Beatrijs
Onbekend
Schrijver: Onbekend
Titel: Onbekend, later werd het Beatrijs genoemd, naar de hoofdpersoon.
Uitgeverij:
1374
x-de druk
± 1100 regels
Genre: Marialegende
Structuur
Het boek bevat geen motto.
Samenvatting
Beatrijs is een jonge non die in het klooster de taak van kosteres vervult. Voor ze het klooster in ging had ze een vriend op wie ze hevig verliefd was. Ze schrijft hem een brief waarin ze hem vraagt haar op te komen zoeken. Dat doet hij. Ze spreken elkaar en maken een nieuwe afspraak:Beatrijs zal weggaan uit het klooster. Hij vertrekt naar de stad om kleding voor haar te kopen.Enkele dagen later is het zover. Beatrijs trekt haar habijt uit en legt deze met de sleutelbos op het Maria-altaar, zo is ze er zeker van dat de andere nonnen deze spullen zullen vinden en er niets kwijt zal raken. In de tuin onder de egelantier ontmoeten de twee geliefden elkaar. Beatrijs schaamt zich voor haar onderjurk, maar haar geliefde geeft haar de prachtige kleren die hij gekocht heeft. Samen vertrekken ze even later te paard.Bij een mooie plek in het bos aangekomen, vraagt hij haar de liefde met hem te bedrijven. Beatrijs reageert verontwaardigd:
'Wat segdi,' sprac si, 'dorper fel,Soudic beeten op tfelt,Ghelijc enen wive die wint ghelt Dorperlijc met haren lichame?'(r. 346-349)
Beatrijs wil best met hem vrijen maar dan 'Op een bedde wel ghemaect'. Haar vriend verontschuldigt zich voor zijn ongemanierdheid.
Zeven jaar leven ze gelukkig en ze krijgen twee kinderen. Helaas is na deze tijd het geld op en haar geliefde houdt het voor gezien, hij vertrekt en laat Beatrijs met de kinderen achter. Omdat Beatrijs nooit een vak heeft geleerd, kan ze niet aan de kost komen. Ze besluit daarom de prostitutie in te gaan. Gedurende zeven jaar verdient ze haar geld door haar lichaam te verkopen in het veld. Toch vergeet ze niet iedere dag het Ave Maria te bidden.
Na zeven jaar besluit Beatrijs terug te gaan naar de streek waar ze vandaan komt. In de buurt van het klooster vraagt ze bij een weduwe onderdak voor de nacht. Ze raken aan de praat en Beatrijs wint informatie in over het klooster. Ze zegt dat er verhalen de ronde doen over de vroegere kosteres, deze zou ooit gevlucht zijn uit het klooster. De weduwe wil er echter niets van weten: in het klooster wonen de vroomste nonnen die men zich maar voor kan stellen en zeker de kosteres is een voorbeeld voor ieder mens. Nog nooit heeft zij haar taken verzaakt,behalve wanneer ze ongesteld was.'s Nachts krijgt Beatrijs van een stem te horen dat ze terug moet keren naar het klooster. Ze denkt dat het de duivel is. Pas als ze nog twee keer de opdracht krijgt om naar het klooster te gaan, geeft ze eraan toe. De deuren staan open en op het Maria-altaar liggen haar spullen.Niemand blijkt Beatrijs gemist te hebben, omdat Maria al die jaren in de gedaante van Beatrijs haar taken overgenomen heeft.Ondertussen zit de weduwe opgescheept met twee kinderen die hun moeder missen. Ze besluit naar het klooster te gaan om te vragen wat ze moet doen. Daar krijgt ze te horen dat de kinderen niets te kort mogen komen: als ze iets nodig hebben, dan kunnen ze het komen halen.Beatrijs is weer kosteres, maar op zekere dag krijgt ze een visioen: een man met witte kleren heeft een dood kind op zijn arm en met zijn andere hand gooit hij steeds een appel omhoog om het kind te vermaken. Beatrijs vraagt waarom hij dat doet, met een dood kind hoeft hij toch niet te spelen. De man zegt dat het kind de appel niet ziet, zoals God niet ziet dat Beatrijs weer vroom aan het werk is. Pas na de biecht is God op de hoogte van Beatrijs' berouw en kan hij vergeving schenken.Als de abt zijn bezoek aan het klooster brengt, biecht Beatrijs haar belevenissen op. De abt reageert verbaasd. Hij zegt dat hij het een leerzaam verhaal vindt voor alle mensen en hij besluit het te gebruiken in zijn preken. Hij zal wel haar naam veranderen zodat Beatrijs niet herkend zal worden. De abt neemt de twee kinderen van Beatrijs mee om ze onder te brengen in een klooster, waar het twee vrome geestelijken zullen worden. Het verhaal eindigt met een oproep tot gebed voor Maria.
Verhaaltechniek
Ruimte
De verteltijd is ongeveer een half uur en de vertelde tijd is toch wel meer dan 14 jaar. Eerst is Beatrijs een non. Vervolgens geeft ze in enkele dagen haar vrijer haar hart en vertrekt ze met hem. Ze leven 7 jaar gelukkig en in rijkdom, maar dan raakt het geld op en verlaat haar man haar. Ze leeft 7 jaar lang als hoer, maar trekt dan weer terug naar haar geboortestreken, terug naar het klooster.
Hoogstwaarschijnlijk speelt het boek zich af in de 14de eeuw. In het klooster hadden ze een uurwerk, een uitvinding uit de 14de eeuw.
Het verhaal speelt zich voor een klein, maar belangrijk deel af in het klooster. Ze verliet de omgeving van het klooster, maar waar ze heen ging is ook niet bekend. Ze wordt later prostitué in het veld, dus ze stond gewoon langs een landweggetje. Ze gaat zwerven door het land en komt weer terecht in de omgeving van haar vroegere klooster, waar ze een paar dagen bij een weduwe verblijft. Vervolgens gaat ze weer terug naar het klooster. Er worden geen plaats- of landnamen genoemd, dus we weten niet waar het verhaal zich afspeelt.
Verhaalfiguren
Er komt eigenlijk maar één echt personage voor. Namelijk Beatrijs zelf. Van de andere personages kom je niets te weten, zelfs de naam niet.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden