De flaptekst;
Acht jongeren in een psychiatrische jeugdkliniek, één heeft er een boek over geschreven…
Feit en fictie wandelen hand in hand door dit verhaal dat zich afspeelt in een psychiatrische jeugdkliniek in de jaren negentig. Acht bewoners zijn in een groot huis tot elkaar en het leven veroordeeld. Hoe overleef je op een plek waar niets is wat het lijkt en waar de wereld, gezien door jouw ogen, een illusie is?
Eerste zin;
‘Fan-tas-tisch!’
Samenvatting
;
Frank is de hoofdpersoon in dit boek. Hij zit in een jeugdkliniek door zijn jeugd. Frank staarde naar buiten en vroeg zich af hoe hij daar was gekomen. Frank keek graag naar buiten, omdat dat een manier was om weg te dromen van de realiteit waarin hij zich bevond. Over vier maanden werd hij achttien. Zijn ouders zijn omgekomen bij een auto-ongeluk toen ze op weg waren naar skivakantie. Na de begrafenis was hij ineens wees en dat was een rol die hem niet goed paste. Hij was woedend, op alles en iedereen, maar voornamelijk op het leven. Hij moest wonen bij zijn tante en oom (Tante Riet en Oom Jo). Op een dag ( toen Frank buiten bezig was ) stond het huis in brand. De reddingsdiensten kwamen er al snel aan, maar het was al te laat… Tante Riet en Oom Jo waren overleden.
Toen Frank aankwam in het jeugdkliniek kreeg hij een mentor genaamd Bea. Bea geeft hem een rondleiding van het gebouw. Frank ging naar de woonkamer om wat muziek te gaan luisteren toen opeens Felix schreeuwde dat hij zijn cd’s moest loslaten. Toen kwam Erik (een begeleider) de woonkamer in en sleurde Felix en Frank naar de hal en toen hij wegliep zei Felix dat het hem speet en dat de reden is dat hij zo schreeuwde is omdat je niet veel voor jezelf mag hebben en hij had dat met zijn eigen zakgeld gekocht. Een paar minuten laten moesten ze in de woonkamer komen om in een kring te gaan zitten om elkaar voor te stellen. Alle namen van de mensen die daar wonen heten Frank, Thea, Fenna, Mirjam, Felix, Joachim, Reinout en Quintin.
Frank kreeg flashbacks van toen hij een kind was. Zo komen we erachter dat hij ooit een zusje had. Dat zusje was nog maar vier jaar oud en overleed in haar slaap.
Na het avondeten gingen alle bewoners in het jeugdkliniek met zijn allen tv kijken. Ze hadden standaard dagen over wie mocht bepalen wat ze gingen kijken. Zodat ze geen ruzie zouden maken over wanneer wie het tv programma mocht beslissen. Uiteindelijk werd er gekozen om een film aan te zetten omdat bijna niemand een tv-programma leuk vond. Daarna moesten ze naar hun kamer, maar voordat ze naar boven mochten moesten ze eerst hun pillen innemen. Frank was als laatste aan de beurt en weigerde om zijn pillen in te nemen, omdat hij vond dat hij ook wel zonder slaappillen kan. Erik is hier niet blij mee en roept Bertram erbij. Frank heeft geen kans tegen hen allebei dus hij neemt zijn pillen in en gaat naar bed.
We maken kennis met een nieuw persoon, Fenna. Fenna kwam in het trappenhuis Thea tegen. Thea laat haar in haar kamer komen en laat zien dat in haar nachtkastje een plastic kokertje zit. Ze blowd. Ze stopt het kokertje weer weg en ze vraagt of ze naar muziek wil luisteren. Ze gaan dan samen liggen op hun rug en ze luisteren naar de muziek.
In de ochtend gaan ze met zijn allen ontbijten. Vandaag is het de eerste dag school voor de nieuwkomelingen. Na het ontbijt krijgen ze 20 minuten om naar hun kamer te gaan en zich klaar te maken voor school. Toen ze eindelijk in de klas zaten gaf Klaas uitleg over de regels aan de nieuwelingen. Hij zette de leerlingen aan het werk. Na een tijdje vraagt Mirjam of ze naar het toilet mag. Toen ze op weg was naar het toilet, herinnerde Klaas zich dat het toilet niet meer werkt in de school, dus dan moeten ze naar degene in het ‘huis’. Daar kwamen ze te laat achter en opeens hoorde ze Mirjam schreeuwen. Toen Klaas bij Mirjam was, bood hij zijn excuses aan.
Mirjam krijgt een flashback over haar verleden. Haar moeder is erachter gekomen dat ze borstkanker heeft. Ze heeft dus niet zo lang meer te leven. Haar vader verlaat de moeder kort daarna en gaat achter de buurvrouw aan. De moeder is gebroken door het nieuws en ligt elke dag te braken in haar bed. Op een dag lag ze zelfs in haar eigen ontlasting. Mirjam moet dag en nacht voor haar moeder zorgen en op een gegeven moment trekt ze het niet meer en trekt ze zich terug. Toen kwam de verpleegkundige en hielp de moeder met haar schoonmaken.
