Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tout contre Léo door Christophe Honore

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
Boekcover Tout contre Léo
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 3520 woorden
  • 14 november 2010
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
8 keer beoordeeld

Boekcover Tout contre Léo
Shadow
Tout contre Léo door Christophe Honore
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Naam boek: De Kleine Odessa
Genre: Fantasy
Auteur: Peter van Olmen

Inhoudsopgave

Inleiding

Genre

Titelverklaring

Samenvatting

Personages

Tijd

Plaats

Verteller

Taalgebruik

Indrukwekkend citaat

Auteur

Eigen mening + conclusie

Bronvermelding

Inleiding

Dit is mijn boekverslag plus deelvraag in één werkstuk. Ik heb gekozen voor een boekverslag, want dit was eens iets anders dan een heel werkstuk maken over een onderwerp.

Mijn onderwerp van dit kwartaal is dromen, en ik heb dit gekozen omdat het nog eigenlijk een heel mysterieus onderwerp is, want zelfs wetenschappers weten niet waarom we eigenlijk precies dromen.

Als hoofdvraag heb ik bedacht: Waarom dromen mensen?

Mijn deelvraag voor Nederlands is: Wat is de droom uit het boek: De Kleine Odessa? Hierbij heb ik het boek ‘De kleine Odessa’ gelezen, en ga ik vertellen (in de conclusie) wat dus de droom uit het boek is.

Genre

Het genre van dit boek is duidelijk fantasy. Dat komt omdat bijna alles wat erin voorkomt verzonnen is, maar er zijn ook wel een aantal enkele dingen die in het echt ook wel zouden kunnen gebeuren/zijn.

Er zitten bijvoorbeeld normale mensen en kinderen in, maar ook hele aparte wezens of monsters.

Titelverklaring
De titel van het boek is: De kleine Odessa.

Het boek gaat over een meisje dat Odessa heet, en er is ook een vogeltje dat Lode A heet. Lode A noemt Odessa altijd ‘Kleintje’, omdat Odessa nog niet volwassen is en dus nog een kind is. Ook draait het hele verhaal eigenlijk om Odessa, en ik denk dat de titel daarom ook zo is.

Samenvatting

Het boek gaat over Odessa, en zij is 12 jaar oud. Ze woont samen met haar moeder in een huis, maar ze weet niet wie haar vader is. Van haar moeder mag ze echt helemaal niets (zelfs niet naar buiten), en ze krijgt thuis les van haar moeder.

’s Nachts trekt Odessa eropuit, en loopt ze over alle daken in de stad waar ze woont. Op de daken schrijft ze vaak gedichten, en ze zit daar helemaal in haar eigen wereldje.

Op een nacht zit ze weer eens op de daken, en ze hoort hard geschreeuw ergens uit het dorp komen. Onderweg naar de daken vond ze een boekje, en Odessa stopte het snel in haar rugzakje.

Het geschreeuw lijkt een beetje op de stem van haar moeder, dus ze besluit maar te gaan kijken. Als ze kijkt ziet Odessa dat er hele rare wezentjes zijn die een vrouw ontvoeren, maar ze kan niet zien of het haar moeder is (ze gaat er eigenlijk vanuit dat haar moeder niet ’s nachts op straat is).

Dan hoort ze iets in de lucht, en ziet ze dat het een paard is die vliegt. Ze fluit, het paard kijkt om, en dan knalt hij tegen een waslijn aan. Het paard is gewond en Odessa wil hem helpen, maar het paard weigert en gaat er vandoor.

Opeens hoort ze een raar geruis, en het is zo erg dat ze er helemaal gek van wordt. Aan de andere kan van het dak staan een paar enge personen met een kapmantel op. Ze komen steeds dichterbij, en Odessa besluit om haar wieltjes uit haar schoenen te klappen en ze springt van dak naar dak van dak. De enge personen volgen haar helemaal, en Odessa denk dat ze het boek willen hebben wat ze heeft gevonden.

