Bartje door Anne de Vries

Titel: Bartje Auteur: Anne de vries Uitgever: G.F Callenbach Genre: Streekverhaal Informatie over de auteur: Anne de Vries werd geboren op 22 mei 1904 te Assen. Hij werkte in 1923 als onderwijzer in 2e Exloermond. Ook heeft hij tot 1936 voor het blindeninstituut Bartimeus in Zeist gewerkt. Zijn eerste boek was een leesboekje voor de lagere school: Evert in Turfland, verschenen in 1930. Zijn bekendste boek was ongetwijfeld Bartje, dat in 1935 verscheen. Hierna gaf hij zijn baan bij het onderwijs op en werd fulltime schrijver. Anne de Vries overleed op 29 november 1964 te Zeist. Denken: De schrijver heeft me wel aan het denken gezet. Dat je toch meer aan de dood moet denken want bartjes moeder die zat de andere dag nog gewoon in de stoel en een dag later was ze overleden dus daardoor ben ik aan het denken gezet.
Bedoeling: Ik denk dat de schrijver een bedoeling heeft met het boek. Om te laten zien hoe de jongeren vroeger behandeld werden. Dat het leven toen niet makkelijk was. Titelverklaring: Het boek heet zo omdat Bartje de hoofdpersoon is. Korte samenvatting: Bartje is een jongen uit de familie bartels. Het is een arme familie. Als je iets verkeerd gedaan hebt krijg je direct met de klabatse. Aan het eind overlijd zijn moeder en daar is hij diep van onder de indruk. Nu moet hij thuis veel klusjes doen. Thema: Ik denk dat het thema is ellende. Maar ook wel weer liefde. Omdat er eigenlijk wel veel ellende was in het gezin Bartels. Maar er was ook veel liefde tussen Bartje en zijn moeder. Dus ik denk dat het een beetje allebei is. Tijd: Het boek speelt zich af in Drenthe. In een arbeidsgezin. Rond het jaar 1925. Ik heb het jaartal van Internet gehaald. De rest stond in het boek. Want in het boek staat. Als Bartje tot rust wil komen loopt hij de straat uit en dan loopt hij tussen de Drentse weiden en daar komt hij helemaal tot rust. Tijdsduur: De tijdsduur van Het verhaal is ongeveer in 7 jaar geschreven. Want het gaat er helemaal over hoe Bartje opgroeit.
Tijdsprong: Er zitten vooruitzichten en terugblikken in het boek. Want toen bartjes moeder overleden was. Dacht Bartje nog terug aan de tijd dat zijn moeder nog leefde. Toen hij jong was dacht hij ook wel eens was ik maar zo oud als Arie. Dan kan ik net zon kattenkwaad uithalen. Plaatsen: Het verhaal speelt zich af in het Drentse platteland. Het echte dorp wordt niet genoemd. Chronologisch: In het boek zitten ook terugblikken. Dus het verhaal is niet chronologisch. Want Bartje denkt. Wat was die tijd mooi toen moeder nog leefde. Jammer dat ze nu dood is. Hoofdpersoon: De hoofdpersoon uit het boek is Bartje. Omdat hij er het meest in voor komt en het draait om hem. Bartje is een jongen met blond haar. Altijd oude kleren aan. En hij loopt vaak op klompen. Andere personen: Bartje, Lammechien, Arie, Vader, Moeder, Sikko, Pikka, Cor, Boer Wapse, Grietien, Opoe tjobber Persoon beschrijving: Ik beschrijf de vader van Bartje. Het is een man met oude kleren aan vaak op de klompen haar door de war. Kijkt boos uit. Maar is wel vriendelijk. Heeft vaak een blouse aan. Perspectief: Het is een hij / zij verhaal omdat: er niet steeds ik wordt gezegd maar Bartje... bijv. Nu moet Bartje net doen alsof het doodgewoon is dat hij niet meer in zijn nest ligt.