Alle acht de bewoners gaan in een busje dat Erik rijdt. Met het busje gaan ze naar het ziekenhuis waar ze PMT (psychomotorische therapie) krijgen. Het is vandaag de finale volleybal. Quintin en Mirjam zijn de finale spelers. Mirjam wint uiteindelijk en gooit de laatste bal zo hard, dat Quintin een bloedneus krijgt. Ze gingen weer in het busje en toen ze weer ‘thuis’ waren vroeg Erik aan Mirjam wat ze wou eten. Dat mocht ze van Erik beslissen, omdat ze had gewonnen. Mirjam koos voor pannenkoeken.
Thea ging naar de telefooncel om met haar vader te bellen. Thea krijgt dan een flashback. Thea haar moeder is verdwenen uit haar leven toen ze vijf was. Thea’s vader was dus ook echt haar held. Ze deden alles samen en op een dag kwam haar vader met twee kaartjes voor een concert van Prince. Thea was een hele grote fan van Prince zijn muziek. Haar vader stapte op zijn fiets en ging naar zijn werk. Nadat Thea haar boterham op had, stapte ze zelf ook op de fiets om naar school te gaan. Onderweg werd ze tegengehouden door een rood lint. Achter dat lint was een meneer van de ambulance iemand aan het reanimeren. Thea was bevroren in haar voetstappen toen ze de fiets herkende.. Het was haar vader. Thea belt elke keer haar vaders nummer terwijl hij niet meer leeft. Het antwoordapparaat neemt dan elke keer op.
S’ochtens bij het ontbijt was er ineens een man binnen gekomen, hij had zich voorgesteld als ‘dokter Rozema’ en was de gezinstherapeut. Quintin mag met zijn hele familie op een sessie gaan maar ter voorbereiding blijft dokter Rozema bij hem voor het hele weekend. Alleen wilde Quintin dat niet en hij ging smoesjes bedenken om er onderuit te komen. Nadat Quinton naar zijn kamer was gegaan, zag hij dat Fenna naar de zolder ging en hij ging haar achtervolgen. Ze hadden een gesprek over het leven en dat ze elkaar niet kwijt willen raken.
Frank verveelde zich en ging op zoek naar dingen die hij zou kunnen doen. Hij liep het schuurtje in dat was bedoeld voor Joachim als hij alles kapot wilde slaan. Frank ging zitten en raakte iets met zijn linkerpink aan. Na het een paar keer hebben aangeraakt wist hij dat het een skateboard was. Hij ging ermee naar buiten en ging ermee spelen. Toen hij klein was had hij er zelf ook een en hij ging er sprongen in de lucht mee maken.
Opeens hoorde hij Joachim vragen of hij dat hem wilde leren. Frank probeerde Joachim te leren hoe je op een skateboard moest staan toen Erik schreeuwde dat hij er vanaf moest komen. Joachim zei dat hij dat niet ging doen en er brak een gevecht uit. Meerdere mensen kwamen kijken naar het gevecht tussen Joachim en Erik toen Bea naar buiten kwam met een spuitje. Alleen het spuitje ging niet in Joachim maar ze spoot hem in Frank zijn arm. De stugge mouwen werden over zijn armen getrokken en de leren riempjes op zijn rug werden zo strak mogelijk vastgemaakt. Met zijn armen gekruist op zijn borst kon hij geen kant meer op. Frank werd meegesleept naar een isoleercel en het werd op slot gedaan.
Frank gaat een praatje maken met de dokter. De dokter vraagt hem om zijn zusje. Frank gaat hem uitleggen wat er is gebeurd in zijn jeugd toen zijn zusje er nog was. Hij moest bijvoorbeeld van zijn moeder meisjes kleding dragen en lang haar hebben zodat zijn moeder zijn haren zou kunnen kammen.
Felix krijgt een flashback over zijn jeugd. Zo kom je erachter dat zijn ouders getrouwd zijn maar nooit van elkaar hebben gehouden. Felix zijn ouders maken dagelijks ruzie en de politie komt er heel vaak langs doordat de buren ze bellen. Hij werd vernoemd naar het pak kattenvoer dat in de gootsteenkast stond. Zijn ouders deden drugs en vielen daarna elke keer flauw. Nadat ze flauw waren gevallen, pakte Felix de overige drugs en verkocht het om een cassettebandje ervan te kopen. Uiteindelijk had hij het gekocht, maar zijn vader kwam er achter dat hij hun drugs had gestolen en had verkocht. Zijn vader had hem voor het eerst geslagen en deed dat voor een lange tijd. Op een gegeven moment ontsnapte hij en ging in de trapkast luisteren naar zijn muziek met zijn handen over zijn koptelefoon terwijl er bloed langs zijn handen liep.
Erik was op vakantie gegaan en had zijn vakantie verlengd met twee weken, maar hij is nooit meer teruggekomen. Toen de inwoners moesten slapen weigerden Frank en een paar anderen om hun medicatie in te nemen. Fenna’s manier is van tevoren veel thee drinken om vervolgens twee vingers in je strot te duwen en dan kots je het vanzelf uit. Joachim liep op de gang toen hij werd geroepen door Thea. Ze gingen samen naar Thea’s kamer en ze gingen wiet roken. Joachim legt uiteindelijk uit dat hij altijd boos is doordat hij altijd de schuld van alles krijgt terwijl dat meestal niet zijn fout is. De bewoners hebben te horen gekregen dat Joachim zijn verzorgsters heeft gedood. Thea vraagt daarnaar en Joachim wordt boos, want hij zegt dat hij dat helemaal niet heeft gedaan en dat hij niet eens in de buurt was toen het gebeurde.