Uiteindelijk hebben ze haar vast aan haar arm, en het voelt alsof er duizenden naalden in je arm prikken. Later gaan de wezens weg, en Odessa probeert om zo snel mogelijk thuis te zijn. Eenmaal thuis aangekomen zoekt ze haar moeder, maar die kan ze nergens in het huis vinden. Ze besluit om te gaan kijken in de bibliotheek bij haar thuis (want daar mocht ze nooit komen), en daar treft ze een vogel aan. De vogel heet Lode A (Lodewijk Aquila), en hij verteld dat er ieder moment Gnorks aan kunnen komen.

Odessa opent het boekje dat ze buiten had gevonden, en het blijkt dat het het dagboek van haar moeder is. Ze kan niet alles lezen, want sommige stukken zijn verdwenen van de pagina’s. Plotseling komen de Gnorks binnen, en Lode A en Odessa vluchten snel door het raam naar buiten. Ook neemt ze een doosje met poeder mee, en als ze omkijkt ziet ze dat het huis in brand is gestoken.

Lode A gaat samen met Odessa door een speciale deur in een boekenwinkel. De deur heet Bertha en die zorgt ervoor dat ze bij een andere deur uitkomen, maar door ouderdom kunnen ze ook ergens anders uitkomen.

Onderweg Verteld Lode A dat ze naar Scribopolis moeten, en als ze bij een andere deur uitkomen blijkt het dat ze nog ver moeten lopen.

’s Nachts schuilen ze in een grot, en als Lode A ligt te slapen gaat Odessa op onderzoek uit. Ze volgt een heleboel gangen, en uiteindelijk ziet ze een heel groot boek staan met allemaal gevaarlijke dierenkoppen eruit. Als ze er naartoe loopt krimpt het boek, en ze stopt hem in haar rugzakje. Een enge man loopt haar achterna om het boek terug te halen, maar uiteindelijk is ze hem kwijt.

Als het weer ochtend is, vertrekken Lode A en Odessa weer verder naar Scribopolis. Scribopolis is een stad waar alleen maar schrijvers wonen. Ook kunnen de mensen daar met muzenpoeder wezens en mensen uit boeken halen.

In het bos roepen fluisterbomen de hele tijd ‘de ware, jij bent de ware’, maar Odessa snapt niet wat ze daarmee bedoelen.

Eenmaal aangekomen in Scribopolis moeten ze meteen al naar het amfitheater, want er is iets gebeurd.

Een schrijver (dostojevski) verteld in het amfitheater dat de titanen vijzel is gestolen, en ze verdenken Calliope ervan. Dostojevski verteld dat de leerlingen (alleen maar jongens) opdrachten moeten gaan doen, en de beste drie mogen mee op expeditie naar de titanen vijzel.

Odessa vind Dostojevski helemaal niet aardig, en ze zegt in het amfitheater dat er ook meisjes mee mogen doen. Vanaf dat moment noemt iedereen haar ‘Het meisje van gisteren.

Lode A schrijft zich in voor de opdrachten, en hij zegt dat hij ziek is dus Odessa moet voor hem invallen.

Bij de eerste opdracht moeten ze iemand kiezen die ze gaan beledigen. Het mag over alles gaan, en degene die het beste kan beledigen heeft gewonnen. Bijna iedereen kiest Odessa, maar ze probeert er niets van aan te trekken. Als laatste is Odessa aan de beurt, en ze zegt tegen alle jongens dat ze verliefd op haar zijn. Ze is door naar de volgende ronde, en nu moeten ze met muzenpoeder iets uit een boek halen. Het lukt Odessa om er een grijze eenhoorn uit te halen, en dat is één wat de aller moeilijkste dingen die je kunt doen.

Bij de allerlaatste opdracht moeten ze in een boek, en daar moeten ze dan een opdracht doen. De opdracht van Odessa is om een Cycloop (een hele grote reus) te verslaan.