Beeldrijk: Het verhaal is erg beeldrijk want er is zelfs een film van. Ik zie het zo voor me dat hij met zijn broer Arie in de sloot zit te wachten op iemand om die dan te laten schrikken. Ongeloofwaardig: In het verhaal kan ik eigenlijk niet iets ongeloofwaardigs vinden. Dus ik vind dit boek geloofwaardig. Werkelijkheid: Ik vind dat het een realistisch boek is omdat het allemaal zo kan gebeuren. Samenvatting: Het boek gaat over Bartje die opgroeit in Drenthe. Zijn vader werkt bij een boer die hard moet werken voor een klein beetje geld waar het gezin maar net van rond kan komen. Als Bartje op een dag ziet dat ze bruine bonen eten vraagt hij gelijk aan zijn moeder of hij het prakje van gisteren nog mag hebben na lang zeuren mag dat. Maar als ze gaan eten denkt Bartje: wanneer komt mijn prakje nou? Als moeder dan de bruine bonen op zijn bord wil scheppen trekt hij snel zijn bord weg. Zijn moeder word dan erg boos maar Bartje zegt: ik kreeg het prakje van gisteren maar moeder zegt denk jij dat ik tijd heb om prakkies op te warmen! Je eet maar bruine bonen! Als Bartje dan moet bidden doet hij dat niet. Vader wordt boos op hem omdat hij niet wil bidden. Als de boer waar vader werkt die ook hun huisbaas is zelfmoord pleegt. Moeten ze wachten of de nieuwe boer vader nog wel als arbeider wil. een Groningse boer koopt de boerderij en die wil ook vader wel in dienst hebben en ze mogen gewoon in het huisje blijven wonen. Bij de boer heeft vader het niet naar zijn zin. Bartje en zijn broers kunnen niet opschieten met het zoontje van de boer. Om Sikko zo heet het zoontje een keer voor gek te zetten. Laten ze Sikko een keer een liedje zingen. waarin Pikka wordt uitgescholden terwijl ze bijna achter Sikko loopt. Sikko weet dat niet. Sikko krijgt van Pikka een pak rammel. Lammechien kreeg een vriend die elektricien is . Hij belooft aan vader een baan in de stad in de zuivelfabriek. Vader wil dat wel. Vader is blij dat hij een ander baantje kan krijgen. De boer wil dat Bartje gelijk straf krijgt omdat Sikko dat liedje moest zingen van Bartje. Omdat vader en de boer ruzie hadden. Krijgt vader gelijk ontslag en moet binnen een week het huis uit. Het baantje op de zuivelfabriek gaat niet door en de familie moet verhuizen naar het armenhuis. Op een avond komt Boer Wapse langs. Boer Wapse is voorzitter van het schoolbestuur van de Gereformeerde school. Hij wil vader als knecht in dienst hebben, als de kinderen van de familie naar de gereformeerde school gaan. Ze gaan nu naar de hervormde school. Maar nu ze in het armenhuis wonen, gaan ze niet vaak meer naar de kerk. Vader geeft toe aan het verzoek van Boer Wapse. Vijf kinderen van de familie gaan naar de andere school, waardoor het kinderaantal daar weer voldoende is om een meester te houden. Doordat vader weer werk heeft kunnen ze het armenhuis verlaten. Moeder krijgt dan weer een kind, Grietien. Na de geboorte van een dood kindje. Wordt moeder ziek. Ze heeft koorts. De volgende morgen moet iedereen afscheid van moeder nemen. Een paar dagen later is de begrafenis van moeder. Net voor die dag wordt er bij de kruidenierswinkel ingebroken. Het blijkt dat Arie, de Broer van Bartje dat gedaan heeft. 's morgens wordt hij opgehaald door de veldwachter. Nu moeder overleden is komt Lammechien terug in huis om het huishouden te doen, 's avonds gaat ze naar de stad. S’nachts droomt Bartje over een meisje, dat hij Hildegard noemt. Vader trouwt met Geesse Vlot. Bartje gaat van school af en gaat werken bij de boer waar zijn broer stopt. Christelijk: Je kunt de schrijver wel christelijk noemen want: er wordt niet gevloekt in het boek en ook niet gescholden. Dus ik denk dat de schrijver wel christelijk is.
Bijbelse boodschap: Ik denk wel dat de personen rekening houden met een bijbelse boodschap. Want als Bartje een zonde had gedaan dan vroeg hij altijd direct om vergeving van wat hij had verkeerd gedaan. Sfeer: De sfeer van het boek is: pessimistisch want zijn vader was altijd boos. Maar Bartje zelf was wel altijd vrolijk. Treffen: Ik ben door dit boek niet getroffen. Dus ik kan niet antwoorden op deze vraag. Gevoel: Mijn gevoel bij dit boek is ontspannen. Het was gewoon leuk om dit verhaal te lezen. Hoe ze vroeger leefde.