Vandaag was de dag dat Quinton met zijn gezin mocht praten. Quinton was het helemaal vergeten en hij had er helemaal geen zin in. Niemand mocht ook achter zijn geheim komen, dat zorgt alleen maar voor nog meer ellende. Het gesprek verloopt moeizaam. Quinton was vroeger ook een dief en het begon allemaal bij zijn moeders portemonnee. Hij kwam vroeger ook altijd in vechtpartijen en het maakte hem niet uit wie het was. Quinton kreeg nog een flashback van vroeger. Hij viel van een hele grote en lange trap. Toen hij wakker werd lag hij in een soort kist, maar hij wist niet precies in wat. Toen hoorde hij zijn ouders en werd uit een machine getrokken. Zijn ouders probeerden hem gerust te stellen dat alles goed kwam en dat hij stil moest blijven liggen. Quinton ging weer de machine in en op dat moment was hij bang geworden voor kleine ruimtes en vind het vreselijk om in kleine ruimtes te zitten. Toen kwam hij weer terug naar de realiteit. Hij vertelt aan de dokter dat zijn vader hem heeft leren autorijden toen hij kleiner was. Later zei hij dat hij precies zoals zijn broer wou zijn, doordat hij een geweldige vriendengroep heeft, die samen mooie dingen beleven. Zijn broer is ook gewoon wie hij is en vindt dat anderen het er maar mee te doen hebben.
Klaas had zich ziek gemeld en het hele schoolprogramma werd omgegooid. Ze moesten vandaag namelijk naar het PTM en de bewoners vonden dat niet zo leuk. Guus is de nieuwe begeleider en hij ging alvast in de bus zitten om ze erheen te vervoeren. Guus had post mee dat hij moest wegbrengen dus hij stapte de bus voor een paar minuutjes uit. Quintin gaat voor de grap achter het stuur zitten en kijkt in het dashboard om wat eten te zoeken, want ze hebben honger. Er klopt opeens een agent op het raam en hij doet het raampje naar beneden. De agent zegt dat je daar niet mag parkeren en vraagt of Quinton het busje wil verplaatsen. De agent dacht dus dat hij oud genoeg was om te rijden. Quinton maakt de keuze om het busje niet alleen te verplaatsen, maar hij rijdt er helemaal mee weg. Hij rijdt naar een strandje dat ongeveer dertig minuten weg is, omdat hij daar vroeger altijd met zijn ouders kwam. Toen ze aankwamen gingen ze met zijn allen naar de vis tent en later in het water staan. Quinton begon Felix te leren hoe je moet rijden. Felix zei dat hij de schuld op zich zal nemen. Quinton begon naar huis te rijden en een paar kilometer van huis wisselden Quintin en Felix om. Felix begon vervolgens te rijden en zette de bus neer bij hun huis. Felix begon als een gek uit het busje te rennen en werd opgepakt door Bea. De rest van de bewoners deden alsof Felix gek was geworden en dat hij hen had gekidnapt. Later in de avond om 04:00 's nachts gingen alle bewoners op zoek naar Felix, omdat hij opgesloten werd door de begeleiders in een isoleercel.
Iedereen lag al in bed toen Reinout op de gang liep. Opeens hoorde hij Thea vragen; ‘Wie hebben we daar?’ Hij schrok zich rot en Thea pakte zijn arm vast en trok hem in haar kamer. Ze gaf hem een jointje en Reinout zei: 'Er zijn zoveel dingen die ik zou willen doen, maar iets houd mij tegen, tenminste zo voelt het.’ Thea vraagt of hij dood wil. Reinout beantwoordt haar met: ‘Nee, ik ben gewoon verdrietig, boos, bang, alles tegelijkertijd. Ik wil niet dood, maar lijk ook niet echt te mogen leven, tenminste, zo voelt het.’ Thea gaf hem een kus op zijn lippen, omdat ze weet dat hij nog nooit heeft gezoent en ze wou hem een herinnering geven die zijn leven lang met hem meegaat.
Quintin krijgt een flashback van alle herinneringen van vroegere verjaardagsfeestjes en logeerpartijen. Hij werd eigenlijk nooit uitgenodigd en op een dag op school had hij genoeg en probeerde hij zichzelf te vermoorden. Gelukkig vond een docent hem op tijd en stopte hem. De hele tijd moest iemand op hem letten. Niemand mocht hem uit het oog verliezen.
Quintin mocht naar huis voor het weekend. Quintin zat met Fenna op zijn bed en Quintin wilde haar niet loslaten. Fenna opende haar mond en zei de enige zin die ze ooit aan Quintin had verteld: ‘Vertel ze dat ik verliefd werd op de dood, omdat het leven mij bleef afwijzen.’ Die zin zal met Quintin zijn hele leven meegaan.
Zijn vader haalde hem de volgende ochtend op en toen ze bij hun huis kwamen, waren er drie politieauto's. Zijn medebewoners zitten allemaal in de woonkamer. Quintin begon te hyperventileren toen hij hoorde dat Fenna was overleden.
Fenna ging Bea helpen met eieren uit het kippenhok halen. Toen Bea haar alleen liet, liep ze naar het treinstation naast hun verblijf. Ze stapte zonder enige aarzeling onder de trein. Bea was haar snel gevolgd toen ze erachter kwam dat ze niet meer bij het kippenhok was en schreeuwde ‘Fenna, nee!’. Fenna draaide zich om en glimlachte naar Bea.
