Treasure island door Robert Louis Stevenson

Kleur: Rood
Hoofdpersonen: Jim Hawkins, Long John Silver, Dr. Livesey, Captain Smollet, Benn Gunn, Mr. Trelawny
Tijd en plaats: Het verhaal speelt zich af rond 1760 in Engeland, en daarna op een eiland.

Samenvatting:Jullie ook bedankt voor het huren.

Jim Hawkins woont samen met zijn vader en zijn moeder in een herberg. Er komen niet veel klanten dus ze zijn niet echt rijk.
Op een dag komt er een vreemde man de herberg binnen. Hij noemt zichzelf ‘’Captain’’. Hij doet niet veel meer dan heel veel rum drinken en vaak over de zee uitkijken naar vreemde schepen.
Op zijn kamer heeft hij een grote scheepskist staan waar schijnbaar belangrijke spullen inzitten. Op een dag komt er een man naar de herberg, genaamd ‘’Black Dog’’. ‘’Black Dog’’ wil de inhoud van de kist van ‘’Captain’’ hebben, maar dat krijgt hij niet voor elkaar. De ‘’Captain’’ zegt tegen Jim dat ‘’Black Dog’’ heel slecht is, en Eén van zijn vrienden ook, een man met maar een been. Een andere keer weer, komt er een blinde man, genaamd Pew. Hij geeft de man een klein briefje met een zwarte ronde stip en daaronder de boodschap dat ze om zeven uur zullen komen. Die avond om zeven uur waren ze er, allemaal. Het waren de mannen van Flint, een beruchte zeerover. ‘’Captain’’ schrikt zo erg dat hij sterft.
‘’Captain’’ had Jim en zijn moeder( zijn vader was inmiddels overleden aan een ziekte ) wel verteld over dat de piraten zouden komen, dus waren ze gevlucht naar een ander dorp. Uit de grote scheepskist van ‘’Captain’’ haalden ze wat geld en papieren. Tussen die papieren blijkt een schatkaart van Flint te zitten. Jim wil dan naar Dr. Livesey gaan ( de vroegere dokter van zijn vader ), maar die was bij landjonker Trelawney van het dorp, dus ging hij daarheen. Hij vertelt alles wat er die dag gebeurd is. Op de schatkaart staat een eiland getekend met allemaal kruisjes en vage aanduidingen erop. Landjonker Trelawney wil graag de schat gaan zoeken, en na enig aandringen stemt de dokter ook toe. De landjonker gaat naar Bristol om daar een bood en bemanning te regelen. In Bristol koopt de landjonker een mooie boot die de Hispania heet.
De landjonker kon niet makkelijk aan bemanning komen. De reeds aangestelde kok, Long John Silver wist nog een hoop volgens hem betrouwbare mannen. De landjonker stemde onmiddellijk in dus regelde Long John Silver de rest van de bemanning voor de grote reis. De kapitein van het schip, kapitein Smollet vond John Silver niet zo’n betrouwbare man, alleen had daar helemaal geen bewijs voor omdat Long John Silver heel vriendelijk tegen iedereen doet. Als ze al een tijdje op reis zijn, wil Jim een appel pakken uit de ton die landjonker Trelawney voor de bemanning had neergezet. Om dat de appels bijna op waren en in een diepe ton lagen kon hij er niet bij dus klom hij maar helemaal in de ton. Toen hij er net inzat hoorde hij Long John Silver met nog wat andere bemanningsleden praten. Ze zijn van plan om te gaan muiten, om de kapitein, de dokter en de landjonker de schat te laten zoeken en dan wilden zij hem stelen. Maar John Silver wist niet dat Jim alles gehoord had. Meteen verteld Jim dat aan de Kapitein, de dokter en de landjonker. Het plan was dat Jim deed alsof hij John Silver heel aardig vond, maar in werkelijkheid alle plannen zou doorvertellen aan de anderen. Het schip is intussen bijna aangekomen bij ‘’het schateiland’’. Als het schip bij het eiland aankomt, mag de bemanning aan land gaan. Jim gaat ook mee. Daar ziet hij dat John Silver twee onschuldige bemanningsleden vermoord. Hij wordt zo bang dat hij het bos invlucht, waar hij Benn Gunn ontmoet. 5 jaar geleden werd hij achtergelaten op het eiland. De schat had hij zelf allang gevonden. Jim vertelt alles wat er gebeurd is aan hem, en Benn Gunn wil ze wel helpen als hij mee terug mag naar Engeland. Ondertussen worden de kapitein en de andere ‘’goeie’’ mannen aangevallen door de achtergebleven ‘’slechten’’ op de boot, als ze op weg zijn om ook naar het eiland te gaan met een kleine boot. Ze weten te ontsnappen en gaan naar de oude uitkijkpost van Flint, waar ze hun kamp opslaan. Benn Gunn brengt Jim daar weer naartoe.
Dan komt Long John Silver om te onderhandelen maar de onderhandelingen lopen op niets uit. John Silver wordt daardoor zo boos dat hij zijn mannen laat aanvallen. Er vallen bij de piraten veel doden maar ze zijn nog altijd fors in de meerderheid na de afgeslagen aanval van hen. Bij de Kapitein en zijn mannen is er 1 dode en de kapitein is gewond geraakt. Als alles weer wat rustiger is bij ‘’de uitkijkpost’’ gaat Jim naar het schip met het bootje van Benn Gunn, wat hij hem had laten zien bij hun eerste ontmoeting. Aan boord van het schip is Israel Hands, een vriend van Long John Silver. Eerst deed hij aardig tegen Jim maar daarna probeerde hij hem te doden. Toen hij nog aardig deed zeilde hij samen met Jim het schip naar de noordkant van het eiland. Maar opeens probeerde Israel Hands Jim te doden. Jim ontkwam en hij doodde Hands.
Toen ging Jim weer terug naar de uitkijkpost, waar hij tot zijn verbazing de piraten en Long John Silver aantrof, en niet de kapitein en zijn mannen.
Long John Silver kon hem goed gebruiken als gijzelaar.
De volgende dag komt de dokter op bezoek om de zieke mannen te verplegen. Jim vertelt hem over het schip en over Israel Hands. Long John Silver zegt dan dat hij graag mee wil naar Engeland.
Die middag gaan de piraten op zoek naar de schat en Jim moet ook mee. Natuurlijk vinden ze niets omdat Benn Gunn de schat allang gevonden en meegenomen naar zijn woonplaats heeft. De piraten worden dan heel boos op Long John Silver en Jim en willen hen doden. Dan grijpen de dokter, een ander bemanningslid en Benn Gunn in.
Niet lang daarna gaan ze weg van het eiland met het grootste deel van de schat. Long John Silver gaat ook mee. Als ze in Zuid-Amerika even aan land gaan, ontsnapt hij in de nacht met een boot en een zak goud. De rest van de schat wordt verdeeld onder Kapitein Smollet, Dr. Liveley, landjonker Trelawney, Gray( een ander bemanningslid ) en natuurlijk Jim.
Op het eiland ligt nog steeds een deel van de schat maar Jim wil nooit meer terug…