Hierin vertelt hij dat hij in 1632 geboren is in York in Engeland. Zijn vader wilde dat hij rechten ging studeren maar dan had hij de zee nooit gezien, hij verlangde ernaar om zeeman te zijn een verre landen te bezoeken. Zijn vader wou niet dat hij de zee op zou gaan. In 1951 stond hij zijn vriend uit te zwaaien in het plaatsje Hull, aan zee. Die vertrok naar Londen. Robinson kon de verleiding niet weerstaan en is met hem meegegaan. Robinson wordt erg zeeziek. Na acht dagen op het schip steekt er een storm op. Iedereen is bang en het schip dreigt te zinken, het kanon wordt afgeschoten om zo hulp te vragen. Het schip zinkt maar men is snel genoeg weg in reddingsboten. Aan wal krijgen ze veel hulp. Hij heeft alleen nog geld en zijn kleren, de rest is weg. Hij durft niet terug naar huis en hij gaat verder over land naar Londen. Daar gaat hij weer de zee op, op weg naar de kust van Afrika.Hij neemt spullen mee om handel te drijven met de Genuanen ( Nieuw Guinea ). Hij maakt winst en besluit zijn brood te gaan verdienen met Afrikaanse handel. Bij een tweede tocht worden ze overvallen door zeerovers, er wordt hevig gevochten. De rovers winnen en de overlevenden worden gevangen genomen. Hij moet als slaaf de tuin van de zeeroverskapitein bijhouden, later moet hij het schip schoonhouden. Na twee jaar wil hij proberen om te ontsnappen. Op een dag gaat hij met de kapitein en een paar vrienden van hem mee een boottochtje maken over zee. Na een slim plannetje gooit hij de kapitein overboord en nu is hij de baas over het schip, dit accepteert ook de rest van de bemanning.Ze reizen door en gaan alleen aan wal om de voedselvoorraden te verversen. Dit gaat niet altijd goed. Op een dag gaan ze aan wal en als ze weer terug willen gaan naar het schip springt er opeens een leeuw uit het struikgewas. Robinson grijpt zijn geweer en schiet de leeuw morsdood. Robinson vilt de leeuw om er een mooi kleed van te maken. Daarna gaan ze verder. Op een morgen komt Xury binnen, een knecht, hij roept : Een zeilschip !! Het is een Portugees zeilschip. De kapitein komt aan wal en ze praten wat, de kapitein wil het schip kopen en alles wat hij verder nog heeft. Het schip wordt verkocht en Robbinson begint een suiker- en tabaksplantage in Brazilië. Als hij gevraagd wordt mee te gaan op expeditie naar Guinea aarzelt hij niet . Na twee dagen steekt er een storm op en ze kunnen niets meer zien. Tegen de morgen roept iemand dat hij land ziet, ze komen op een zandbank terecht, ze besluiten verder te roeien naar het land, bij de rotsen slaan ze na een windvlaag om. Robinson overleeft de ramp als enige… Hij voelt zich triest en hij is bang dat hij verhongert of verslonden wordt door de wilde dieren. Hij gaat in een boom zitten en slaapt. De volgende dag zwemt hij naar het schip toe en hij eet een lekkere maaltijd, want het schip was nog toegankelijk, ook al lag het op haar zij. Daarna verzamelt hij brokstukken en maakt hij een vlot. Hij verzamelt alle proviand en munitie, ook neemt hij gereedschap mee naar het land. Hij zoekt eerst een plaats om te overnachten. Het is totaal onbewoond daar waar hij zit, het is een onbewoond eiland. Hij eet een valk op en maakt daarna een overkapping op zijn vlot waarin hij kan slapen. De volgende dag haalt hij weer heel veel spullen op. Na de twaalfde nacht die erg winderig was is het schip verdwenen. Hij gaat een tent bouwen, een woonplaats dus en al zijn spullen bergt hij er in op. Andere spullen legt hij in een grot. Hij heeft trouwens nu ook twee katten en een hond, die nog wel leven. Dan steekt er een onweer op. De volgende dag zet hij een paal neer en krast daarin, ik ben hier gekomen op 30 september 1659 – R.C. ( =Robinson Crusoé ). Dit doet hij om bij kennis te blijven en ieder dag zet hij een streepje om de datum in de gaten te houden. Op een dag vindt hij een geitje met een gebroken beentje. Hij verzocht het beest en hij besluit om een kudde te vormen. Dan breekt het regenseizoen aan, Robinson wordt ziek en hij denkt dat hij dood gaat. Hij probeert zelf een geneesmiddel te vormen, dit leerde hij ooit van de Brazilianen. Hij drinkt het op en de volgende dag is hij alweer een stuk fitter. Dan gaat hij het eiland verkennen en hij ontdekt dat er best een hoop fruit is en hij vindt er ook tabak. Het water uit een beek kan hij drinken zonder te koken. Er groeien druiven. Hij leeft op, hij is blij !! Hij komt ook in een dal waar heel veel bloemen en planten staan. Hier heerst altijd de lente denkt hij. Hij wil wel een boerderijtje beginnen. Dan heeft hij twee huizen!! Op een andere dag is een van zijn katten verdwenen. Na een paar dagen komt ze terug met jonge poesjes, het zijn er drie. Hij vangt ook een papegaai die heel tam wordt. Hij kan nu tenminste met iemand praten. Hij leert pottenbakken en vlechten. Hij kan nu eindelijk eens koken in een kookpot. Ook bewaart hij alle huiden van gedode beesten. Hier maakt hij bijv. paraplu’s en kleding mee.
