Zakelijke gegevens + motivatie. 1. De titel van het boek is: Harry Potter en de gevangene van Azkaban en het is geschreven door de schrijfster: Joanne K. Rowling. 2. Ik heb dit boek gekozen, omdat ik dit het leukste boek vind van de leukste serie boeken die er zijn en dus dacht ik meteen aan dit boek toen ik een boekverslag moest maken. Inhoud. 1.Het begint allemaal als hij wegloopt bij zijn enige familie, de familie Duffeling. Harry Potter is een tovenaar en zijn aartsvijand Voldemort ( De meest duistere en gevreesde tovenaar over de hele tovenaars wereld waarvan andere tovenaars zijn naam niet van durven uit te spreken ) heeft toen hij nog klein was zijn ouders vermoord. Als hij wegloopt wordt hij opgepikt door de Collectebus en daar leest hij in de krant dat Sirius Zwarts is ontsnapt uit de tovenaars gevangenis ‘’Azkaban’’. Hoe hij ontsnapt is weet niemand, maar al snel blijkt voor Harry dat hij speciaal is ontsnapt omdat Zwarts het op hém heeft gemunt. Harry komt er ook achter dat Zwarts zijn ouders heeft verraden aan Voldemort. Als hij eenmaal met wat omwegen op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-pocus is aan gekomen ( Waar het verhaal zich ook verder afspeelt in deze tijd.), ziet hij dat er allemaal bewakers lopen, de cipiers van Azkaban, de dementors. Dementors zijn een van de meest vreselijke wezens op aarde en echt vrolijk wordt Harry er niet van, al helemaal niet als hij er achter komt dat het Ministerie van Toverkunst ze daar laat bewaken omdat Zwarts het op hém heeft gemunt
En dan is er ook nog eens de nieuwe leraar van Verweer tegen de Zwarte Kunsten op school: prof. Lupos. Het blijkt dat hij de vader van Harry erg goed gekend heeft en dat hij er meer vanaf weet dan Harry zelf. Hij besluit met zijn vrienden opzoek te gaan naar iets dat ze zelf nog niet goed weten. En als er dan ook nog eens een aanval wordt gepleegd op school door Sirius Zwarts zijn ze helemaal de draad kwijt. Waarom stond hij niet bij het bed van Harry, maar van zijn vriend Ron? Dan, als hij op gegeven moment van de tweelingbroers Fred en George Wemel ( De broers van Ron.) een ‘’Sluipwegwijzer’’ krijgt, en daarmee alle geheime gangetjes op Zweinstein weet te vinden, kan hij naar Zweinsveld gaan. Hij gaat door een geheime gang, die naar Zweinsveld leidt, en als hij weer terug gaat wordt hij gesnapt door prof. Sneep, zijn minst geliefde leraar op Zweinstein. Hij ziet de sluipwegwijzer en roept prof. Lupos, omdat hij leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten is. Als Lopus naar de Sluipwegwijzer kijkt zag Harry dat het hem bekend voor kwam. Later, toen hij samen prof. Lupos het kantoor van prof Sneep uitliep vertelde hij dat hij met de makers van de Sluipwegwijzer iets te maken had. Harry, Hermelien en Ron snapten er niks meer van, maar als Ron opgegeven moment wordt ontvoerd door een hond die hem een meesleurt naar ondergrondse gang. Harry en Hermelien gaan er achteraan. Als ze Ron hebben gevonden zien ze daar Sirius Zwarts in levende lijven zitten. Harry wordt heel kwaad, omdat hij denkt dat Sirius zijn ouders heeft veraden, dat niet zo blijkt te zijn als hij zijn verhaal vertelt. Prof. Lopus kwam er aan, omdat Harry de Sluipwegwijzer aan hem had moeten geven, en dat de namen van de personen die op een plek zijn op die sluuipwegwijzer staan. Prof. Lupos wist dat omdat hij zelf een van de makers was gewest, samen met Sirius Zwarts, de