The Da Vinci code door Dan Brown

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover The Da Vinci code
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2792 woorden
  • 21 september 2006
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 7
67 keer beoordeeld

Boek
Vertaald als
De Da Vinci code
Auteur
Dan Brown
Genre
Thriller & Detective
Roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
2003
Pagina's
489
Oorspronkelijke taal
Engels
Verfilmd als
Prijzen
Zilveren vingerafdruk (2004 Winnaar)

Boekcover The Da Vinci code
Shadow
The Da Vinci code door Dan Brown
Shadow

Titel: De Da Vinci code
Auteur: Dan Brown

Samenvatting:

Robert Langdon is een Amerikaan en hoogleraar religieuze symboliek aan de Harvard University. Hij is bezig met een nieuw boek over de heilige graal en de symbolen daaromheen. Langdon is in Parijs om een diapresentatie te geven over heidense symbolen die verborgen zijn in de stenen van de Kathedraal van Chartres. Na afloop van de diapresentatie heeft Langdon een afspraak met Jacques Sauniere, de beroemde conservator van museum het Louvre in Parijs. Tot grote verbazing van Langdon heeft Sauniere zelf om een afspraak gevraagd. De afspraak vindt echter nooit plaats omdat Sauniere kort voor de afspraak met Langdon wordt vermoord.
Langdon wordt als belangrijkste verdachte gezien. Reden hiervoor is de afspraak die Sauniere met Langdon zou hebben en het feit dat Sauniere voordat hij stierf de naam van Langdon op de vloer schreef. Sauniere heeft behalve de naam van Langdon nog een aantal andere cryptische aanwijzingen achtergelaten vlak voor hij stierf.
Met behulp van Sophie Neveu (cryptologe en kleindochter van Sauniere) lukt het Langdon om te vluchten voor de politie, die er zeer op gebrand lijkt te zijn om Langdon de moord in de schoenen te schuiven. Neveu woonde vroeger bij haar opa omdat haar ouders, oma en broertje bij een mysterieus ongeluk zijn omgekomen, maar heeft ruzie met hem gekregen door een tafereel wat ze gezien heeft. Toch wil ze haar opa’s laatste wens inwilligen en samen proberen Langdon en Neveu de cryptische aanwijzingen van Sauniere op te lossen om er achter te komen welk geheim Sauniere koste wat het kost wilde doorgeven voor zijn dood.
Langdon en Neveu komen erachter dat de aanwijzingen in verband staan met het grote geheim rondom de heilige graal. Het geheim wordt angstvallig bewaard door de Priorij van Sion (geheim genootschap waar Sauniere grootmeester van was), totdat de tijd rijp is het geheim te onthullen. Het geheim is niet zonder reden al zolang bewaard gebleven. Als het geheim uitkomt, zou dit machtsverlies betekenen voor het Vaticaan en het genootschap Opus Dei. De cryptex wordt namelijk ook wel de sluitsteen genoemd naar de heilige graal en die moet volgens het Opus die grondig verborgen blijven daar het geloof in Jezus Christus in de war zou kunnen schoppen.
Langdon en Neveu krijgen door behulp van de cryptische aanwijzingen een cryptex van Sauniere in handen en om meer over het geheim te weten te komen moeten ze de code van de cryptex kraken die ook weer met een cryptische aanwijzing verborgen is. Ze gaan naar een oude vriend van Langdon, Teabing en met behulp van hem kunnen ze de eerste cryptex openen. Hij legt Neveu ook een verbluffende theorie over de heilige graal en het christelijke geloof uit, waar Langdon ook al een hele tijd mee bezig was. Maar in de cryptex zit niet zoals verwacht de ‘route’ naar de heilige graal in, maar een kleinere cryptex. Die moeten Langdon en Neveu proberen te openen met ondertussen de Franse politie achter zich aan en ook leden van het Opus Dei.