Op een dag gaat Robbinson op ontdekkingstocht. Als hij op een plek komt waar hij nog nooit eerder is geweest ziet hij in de grond een voetafdruk. Hij schrikt ervan. Hij kijkt om zich heen, maar hij ziet niets. Hij luistert in alle stilte, maar hij hoort niets. Hij loopt door maar hij ziet steeds meer voetsporen. Hij ziet nog steeds niemand maar hij slaapt die nacht slecht. Hij is bang. De volgende dagen verlopen normaal. Hij denkt dat hij zich vergist heeft. Toch neemt hij voorzorgsmaatregelen, hij maakt een omheining om zijn beide huizen en hij maakt vuur, bovendien is hij klaar om aan te vallen. Het kost allemaal een hoop werk. Als hij over zee tuurt ziet hij iets dat op een schip lijkt. Hij neemt nu voortaan altijd zijn verrekijker mee op tocht. Hij loopt naar de andere kant van het eiland en ziet daar een gedoofd vuurtje met daaromheen allemaal botten, schedels en vlees van dode mensen! Misschien waren het schippers geweest die hun gevangenen opgegeten hebben. Robinson valt flauw. Hij besluit er nooit meer heen te gaan. Als hij vuur maakt is hij bang dat dit hem zal verraden. De zeerovers zullen hem ook roosteren. Als hij op een dag een geluid hoort uit een grot gaat hij kijken en hij ziet twee ogen die hem aankijken, het is een bok die gewond op de grond ligt, hij laat hem sterven. Hij ontdekt ook nog een holte in de grot die hij graag wil onderzoeken, hij besluit een nacht te wachten totdat het licht is.
Op handen en voeten kruipt hij door de nauwe doorgang die zo’n tien meter lang is. Dan komt hij bij een tweede grot. Hij vindt veel edelgesteenten. Hij besluit zijn proviand voorraad in de grot op te slaan. Daar zit hij tenminste veilig. Hij is inmiddels 23 jaar op het eiland. De hond sterft van ouderdom en de katten vermoord hij omdat het er veel te veel worden. Op een dag ziet hij weer een vuur, deze keer aan zijn kant van het eiland. Hij ziet negen schipbreukelingen zitten rond het vuur. Ze doen een rare dans die meer dan twee uur duurt. De volgende dag vertrekken ze weer in hun reddingsbootje. Vanaf nu kijkt hij iedere dag met zijn verrekijker over zee, voor de zekerheid.
Als het op een nacht stormt zinkt er een schip voor de kust van het eiland. Er wordt om hulp geroepen. Robinson maakt een vuur en probeert duidelijk te maken dat er iemand op het eiland is. Er stromen veel doden aan op het eiland. Het doet hem denken aan vroegere dagen. Hij wil mensen ontmoeten.
Op een dag zijn er weer schipbreukelingen, hij is getuige van een moord op een gevangene die vervolgens verorberd wordt . Een andere gevangene ontsnapt en hij wordt achtervolgt door twee mannen. Robinson heeft de plicht, zo vindt hij, om de arme jongen te redden. Ze vechten tot het uiterste, ze overleven het allebei. Ze begraven de lijken op het strand om te voorkomen dat de rest hen zou ontdekken. Robinson neemt hem mee naar de grot. Hij krijgt eten en daarna gaan ze slapen. Het is een bruinkleurige jongen die erg sterk is ziet Robinson. ’s Morgens zijn de schipbreukelingen verdwenen. Ze zien alleen nog botten en ingewanden liggen. De gevangene blijkt een kannibaal te zijn. Hij noemt hem Vrijdag. Hij probeert Vrijdag een beetje Engels aan te leren. Yes en No en hij leert hem om Robinson met Baas aan te spreken. Zijn taal is onbegrijpelijk. Maar hij is blij dat hij eindelijk weer eens iemand hoort praten na zo’n lange tijd.