vader van Harry, James Potter en Peter Pippeling. Het bleek dat die vier allemaal een faunaat zijn ( een faunaat is iemand die een gedaante van een bepaald dier kan aannemen) en dat Sirius ontsnapt was, speciaal om Peter Pippeling te doden, omdat hij de ouders van Harry had veraden. Sirius was een van de beste vrienden van Harry’s ouders en hij heeft 12 jaar onschuldig in Azkaban gezeten. Harry heeft gezien dat het huisdier van Ron, schurfie de rat, Peter Pippeling was en dat hij al die jaren heeft geleefd als rat. Alleen als ze met zijn zessen weer naar buiten gaan en naar het hoofd van de school willen gaan ontsnapt Peter Pippeling als rat en kunnen ze Sirius onschuld niet meer bewijzen. Het hoofd van de school, Perkamentus geeft hen drie uur de tijd met en tijd verdrijver om drie uur terug te gaan in de tijd om Sirius te redden, want toen ze weer naar buiten kwamen zonder Pippeling was Sirius gepakt door de dementors, en binnenkort zou er een eind aan het leven van Sirius komen, zolang niemand iets deed. Ze hadden Sirius gered door het raam met een hipogrief, een magisch wezen ( fabeldier ) dat kan vliegen. Sirius is op de hipogrief gevlucht, maar zijn onschuld is nog steeds niet bewezen. 2. De hoofdpersoon is Harry Potter, hij is aardig en is erg moedig. Hij heeft een bril en vind het heel erg leuk op school. Hij is goed in zwerkbal ( dé tovenaarssport ) en zit dan ook in het zwerkbal team van griffoendor, zijn afdeling waar hij zit op zijn school. Hij is nu 13 jaar oud en zijn aartsvijand Voldemort probeert constant weer tot leven te komen sinds Harry hem van zijn macht heft beroofd. Harry heeft namelijk als enige in de tovenaars wereld de dodelijke vloek te weten overleven, en hij heeft er een litteken op zijn voorhoofd aan overgehouden. 3. Ron Wemel: Ron Wemel is een goede vriend van Harry en heeft met hem samen al zijn avonturen beleefd. Hermelien Griffel: Hermelien Griffel is een goede vriendin van Harry en heeft net als Ron samen haar zijn avonturen beleefd. Prof. Albus Perkamentus is het schoolhoofd van Zweinstein, maar hij is ook een van de vrienden van Harry, maar Perkamentus waakt ook over Harry, maar zelf weet hij dat niet. De familie Wemel: De familie speelt ook een belangrijke rol in het boek; Fred en George ( de tweelingbroers ) Percy, Ginny en Bill en Charlie, en de ouders van deze familie: Molly en Arthur. Draco Malfidus, Korzel en Kwast: Dit zijn op school Harry’s minst geliefde personen, ze zoeken altijd ruzie, als Harry er maar strafwerk van krijgt. De leraren opschool: Deze geven les op school en komen regelmatig in het boek voor. Hagrid: Dat is ook een van de vrienden van Harry, hij is jachtopziener en leraar op Zweinstein. Marcel Lubbermans: Hij zit in de klas bij Harry, Ron en Hermelien, maar is niet echt slim, maar wel leuk. Sirius Zwarts: Hij is aardig en mysterieus, en heeft de moed om uit Azkaban te ontsnappen en hij is Harry’s voogd. Prof. Remus Lupos: Hij speelt een redelijk belangrijke rol in dit boek, hij is leraar op Zweinstein, maar geeft Harry ook les om een dementor te verdrijven. Prof. Serverus Sneep: Ze hebben beide een hekel aan elkaar, Harry en Sneep, Sneep geeft les in Toverdranken, en dat is Harry’s minst favoriete les. Fam. Duffeling: De familie Duffeling vindt Harry niet leuk, ze hebben een hekel aan alles wat maar met toverkunst te maken heeft, maar omdat het Harry’s enige familie is, zal hij daar in de zomervakantie toch naar toe moeten

