Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Beekman en Beekman door Toon Kortooms

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Beekman en Beekman
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1745 woorden
  • 15 januari 2002
  • 53 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
53 keer beoordeeld

Boekcover Beekman en Beekman
Shadow
Beekman en Beekman door Toon Kortooms
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Primaire gegevens Auteur: Toon Kortooms
Titel: Beekman en Beekman
Verschenen in: 1949
Aantal pagina’s: 256
Leestijd: +/- 13 uur
Uitgelezen op: 13 augustus 2001 Keuzeverantwoording Mijn vader raadde mij aan het boek een keer te lezen, omdat hij het een schitterend boek vond en een echte Brabander het minstens één keer in zijn leven gelezen moet hebben. Omdat ik mijn vader altijd meteen geloof en héél goed naar hem luister (Nou… J) heb ik dus besloten om het boek te gaan lezen. Ik verveelde me toch! Want het was vakantie, iedereen was weg en ik had net veel te doen. (Overigens heb ik het laatste deel van het boek gelezen op het strand, dus ik mag helemaal niet klagen!) J Verwachtingen vooraf: Mijn vader had een aantal fragmenten verteld en die waren enorm komisch, dus had ik echt zin om het boek te gaan lezen. De wilde verhalen van mijn vader spraken mij enorm aan en ik had in principe al lol voordat ik aan het boek begonnen was. Het leek me echt een geweldig boek!
Eerste reactie achteraf en mijn persoonlijke beoordeling: Ik heb me echt door het boek heen moeten worstelen, want het was best een pittig boek, met veel Brabantse woorden erin die ik niet begreep (geef mij maar het FriesJ). Ook staan de regeltjes enorm dicht op elkaar, waardoor ik erg moe werd tijdens het lezen en –helaas- niet aan één stuk door kon lezen. En dat was jammer, want ondanks de moeilijke leesstructuur vond ik het een geweldig grappig en boeiend boek! Echt schitterend! Er staan echt hele mooie fragmenten in, die ontroerend kunnen zijn, zoals: “voor mensen, die diep in hun hart verheugd zijn, zeggen weinig woorden vaak oneindig veel meer dan een stroom van overdadige ontboezemingen” Dat is een zin, die heeft me zo geraakt, dat hij me altijd bij zal blijven. Maar met name de komische fragmenten, die er ontelbaar veel in zitten, vond ik echt te gek! Bij het dichtslaan van ‘Beekman en Beekman’ dacht ik meteen: dit is een boek waar Brabant trots op mag zijn! En dat zijn we! Korte samenvatting van de inhoud: De gebroeders Beekman, een tweeling, worden geboren op een boerderij in Deurne. Matje en Heintje halen van jongs af aan de gekste streken uit. Met name de buurjongen, Hendrik van Ham, te dik en een te rode kuif, moet het ontgelden en wordt keer op keer weer in de maling genomen. De ondeugende Beekmannen bleken best pienter te zijn, dus na hun lagere school moesten zij naar het internaat in Weert. Daar leren zij Bert van Rooy kennen, een Helmonder en deugniet eerste klas. Met z’n drieën zetten ze Weert op z’n kop en beleven het ene dwaze avontuur na het andere. Ze hebben een moeilijke, maar te gekke tijd in Weert en komen uiteindelijk als goede, slimme Beekmannen terug in Deurne… Ondeugender dan ooit maar wijs. Het vervolg van het verhaal is te lezen in “de mannen Beekman” van Toon Kortooms. Verwerkingsopdrachten Opdracht 1. Portret van een hoofdpersoon De hoofdpersonen uit het boek zijn Heintje en Matje Beekman. Deze, haast identieke tweeling, zijn zonen van Jan Beekman, een meel- en graanproducent uit de Peel. Omdat er slechts een enkel verschilletje te vinden is tussen de twee Beekmannen, zal het portret van Heintje evengoed het portret van Matje kunnen zijn. Ik zal Heintje nemen voor dit portret, die overigens zijn naam te danken heeft aan