Odessa is de ware, maar de mensen weten dat niet. Alleen de ware kan de pen uit de obsidiane steen pakken. Odessa besluit op een nacht dat te doen, en ze wordt helemaal doorzichtig met een lichtflits.

Later in het verhaal gaan ze op expeditie, maar ze mocht eigenlijk niet mee. Odessa verkleed zich als gids, en als ze bij het kasteel van Marbarak aankomen ontmaskerd ze zich.

Uiteindelijk kom Odessa erachter dat Marbarak haar vader is.

De samenvatting kon niet echt kleiner, want het is een best wel dik boek en anders mis je een groot deel van het verhaal.

Personages

In dit boek komen best wel veel verschillende personages voor. Sommige personages in dit boek hebben echt bestaan, andere zijn gebaseerd op historische figuren, komen uit de Griekse mythologie of zijn met muzenpoeder uit een boek getoverd.

Hoofdpersonages

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Odessa: Ze is twaalf jaar oud, en is de dochter van Calliope. Ze is best wel klein voor haar leeftijd, en haar moeder zondert haar helemaal af van de buitenwereld.

’s Nachts trekt Odessa er altijd op uit, en dan schrijft ze veel gedichten. Ook droom ze dan veel over haar vader die ze niet kent. Ze heeft een heel eigenzinnig karakter, en soms praat ze ook in zichzelf.

Lode A (Lodewijck Aquila): Hij is een kanarie die best wel oud is. Hij houdt heel erg veel van sigaren en je moet niks op hem aanmerken, want dan krijg je een hele grote mond terug. Lode A is ook hoogintelligent en spreekt honderdachtentwintig talen helemaal vloeiend.

Je moet hem nooit mus noemen, want dan flipt hij helemaal.

Calliope (betekent in het Grieks ‘met de mooie stem): Zij is de moeder van Odessa, en één van de oudste en wijste van de negen Muzen. Zoals alle Muzen is Calliope de dochter van Zeus (Griekse oppergod) en Mnemosyne (het geheugen). Calliope is de bekendste Muze van Scribopolis, en ze is de muze van de filosofie, heldendicht en retoriek (overdreven). Ze is goed bevriend met Shakespeare, en ze inspireert hem voor zijn toneelstukken.

Alle Muzen in het boek inspireren de schrijvers voor hun verhalen. Ze kunnen zichzelf veranderen in andere vormen en beeld, en soms veranderen ze zich in iets waar de andere persoon het meest naar verlangt.

Shakespeare: Shakespeare is één van de beroemdste schrijvers, en dat is hij ook in dit boek. Ook is hij verkozen tot een voorzitter van de Raad der Onsterfelijkheden.

Odessa dacht/hoopte dat Shakespeare haar vader was, maar uiteindelijk bleek dat niet zo te zijn.

Orpheus: In het echt komt hij uit de Griekse mythologie, maar in het boek is hij een mooie jongen met veel krullen. Hij kan heel erg mooi zingen, en daarmee kan hij ook iedereen betoveren. Als hij op zijn lier aan het spelen is, dan gaat alle storm en onweer weg, gaan de bloemen open en wordt iedereen rustig. Hij is verliefd op Eurydice, maar zij was door de vrouw van Hades (een god uit de onderwereld) veranderd in een krijtwit standbeeld.

Later in het boek komen Odessa en Orpheus erachter dat ze broer en zus zijn.

Marbarak: Marbarak was vroeger de beste vriend van Shakespeare, en hij was ook een hele grote schrijver. Sommige mensen in Scribopolis denken dat Marbarak de schrijver was van de toneelstukken die Shakespeare schreef.

Hij probeerde om een boek (Boekus) te maken, en alles wat je daarin schreef kwam uit. Hij wilde zo de wereld veroveren, maar je kon alleen maar met de Obsidianen Pen inschrijven. Odessa heeft die pen, dus hij probeerde haar te lokken om dan aan de pen te komen.