Een tijd later weet Vrijdag al een hoop dingen in het Engels te benoemen. Robinson begint zich steeds meer aan Vrijdag te hechten. Op een dag gaat Vrijdag naar het strand om schildpadjes te zoeken, die eten ze namelijk op. Hij ziet 3 bootjes in zee en rent terug naar Robinson. Vrijdag is helemaal overstuur, hij denkt dat ze hem in stukjes komen hakken. Het zijn inderdaad drie boten ziet Robinson. Ze verdelen de wapens en doen heel stil, ze komen aan land en er zijn drie gevangenen. Als ze aan land komen schieten Robinson en Vrijdag, velen van de indringers vallen dood neer. Ze bevrijden één gevangene, die is Spaans. Hij krijgt brood en rum. Dan vechten ze weer. Ze zijn nu bijna allemaal dood. Een paar ontsnappen er in de boot. Ze vinden nog een overlevende, het is de vader van Vrijdag, het is ongelofelijk.
Robinson voert veel gesprekken met de twee nieuwelingen, Vrijdag kan als tolk dienst doen. Robinson hoopt dat hij nog meer van de gevangenen kan bevrijden. Dan kunnen zij onder zijn gezag een schip bouwen waarmee hij terug naar Engeland kan varen. Hij besluit om Vader en de Spanjaard er met de achtergebleven bootjes op uit te laten trekken om een boodschap te bezorgen en zo de stamleden van Vrijdag en zijn vader uit te nodigen om bij hem te komen wonen op het eiland. Na zes maanden zijn de voorbereidingen klaar en kunnen ze vertrekken. Na acht dagen komen ze terug met een groot schip. Vrijdag en Robinson zijn heel blij. Er zitten allemaal Engelsen op het schip. Ze komen aan land, ze zijn met 11 mensen. Drie van hen zijn gevangenen. Robinson wil de drie gaan bevrijden als de rest van de bemanning uit het zicht is. Dit lukt, er is een kapitein bij, het schip was eigenlijk van hem geweest maar ze waren overvallen. Hij belooft aan Robinson om, als hij hem bevrijdt, hem alles te geven wat hij maar wil en hij zal hem zeker terug naar Engeland brengen. De mannen op het eiland worden overmeesterd en ze zijn bereid de kapitein te helpen. Maar er zijn nog 10 mannen aan boord van het schip. Dat wordt dus een hele klus. Dan opeens komen er nog tien mannen van het schip naar het eiland toe. Zeven van hen gaan hun kameraden zoeken, de andere drie blijven de sloep bewaken. Vrijdag achtervolgt met een van de jongens de zeven mannen. Hij lokt hen steeds verder het eiland op zodat het voor hen nu niet meer mogelijk is om voor de nacht terug te keren naar het schip. Het lukt. In de nacht zijn de mannen verdwaald en ook zij worden overmeesterd. Ze gaan terug naar het schip en ze vertrekken, terug naar huis, terug naar Engeland !! Robinson neemt nog wat souvenirs mee. Het is dan 19 december 1968. Hij heeft dus 27 jaar op het eiland doorgebracht. In 1687 komt hij aan in Engeland, als een kind huilt hij en huilt hij, van vreugde natuurlijk.
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Eerste uitgave
1719
Pagina's
304
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
Oorspronkelijke taal
Verfilmd als




Andere verslagen van "Robinson Crusoë door Daniel Defoe"
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Boekverslag Engels door een scholier
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Boekverslag Engels door een scholier
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Boekverslag Engels door een scholier | 6e klas vwo
6e klas vwo
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Boekverslag Engels door een scholier | 6e klas vwo
6e klas vwo
Robinson Crusoë door Daniel Defoe
Boekverslag Engels door een scholier | 6e klas vwo
6e klas vwo
REACTIES
1 seconde geleden
W.
W.
soms staat er Robbinson i.p.v. robinson
17 jaar geleden
Antwoorden