Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

18 adressen door Ed van Thijn

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover 18 adressen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 2449 woorden
  • 19 mei 2005
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
20 keer beoordeeld

Boekcover 18 adressen
Shadow
18 adressen door Ed van Thijn
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De bom Het boek begint met dat er een bom is ontploft, dat kon Ed zich nog heel goed herinneren; de oorlog was begonnen. Ed kan zich lang niet meer alles herinneren van wat er in de oorlog is gebeurd. Ed heeft nog een metalen kistje met allemaal dingen erin van de oorlog (Brieven en foto’s), Ed heeft jaren lang niet in dat koffertje durven kijken, maar in 1999 heeft hij hem toch open gemaakt. Het was erg confronterend wat hij allemaal zag en alles van de oorlogstijd kwam weer boven. Ed heeft het met zijn ouders nooit echt over de oorlog gehad, zijn ouders zijn nu allang overleden. Ed weet niet waar hij allemaal heeft ondergedoken gezeten, maar het zijn in totaal 18 adressen. Het boek gaat over gebeurtenissen die hem altijd zijn bijgebleven. Razzia’s Het is Ed altijd bij gebleven hoe de razzia’s in de straat kwamen, met hun enorme kabaal. Ze wouden Ed en zijn familie ook oppakken, ze deden dat eerst nog niet want Ed was ziek, de razzia’s waren als de dood dat ze ook ziek werden, dus ze kwamen later weer terug om hun dan op te halen. 4 weken later waren ze er weer, ze zijn toen met de trein afgevoerd naar kamp westerbork.
Sterven in Westerbork Ed is 3 maanden met zijn moeder in westerbork geweest. Ed lag in het kampziekenhuis. Het is Ed altijd bij gebleven dat hij een man zag sterven, en dat keer op keer steeds meer mensen stierven. Na zo’n 3 weken kreeg Ed een taak van het verplegend personeel; hij moest patiënten hun behoeften laten doen in een fles. Na 4 weken moest Ed weer terug naar de vrouwenbarak. Overdag moesten alle vrouwen werken en de kinderen gingen naar school. Het kamp was overbevolkt. Op een maandag werden ook Ed en zijn moeder geroepen voor mee in de trein naar Auschwitz, moeder kwam meteen in actie, ze werd meegevoerd voor een gesprek. ( Ze mochten misschien weg omdat vader bij een soort redding’s groep voor joden zat) moeder heeft het toen voor elkaar gekregen dat ze weg mochten. Toen zijn ze dus ook weg gegaan. Toen ze bij het amstelstation waren was vader daar ook, en die bracht hun meteen naar het ziekenhuis toe, voor controle voor besmetting en of ze verder gezond waren. Ambulance Na 3 of 4 dagen waren er al Duitse soldaten bij het ziekenhuis, ze kwamen joden ophalen. Vader had een bordje op de deur van hun kamer gehangen met ”infiziert” erop, zodat de Duitsers op afstand bleven. Toen kwam vader heel snel bij hun en heeft ze op een brancard gelegd, en bracht ze heel snel in een ambulance. Ze reden weg en een paar straten verderop stopte de auto en Ed werd afgezet bij een vrouw (Truus Vermeer). Ed moest toen naar Limburg toe met haar, in de trein. Truus was lid van de verzetsorganisatie die kinderen laat onderduiken. Bij het huis van Truus waren nog veel meer kinderen die ook ondergedoken zaten. Aardappels schillen Het huis “Vermeer” was altijd bomvol met mensen, iedereen had een taak. Ed moest samen met Wim aardappels schillen,, grote