat één van de vrienden een briefje bij Mirjam had neergelegd met de tekst: Als je het tegen papa of mama zegt maak ik Snuffie (het nieuwe konijntje van Mirjam) dood.
Maarten had voor Ruben een brommer geregeld en Bart kwam even kijken. Het was slecht weer. Het onweerde vreselijk hard. Toen hij bij Ruben was deed Daniël (het broertje van Ruben) de deur open. Mirjam zei niets. Na nog iets gepraat te hebben voelde Bart aan dat Mirjam iets te verbergen had. “Hij vroeg wat er was. Mirjam kroop in elkaar. “Of mag je dat niet zeggen van Ruben?”
Mirjams hoofd kwam overeind haar ogen waren rood en dik. “Als ik het zeg maakt hij Snuffie dood” zei ze.
Ruben zat boven met zijn vrienden weer bier te drinken. Opeens zwaaide de deur open. Daar stond Bart. Brave Bart die net als Sjaak niet mee had gedaan om Miranda terug te pakken. Bart zei iets maar Ruben kon het niet verstaan. Bart probeerde Ruben’s flesje te pakken maar Ruben schreeuwde dat hij los moest laten.
Toen was er iemand die vlak achter Ruben stond naar Bart toegekomen. Bart hoorde hier niet.
Het was zijn feest. Ruben was zijn prooi. “Bemoei je niet met hem” snauwde hij Bart toe “hij is van mij” siste hij naar Bart. “Jij bent het” schreeuwde Bart tegen de jongen. Ruben die weer een beetje bij was gekomen rukte het bierflesje uit de handen van Bart. Tegelijkertijd verloor hij zijn evenwicht en viel met zijn volle gewicht tegen Bart aan, die op zijn beurt achterover viel. Vlak voordat Bart het glas van het raam raakte sloeg de bliksem direct naast het huis in. De lichten knipperden. Het licht bleef uit. Ruben keek in de open gesperde ogen van Bart, hij hoorde en schreeuw, het geluid van open brekend glas. Hij zag hoe Bart door de ruit naar beneden viel. Snel werd de ambulance gewaarschuwd.
De volgende dag wilden de vrienden van Ruben niets meer met hem te maken hebben.
Een poosje later riep iemand hem. Ruben bleef zitten de jongen kwam bij hem aan het tafeltje zitten. “Het spijt me van vanmorgen. Dat ik niks meer met jou te maken wou hebben. Als er weer iets is kun je bij mij terecht” zei de jongen.
Bij Ruben’s moeder komt een jongen op bezoek. Hij vroeg naar Ruben, maar als die niet thuis bleek te zijn ging hij weer weg. Hij ging achter een bushalte zitten. Zo kon hij het huis van Ruben goed zien. Een poosje later ging de moeder van Ruben weg en de jongen liep naar de achterdeur. Hij had de reservesleutel kunnen pakken toen hij een keer bij Ruben op visite was. In zijn andere hand had hij een mes, hij liep naar binnen…
Ruben kwam thuis. Iedereen was overstuur. Ruben snapte er niks van. Huilend zei Mirjam “jij hebt Snuffie dood gemaakt, en ik heb je niet eens verraden” Ruben holde naar het konijnen hok in de bijkeuken. Voor het hok lag het dode konijn zonder kop. “Dat heb ik niet gedaan” zei hij. Dit moet een droom zijn, dacht hij bij zichzelf.
De jongen goot met een trechter een scheut benzine in een blik. Naast hem lag een opgerolde krant. Haast eerbiedig alsof het een ritueel was nam hij de kop van het konijn in zijn handen. Zijn hart bonsde in zijn keel. Deze nacht zou hij de brand van zijn leven stichten. Vanavond is Ruben Kloosterman zijn prooi. Hij legde de kop in het blik en deed met trillende vinger de dop op het blik.
Ruben had Maarten aan de telefoon. Volgens hem was Match de brandstichter. Ze spraken af dat ze die nacht Match gingen volgen. Maarten was er achter gekomen dat Match vanavond iets van plan was.
Die avond stonden ze bij Ruben’s huis. Ruben vroeg wat ze nu moesten doen. “wachten” was het antwoord. Maarten hoorde iets en bleef stil staan. Maar opeens kwam hij in beweging. Hij pakte een blik uit zijn tas. Hij liet het blik zien aan Ruben. En zei:”hoe heette dat konijntje van je zusje ook alweer?” Ruben schrok. Maarten was dus de brandstichter! De jongens begonnen te vechten. Maarten wist toch Rubens huis in brand te zetten. Ruben zag dat er een politiewagen aan kwam. Hij rende snel weg. Hij was bij de rietplas. Hij stond op het bruggetje. Hij dacht: ”Als ik me nu in het water laat vallen is er toch niemand die me mist”. Hij boog voorover maar toen hij pas echt realiseerde wat hij deed was het te laat en viel hij met een plons in het water, stootte zijn hoofd en het werd zwart voor zijn ogen. Maar opeens werd hij op zijn rug gegooid. Ruben kwam even bij en zag dat het de vader van Bart was en hoorde een andere stem op de achtergrond. Maar net als even van te voren werd alles weer zwart voor zijn ogen.