Frank moest weer met dokter Gijsbrandt praten. Hij vroeg hem de hele tijd over zijn zusje, maar Frank wou het niet over haar hebben. Uiteindelijk kreeg de dokter te horen van hem dat zijn zusje’s naam ‘Fenna’ is. Dokter Gijsbrandt vroeg aan Frank: ‘Fenna bestond dus echt in jouw beleving?’ Waarop Quintin reageerde: ‘Heeft u goed naar uw eigen bandjes geluisterd? Natuurlijk bestond ze, ze was net zo echt als de anderen, ook al zaten ze allemaal in Frank.’ Quintin keek naar het gat in de deur en liet alle facetten van Frank’s personages de revue passeren.
Personages;
De personages die in het boek voorkomen zijn;
Begeleiders: Erik, Bertram, Bea, Klaas, Guus en Doctor Rozema.
Jongeren: Frank, Quintin, Felix, Reinout, Thea, Joachim, Mirjam en Fenna.
Het gezin van Quintin, dus vader, moeder, broer en zus.
De hoofdpersoon is Frank en Fenna. Je krijgt het boek ook te lezen vanuit hun perspectief.
Erik
is een van de begeleiders in het verblijf van de jongeren. Erik heeft geen goede band met de jongeren. Hij is het op een gegeven moment ook zat en hij neemt ontslag. Hij heeft weinig geduld en vind het helemaal niet leuk om daar te werken. De jongeren halen ook vaak grappen met hem uit, vandaar dat hij ook vaak chagrijnig is.
Bertram
is een begeleider in het huis die ervoor zorgt dat de dagelijkse gang van zaken goed loopt. Hij zorgt ervoor dat iedereen op tijd naar bed gaat en dat iedereen netjes zijn corvee doet. Hij heeft zwart, grijs haar en een keurig getrimd sikje.
Bea
is een begeleider in het verblijf van de jongeren. Ze werkte daar ongeveer zes weken in het boek. Bea is net een nieuwe begeleider in het boek, wat betekent dat het boek ook over een tijdsperiode van iets meer dan zeven weken is. Over het algemeen is ze heel rustig en heeft ze veel geduld met de jongeren daar. Ze heeft dan ook een goede band met de jongeren daar.
Klaas
is de docent in hun school. Hij is ook degene die de regels uitlegt. Klaas is iemand die voor iedere leerling een oplossing voor hun probleem zoekt. Tegen Joachim heeft hij gezegd dat hij in het schuurtje achter het kippenhok alles bont en blauw mag slaan zodat hij gecontroleerd met zijn gevoelens om kan gaan. Tegen Fenna heeft hij gezegd dat er een kast vol met boeken is die ze zou kunnen organiseren omdat Fenna daar rustig van wordt.
Guus
is de begeleider voor de bewoners voor een dag. Je komt dus niet veel te weten over hem.
Dokter Rozema
is de familie therapeut voor Quintin en aan het eind van het boek maakt hij ook meerdere praatjes met Frank.
Frank
is de hoofdpersoon in het boek en hij is een vrolijk ventje met lange blonde haren en helderblauwe ogen. Hij woont nu in een jeugdkliniek en hij maakt kennis met de bewoners die daar wonen. Hij haalt graag grappen uit met Quintin. Als Frank in een nieuwe ruimte komt, dan moet hij de plafondtegels tellen om zichzelf rustig te maken. Dit incident komt meerdere keren in het boek voor. Frank heeft een psychische aandoening waardoor hij meerdere personages in zich heeft. In het boek is hij Frank, Reinout, Joachim en Fenna.
Reinout stelt zijn vader voor. Zijn vader was dus een persoon die de hele tijd aan het schelden was. Hij heeft zijn gedrag dus omgezet in een personage dat hij dus heeft. Joachim moet zijn oom voorstellen. Dat betekende dus dat zijn oom alles kort en klein kon slaan zodra hij boos was. Hij was altijd zo boos omdat hij altijd de schuld van alles krijgt terwijl dat meestal niet zijn fout is. Fenna is de overleden tweelingzus en een personage dat in Frank leeft. Dat komt vooral doordat zijn moeder Frank altijd meisjes kleren aandeed na de sterfte van Fenna (het echte zusje van Frank). Voordat de echte Fenna dood was, was ze dus een rustig meisje dat niet veel sprak. En dat heeft Frank overgenomen in dat personage dat hij heeft.
Quintin
wil, net als Fenna, al jarenlang dood. Quintin heeft een goede relatie met iedereen. Vooral met Fenna. Aan het einde van het boek kom je erachter dat ‘Fenna’ in Frank zit. Daarom denk ik dus eigenlijk dat Quintin gay is doordat hij verliefd is op een jongen, maar alleen als hij zich als Fenna gedraagt. Hij is heel sarcastisch en haalt vaak grappen uit met anderen. Toen hij jonger was, had hij zichzelf proberen te vermoorden en die gedachten van zelfmoord zijn nooit weggegaan. Quintin is ook claustrofobisch, wat inhoudt dat hij niet in te kleine ruimtes kan zijn. Dit was allemaal begonnen op de dag dat hij van een hele grote lange trap af viel. Toen hij wakker werd lag hij in een soort kist, maar hij wist niet precies in wat. Toen hoorde hij zijn ouders en werd uit een machine getrokken. Zijn ouders probeerden hem gerust te stellen dat alles goed kwam en dat hij stil moest blijven liggen. Quinton ging weer de machine in en op dat moment was hij bang geworden voor kleine ruimtes en vind het vreselijk om in kleine ruimtes te zitten.