Langdon en Neveu komen uiteindelijk uit in Londen en gaan daar naar de Tempelkerk om de oplossing van de kleinere cryptex te vinden. Ze zien dat het de verkeerde kerk moet zijn en komen voor een onaangename verrassing te staan. Ze worden door een monnik, Silas, (van het genootschap Opus Dei, alleen weten Langdon en Neveu dat niet) en de bediende van Teabing gedwongen de cryptex aan hem af te geven omdat er anders iets met Teabing zou gebeuren, die ze gekidnapt hebben. Langdon geeft de cryptex en de bediende en monnik zijn weg met Teabing.
Langdon en Sophie beseffen dat degene die nu de cryptex heeft ook graag de oplossing van de cryptex wil weten en dus naar de oplossing gaat zoeken. Zij gaan in het King’s College op een instituut voor religieuze studies op een grote zoekmachine naar de oplossing van de cryptex zoeken met de trefwoorden die ze hebben. Ze komen uit bij Westminster Abbey, een grote kathedraal, waar ze de oplossing van de cryptische aanwijzing zouden kunnen vinden.
Als ze in Westminster Abbey zijn, zien ze bij een sarcofaag een boodschap staan waar de kidnapper zegt dat hij Teabing heeft en dat ze naar een speciale plek in Westminster Abbey moeten komen.
Langdon en Neveu doen dat en zien dan tot hun verbazing Teabing daar staan met een revolver in zijn hand. Hij was dus degene die hen de hele tijd heeft dwarsgezeten en heeft natuurlijk ook alles gehoord waar ze het over hadden. Hij heeft de cryptex in zijn hand en dwingt Neveu en Langdon de oplossing te vertellen omdat ze anders doodgeschoten zullen worden door hem. Neveu wil dat niet, omdat haar opa speciaal ervoor gekozen heeft om het geheim door haar door te laten geven aan de mensen die dat waard zijn en daar is Teabing er dus niet een van. Langdon doet alsof hij meewerkt en krijgt even de cryptex van Teabing om hem te kunnen oplossen. Dan als Teabing het tijd vindt worden voor de oplossing gooit Langdon de cryptex in de lucht. In de angst dat de cryptex kapot gaat en het geheim voor altijd verloten is, laat Teabing zijn revolver vallen en grijpt naar de cryptex. Hij mist en de cryptex valt op de grond. Dan ziet Teabing dat Langdon en Neveu het revolver en de inhoud van de cryptex hebben. Langdon had de inhoud er snel uitgehaald voordat hij hem in de lucht gooide.
OP dat moment komt de politie er ook aan, die Teabing inrekent en Langdon en Neveu krijgen de kans om te ontrafelen waar de heilige graal nou precies verborgen is.
Ze komen uit bij de Rosslyn Chapel maar komen er niet precies uit waar de graal nou verborgen zou moeten liggen. Sophie Neveu herinnert zich dat ze hier toen ze heel klein was weleens met haar opa is geweest en hij toen erg moest huilen. Ze gaat naar het huis naast de Chapel en daar blijkt dat haar oma en broertje helemaal niet dood zijn maar daar wonen voor angst voor aanslagen van de Priorij van Sion, waar haar opa bij aangesloten was. Bij het auto ongeluk waren alleen haar ouders omgekomen maar voor de veiligheid zijn haar oma en broertje toen in Londen ondergedoken. Het is een emotioneel weerzien en de oma van Sophie blijkt te weten waar de heilige graal is omdat zijzelf ook hoogstaand lid was/is van de Priorij van Sion. Ze legt het Langdon uit en hij begrijpt nu ook waarom Sauniere een afspraak met hem wou maken, in zijn nieuwe boek heeft hij bij toeval geraden waar de heilige graal verborgen ligt.