Ook had hij zelf een soort van Muzenpoeder gemaakt, zodat hij zelf dingen uit een boek kon toveren.

De bijpersonages

Dostojevski: Hij is een hele beroemde Russische schrijver, en hij wilde Shakespeare uit de weg ruimen. Hij wilde dat doen, omdat hij graag zelf de nieuwe voorzitter van de Raad van Onsterfelijkheid wilt zijn. Ook vindt hij dat Odessa niet mee mag gaan op de expeditie, omdat ze namelijk een meisje is.

Kafka: Hij is een hele beroemde Tsjechische schrijver, en behoort in het boek ook tot de schrijversraad. Hij beoordeelt dus ook mee bij alle opdrachten.

Clio: Clio is de Muze van de geschiedenis. Clio betekent in het echt: zij die verkondigt, of zij die beroemd maakt. In dit boek is ze een Muze met heel erg lang blauwachtig haar. Haar karakter is heel erg verschillend, en ze veranderd zichzelf graag in andere vormen om mensen te plagen met hun diepste verlangens.

Gnorks: Dit zijn kleine wezentjes die heel erg op everzwijnen lijken. Ze zijn erg dom en boosaardig, en eigenlijk zijn het mislukte Orks die Marbarak uit een boek had getoverd.

Eroglas: Hij is de meester van de mijnen, en hij bewaakt Boekus diep in die mijnen. Hij kent alle honderden tunnels en gangen uit zijn hoofd, en vroeger was hij ook een goede vriend van Marbarak.

Zevenkoppige draak: Dit is een draak met zeven koppen, en iedere kop heeft een eigen karakter. Deze draak had vroeger het Orakel van Delphi opgegeten, en daardoor kan deze draak de toekomst voorspellen.

Snuffelaars: Dit zijn echt hele enge wezens die bestaan uit allemaal insecten. De insecten nemen de vorm aan van een mens, en daaroverheen dragen ze een kapmantel.

Ze werken voor Marbarak, en als je door deze wezens wordt gebeten dan wordt eerst de plek waar ze op hebben gebeten heel blauw, dan wordt de plek veel groter en pijnlijker, en uiteindelijk kun je verlamd raken en dood gaan.

Pegasus: Pegasus is het gevleugelde paard van Clio, en hij probeert in de stad waar Odessa woont Calliope te redden als opdracht van Shakespeare. Later in het verhaal redt hij Odessa ook in Marbaraks kasteel.

Stulo: Stulo is een jongen die nog op school zit in Scribopolis. Hij gaat mee op expeditie, en hij doet alsof hij heel erg stoer is. Hij heeft erg veel spieren, en op de achterkant van zijn hoofd is zijn haar in de vorm van een pen geknipt.

Milo Milan: Milo is ook een jongen die deelneemt aan alle proeven. Hij is een hele erge slimme jongen, en hij heeft een ronde bril. Milo heeft ook alle proeven doorstaan, en mag dus ook mee op expeditie.

Melville: Hij is de hoofdbibliothecaris van Scribopolis. Hij loopt door alle gangen van de bieb, en je moet zorgen dat je niet door hem wordt betrapt als je na sluitingstijd nog in de bieb bent te vinden.

Eurydice: Eurydice is de geliefde van Orpheus, en door een beet van een adder sterft ze. Orpheus daalt daarom in de onderwereld af, en hij zingt zo erg ontroerend dat Hades haar weer tot leven wekt maar dan op één voorwaarde. Eurydice zal Orpheus gaan volgen, maar hij mag zelf niet omkijken totdat ze het daglicht hebben bereikt. Orpheus hoort haar niet en is bang, en kijkt dan toch maar om.