Margo Duffeling: Margo Duffeling een tante van Harry, tenminste, zo moet hij haar noemen van Herman Duffeling ( zijn oom). Zij is de reden waarom Harry wegloopt. Minister van toverkunst, Cornelis Droebel: Hij heeft Harry opgevangen aan de Wegisweg, toen hij was weggelopen, verder heeft hij niet echt een grote rol in het boek. Dit zijn nog lang niet alle bijpersonen, want dat zijn er te veel om op te noemen. Eigen mening. 1. De gebeurtenissen komen wel echt op me over, alsof het heel normaal is dat er iemand op een bezem rond vliegt, maar het verhaal isniet echt gebeurt, en kan ook niet echt gebeuren, het is een verzonnen verhaal. Het is dus een onrealistische fictie. 2. Nee, het zou niet kunnen dat iemand iets dergelijks meemaakt als in dit boek. 3. Ja, dit boek heeft me wel aan het denken gezet, ik denk dan vaak; Waarom is dit boek nou niet echt gebeurd, het lijkt me erg leuk om op Zweinstein te zitten! En ik denk hoe het af zou lopen in het volgende boek. Personages. 1. vond ( buiten Hermelien en Ron en Harry zelf) prof. Albus Perkamentus heel sympathiek omdat hij veel weet en altijd heel geheimzinnig doet. Ook Sirius Zwarts vond ik zo, omat ik niet snap hoe hij het ooit heeft kunnen volhouden, 12 jaar onschuldig in de gevangenis. En ook prof. Lupos vond ik wel bijzonder sympathiek, want hij heeft altijd de vernederingen kunnen doorstaan van als je een weerwolf bent in dit boek. Minder Sympathiek vond ik Draco Malfidus, Korzel en Kwast in dit boek. Zoals ik al had opgeschreven zijn ze altijd oneerlijk en zijn ze erg vals. Ook prof. Serverus Sneep is, vind ik zo, omdat hij altijd punten aftrekt, van degene die hij niet mag. 2. Ja, hij lijkt eigenlijk wel een beetje op mij, alleen hij is een jongen. Bijvoorbeeld: Ik zou het ook vreselijk vinden als iemand het op jou had gemunt, en diegene ook nog eens je ouders ( zou hebben ) verraden tegenkomt, ik zou hem/haar ook aanvliegen uit haat en nijd. 3. Ik zou dat besluit ook genomen hebben; Ik zou, als ik een sluipwegwijzer had, die ook gaan gebruiken om de geheime gangen te gebruiken. Opbouw. 1. De gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin ze plaatsvinden. 2. Het speelt zich verschillend af, soms in weken, dan weer dagen en dan maanden. Het wordt dan wel zo gezegd: ‘Een maand later …’ 3. Nee, niet echt, want het is een serie die je echt op volgorde moet lezen, zodat je, als je het laatste boek gaat lezen, echt weet hoe het afloopt. Het boek zelf heeft wel een einde, maar je vraagt je wel af wat er nou gebeurt met Sirius Zwarts, of hij nou ooit wordt vrijgesproken of niet. Het maakt mij eigenlijk niet zo veel uit of het verhaal een openeind heeft of niet, maar het moet wel een duidelijk einde zijn, want als je helemaal niet weet hoe het afloopt, vind ik het niet echt leuk. Eindoordeel. Ik vond het boek: Spannend, beklemmend, ik moest er om lachen, het deed me iets. Spannend, omdat er ook wel iets van spanning in zat, en ik moest gewoon weten hoe het afliep. Beklemmend, omdat ik niet meer kon stoppen met lezen, ik zat gewoon de hele dag te lezen, het boek klemde mij als het ware vast. Ik moest er om lachen, omdat er veel grappige stukjes in voorkwamen, ik vond het erg leuk. ( zie taalgebruik 3. ) Het deed me iets, omdat ik steeds eraan moest denken hoe het moest zijn om onschuldig in de gevangenis te zitten, en het boek blijft je gewoon achtervolgen.