Tijd:

Het hele verhaal speelt zich in een nacht af. Het begint om half een ’s nachts, wanneer Langdon gewekt wordt door een telefoontje uit het Louvre. De volgende dag ’s avonds eindigt het verhaal voor de meeste bij de Rosslyn Chapel in Schotland. Het mysterie is niet opgelost, maar de boeven zijn gevangen en Sophie heeft haar familie gevonden. Wanneer Langdon weer terug is in het Ritz Hotel in Parijs en hij eerst twee dagen geslapen heeft, heeft alle informatie zich in zijn hoofd kunnen ordenen en weet hij vrijwel meteen het raadsel van de Da Vinci Code op te lossen.

Ruimte:

Het Louvre, Chateau Vilette (Teabing), Schotland, Parijs, … .

Perspectief:

Personale verteller.

Thema:

De ‘Sangreal’ die naar veronderstelling helemaal geen Heilige Graal, de drinkbeker van Jezus, zou zijn. Maar iets wat de vinder ervan enorme macht verschaft en wat een keerpunt voor de hedendaagse kerk zou betekenen. Het geheim hiervan wordt bewaard door vier hoogstaande figuren binnen de ‘Priorij van Sion’, een geheim genootschap. Alle vier zijn ze vermoord. Sauniere heeft de laatste kans gezien om het geheim niet verloren te laten gaan en een raadselachtige speurtocht voor Langdon en zijn kleindochter Sophie Neveu uit gezet net voordat hij stierf.

Titel:

De verwijzingen naar het vinden van de graal zijn codes verstopt in verschillende werken van Da Vinci door Jacques Saunière.

Verband tussen thema en titel:

De titel van het boek ‘de Da Vinci code’ heeft een groot verband met het thema want Da Vinci verstopte volgens Sauniere een heleboel aanwijzingen voor het bestaan van de graal in zijn werk. De schrijver van het boek wilde de lezer een leuk boek voorleggen waar men misschien wel over na gaat denken: is het waar van de graal en dat soort vragen.

Vertelde tijd:

Het verhaal speelt zich in de moderne tijd van nu af. Alles wijst erop dat het zo is. Handgeweren, vliegtuigen, zelfs de glazen piramide bij het Louvre die pas gebouwd is in 1989.
Het verhaal is in zoverre chronologisch verteld dat het ‘heden’ in het boek wel loopt van begin tot eind. Wel bevinden zich tekstgedeeltes en zelfs hoofdstukken die terugslaan op ‘vroeger’. Ook zitten er hele lappen tekst aan geschiedenis tussendoor. Hierdoor is de tijd van het verhaal af en toe lastig te begrijpen.

Zoek zakelijke informatie over het onderwerp en vergelijk de fictionele met de niet-fictionele gegevens.

Het klopt dat Da Vinci veel aan geheimdoenerij deed (notities in spiegelschrift bijvoorbeeld) en dat hij de Kerk vaak treiterde met zijn heidense symboliek en zijn interesse in de ketterse alchemie of anatomie.
Maar Da Vinci is nooit de grootmeester geweest van de Priorij van Sion. Waarom zou hij aanwijzingen in zijn schilderij ‘Het Laatste Avondmaal’ gestoken hebben als hij niet wilde dat zijn geheim ontdekt werd? Volgens het boek zou Da Vinvi ook de Magdalena-theorie aanhangen, ook duidelijk zichtbaar in het vernoemde schilderij. Want zo zou de apostel aan de rechterhand van Jezus, niet Johannes zijn maar Maria Magdalena: de golvende lokken, de afwezige baard (maar Johannes wordt meestal baardloos en met verfijnde trekken afgebeeld) en de jaloerse Petrus die een snijdend gebaar maakt met zijn hand over haar nek zouden dit bewijzen, verder wijzen de weerspiegeling van kleuren in de kledij (Jezus met de rode mantel en het blauwe kleed en Maria Magdalena met de blauwe mantel en het rode kleed) en de personages die een M vormen (van matrimonio of huwelijk) op verbondenheid.
In het boek wordt melding gemaakt van een losstaande hand met een mes, die duidelijk te zien is. Links naast Petrus en Judas is overduidelijk een hand met een mes te zien. Het lijkt erop dat de hand niet bij een van de apostelen hoort. Hoe zit het precies? Hoort de hand bij Petrus of zweeft het toch los in het schilderij? Hierover is geen duidelijkheid. <