De vrouw van Hades zegt dat Orpheus de ziel van Eurydice meekrijgt, maar dan wel in een heel wit standbeeld. Dat standbeeld wordt onder de oude linde gezet, en Orpheus probeert iedere morgen om haar weer tot leven te krijgen. Aan het einde van het verhaal leeft ze weer.

Cycloop: Dit is een hele erge groot reus die maar één oog heeft. Hij zit in het boek ’Odysseus in de Odyssee’, en Odessa moet hem verslaan als derde opdracht voor de expeditie. Uiteindelijk had Lode A in zijn grote oog geprikt, en toen stortte hij in op de grond.

Tijd

Dit verhaal is geschreven in het jaar 2009, dus het boek is nog erg nieuw.

Het verhaal is een fantasie verhaal, dus ik weet niet precies of het nou in de toekomst of in het verleden afspeelt. De personages hebben in het echt in verschillende jaartallen geleefd.

Plaats

Het verhaal speelt zich af in Scribopolis, een stad waar schrijvers en mythische wezen leven. In het beging speelt het verhaal zich af in de plaats waar Odessa en haar moeder wonen, en dan vooral buiten op de daken. Verder in het verhaal gaat Odessa naar een heleboel verschillende soorten plekken, bijvoorbeeld in een bos, boek, bibliotheek, het amfitheater en Marbaraks kasteel.

Het is heel erg van belang waar het verhaal zich afspeelt, want anders zou het verhaal niet kloppen en een stuk minder leuk zijn.

Verteller

De verteller is eigenlijk het hoofdpersoon van het boek, dus Odessa. Je leest alles vanuit haar ogen, en je weet dus precies wat ze allemaal meemaakt.

Taalgebruik

Het taalgebruik is eigenlijk heel verschillend in dit boek, want als er ridders aan praten zijn dan praten ze allemaal net zoals ze in de middeleeuwen ook praten. Ook is het taalgebruik vaak wel spannend en avontuurlijk, en af en toe ook wel humoristisch.

Het niveau van het taalgebruik is zeker wel voor de middelbare school, dus voor scholieren vanaf ongeveer 12/13 jaar. Dit komt omdat er in het boek af en toe best wel moeilijke woorden en zinnen staan.

Indrukwekkend citaat

Er waren eigenlijk meerdere stukken uit het boek die ik hele erg mooi/spannend/avontuurlijk vond, zoals het stuk dat de grijze eenhoorn uit het boek wordt getoverd, of dat Odessa in Marbaraks kasteel een heel avontuur beleeft. Uiteindelijk heb ik dit stuk uitgekozen, omdat ik dit heel spannend vond (al was het nog maar het begin van het verhaal).

Hoofdstuk 3 – Omsingeld

De griezels maakten een aardig zoemend geluid dat klonk als
ruis op een kapotte radio, een vreemd gezang dat harder en dan
weer zachter werd en haar helemaal gek maakte.
‘Raak me niet aan!’ riep ze. ‘Ik waarschuw jullie, mijn vader
zal jullie…’

Marbarak: Marbarak was vroeger de beste vriend van Shakespeare, en hij was ook een hele grote schrijver. Sommige mensen in Scribopolis denken dat Marbarak de schrijver was van de toneelstukken die Shakespeare schreef.

Hij probeerde om een boek (Boekus) te maken, en alles wat je daarin schreef kwam uit. Hij wilde zo de wereld veroveren, maar je kon alleen maar met de Obsidianen Pen inschrijven. Odessa heeft die pen, dus hij probeerde haar te lokken om dan aan de pen te komen.

Ook had hij zelf een soort van Muzenpoeder gemaakt, zodat hij zelf dingen uit een boek kon toveren.

De bijpersonages

Dostojevski: Hij is een hele beroemde Russische schrijver, en hij wilde Shakespeare uit de weg ruimen. Hij wilde dat doen, omdat hij graag zelf de nieuwe voorzitter van de Raad van Onsterfelijkheid wilt zijn. Ook vindt hij dat Odessa niet mee mag gaan op de expeditie, omdat ze namelijk een meisje is.

