A zakelijke gegevens Titel: Blauwe plekken Auteur: Anke de Vries Uitgever: Lemniscaat B Inhoud De hoofdpersonen: Judith heeft lang blond haar. Ze houdt zich altijd aan haar beloftes, want ze is veel te bang dat er wat gebeurt als ze de beloftes niet nakomt. Ze is heel aardig en ook heel erg rustig. Judith’s moeder heeft ook lang blond haar. Ze zit met zichzelf in de knoop, want ze is nog steeds niet echt over de dood van haar broertje heen. Ze is ook gewelddadig. Michiel heeft bruin haar. Hij is heel aardig, hij neemt het voor mensen op. Judith wordt mishandeld door haar moeder, dit houdt nooit op. Dan pakt ze haar spullen en gaat bij Michiel wonen. De andere personen: De meester: hij is best aardig, en wil er achter komen wat er met Judith is. Judith’s broertje: een lief klein kindje. Hij ziet ook dat Judith mishandeld wordt. Je leert Judith meer van Binnen kennen, ze zegt weinig. Ze gaat goed met Michiel om, maar niet met haar moeder. Ze is ook een beetje de ik-persoon. Judith’s moeder leer je meer van Buiten kennen, ze is erg gewelddadig. Michiel leer je ook van Buiten kennen, hij komt er later pas bij in het verhaal. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in Den-Haag. Er zit ongeveer een anderhalf jaar tussen begin en eind. Er zijn niet veel terugblikken in het verhaal. De schrijfster wil duidelijk maken, dat mishandeling heel erg is en dat je er wat aan moet doen, het mag niet meer gebeuren.
Samenvatting: Judith is een zielig meisje, want ze wordt geslagen door haar moeder. Judith snapt niet waarom, want ze doet alles voor haar moeder: ze wast, ze let op haar broertje, ze maakt het huis schoon, enz… Ze mag natuurlijk niet zeggen dat ze geslagen wordt en dus raakt ze al haar vrienden kwijt. Judith wordt ook vaak naar een andere school gestuurd als het mishandelen te veel opvalt. Ze zit nu op een leuke school, omdat er een nieuwe jongen in haar klas zit, Michiel. Hij vindt Judith heel aardig, omdat ze op z’n vroegere buurmeisje lijkt. Ze gaan veel met elkaar om en Judith komt vaak na school een broodje bij hem eten. Op een dag, als Judith voor de zoveelste keer is geslagen en daarom thuis blijft, komt Michiel op “ziekenbezoek’’. Als Judith de deur opendoet ziet Michiel meteen haar blauwe wang. Judith zegt dat ze gevochten heeft met een paar jongens, maar Michiel gelooft dat niet helemaal. Hij snapt ook niet waarom hij nooit langs mag komen. Dan komt tante Lies een weekje bij Judith, haar moeder en haar broertje logeren. In die week wordt er van alles duidelijk voor Judith. Ze snapt nu waarom ze wordt geslagen: het broertje van Judith’s moeder (Dicky) was verdronken, terwijl ze op hem moest passen. Judiths’ moeder wou daar niet meer aan herinnerd worden. Dat gebeurde toch, want Judith lijkt op Dicky. Dit is de reden waarom Judith wordt geslagen. Michiel moet op een dag naar de meester toe, want hij wil weten wat er met Judith aan de hand is. Michiel verteld wat hij weet. Samen proberen ze erachter te komen wat er met Judith aan de hand is. Het is het einde van de herfstvakantie en Michiel komt terug van zijn vakantie. Hij gaat naar Judith toe, maar niemand doet open. De buurvrouw wenkt hem en zegt dat ze verhuisd zijn. Ze vertelt ook dat Judith wordt geslagen. Dit verteld Michiel ook aan de meester. Ze weten niet waar Judith naar toe is, maar dan belt ze op een dag en zegt waar ze woont: Leiden. Michiel krijgt van de meester vrij om Judith op te zoeken. Hij neemt een teddybeer mee voor haar. Als Judith thuis komt (en Michiel al weer naar huis is) maakt haar moeder de teddybeer kapot. Dit vindt Judith zo erg dat ze al haar spullen pakt en weer naar Den Haag gaat. Daar gaat ze bij Michiel wonen. C Mening Ik vind het een spannend en zielig verhaal, vooral omdat Judith een heel zielig meisje is en mishandeld word. De spannendste stukken vond ik altijd als Judith werd geslagen, er zat echt een beetje spanning in. D Informatie over de auteur Naam: Anke de Vries
Geboortedatum: 5 december 1937 Levensbeschrijving: Anke de Vries woonde het grootste deel van haar jeugd op de Veluwe. Na de middelbare school in Ede ging ze reizen, onder andere in Griekenland en Frankrijk. In 1957 trouwde ze met een Fransman. Ze woonde met hem een aantal jaren in het buitenland, onder andere in Pakistan. Sinds 1963 wonen ze een Den Haag. Haar man stimuleerde haar om te gaan schrijven. Ze volgde een cursus creatief schrijven en in 1972 verscheen haar eerste boek. Ze werkte ook mee aan een aantal jeugdtijdschriften. Ze heeft een zoon en twee dochters. Ze beschrijft het leven en de problemen van gewone kinderen en volwassenen. In haar boeken voor beginnende lezers lossen de kinderen hun problemen met veel fantasie op. Enkele boeken die zij heeft geschreven: 1972 De vleugels van Wouter Pannekoek (Lemniscaat / 3e druk 1979) 1977 Belledonne kamer 16 : een dagboek uit het verzet (Lemniscaat / 10e druk 1997) 1978 Bij ons in de straat (Lemniscaat / 7e druk 1997) 1979 Wedden dat ik durf! (Lemniscaat / 6e druk 1997) 1982 Weg uit het verleden (Lemniscaat / 6e druk 1995) 1983 Beschuit met meisjes : een leeswerkboek (Zwijsen) 1984 Medeplichtig (Lemniscaat / 3e druk 1985) 1985 Kijk ook eens naar mij (Zwijsen) 1986 Wat een mop! (Zwijsen) 1988 Opstand! (Lemniscaat / 4e druk 1993) 1989 Een boef onder het bed (Zwijsen) 1990 Kladwerk (Lemniscaat) 1990 Het geheim van Saar (Zwijsen) 1991 Vos in het bos (Zwijsen) 1992 Blauwe plekken (Lemniscaat) 1993 Lucky, de wilde hond (Zwijsen) 1994 Fausto Koppie (Stichting CPNB) 1995 Mijn olifant kan bijna alles (Lemniscaat) 1996 Hokus pokus papa (Zwijsen) 1996 Liegbeest (Zwijsen) 1997 Wie niet bang is mag mee (Zwijsen) 1998 Heibel in de Hubbelstraat (Zwijsen) 1998 Jaap is een aap (Zwijsen) 1999 Juf is een spook (Zwijsen) 2000 De rode handschoen (Lemniscaat)