Felix
word boos als je aan zijn spullen zit. Vooral zijn cd’s. Dat komt omdat ze in dat huis al weinig eigen spullen mogen hebben en hij heeft die cd’s met zijn eigen zakgeld gekocht. Ze betekenen dus veel voor hem. Hij doet er ook alles aan om ze heel te houden en wordt gestrest als er een kans is dat ze gebroken zijn.
Reinout
is een persoon die vaak uit het niets begint te schelden. Hij kan het niet helpen om te schelden in verschillende tijden. Reinout schreeuwd vaak scheldwoorden uit terwijl dat niet zijn bedoeling is. Hij kan er niks aan doen. Reinout is een personage dat in Frank leeft. Reinout moet zijn vader voorstellen. Zijn vader was dus een persoon die de hele tijd aan het schelden was. Hij heeft zijn gedrag dus omgezet in een personage dat hij dus heeft. En dat personage heeft hij Reinout genoemd.
Thea
belt de hele tijd met haar vader. Nou is haar vader overleden, waardoor ze elke keer antwoord krijgt van de antwoorden apparaat. Dat doet ze juist expres, want dan kan ze haar vaders stem horen. Haar vader heeft namelijk een tekst in de antwoorden apparaat waardoor je zijn stem hoort zodra hij over op de voicemail gaat. Het bericht luidt als volgt: ‘Hallo, dit is het antwoordapparaat van Bram en Thea, we zijn er momenteel niet, als je een boodschap achterlaat bellen we je zo snel mogelijk terug…’ Voor de rest is ze een vrolijke meid die graag met haar bewoners omgaat. Ze kan het goed vinden met iedereen.
Joachim
is een persoon die moeite heeft met het omgaan met zijn boosheid. Zodra hij boos wordt kan hij met dingen gaan gooien en schreeuwd het uit. Zodra je hem boos maakt, dan moet je uitkijken (dat is ook wat alle andere jongeren deden zodra hij boos was). Joachim is een personage dat in Frank leeft. Joachim moet zijn oom voorstellen. Dat betekende dus dat zijn oom alles kort en klein kon slaan zodra hij boos was. Hij was altijd zo boos omdat hij altijd de schuld van alles krijgt terwijl dat meestal niet zijn fout is.
Mirjam
heeft een kort geknipte pony, rond brilletje met dikke glazen en veel acne. Ze heeft ook smetvrees en dat komt doordat toen haar moeder ziek was, moest zij voor haar zorgen en haar moeders was altijd heel vies en op een gegeven moment trok ze het niet meer en stopte ze met haar moeder schoonmaken. Mirjam draagt daardoor ook dagelijks blauwe latex handschoenen. Door het boek heen leert ze met haar smetvrees omgaan en later in het boek laat ze haar handschoenen ook liggen in de bus.
Fenna
is een persoon die rustig wordt door opruimen. Tijdens de eerste dag van school verwees Klaas haar naar een kast om op te ruimen en ze werd er heel relaxed van. Fenna wil, net als Quintin, al jarenlang dood. Fenna is het zusje van Frank. Daar kom je pas achter op het einde van het boek. Alleen het zusje van Frank (Fenna) is al jarenlang dood. Fenna is dus een personage dat in Frank leeft. Dat komt vooral doordat zijn moeder Frank altijd meisjes kleren aandeed na de sterfte van Fenna (het echte zusje van Frank). Voordat de echte Fenna dood was, was ze dus een rustig meisje dat niet veel sprak. En dat heeft Frank overgenomen in dat personage dat hij heeft.
Het gezin van Quintin
maakt zich zorgen over hem. Quintin beschrijf zijn zus als de slimste van allemaal. Ze kan ook heel goed schilderen volgens Quintin. Zijn vader heeft hem leren rijden in een auto. Met zijn moeder zong hij altijd een liedje tijdens het afwassen. Hij vond dat ze een mooie stem had. Quintin kijkt heel erg op naar zijn broer en wil net als hem zijn. Dat komt doordat hij een geweldige vriendengroep heeft, die samen mooie dingen beleven. Zijn broer heeft lang, golvend haar dat lijkt op een rockstar. Zijn broer is ook gewoon wie hij is en vindt dat anderen het er maar mee te doen hebben. Quintin zegt ook: ‘Ik zou willen dat ik mijn broer was.’ (Hoofdstuk ‘De zondeval’ op bladzijde 181)
Quotes;
‘Godverdetyfus, ik ben Reinout, ik heb Gilles en la Tourette en ik woon hier omdat ik wil leren hoe ik mijn gevloek en gescheld onder controle kan krijgen, Jezus is een mietje, godverdomme!’Onder hoofdstuk 'Kring' op bladzijde 33.
Een van de redenen dat we dit citaat hebben gekozen is omdat het belangrijk is om te weten waarom Reinout zo reageert en dat hij er niks aan kan doen. Verder in het boek zal je het ook zeker een stuk vaker krijgen dat hij op willekeurige momenten scheldwoorden of ongepaste dingen zegt.
‘Ze belde naar huis, naar haar vader… Het antwoordapparaat nam op. ‘Hallo, dit is het antwoordapparaat van Bram en Thea, we zijn er momenteel niet, als je een boodschap achterlaat bellen we je zo snel mogelijk terug…’’ Onder hoofdstuk ‘Eitje tik’ op bladzijde 115.