Kafka: Hij is een hele beroemde Tsjechische schrijver, en behoort in het boek ook tot de schrijversraad. Hij beoordeelt dus ook mee bij alle opdrachten.

Clio: Clio is de Muze van de geschiedenis. Clio betekent in het echt: zij die verkondigt, of zij die beroemd maakt. In dit boek is ze een Muze met heel erg lang blauwachtig haar. Haar karakter is heel erg verschillend, en ze veranderd zichzelf graag in andere vormen om mensen te plagen met hun diepste verlangens.

Gnorks: Dit zijn kleine wezentjes die heel erg op everzwijnen lijken. Ze zijn erg dom en boosaardig, en eigenlijk zijn het mislukte Orks die Marbarak uit een boek had getoverd.

Eroglas: Hij is de meester van de mijnen, en hij bewaakt Boekus diep in die mijnen. Hij kent alle honderden tunnels en gangen uit zijn hoofd, en vroeger was hij ook een goede vriend van Marbarak.

Zevenkoppige draak: Dit is een draak met zeven koppen, en iedere kop heeft een eigen karakter. Deze draak had vroeger het Orakel van Delphi opgegeten, en daardoor kan deze draak de toekomst voorspellen.

Snuffelaars: Dit zijn echt hele enge wezens die bestaan uit allemaal insecten. De insecten nemen de vorm aan van een mens, en daaroverheen dragen ze een kapmantel.

Ze werken voor Marbarak, en als je door deze wezens wordt gebeten dan wordt eerst de plek waar ze op hebben gebeten heel blauw, dan wordt de plek veel groter en pijnlijker, en uiteindelijk kun je verlamd raken en dood gaan.

Pegasus: Pegasus is het gevleugelde paard van Clio, en hij probeert in de stad waar Odessa woont Calliope te redden als opdracht van Shakespeare. Later in het verhaal redt hij Odessa ook in Marbaraks kasteel.

Stulo: Stulo is een jongen die nog op school zit in Scribopolis. Hij gaat mee op expeditie, en hij doet alsof hij heel erg stoer is. Hij heeft erg veel spieren, en op de achterkant van zijn hoofd is zijn haar in de vorm van een pen geknipt.

Milo Milan: Milo is ook een jongen die deelneemt aan alle proeven. Hij is een hele erge slimme jongen, en hij heeft een ronde bril. Milo heeft ook alle proeven doorstaan, en mag dus ook mee op expeditie.

Melville: Hij is de hoofdbibliothecaris van Scribopolis. Hij loopt door alle gangen van de bieb, en je moet zorgen dat je niet door hem wordt betrapt als je na sluitingstijd nog in de bieb bent te vinden.

Eurydice: Eurydice is de geliefde van Orpheus, en door een beet van een adder sterft ze. Orpheus daalt daarom in de onderwereld af, en hij zingt zo erg ontroerend dat Hades haar weer tot leven wekt maar dan op één voorwaarde. Eurydice zal Orpheus gaan volgen, maar hij mag zelf niet omkijken totdat ze het daglicht hebben bereikt. Orpheus hoort haar niet en is bang, en kijkt dan toch maar om.

De vrouw van Hades zegt dat Orpheus de ziel van Eurydice meekrijgt, maar dan wel in een heel wit standbeeld. Dat standbeeld wordt onder de oude linde gezet, en Orpheus probeert iedere morgen om haar weer tot leven te krijgen. Aan het einde van het verhaal leeft ze weer.

Cycloop: Dit is een hele erge groot reus die maar één oog heeft. Hij zit in het boek ’Odysseus in de Odyssee’, en Odessa moet hem verslaan als derde opdracht voor de expeditie. Uiteindelijk had Lode A in zijn grote oog geprikt, en toen stortte hij in op de grond.