de vader van Marie (zijn moeder), die ook zo heette. Heintje Beekman is, zoals ik al zei, één van de twee zonen van Jan Beekman. Hij werd geboren in Deurne in de Brabantse Peel, toen Jan en Marie Beekman, als enige van de familie Beekman, na lange tijd eindelijk een kind verwachtten. Zij kregen echter niet één sterke zoon, maar zelfs twee gezonden, sterke kerels! Vanaf de eerste dag wisten Heintje en zijn broer Matje de gehele boerderij op stelten te zetten. Beweeglijk en fel lagen zijn in hun wieg, spelend met hun voetjes “en gaven te pas en te onpas een proeve van ontluikende muzikaliteit” Heintje woog bij zijn geboorte vijf en een half pond. Als zoon van de graan- en meelhandelaar was hij direct al een sterk knaapje. Hij groeide voorspoedig. “Hij had, even als zijn broer, donker haar, donkere ogen, stevige pootjes, dito armpjes en een mollig buikje. Hij had bovendien, links en rechts, in zijn wang een kuiltje, dat plotseling tevoorschijn kwam als hij lachte. Hij bleek uit het echte Beekmans hout gesneden te zijn: hij was blijmoedig van aard, in staat van tot grote dingen.” Toen Heintje en Matje een jaar of twee waren, liepen zij al samen hand in hand over de binnenplaats, op zoek naar nieuwe dingen om te kunnen verkennen. Want de Beekmannentjes waren echt nieuwsgierige blagen! Ondeugend waren zij ook enorm! Dat werd al duidelijk vanaf de eerste stap die Heintje zette. Hij goot pap in vaders klompen en kreeg een klets tegen zijn gat omdat Matje een hen aan de ketting van het hondenhok had gelegd. Heintje gaf echter zijn broeder nooit de schuld, zij waren zo doorzichtig als pompwater. “Heintje had een kop zo hard als een eikel en zou daarom nooit brullen. Hij lustte geen zult, maar wel ham en toen hij drie jaren oud was kon hij al vloeken en twee duimen achter zijn bretelsjes steken.” De vlegels hadden enorm veel fantasie en energie en zij waren niet te houden. Als Heintje zijn buurjongen Hendrik van Ham zag, een forse boerenzoon met een eeuwige rode kuif en geen hersens, waarschuwde hij direct Matje en samen haalden zij de beste grappen uit met Hendrik. Klein Heintje werd vliegensvlug groot en al gauw moest hij naar de bewaarschool. Maar daar haalden hij met zijn broer zo veel kattenkwaad uit, dat Jan Beekman ze al snel van school nam, zodat de twee voor even weer vrij waren in hun gein en kattenkwaad: ze reden op een op hol geslagen paard, lieten Hendrik van Ham hennenpoepjes eten en belandden met regelmaat in de vieze sloot. Totdat de leerplicht weer vat op hen kreeg. Na een hoop ondeugd op de lagere school, kwamen de gebroeders Beekman na zeven jaar terug op de boerderij. Zij waren slim, zo pienter zelfs dat zij naar het internaat in Weert moesten. In Weert leerden Heintje en Matje een Helmonder kennen: Bert van Rooy. Samen met hem zetten de gebroeders het helle internaat op stelten. Zij rookten stiekem sigaretten, waarna de kleedkamer in de brand vloog, zij verstopten zich ’s nachts een het oude schuurtje, zij reden in het busje van de school, zij hielden de oude Dirk (directeur) voor de gek en verstopten een hondje onder het bureau van Tsjing Tsjang. Heintje was, en dat is een van de weinige verschillen tussen Heintje en Matje, heel slecht in wiskunde. Maar met behulp van Matje hij uiteindelijk toch goede punten voor wiskunde. D gebroeders weten zich door de jaren op het internaat heen te slaan en behalen uiteindelijk met roem hun diploma, zodat ze terug kunnen naar hun plekje in de Peel, bij de oude molen aan het haventje. Opdracht 2 · Blz. 7. “Kinderen, dacht Jan, een stel gezonde vlegels om je heen, die de keet op stelten zetten en boterhammen met spek eten.” = Natuurlijk zetten die kinderen niet echt de keet op stelten, maar bedoelt de auteur hiermee