hoeveelheden aardappels. Op een keer hadden Ed en Wim ruzie, Ed kreeg een driftbui en viel Wim aan met een mes. Gelukkig gebeurde er niks ernstigs. Vlak daarna moest Ed ergens anders ondergebracht worden, want een dominee die het merendeel van de adressen aandroeg was gearresteerd. ( Een halve eeuw later bij het gouden huwelijks feest van Truus en Cor heeft iedereen elkaar weer terug gezien, alle onderduik kinderen, dat was erg mooi en emotioneel) Schurft Ze werden met 15 kinderen (dat was hun “groepie”) naar een ander onderduik adres gebracht, Ed weet niet heel zeker waarheen, maar ze werden verzorgd door een nonnen. Ze hebben 48 uur in een zwembad gezeten helemaal angstig en verkleumd, daarna zijn ze overgebracht naar een gereformeerde kerk en daarna naar een benzine station, dat hij daar echt geweest is blijkt uit dagboek fragmenten van Salomon Silber. Ed had astma en daarnaast ook nog eens last van schurft, een zuster verzorgde hem heel goed. Ze smeerde hem telkens in met spul daarvoor enz. Na enige tijd werd Ed afgevoerd naar een volgend adres. Brandbommen Ed was ondergebracht bij juffrouw Sprietsma. Op de staatsmijn Hendrik sloeg een verdwaalde bom in. Alles in de onmiddellijke omgeving stond in de brand en er vielen veel doden, dat was op 21 Juli 1944. De ramp gebeurde s’ochtends om 11 uur. Ed rende de straat op, ook al mocht dat niet, maar Ed was natuurlijk erg angstig, en je doet rare dingen in je angst. Overdag mocht Ed nooit naar buiten, Ed werd altijd heel goed verzorgt en hij kreeg ook les van Juffrouw Sprietsma. Ed vond ook nog brieven en rebussen die hij voor zijn ouders heeft gemaakt. S’nachts mocht Ed altijd bij de vrouw in bed slapen, van leeftijd had hij geen enkel benul. Na de brandbom ramp is Ed weer bij familie Vermeer gekomen.
Vislucht Daarna werd Ed ondergebracht bij een mijnwerkers gezin in Treebeek. Overdag was Ed alleen met de dochter, de ouders werkten overdag, Er werd veel zorg aan Ed besteed. Ed werd ook jantje genoemd, dat was zijn soort schuilnaam. Op een gegeven moment toen ze met z’n tweeën overdag alleen waren trok het meisje haar hemd omhoog en liet haar kwaberige onderbuik zien, ze greep opeens Ed zijn hoofd en drukte zijn gezicht tussen haar benen, ze moest heel hard hijgen. Er doordrong een stank van bedorven vis naar Ed zijn adem. Ed ging spartelen en spartelen, maar het hielp niks, na een tijdje liet ze los. Ed weet niet wat het meisje haar ouders heeft verteld, maar de sfeer sloeg om in ijzigheid, Diezelfde avond kwam Cor Grotendorst Ed ophalen. Ja, hij moest weer verhuizen, erg vond hij het niet. De verjaardag Het volgende gezin waar hij heen ging was ook in Treebeek, de mensen waren kinderloos. Ze moesten daar de hele dag door bidden. Ed moest katholiek worden, en wel snel, hij kreeg een cursus. Hij leerde snel. Er was Maria Hemelvaart dag, dat hebben ze uitbundig gevierd. De dag daarna was het Ed zijn 10e verjaardag, Ed was helemaal zenuwachtig, maar er gebeurde niets. Opeens vroeg mevrouw wat ben je stil, wat is er aan de hand? Toen zij die, ik ben jarig. Maar katholieken vieren geen verjaardagen, Ed werd helemaal boos! Hij begon te schelden! Dezelfde avond werd hij opgehaald door Ben Fritz, hij werd weer naar huize Vermeer gebracht. De schietpartij Ed was naar een opvang familie in Overijssel gebracht. Er was een schietpartij