La gloire de mon père door Marcel Pagnol

A.
Gebeurtenissen:

De hoofdpersoon Marcel vertelt over zijn jeugd. Hij is geboren in Aubagne in de provence. Zijn vader is onderwijzer en zijn moeder naaister. Al heel jong kan Marcel lezen. Omdat zijn moeder hem achter in het klaslokaal bij zijn vader zet, als zij boodschappen gaat doen. Later verhuizen ze naar Marseille, zijn vader krijgt daar promotie. Tante Roos, een zus van zijn moeder leert daar een man kennen, genaamd Jules. Ze ontmoeten elkaar voor het eerst in Marseille in een park, waar Marcel elke zondag met tante Roos naar toegaat. Oom Jules laat hem in het park op een treintje rijden en zegt tegen hem dat hij directeur van het park is. Jules en Roos trouwen. Als Marcel ongeveer 11 jaar is, gaat het gezin met oom en tante op vakantie op het platteland van Provence. Marcel speelt er indiaantje met zijn jongere broer Paul. Ze oefenen in elkaar besluipen zonder lawaai te maken. Op een ochtend zijn zijn vader en oom Jules bezig met patronen voor de jacht. Ze gaan samen jagen op patrijzen, hazen en kleine vogels. In het gebied leeft ook een bijzonder soort patrijs, in dat gebied wordt hij bartavelles genoemd. Deze zijn heel moeilijk te treffen. Vader en oom Jules gaan op jacht. Eerst beloven ze Marcel dat hij mee mag, maar toch vertrekken ze in het geheim zonder hem. Marcel besluit hen ongemerkt te volgen. Vanuit zijn schuilplaats ziet hij hoe zijn vader een konijn mist. Oom Jules moppert op hem. Jules vindt dat hij goed kan jagen, vader is maar een groentje op dat gebied. Dan raakt Marcel de twee mannen kwijt. Maar plotseling hoort hij schoten en dan de stem van oom Jules die weer op zijn vader moppert. Hij zorgt ervoor dat hij niet gezien kan worden en verstopt zich. Hij drijft een groep vogels naar zijn vader toe. Daarna valt er iets op zijn hoofd en naast hem: het zijn twee goud patrijzen, de bartavelles. Oom Jules dacht dat vader hen gemist had omdat hij op het verkeerde moment schoot. Triomfantelijk komt Marcel tevoorschijn. Met in iedere hand een patrijs, De glorie van zijn vader. Marcel’s vader houdt niet van opschepperij, maar gaat toch wel met zijn vangst naar het dorp het te laten bewonderen door de dorpelingen. De pastoor maakt zelfs een foto van hem met Marcel en de patrijzen. Eén exemplaar stuurt vader naar zijn vader en de andere moet door de hele school bewonderd worden als ze terug zijn van vakantie.
Het hele verhaal is eigenlijk een flashback, want het is de jeugd geschiedenis van de schrijver. De gebeurtenissen zijn dus essentieel voor het hele boek.

Personen:

De hoofdpersonen zijn Marcel, zijn vader en oom Jules. De andere personen in het verhaal zijn bijfiguren.

· Marcel is de belangrijkste hoofdpersoon van het boek en de ik-figuur.
In het voorwoord van het boek zegt hij dat hij tot dan toe eigenlijk alleen gedichten en toneelstukken heeft geschreven. Hij is enigszins onzeker over de wijze waarop de lezer het boek zal ontvangen. Marcel wordt zonder religieuze overtuiging opgevoed. Het is een zeer begaafde jongen, hij kon op zeer jonge leeftijd al lezen. In het begin kijkt hij erg tegen zijn vader op, maar door de vakantie beseft hij dat zijn vader ook zwakheden heeft. Hij is blij dat hij hem kan helpen. Hij krijgt een realistischer beeld van zijn vader. Je komt veel over hem te weten omdat alles door zijn ogen ziet.

· Vader, Joseph, is onderwijzer eerst in een dorp later in de grote stad. Hij houdt niet van opschepperij en huichelarij. Hij voelt zich op zijn gemak in de vertrouwde omgeving van de school, maar op het platteland kan hij zich moeilijk een houding geven. Hij weet niks van jagen in tegenstelling met zijn zwager Jules, die allerlei jachtverhalen heeft. Vader speelt een belangrijke rol in het verhaal, zoals aan de titel te zien is.

· Oom Jules is ook een belangrijk persoon. Hij is al eind dertig als hij met tante Roos trouwt. Een dikke logge man en hij spreekt met een rollende r. Hij is een kerkbezoeker, wat regelmatig bijna tot ruzie met Vader leidt. Jules is ook een beetje oneerlijk. Dat blijkt uit het leugentje dat hij directeur van het park zou zijn en het plan om zonder Marcel op jacht te gaan. Opschepperig is hij ook, dat blijkt uit zijn jachtverhalen waarbij hij duidelijk indruk wil maken.

· Augustine, de moeder van Marcel, speelt wel een belangrijke rol, maar blijft in het verhaal toch op de achtergrond. Naast Marcel heeft ze nog een jongere zoon Paul en later wordt er nog een meisje geboren. Ze probeert steeds de dreigende uitbarstingen tussen vader en Jules te voorkomen.

· Tante Roos, de vrouw van Jules, is een zachtaardig persoon. Ook zij komt niet echt duidelijk in het verhaal naar voren. Ze heeft ook een verzoenende rol tussen de zwagers.

· Broer Paul is een rustige jongen, hij houdt niet van de jacht. Hij ontdekt dat Vader en oom Jules van plan zijn om op jacht te gaan zonder Marcel en waarschuwt hem.

· De pastoor van het dorp waar ze op vakantie zijn heeft een kleine rol. Het belangrijkste van hem is dat hij de foto maakt waar vader later zo trots op is.

Beschrijvingen:

De grootouders van Marcel leefden op het platteland en waren oorspronkelijk van Spaande afkomst. Ze waren metaal bewerkers en maakte wapens. Een van zijn voorvaders kreeg een ongeluk bij het vuur in de smederij. Uit schrik ging de volgende generatie maar “de karton” in. Fabricage was minder gevaarlijk. Marcel leefde in zijn eerste levensjaren in een dorp, waar de geiten door de straten zwierven. Later, toen zijn vader promotie had gemaakt verhuisden ze naar een groot huis in de stad. Het belangrijkste deel van het verhaal speelt zich echter op het platteland van de Provence af, waar de familie op vakantie is. Dit is een ruig gebied waar je gemakkelijk de weg kwijt raakt. Het is een mooie omgeving en Marcel ontdekt hier de schoonheid van de natuur. De omgeving, zoals de grootouders, is niet essentieel voor het verhaal. De tussen liggende verhoudingen tussen de familie leden echter wel. Het decor speelt enigszins een rol in het verhaal omdat hier de jacht plaats vindt.

Begin/eind& genre:

Het boek begint met de geboorte van de auteur en de voorgeschiedenis van zijn familie. Hij vertelt over zijn ideeën waarmee hij door zijn vader is opgevoed: sterk anti-religieus. Het speelt ongeveer af aan het eind van de 19e eeuw, begin 20e eeuw. Het boek eindigt met de ontdekking door Marcel dat zijn vader toch ook wel een beetje trots is. Dat blijkt uit zijn reactie op de foto die de pastoor van hem heeft gemaakt met de bartavelles. Eerder had vader eens een man terechtgewezen die trots een foto had laten zien van hemzelf met een grote vis die hij had gevangen. Nu deed vader eigenlijk hetzelfde, waarmee hij in de ogen van Marcel toch een beetje van zijn voetstuk viel. Ook het feit dat juist de pastoor deze foto had gemaakt, terwijl vader altijd zoveel kritiek op de geestelijken had.
Het boek heeft een gesloten einde, Het is een duidelijk afgesloten verhaal. De vakantie is afgelopen en het gewone leven begint weer.
Het genre is autobiografisch, het zijn jeugdherinneringen van de schrijver.

B. Gebeurtenissen:

· De school met Marcel achter in die ineens een zinnetje van het bord leest.
· Het park waarin Jules en Roos elkaar ontmoeten.
· De conflicten tussen Jules en vader.
· De tocht naar de vakantie bestemming.
· De vakantie in de Provence.
· De jacht op de patrijzen.
· De triomf als vader de bartavelles heeft geschoten.
· De pastoor die de foto maakt.

Personen:

Marcel, vader en oom Jules zijn essentieel voor de film.

Beschrijvingen:

Beschrijvingen en beelden van het landschap, vooral tijdens de jacht en als Marcel verdwaalt.

Wij denken dat de film net zo begint en afloopt als het boek, omdat het een afgerond verhaal is en je weinig kunt veranderen zonder de essentie van het verhaal aan te tasten. Het soort film dat we verwachten te zien is een film met veel natuuropnames en dialogen. Dialogen omdat je zo de personages leert kennen. Hun persoonlijkheden zijn belangrijk voor het verhaal.

C. Gebeurtenissen:

· De jonge jeugd van Marcel.
· Tante Roos en Oom Jules in het park.
· Het bezoek van oom Jules en tante Roos aan de familie nadat ze getrouwd zijn.
· De woede van vader als hij hoort dat Jules een kerkganger is.
· Verzoeningspogingen van Augustine.
· De tocht naar het vakantiehuis.
· De ontmoeting van de dorpspastoor.
· Dat vader en oom Jules zonder Marcel vertrekken op jacht.
· De jacht.
· Het te hulp schieten van Marcel.
· De triomf als vader de patrijzen heeft neer geschoten.
· De pastoor die de foto maakt.
· Het weglopen van Marcel samen met Lili.
· Het vertrek naar huis.

Personen:

De volgende personen komen in de film voor: Marcel, Vader, moeder, oom Jules, tante Roos, broer Paul, baby van Augustine, baby van tante Roos, een marktkoopman die hun met een wagen naar het vakantiehuis brengt, de pastoor en een stroper en Lili. Lili is een jongen die zwerft door de Provence. Marcel ontmoet hem als hij verdwaald is tijdens de jacht. De jongen zet strikken om vogels te vangen. Marcel wil eerst niets van hem weten, maar later sluiten ze vriendschap.

Beschrijvingen:

De meeste beschrijvingen komen overeen met het boek. Er zijn wel verschillen. Bijvoorbeeld de geschiedenis van de voorouders van Marcel wordt niet verfilmd. De film begint met een flash forward van de vakantie en van de triomf als Marcel de bartavelles omhooghoudt die zijn vader geschoten heeft.

Overeenkomsten en verschillen:

Het boek begint anders dan de film zoals al bij “gebeurtenissen” staat. Ook eindigt de film anders dan het boek: op de laatste nacht van de vakantie klimt Marcel in de film het raam uit. Hij legt een brief op zijn bed voor zijn ouders. Hij wil als kluizenaar gaan leven en niet meer mee terug naar huis. Ze moeten hem niet zoeken, want hij is onvindbaar. Hij gaat met Lili naar een grot waar hij wil gaan wonen. Het bevalt hem echter meteen al niet, het is vies, en er zijn bacteriën zegt hij tegen Lili. Ook is er heel weinig water. Vroeg in de ochtend gaat hij weer naar huis. Hij klimt door het raam. De brief ligt er nog. Maar zijn ouders hebben de brief al gelezen en hebben hem daarna terug gelegd. Aan de ontbijt tafel krijgt hij een uitbrander van zijn vader. Bij hun vertrek komt Lili nog afscheid nemen. Hij heeft tranen in zijn ogen. Hij zwaait hen na. Dit gedeelte over Marcel’s ontsnapping en de jongen Lili komt niet in het boek voor.
In de film is de natuur veel belangrijker, dit komt omdat een film veel meer rekening moet houden met het decor, het beeldende aspect. Marcel geniet echt van deze natuur. Dit komt vooral naar voren in de laatste gebeurtenis, Marcel besluit voor altijd in de natuur te blijven wonen. Dit komt in het boek niet aan de orde.
De film voldoet aan onze verwachting. Vooral de types van vader en oom Jules zijn goed uitgebeeld. De dialogen zijn moeilijk te volgen als je het boek niet eerst goed leest.