Thea is een meisje dat telkens haar vader belt. Voor deze zinnen wordt uitgelegd wat er met haar vader is gebeurd. Hij is overleden… Vanaf het begin van het boek merk je al dat je elke keer leest dat Thea haar vader wil bijpraten met wat er gebeurt in haar leven. Deze zin legt dus eigenlijk uit wat er gebeurt met haar berichten en hoe belangrijk haar vader nog steeds voor haar is. Eerder in het boek (Hoofdstuk ‘My little pony’ bladzijden 76 de laatste zin) hoorde Frank haar ook praten tegen haar vader: ‘Frank keek vanaf de balustrade naar beneden, de deur van de telefooncel stond open en hij hoorde Thea zachtjes praten: ‘Goedemorgen papa, ik wilde je stem even horen…’’
‘De schroevendraaier was dwars door het harde plastic geramd, de laser van de cd-speler werd door de punt van het stuk gereedschap doorboord en Felix’ grote trots was al vernietigd voor hij er ook maar een seconden van kon genieten.’ Onder hoofdstuk ‘Gevonden voorwerpen’ op bladzijde 148.
In het begin van het boek wilde Frank Felix zijn cassettebandje en cd’s aanraken. Toen Felix hier achter kwam, werd hij ontzettend boos. De reden waarom hij zo boos werd, wordt in dit citaat uitgelegd. Het is van een flashback toen zijn vader zijn nieuwe cassettebandje sloopte voordat hij er van kon genieten. Felix baalde hier ontzettend van en is dus heel erg voorzichtig met zijn cd’s en niemand mag ze ook aanraken.
Thematiek;
Het thema van dit boek is psychische aandoeningen en dat komt doordat er meerdere personages in Frank spelen. Ook is dat het thema doordat het boek gaat over acht jongeren in een psychiatrische jeugdkliniek. Je merkt het vooral aan Reinout, doordat hij soms uit het niets scheldt. Aan het einde van het boek kom je er dus ook achter dat Frank ook psychisch niet helemaal goed is, doordat er meerdere personen in hem leven. Zoals; Reinout, Fenna, Joachim en dan nog Frank zelf. We zien hem in het hele boek als Frank maar op de laatste bladzijden wordt het duidelijk dat meerdere dingen die gebeurd zijn ook kloppen. Bijvoorbeeld; In het boek komt een hoofdstuk ‘Ollie’ (vanaf bladzijde 124 tot en met bladzijde 130) voor waar Joachim en Erik in een gevecht komen. Vervolgens komt Bea te hulp schieten en zet een spuitje in Frank in plaats van Joachim. Frank snapte niet waarom hij ervoor werd gestraft en uiteindelijk is het dus duidelijk geworden dat Frank met Erik in een gevecht kwam en dat Joachim weer terug veranderde in Frank voordat Bea het spuitje in hem deed.
Motieven;
Overwinnen van hun angsten is een belangrijk motief doordat Mirjam smetvrees heeft en tijdens P.T.M. vangt ze een bal op die Quintin helemaal heeft afgelikt en ze laat hem niet los. Iedereen is trots op Mirjam dat ze haar grootste angst had overwonnen en ze had de wedstrijd ook gewonnen. Dat laat dus zien dat ze haar smetvrees heeft overwonnen.
Ontsnappen is ook een belangrijk motief in het boek. Ze gaan de bus stelen om voor een dag te ontsnappen van de kliniek. Dat deden ze met zijn allen en ze vonden het allemaal een hele leuke dag. Quintin en Fenna ontsnappen hun problemen ook vaak zodra ze naar het dak gaan. Ze gaan vaak naar het dak om hun problemen te verminderen en om wat rust in zijn hoofd te krijgen. Aan het einde van het boek ontsnapt Fenna ook. Fenna ontsnapt haar/zijn leven door voor de trein te springen.
Het omgaan met problemen. Alle bewoners hebben een eigen manier om om te gaan met hun problemen. Felix doet dat door een leuk liedje op te zetten zodra hij de kans heeft en het helpt Thea om af en toe haar vader te bellen. Dat zorgt ervoor dat ze zijn stem voor heel even kan horen en dan voelt ze zich ook weer gelijk beter.
Motto;
‘You’re only given a little spark of madness. You mustn’t lose it.’
- Robin Williams 2014✝
Dit betekent dat je je leven niet moet kwijtraken over een probleem dat je hebt. Iedereen is gek en dat moet je koesteren. Wij denken vrij negatief over mensen in zo'n kliniek, maar het boek laat ons lezen dat het niet altijd zo is. De personages in het boek zijn namelijk wel positief en leuk.
Opdracht;
Er is geen opdracht aanwezig in dit boek.
Auteur;
Lex Paleaux is degene die dit boek heeft geschreven. Lex Paleaux is geboren in 1977 en hij is een bekende schrijver van Nederlandse boeken. Zijn schrijverscarrière begon op een pagina van een Facebookgroep. Paleaux voelt zichzelf wel al als een gevestigde auteur. In 2023 heeft hij het boek 'Als de dood zucht, houd ik mijn adem in’ gepubliceerd. Dat is niet het enige boek dat hij heeft gepubliceerd. Hij heeft bijvoorbeeld ook ‘Winterwater’, ‘Vlo’ en ‘Het leven is een circus’ geschreven. ‘Winterwater’ en ‘Het leven van een circus’ heeft hij gepubliceerd in 2020 en het boek ‘Vlo’ heeft hij gepubliceerd in 2022. Hij heeft in totaal vier boeken geschreven. Hij is met een vijfde boek bezig dat ‘Liftend naar de hemel’ heet.