dat de kinderen lol maken en rotzooi trappen: kattenkwaad. Hij maakt hier gebruik van de beeldspraak omdat daarmee direct duidelijk wordt, wat Jan bedoelt. · Blz. 8. “In een minimum van tijd openden zij hun vlugge diepzeeoogjes. = De kleine oogjes van baby’s gaan in het begin heel vlug de kamer rond om alles te verkennen en te ontdekken. De oogjes zijn waarschijnlijk heel blauw of donker geweest, vanwege het “diepzee” dat Kortooms gebruikt. Deze uitspraak maakt de oogjes heel mooi en beschrijft hoe warm deze oogjes waren en hoe zij te werk gingen in zo’n grote vreemde wereld. · Blz. 6. “’n Flinke knuppel van een jongen” = Dat wil zeggen: een grote sterke kerel die vader kan helpen en een plaats heeft in de maatschappij. Kortooms gebruikt deze uitspraak omdat het zo heel duidelijk is wat voor een jongen Ome Matthieu verwacht. · Blz. 6. “De zon schoot een bundel ligt door de kamer” = De zon schoot niet echt, maar scheen door het raam de kamer binnen. Waarschijnlijk bedoelt Kortooms hiermee dat de zonnestralen onverwacht kwamen, zoals een schot dikwijls ook onverwacht en snel komt. Opdracht 3 a. De titel “Beekman en Beekman” lijkt me vrij duidelijk: de hoofdpersonen heten Matje en Heintje Beekman. Naar de tweelingbroers die samen de gekste avonturen beleven, is dit boek vernoemd. b. Ja, het is wel degelijk van belang iets te weten over de auteur, want daarmee kun je ook meer te weten komen over de achtergrond van het verhaal. Toon Kortooms heeft bijvoorbeeld in “Beekman en Beekman” zijn herinneringen aan zijn jeugd en aan de Peel (noord Brabant) verwerkt. Het boek is in 1949 geschreven, niet lang na de tweede wereldoorlog. Omdat er in die oorlog enige scheiding is ontstaan tussen Noord en Zuid Nederland (het Zuiden, onder de grote rivieren was eerder bevrijdt), was er een negatieve kijk op de mensen boven de rivieren. Dat wordt in het boek ook duidelijk, als de jongens in het internaat terechtkomen en daar veel mensen leren kennen. Zij voelen zich meer aan getrokken tot de andere Peel-bewoners, dan tot de Noord Nederlanders. c. Ik wil het boek zeker aanraden, met name aan Brabanders, omdat ik vind dat elke echt Brabander het boek minstens één keer in zijn leven gelezen moet hebben. Het omschrijft heel mooi de tijd na de oorlog (WO II) en de Peel in die tijd. Ook omschrijft het welke “stappen” in de jeugd toentertijd gezet werden, zoals het naar school gaan, naar het internaat met strenge regels en daarna terug naar huis om te werken e.d.. In de tijd dat Toon Kortooms het boek schreef, waren er voornamelijk serieuze romans in omloop. Kortooms wilde hier een draai aan geven en deed dat op een eigenzinnige manier: hij schreef humoristische boeken met een Brabantse invloed (woorden als brullen, mulder en boks). Kortooms had altijd dezelfde invloeden: de Peel, de bewoners, de dorpen en de turfstekers uit de Peel van halfweg twintigste eeuw. Met name de humor in het verhaal, is één van de belangrijkste punten waarom ik dit boek aanbeveel! ~ Voor mensen die diep in hun hart verheugd zijn, zeggen weinig woorden vaak oneindig veel méér dan een stroom van overdadige ontboezemingen. ~ Blz. 8

REACTIES

M.

M.

Heej Sinne,
Ik heb je uittreksel van Beekman en Beekman (Kortooms) gelezen en begreep 1 ding niet:
ben je nu Fries of Brabants?
Want je zegt op een gegeven moment 'Doe mij maar het FriesJ' en uiteindelijk zeg je 'Dat zijn we' (over Brabants trots)
Groetjes, bedankt voor je plaatsing op scholieren,
Margot

21 jaar geleden

M.

M.

Hoi Sinne. Je moet er even bij zetten dat het boek'' De mannen Beekman'' Ook in je verhaallijn wordt beschreven. Het is namelijk een beetje verwarrend

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Beekman en Beekman door Toon Kortooms"