Ruben lag in het ziekenhuis. De politie vertelde hem dat zijn ouders en broertje en zusje niet waren omgekomen bij de brand. Ze hebben Maarten opgepakt. Hebben hem ondervraagd en kwamen erachter dat hij geen moeder meer had. Dat kwam toen hij zeven jaar was. Hij had ruzie met zijn jongere zusje. Dat liep uit de hand en zijn vader verloor de macht over het stuur en botsten frontaal op tegen een andere auto. Maarten kon nog ontkomen, zijn moeder en zusje zijn voor zijn ogen levend verbrand. Zijn vader is aan de drank geraakt en daardoor is hij zijn baan kwijt geraakt uiteindelijk zijn zij hier in Emmen terecht gekomen.
Toen de politie dit aan Ruben vertelde, brandde er nog één vraag bij Ruben: “Hoe is het met Bart?” Op dat moment kwam de vader van Bart in de deuropening staan. Hij vroeg aan Ruben hoe het ging. Even later kwam er een zuster met Bart in de rolstoel aan rijden. Toen Ruben nog een tijdje met Bart had gepraat kwam Miranda ook zijn kamertje in lopen.
Ze vertelde dat zij samen met de vader van Bart Ruben uit het water hadden gehaald. Daarna fluisterde Miranda iets in het oor van Ruben: “We hebben nu al twee keer gezwommen, wat dacht je van een derde keer?”
De mening van de lezer
Ik vind het een erg spannend verhaal, waarbij je ook goed kunt leren om niet te snel een vooroordeel over iemand te hebben
Het hoogtepunt van dit verhaal is wanneer ze erachter komen wie dus de echte dader is. Het hoogte staat op blz. 185 tot het einde.
Ruben keek stomverbaasd naar Maarten en langzaam drong het tot hem door. Het was Maarten zelf! ‘Nee’, gilde Ruben en hij dook op Maarten af. Hij was te laat. Met een knal sprong het raam aan scherven en tegelijkertijd ontplofte het blik in een enorme vuurbal in de kamer.
Verhaalfiguren
De hoofd persoon van dit verhaal is Ruben Kloosterman
Zijn aard is een stille jongen
Zijn uiterlijk is een gewone normale jongen maar wordt verder niet echt in het boek beschreven.
De bijfiguren zijn:
- Miranda, zij beschuldigt Ruben telkens van de brand, maar komt er later achter dat hij het niet heeft gedaan.
- Match, een beetje een enge jongen maar verder heeft Ruben daar geen last van.
- Maarten, een gemene jongen, hij is de brandstichter en zorgt ervoor dat de schuld in Ruben’s schoenen word geschoven wat uiteindelijk niet lukt.
- Bart, goede vriend van Ruben.
- Robbert, loopt vooral bij Maarten en gaat een beetje met Ruben om.
Ik vind het een mooi verhaal.
Gelet op de spanning vind ik het boek spannend.
De realiteit van dit boek is levensecht.
Het boek is wel christelijk want er wordt niet in gevloekt.
Soms staat er wel een “…met een vloek…” dat vind ik ook heel goed.
Ze noemen geen vloek bij naam maar hij houdt het gewoon bij ‘vloek’.
Het taalgebruik vind ik dus mooi en het is gemakkelijk te begrijpen.
Het verhaal is ook boeiend, leerzaam en droevig.
De titel past ook goed bij dit boek want uiteindelijk gaat het om de brandjes die steeds worden gesticht.
Achtergrond informatie
De mening van de schrijver, Erik de Gurijter
Brand! is mijn eerste jeugdboek. Dit boek gaat eigenlijk over vooroordelen. Het is zo makkelijk om af te gaan op wat je hoort en ziet en dan te denken, aha, ik weet hoe het zit. Niet voor niets krijgt Ruben heel snel van iedereen de schuld! Maar soms zijn de dingen wel eens anders dan dat je denkt. Beoordeel je mensen te snel en verkeerd.
Ik denk dat ik er met dit boek in geslaagd ben de lezer iets te laten meemaken van hoe makkelijk het is om te oordelen en hoe makkelijk je er vervolgens naast zit.
Erik de Gruijter.
Hij is geboren op 5 maart 1959 in Den Haag.
Hij heeft één zus boven en twee broertjes onder zich.
In 1983 is hij getrouwd.
Hij heeft 4 kinderen, 2 jongens en 2 meisjes.
Feitelijk is hij techneut, maar inmiddels heeft hij een baan als districtshoofd bij een waterschap in Veendam en is niet zo heel veel technisch vakinhoudelijk meer bezig.
Het boek Brand! werd in 1999 bekroond met Het Hoogste Woord. Dit is een prijs voor het beste christelijke kinderboek van het jaar.
Boeken die Erik de Gruijter geschreven heeft zijn:
- 1998 Brand!
- 1999 Losgeld
- 2000 De laatste week
- 2000 Kromnagel
- 2000 Het bezoek
- 2001 Littekens
- 2001 Exousia
REACTIES
1 seconde geleden