Bronnen hiervoor gebruikt;
Lex Paleaux – Uitgeverij In de Knipscheer en boeken van lex paleaux - Google Zoeken
Titelverklaring;
De titel van dit boek is: 'Als de dood zucht, houd ik mijn adem in.’
Quintin zegt op bladzijde 122: 'Als je door ons niet geholpen wil worden,is er nog een plan D.’ Twee regels verder legt hij uit wat plan D is: ‘De ‘D’ van de dood.’
De enige zin die Fenna ooit heeft gezegd is: ‘Vertel ze dat ik verliefd werd op de dood, omdat het leven mij bleef afwijzen.’ en die zin zei ze tegen Quintin.
De dood komt eraan en je probeert het te ontsnappen door je adem in te houden. Dat is waarschijnlijk de reden waarom het boek zo heet.
Structuur en perspectief;
Het perspectief is meervoudig en personaal.
Je krijgt het perspectief vanuit Frank en Fenna te lezen. Het perspectief wisselt meerdere keren, bijvoorbeeld aan het eind van het boek ga je naar het perspectief van Fenna.
‘Frank liep met een chagrijnig gezicht door de binnentuin.’ (Bladzijde 124)
‘Fenna keek naar de deur en stond zachtjes op om de andere niet te storen.’ (Bladzijde 81)
Uit de citaten hierboven kun je dus vinden dat het geen ik-perspectief is, maar ook geen alwetend perspectief is.
Je krijgt flashbacks van; Frank, Mirjam, Thea, Felix en Quintin. Het is dus niet chronologisch verteld.
Het boek heeft 35 hoofdstukken. De hoofdstukken verschillen tussen de 4 pagina's en 13 pagina’s. Het langste hoofdstuk heet: ‘Gevonden voorwerpen’. Alle hoofdstukken hebben ook een naam en die namen hebben allemaal iets te maken met wat er in dat hoofdstuk wordt verteld. Je hebt bijvoorbeeld een hoofdstuk genaamd: ‘Op de goede weg’ (vanaf bladzijde 182 t/m bladzijde 189) In dit hoofdstuk gingen de bewoners de bus van Guus stelen en waren ze ‘op de goede weg’.
Decor;
Het verhaal loopt niet chronologisch. Dat komt door de flashbacks van bijvoorbeeld Frank, Mirjam, Thea, Felix en Quintin. Je krijgt de flashbacks van dat ze kinderen zijn. Het hele boek gaat over een paar weken. Ik gok rond de zeven weken, omdat Bea (een van de begeleiders) net nieuw was komen werken in het begin van het boek. Op een gegeven moment zei ze: ‘Zes Quintin, ik werk hier nu zes weken.’ en dat is op bladzijde 185 van het boek. De leestijd is een paar uur. Ik heb er ongeveer 7 uur over gedaan, maar ik ben een langzame lezer.
Het boek speelt zich af in een jeugdkliniek. Ook gaan ze vaak naar het ziekenhuis om daar P.M.T. te doen. Toen ze de bus hadden gestolen, gingen ze ook naar een strand genaamd: ‘Lauwersoog’. Dat zijn eigenlijk de enige plekken waar ze heen zijn gegaan. Ze mogen natuurlijk niet vrij rondlopen en vandaar dat ze niet op veel plekken zijn geweest. In de flashbacks speelt het zich vaak af in hun eigen huis van toen ze klein waren. Bij Frank was het ook nog zijn tante’s en oom’s huis waar het zich afspeelde. Voornamelijk zijn ze gewoon in de jeugdkliniek. Ze hebben in de jeugdkliniek een isoleercel en er zijn een paar hoofdstukken waarin wordt verteld dat ze daar in zitten. Zoals in het hoofdstuk ‘Ollie’ en ‘Lauwersoog’.
Stijl;
Wat opvalt aan Lex Paleaux zijn schrijfstijl is dat de hoofdstukken niet al te lang zijn, er worden vooral korte zinnen gebruikt en er is geen moeilijk taalgebruik. Het valt op dat er veel humor gebruikt wordt, bijvoorbeeld dat de schrijver plotseling Reinout een onverwachte opmerking laat zeggen. Dat is iets wat het verhaal nog leuker maakt om te lezen. Verder krijg je door het boek heen veel flashbacks waardoor je achter de trauma’s en jeugd van de personages komt. In het hoofdstuk ‘Ik schaam me zo’ vanaf bladzijde 85 krijg je er een van Mirjam haar jeugd en in het hoofdstuk 'Eitje tik’ vanaf bladzijde 108 krijg je over Thea‘s jeugd te horen. Die flashbacks zijn heel belangrijk doordat het aangeeft wat voor trauma’s ze hebben opgelopen als kinderen. Het legt ook vaak de reden uit waarom ze nu in een jeugdkliniek zitten.
In de citaat: ‘Niemand mocht ook achter zijn geheim komen, dat zorgt alleen maar voor nog meer ellende.’ (Op bladzijde 173 hoofdstuk ‘De zondeval’) kan je dus lezen dat zijn taalgebruik niet al te moeilijk is en dat je in principe alle tekst meteen begrijpt.
Slotzin;
“Dat dacht ik al, ik laat het u nog wel eens lezen.”