Tijd

Dit verhaal is geschreven in het jaar 2009, dus het boek is nog erg nieuw.

Het verhaal is een fantasie verhaal, dus ik weet niet precies of het nou in de toekomst of in het verleden afspeelt. De personages hebben in het echt in verschillende jaartallen geleefd.

Plaats

Het verhaal speelt zich af in Scribopolis, een stad waar schrijvers en mythische wezen leven. In het beging speelt het verhaal zich af in de plaats waar Odessa en haar moeder wonen, en dan vooral buiten op de daken. Verder in het verhaal gaat Odessa naar een heleboel verschillende soorten plekken, bijvoorbeeld in een bos, boek, bibliotheek, het amfitheater en Marbaraks kasteel.

Het is heel erg van belang waar het verhaal zich afspeelt, want anders zou het verhaal niet kloppen en een stuk minder leuk zijn.

Verteller

De verteller is eigenlijk het hoofdpersoon van het boek, dus Odessa. Je leest alles vanuit haar ogen, en je weet dus precies wat ze allemaal meemaakt.

Taalgebruik

Het taalgebruik is eigenlijk heel verschillend in dit boek, want als er ridders aan praten zijn dan praten ze allemaal net zoals ze in de middeleeuwen ook praten. Ook is het taalgebruik vaak wel spannend en avontuurlijk, en af en toe ook wel humoristisch.

Het niveau van het taalgebruik is zeker wel voor de middelbare school, dus voor scholieren vanaf ongeveer 12/13 jaar. Dit komt omdat er in het boek af en toe best wel moeilijke woorden en zinnen staan.

Indrukwekkend citaat

Er waren eigenlijk meerdere stukken uit het boek die ik hele erg mooi/spannend/avontuurlijk vond, zoals het stuk dat de grijze eenhoorn uit het boek wordt getoverd, of dat Odessa in Marbaraks kasteel een heel avontuur beleeft. Uiteindelijk heb ik dit stuk uitgekozen, omdat ik dit heel spannend vond (al was het nog maar het begin van het verhaal).

Hoofdstuk 3 – Omsingeld

De griezels maakten een aardig zoemend geluid dat klonk als
ruis op een kapotte radio, een vreemd gezang dat harder en dan
weer zachter werd en haar helemaal gek maakte.
‘Raak me niet aan!’ riep ze. ‘Ik waarschuw jullie, mijn vader
zal jullie…’

Haar woorden maakten geen indruk. Onverstoorbaar gleden
de kapmantels dichterbij.
Odessa kon zich wel voor haar hoofd slaan, haar vader had zich
nooit zo laten vangen. Wat zou hij doen? Op hen afstormen? Ja!
naar beneden glijden over het mossige dak van dat huis rechts,
en proberen te ontsnappen langs de krakkemikkige dakgoot die
eronder lag.

Odessa kende die dakgoot als haar broekzak. Hij was breed,
en op het eerste gezicht stevig genoeg om er in te lopen, maar de
steunbalken eronder waar door en door rot. Het huis stond na-
melijk leeg, de ramen waren ingegooid. Odessa wist dat de goot
haar gewicht nog zou kunnen dragen, maar nooit dat van de grie-
zels. Aan het eind van de goot was een korte regenpijp die naar
de goot van het volgende huis leidde. Als ze die kon bereiken,
was ze gered. Als de griezels het waagden haar te volgen, zouden
de steunbalken het begeven en zouden ze de diepte instorten.
Het was gevaarlijk, maar het was haar enige kans.
‘Oké!’riep ze boven het geluid van de regen uit. ‘Jullie hebben
gewonnen. Ik geef me over. Jullie mogen het hebben, dat idiote
boek!’

De griezels vertraagden, hun gezoem veranderde van toon-
aard.
Er stond één griezel tussen haar en het mossige dak.
‘Ik zal het boek geven. Aan jou.‘ Ze wees naar de griezel waar
ze langs moest. Met kloppend hart liep ze op de griezel af. Rechts
onder haar lag de dakgoot. Drie meter dieper, onder een steile en
glibberige helling.