De Priorij van Sion heeft tevens ook niet bestaan. Volgens het boek is Godfried van Bouillon de stichter geweest van de Priorij. Maar in werkelijkheid is die pas 50 jaar geleden ontstaan door de fantasie van ene Pierre Plantard die beweerde grootmeester en afstammeling te zijn van de Merovingische koningen en dus van Christus. De Tempeliers waren bewapende monniken die de pelgrims naar en in het Heilige Land beschermden en daarom een uitgebreid netwerk uitbouwden waarin zij de eerste banken opzetten (waar geld geruild konden worden). Allicht was dat mede verantwoordelijk voor de rijkdom van de orde, die zo de afgunst en hebzucht van de Europese vorsten opwekten, die hen uiteindelijk uitroeiden, waarna de geruchten over de schat van de tempeliers bleef hangen. Een schat die ook in het boek de Heilige Graal zou zijn.

De naam van Louvre-conservator Jacques Saunière is een verwijzing naar Bérenger Saunière (1852-1917), de pastoor van het Pyreneeëndorpje Rennes-le-Château, die naar eigen zeggen op het plaatselijke kerkhof de (goud)schat van de tempeliers gevonden zou hebben.

De vijfbladige roos, het symbool van de priorij, speelt ook een rol in het boek. Zo verwijst ze onrechtstreeks naar de rose line, de oude nulmeridiaan die, voordat ze in Greenwich gelegd werd, door Parijs liep en volgens Brown in de kerk van Saint-Sulpice zelfs uitgebeeld zou zijn. De koperen lijn door de vloer is echter geen heidense zonnewijzer maar een middel om liturgische feestdagen te berekenen.