Deze zin wordt verteld door Quintin.
Beoordeling;
Persoon 1:
Ik vond het een leuk boek. Ik kwam er makkelijk doorheen en het boek hield mijn aandacht erbij. Het is een bijzonder verhaal en vooral door het einde. Door het boek heen had ik al wel zo'n gevoel dat er iets aan de hand was, maar ik had niet verwacht dat Frank 3 andere personen was. Het lijkt me leuk om het boek opnieuw te lezen, omdat je het dan met een heel ander gezicht leest. Mijn favoriete personage is Quintin, doordat hij grappige opmerkingen maakt en hij heeft eigenlijk wel een goede band met iedereen. Bijvoorbeeld op bladzijden 137: ‘Geweldig voor Erik, wanneer mogen wij “een tijdje vakantie”?’ Ik vond het ook leuk om te lezen toen Quintin de bus had gestolen om naar een strand te gaan.
Persoon 2:
Ik heb een hele positieve mening over het boek. De acht jongeren hebben allemaal natuurlijk een rugzakje en ik vind het interessant om te lezen hoe ze daar mee omgaan. En ook wat anderen daar mee doen. Zo kom je naarmate je het boek verder leest meer te weten over bepaalde personages. Soms vond ik het ook wel schokkend om te lezen want dan vind ik dat ze te hard met de kinderen omgingen. Ik vind niet dat je een getraumatiseerd kind in een isoleercel moet doen.
Het boek was goed leesbaar. De schrijver heeft heel losjes geschreven. Af en toe zit er een beetje humor tussen de zinnen waardoor het onderwerp iets minder hard aankomt. Ook kon ik het goed volgen en las ik het snel uit.
Een citaat uit het boek: “En hier slaap je”
Dit is de eerste zin van hoofdstuk 2. Frank krijgt daar een nieuwe kamer en een nieuw 'thuis' te zien. Het lijkt me heel apart om gewoon in een kamer gezet te worden, wetende dat je daar nog wel een tijdje zit. Je kan nergens heen en je hebt bijna niks. Hier begint het eigenlijk ook allemaal voor Frank en hij weet niet wat hem te wachten staat.
Recensies;
‘... Ik heb om sommige situaties hard moeten lachen, zoals die keer dat een van de jongeren, zonder rijbewijs, een bus heeft bestuurd om met zijn allen naar het strand te gaan. Maar de situaties van de jongeren zijn daarnaast ook schrijnend en grijpen je zo nu en dan ook zeker naar de keel. …’
‘... Auteur Lex Paleaux slaagt er vanaf het begin goed in om, heel onnadrukkelijk, acht levensechte jongeren voor te stellen. (…) Hartverwarmend en tegelijk adembenemend, zó realistisch én humoristisch is dit verhaal. …’
Allebei de recensies zijn van deze website;
http://www.indeknipscheer.com/tag/als-de-dood-zucht/
Vragen;
Hieronder staan vijf vragen die iedereen zou moeten kunnen beantwoorden als je het boek heb gelezen:
- Waarom ging Quintin specifiek naar het strand genaamd ‘Lauwersoog’ toen hij de bus had gestolen?
- Wie is er uiteindelijk overleden?
- Waarom belt Thea de hele tijd met haar vader?
- Wie had er smetvrees en wat was de oorzaak daarvoor?
- Wat was uiteindelijk Quintin zijn geheim dat hij niet wilde dat iemand erachter kwam?
Antwoorden van de vragen:
- Quintin ging vroeger altijd naar dat strand met zijn gezin. (Op bladzijde 190; “Lauwersoog, hier ging ik als kind vaak heen met mijn ouders.”
- Frank, Fenna, Reinout en Joachim doordat ze allemaal dezelfde persoon zijn. Fenna is uiteindelijk degene die voor de trein springt, dus ze zijn allemaal gelijk dood.
- Thea’s vader is dood. Ze belt hem de hele tijd om ‘zijn stem te horen’. In het antwoordapparaat heeft haar vader een tekst ingesproken : ‘‘Hallo, dit is het antwoordapparaat van Bram en Thea, we zijn er momenteel niet, als je een boodschap achterlaat bellen we je zo snel mogelijk terug…’’ Op bladzijde 115 kun je dit terug vinden. Zodra Thea haar vader belt, neemt het antwoordapparaat op en dan kan ze voor heel even zijn stem weer horen. Ze belt meestal om te vertellen hoe haar dag was.
- Mirjam is degene die smetvrees heeft. Dat komt door haar zieke moeder. De moeder is gebroken door het nieuws (dat ze borstkanker heeft) en ligt elke dag te braken in haar bed. Op een dag lag ze zelfs in haar eigen ontlasting. Mirjam moet dag en nacht voor haar moeder zorgen en op een gegeven moment trekt ze het niet meer en trekt ze zich terug. Toen kwam de verpleegkundige en hielp de moeder met haar schoonmaken. Sindsdien draagt ze de hele tijd blauwe latex handschoenen.
- Zijn geheim is dat hij gay is. Hij is verliefd op ‘Fenna’, alleen ‘Fenna’ is technisch gezien een jongen. Fenna leeft in Frank en ze is dus een personage in hem. ‘Niemand mocht ook achter zijn geheim komen, dat zorgt alleen maar voor nog meer ellende.’ Op bladzijde 173 (hoofdstuk ‘De zondeval’).
REACTIES
1 seconde geleden