geweest, Ed was weer weggerend en later moest hij weer weg. Hij moest naar zijn volgende schuilplaats, een basisschool, hij werd daar verstopt in een kelder. Overdag mocht hij geen kik geven. Dat lukte lang niet altijd, want hij had vaak last van astma aanvallen, daar kon hij dus ook niet langer blijven. Toen brak de agrarische periode aan, hij werd achtereen volgend op drie verschillende boerderijen ondergebracht. Hij mocht vrij rondlopen, hij moest op een stromatras slapen, hij moest slapen op een soort zolder en daarbeneden bevonden zich koeien en varkens. Hij had op de boerderij ook veel speel maatjes. Op een avond zaten ze met z’n allen monopoly te spelen, toen werd er opeens op de deur geklopt, er stonden Duitsers voor de deur, die wouden de nacht daar door brengen. De Duitsers hadden gelukkig niet door dat Ed een jood was. Toen de Duitsers buiten waren werd Ed door de heer des huises meteen weggebracht. Op 13 april 1995 was Ed ter ere van de vijftigjarige bevrijding te gast op zijn onderduik school. Hij werd geconfronteerd met allemaal dingen van vroeger en dat was erg emotioneel. De kast Ed was op de boerderij van de familie Van der Vegt in Oudleusen. Ed draaide de hele dag mee in het boerenbedrijf. Het slachten van dieren vond hij wel wat eng. Maar Ed kon daar zoveel eten als hij zelf maar wou. Ed hielp echt bij alles op de boerderij. Ed had een postzegel verzameling van twee postzegels een zegel met koningin Wilhelmina symbool van het goede, en de tweede zegel met adolf hitler symbool van het kwaad. Ed was samen met een “spoorweg staker” op de boerderij. Op 26 November ging het mis, er stopten overvalwagens voor de deur. Ed en de spoorwegstaker konden ons nog net snel genoeg in de kast verstoppen, gelukkig vonden de Duitsers hun niet. De volgende dag kwamen de Duitsers weer terug, ze kunnen zich weer op tijd verstoppen, maar dit keer vinden de Duitsers hun. Ze worden meegenomen in de al klaarstaande overvalwagens. Vier in een cel Ze waren naar het huis van bewaring in Zwolle gebracht. Hij moest in de gevangenis. De gevangen bewaarder beschermde Ed heel goed, waarschijnlijk omdat Ed nog zo jong was. Ed moest alles afgeven wat van hem was, ook zijn postzegel verzameling, Ed zou bij vertrek zijn spullen weer terug krijgen. Hij kreeg andere kleren, en zijn astma spuitje mocht hij ook houden. Ed moest in cel 1, hij moest de cel delen met 3 anderen. Het was erg klein. Ed had voortdurend last van zijn astma. Ze mochten 2 uur per dag luchten, dan moesten ze rondjes over de binnen plaats lopen. De celgenoten van Ed verzorgen hem heel goed. Ze hadden een schaakmat gemaakt, ze gingen dus hele dagen schaken. Ed mocht s’nachts door de gevangenis heen lopen als hij weer eens last had van zijn astma. Op een keer kwam Ed de gevangenis hond tegen, die was erg gevaarlijk, maar ze hebben hem van de hond gered. Een moment dat Ed zich altijd herinnert is dat er een bombardement was bij een naburig ziekenhuis. Het was dood eng in de gevangenis. Met kerstnacht vierden de bewakers kerst, ze zongen allemaal en ze maakten erg veel kabaal, op een gegeven moment ging een gevangene stille nacht heilige nacht zingen, na een minuut zongen alle gevangenen mee, dat is iets wat Ed nooit zal vergeten. Na een week werd Ed geroepen, hij moest weg van de gevangenis, hij moest weer terug naar westerbork.