De Da Vinci Code beweert ook dat de Mona Lisa ten eerste een zelfportret is en tevens dat Da Vinci het een naam gegeven heeft samengesteld uit 2 oude Egyptische goden: Amon en Lisa. Eerst de kwestie van het zelfportret. Alternatieve onderzoekers stellen dat de Mona Lisa in feite een zelfportret is van Leonardo in vrouwelijke of hermafrodische gedaante. Wanneer je de omlijsting van het haar verwijdert, houd je een vreemd gezicht over met aseksuele kenmerken. Wanneer je de gelaatstrekken van Leonardo da Vinci via moderne computertechnieken over de Mona Lisa heenlegt, zie je dat de twee verdacht veel gelijke kenmerken vertonen. Twee onafhankelijke onderzoekers onderschrijven deze theorie. Dr. Digby Quested en Lillian Schwartz wijzen erop dat de Mona Lisa bijna een exacte afspiegeling vormt van het gelaat van Leonardo da Vinci's zelfportret als oude man. Alle lijnen in het gezicht komen overeen met die van Leonardo en ook de punt van de neus, de lippen en de ogen komen exact overeen. Wat zeker is, is dat het schilderij een opdracht is van de Italiaanse zijdehandelaar Fransesco del Giocondo. Algemeen wordt aangenomen dat de vrouw op het schilderij zijn vrouw Lisa Giocondo is.
De tweede kwestie, namelijk de naam: Mona Lisa verwijst naar de Egyptsiche goden Amon en L'Isa. Amonn is de mannelijke Egyptische god. L'Isa (of Isis) is de vrouwelijke tegenhanger.
Hoofdpersoon Robert Langdon beweert in de Da Vinci Code dat Leonardo da Vinci op die manier een verwijzing naar de goddelijke versmelting van het mannelijke en het vrouwelijke in het schilderij wilde verstoppen. Dat is niet zo. De naam Mona Lisa is niet door Leonardo da Vinci bedacht, maar ontstond pas veel later. De Mona Lisa wordt in het Italiaans La Gioconda genoemd. Dat is niet alleen een verwijzing naar Giocondo, maar ook een woordgrapje: Gioconda is Italiaans voor 'vrolijke vrouw'.
De naam Mona Lisa ontstond een paar eeuwen na de dood van Leonardo. Mona is een verbastering van het woord 'monna' wat weer een samentrekking is van 'madonna' of 'mia donna': edele vrouw. Lisa is de naam van de vrouw waarvan wordt aangenomen dat ze op het schilderij staat afgebeeld.
Dan Brown stelt in de Da Vinci Code dat Leonardo da Vinci bekend stond als een flaboyante homoseksueel. Veel websites en boeken die uit christelijke hoek komen en die de beweringen uit de Da Vinci Code tegen het licht houden, spreken dat tegen. Zij stellen dat er simpelweg geen harde bewijzen zijn die de bewering rechtvaardigen dat Leonardo homoseksueel was. Glasharde bewijzen die aantonen dat Leonardo da Vinci homoseksueel was zijn er inderdaad niet. Aanwijzingen zijn er wel, maar eerst de feiten. Er is niets bekend over een vrouw in het leven van Leonardo. Hij is nooit getrouwd, heeft nooit een liefdesrelatie met een vrouw onderhouden en heeft geen kinderen gekregen. Dat bewijst natuurlijk niks. Er zijn genoeg homoseksuelen die wel netjes getrouwd waren en het ontbreken van het heterocontacten betekent niet automatisch dat iemand homoseksueel is. Hoe zit het dan met vriendjes? Had Leonardo die wel? Daar wordt al eeuwenlang over gediscussieerd. Leonardo had veel knappe jongens als leerling in zijn atelier rondlopen. Die bleven een aantal jaar, leerden schilderen en beeldhouwen en vertrokken weer. Een hen was Salai. Salai werd door Leonardo altijd voorgesteld als zijn leerling. Ook toen Salai na ruim twintig jaar nog steeds samen met Leonardo in hetzelfde huis woonde. In tegenstelling tot de andere leerlingen van Leonardo is er van Salai geen enkel kunstwerk bekend.
Dat is op zijn minst vreemd wanneer je al die jaren te boek staat als leerling van de grootste kunstenaar van de zestiende eeuw. Maar ook hier geldt: hard bewijs dat de twee een liefdesrelatie onderhielden is er niet.
Het grootste bewijs voor Leonardo's homoseksualiteit vormt een aanklacht wegens sodomie in 1476. Samen met een aantal andere Florentijnen werd de toen 24-jarige Leonardo anoniem aangeklaagd wegens homoseksualiteit. Tot een veroordeling is het nooit gekomen omdat zich geen getuigen gemeld hebben.
Heeft het christendom eeuwenlang de rol van de vrouw geëlimineerd? Dit is echter wat Dan Brown in zijn boek beweert. Dan Brown stelt dat Jezus gewoon getrouwd was met Maria Magdalena en dat Jezus en Maria samen tenminste een kind kregen: Sarah. Maria Magdalena vertegenwoordigt volgens Dan Brown het vrouwelijke goddelijke. Ze was priesteres van de Godin. In een vruchtbaarheidsritueel zouden Jezus en Maria een zijn geworden en heelheid hebben bereikt. Dat is natuurlijk tegen het zere been van de kerk. Wanneer je een godheid bent, doe je niet aan seks en krijg je ook geen kinderen. Op zeer veel christelijke websites en in boeken wordt omstandig uitgelegd dat Jezus wel een Godheid is. Drievoudig zelfs: God de vader, God de zoon en God de heilige geest.
Veel van deze informatie kwam uit het boek: ‘De geheimen van de Da Vinci Code' van Simon Cox.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.