Ze was nu zo dichtbij dat ze de stinkende adem van de griezel
had kunnen ruiken, als hij tenminste een mond had gehad. Ze
was bijna waar ze moest zijn, nog een paar stappen…
de mouwen van de griezel rezen omhoog.

‘Rustig,’ zei ze. ‘Je krijgt je boek. Blijf van me af! Raak me niet
aan!’
Ze greep naar zijn hand om hem weg te duwen, maar er zat
niets waar een hand moest zijn. Odessa’s hand verdween in de
mouw van de kapmantel. Een krioelende massa insecten sloot
zich rond haar pols en greep haar vast. Kleine naalden, honder-
den, duizenden, prikten in haar vel. Ze gilde. In een reflex nam
ze met haar andere hand de mouw vast en rukte haar hand los.
De naalden schuurden over haar huid. Ze probeerde de andere
arm te ontwijken, verloor haar evenwicht, struikelde en viel op
het mossige dak. Ze gleed naar beneden, maar veel te snel. Ze
probeerde dakpannen vast te grijpen om af te remmen, maar het
dak was veel te steil en de pannen waren te glad. Met een harde klap
belandde ze in de rotte dakgoot, die met een doffe knak een paar
centimeters naar beneden zakte. Iets viel onder haar op straat.

Odessa had overal pijn, maar daar wilde ze nu niet aan denken.
Boven haar schoven de griezels het mossige dak al af. Hun ge-
zang was aangezwollen tot een nijdig gezoem.
Odessa krabbelde overeind en strompelde door de dakgoot.

Auteur

Peter van Olmen is opgegroeid in Deurle (dat ligt in de buurt van Gent), en hij is geboren in 1963. Hij woonde in zijn jeugd in een sociale gemeenschap in Brussel, en daar kwam hij met veel mensen in aanmerking die allemaal een ander soort leven hadden. Hij schreef er veel sprookjes, die hij daarna voorlas aan de kinderen.

Hij ging in Antwerpen wonen om daar te gaan studeren voor milieu vakken en psychologie, maar zijn echte passie bleef schrijven.

Nu woont hij met zijn vrouw en drie kinderen in Antwerpen, en hebben ze als huisdier een golden retriever.

Eigen mening + Conclusie

Dit boek heb ik eigenlijk gekozen als aanrader van Niko Kerssens en Loliet Witteveen. Ze vertelden mij dat dit boek heel erg leuk was om te lezen, en dat het ook wel een beetje bij mijn onderwerp past.

Nu ik het boek zelf heb gelezen, vind ik het echt een super leuk boek. Er gebeurt erg veel in het verhaal waardoor er spanning, humor, romantiek en nog veel meer inzit.

Het is echt een aanrader om te lezen, en het boek krijgt van mij

De droom uit dit boek is, dat bijna alles wat erin staat verzonnen is. In het echt zou bijvoorbeeld een vliegend paard (Pegasus) niet bestaan, want dat kan alleen maar in je dromen.

De droom van Odessa uit het boek was, om haar echte vader te vinden. Naderhand had ze dat eigenlijk helemaal niet gewild, want nu kan ze niet meer over haar vader dromen die ze graag wilde hebben.

Bronvermelding

Ik heb bijna alle informatie uit het boek gehaald, alleen de informatie van de auteur van deze site: http://www.dekleineodessa.com/

REACTIES

L.

L.

Dit verslag is goed maar staat onder de verkeerde titel!!! Dit moet de kleine Odessa zijn!!

12 jaar geleden

V.

V.

hier klopte niet veel van. je hebt bij de samenvatting alle belangrijke stukken eruit gelaten en de onzinnige stukjes toegevoegd.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Tout contre Léo door Christophe Honore"