Met klompen in de sneeuw Ed was in Assen, hoe hij daar is gekomen weet hij niet meer. Ed moest zo’n 20 kilometer lopen in de sneeuw, op klompen. Het was die nacht erg glad, ze zijn heel erg vaak onderuit gegaan. Ze hebben een nacht op een boerderij geslapen, en zijn daarna doorgegaan naar het kamp, in zijn kampbed is hij meteen in slaap gevallen. Westerbork Ed was in het weeshuis van Westerbork. Ed heeft nu een nieuwe pleegmoeder Judith Mendels. De treinen rijden nu niet meer, alles was veranderd in Westerbork; er waren weinig mensen, de Duitse soldaten waren rustig, het is nu een kamp zonder angst. Ed ging weer naar school, en ze speelden buiten, ze speelden met overgebleven resten van vliegtuigen en elektriciteit draden. Soms werden ze nog opgeschrikt door de lancering van een v-1 of v-2, om hun eraan te herinneren dat de oorlog nog niet voorbij is. Ed kan zich niet veel meer herinneren van deze 4 maanden in westerbork. Hij weer alleen nog wel hoe de bevrijding van Westerbork ging; de beschietingen die de Canadese tanks met witte vlagen tegemoet snelden. De Canadezen die zo aardig waren, die snoep voor ons mee brachten. Na de bevrijding heeft Ed met zijn ouders geschreven, hij wou eerst nog in het kamp blijven bij Judith, waar hij ondertussen erg aan was gehecht, maar een week later kwam Ed zijn van hem alweer ophalen. Het afscheid van Judith en het weer terugzien van vader waren niet vol van verdriet of vreugde. Ed heeft nu geen contact meet met Judith. Ed heeft nog een familie archief van Judith gevonden, maar die is onvoltooid. Het gaat allemaal over de oorlog, en dat ze heel veel kinderen is verloren. Ed vond ook nog dat Judith hoogleraar in de Duitse taal en letterkunde was, en dat ze in 1995 op 89 jarige leeftijd is overleden. ”Het was een bijzondere vrouw” De Auschwitz reis Ed is in de vertrekhal van schiphol, bijna een halve eeuw na de eerste keer dat zijn naam in verband stond met deze bestemming “Auschwitz”. Nu gaat hij erheen uit vrije wil. Eerst durfde hij er nooit heen te gaan, hij verdrong zijn gevoelens. Hij durfde ook nooit naar de Auschwitz herdenking. Maar hij is er toch een keer heen gegaan, met lood in de schoenen, maar het was nog gezellig ook! Ed raakte bij een comité van oud mensen uit de oorlog, die gingen elk jaar naar Auschwitz en ze kwamen altijd vrolijk weer terug. Ed kon daar nooit bij en hij heeft zich voorgenomen nooit naar Auschwitz te gaan, totdat een keer iemand terug kwam van Auschwitz en die vond het vreemd dat Ed daar nog nooit was geweest, en diegene heeft Ed toch overgehaald om hem mee te nemen. Maandag 5 November Ze zijn in Auschwitz. Dinsdag 6 November Ze krijgen een rondleiding van een gids ze zien een berg vrouwen haar, 33000 borstels, al die brillen, en nog veel meer aangrijpende dingen. Ed krijgt erg veel emoties, en hij moet denken aan zijn vrienden, familie die daar zijn vergast. Woensdag 7 November Ze lopen in een stille tocht, het is erg aangrijpend wat ze allemaal zien. Ze zien de crematoria, de gaskamers, ze zien waar de mensen werden gescheiden; gaskamer,douche. Ed werd gewoon kwaad om alles wat hij ziet. Sonja kiek zegt tegen Ed, wat zou je familie trots op je zijn. Donderdag 8 November Ze mogen kiezen tussen Freblinka en Sobibor. Volgens mij kiest Ed Sobibor, maar dat staat niet in het boek. Ze krijgen onderweg een kleine discussie over Birkenau, Birkenau is het extreemste voorbeeld maar is niet uniek. Ze zien allemaal erg aangrijpende dingen. Er zijn in dat kamp 250 000 gevangenen omgekomen, zie zien een berg,,, een berg van mensen as, dat is het aller aangrijpendst. De trein voorbij Mozes is het eerste onderduik kindje. De NV groep heeft uiteindelijk 240 joodse kinderen laten onderduiken, ze hebben het over hoe gevaarlijk of dat onderduiken altijd was. Ed was het enige kind van de 240 kinderen die is opgepakt, maar hij heeft het overleefd, hij vraagt zich steeds af… Waarom ik? Waarom leef ik nog wel? Ed verteld nog over mensen waar die ondergedoken heeft gezeten, die overleden zijn. Dan verteld hij over zijn vader, dat het zo’n held was. En dat hij Ed en zijn moeder heeft gered. Ed vind het nog steeds dom dat hij het met zijn ouders niet over de oorlog heeft gehad, want hij heeft nog zoveel vragen. Er staat nu een gitzwart monument voor de raadszaal van het Amsterdamse stadshuis. Ed keek er jarenlang dagelijks op uit. Waarom ik? De levensvraag van Ed.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.