Het verhaal begint met het afleggen van een moedtest van de 10-jarige Harry. Hierdoor kan hij bij de Krokodillenbende komen. Hij moet een heel oude wankele ladder van 10 meter hoog beklimmen naar een dak toe. Dan moet hij op het dak klimmen en "Krokodil" roepen. Hannes durft dit eigenlijk niet, maar het lukt toch.
Ze noemen Hannes "Milchstrasse", omdat hij zoveel sproeten heeft. Maria die 13 is en Olaf’s broer en de moedtest niet heeft afgelegd, was allemaal bang voor Hannes. Olaf is 14 jaar en de leider van de krokodillenbende. Ze spelen in een oude steenfabriek die op instorten staat. Dat doen ze, omdat ze nergens anders kunnen spelen.
Aan de Papagaaienwoonwijk ("Papageiensiedlung") grenst een klein bos genaamd "Kleine Schweiz" waar de bende een hut heeft gebouwd. Naar de steenfabriek gaan ze altijd voor de moedtest. Bij het naar beneden gaan van het dak, valt Hannes bijna van het dak af. Hij kan zich nog net vasthouden.
Maria belt in de stad de brandweer en de rest is gewoon weggevlucht proberen om hulp te halen. Zodra ze de brandweerwagen ziet, gaat ze die achterna. Ze kijkt van achter bosjes toe hoe Hannes van het dak wordt gered. Het dak stort daarna in en alle brandweermannen zeggen tegen Hannes dat hij dood had kunnen zijn. Maria voelt zich schuldig en is bang dat iemand haar aansprakelijk houdt. De brandweer brengt Hannes thuis. De fabriek was eigenlijk verboden toegang. Zijn moeder is blij dat Hannes nog leeft en van haar hoeft hij niet zo’n erge straf.
Maar zijn vader geeft hem als straf 14 dagen geen TV, huisarrest, geen zakgeld en hij mag niet meer met de haas spelen. Hannes vertelt dat de groep bestaat uit leider Olaf, zijn zus Maria, Peter met zwart haar die altijd in zijn neus peutert, Willi met lange blonde haren en die altijd aan zijn nagels bijt en daarom noemen ze hem konijntje ("Kanichen") en hij is een goede zwemmer.
Verder is er Otto die een handstand op de fiets kan maken en Theo die rood haar heeft en altijd met zijn kleine zusje wandelt. Dan heb je Frank, bijnaam aap ("Affe") omdat hij goed kan klimmen, en Rudolf met een mooie Franse fiets. Hannes’ gezin zit een beetje in de geldproblemen en ze zijn bang dat ze een rekening van de brandweer krijgen. Zijn vader wil dat Hannes die betaalt, maar met 5 Mark per week als zakgeld kan dat lang duren. Dan komt de haas Hannibal binnen. Hij heeft een zilvergrijze vacht en was een verjaardagscadeau van oma aan Hannes.
Hannes’ vader trekt het verbod op spelen met het konijn in. Tijdens de 3e dag thuis ziet hij buiten een vrouw langs komen met een jongen in een rolstoel met bruin haar en hij is ongeveer 12 jaar. Moeder vertelt dat die jongen toen hij drie was van de trap was gevallen en daar ruggemergletsel ("Querschnittslahmung") aan overhield. Hannes gaat ‘s ochtends om half acht kijken voor het huis van de jongen hoe die naar school wordt gebracht in een busje. De jongen heet Kurt en die kent Hannes al.
Als Hannes terugkomt, vraagt hij aan zijn moeder of hij Kurt mag bezoeken. De bende vindt in het bos een dode ree. Ze weten niet wat ze moeten doen en begraven het dier maar. Ze halen schoppen uit hun hut. Die hut is goed ingericht, een bodem van mos, er is een tafel met stoelen die ze van het grofvuil hebben en verder zijn er weggeworpen werktuigen die ze hebben gevonden en er hangt een spiegel aan de boom waar de hut omheen is gebouwd. Nadat ze de ree begraven hebben en Hannes naar huis gaat, krijgt Hannes thuis van zijn moeder te horen dat ze het de boswachter hadden moeten vertellen.
Dit vertelt hij aan de bende en ze twijfelen of ze het alsnog vertellen. Ze wonen trouwens in het Roergebied ("Ruhrgebiet").
Hannes moet boodschappen doen. Bij de winkel ziet hij Kurt buiten. Ze praten wat en hij vertelt dat hij heel de bende kent, omdat hij altijd met een grote verrekijker in zijn kamer naar hun kijkt. Hannes vraagt of Kurt bij hem wil komen spelen, maar Kurt kan niet in Hannes woning komen want er is een te hoge drempel.
Na Hannes boodschappen gaat hij gelijk mee naar Kurt. Ook om te kijken hoe je een rolstoel moet duwen. Hannes woont in de Gudrunstrasse en Kurt in de Silberstrasse. Kurt kan zelfs een paar minuten staan op zijn benen. In Kurt’s kamer vertelt hij dat zijn vader vuilnisophaler is. Hij verdient niet veel en soms moeten ze geld halen bij de sociale dienst. Hannes’ vader is slijper ("Schleifer") in de machine fabriek en omdat hij geen overuren meer kan maken verdient hij niet veel. Hannes‘ moeder was een half jaar ziek, omdat ze aan haar slagaders geopereerd moest worden.
Hannes moet na het spelen met de auto’s naar huis en hij mag terugkomen wanneer hij wil.
De volgende dag zit Hannes weer bij de Krokodillenbende in het bos in hun hut.. Ze zijn van plan een fietstocht te houden komende zondag in Munsterland. Hannes stelt voor om Kurt op te nemen als lid van de bende. Dit keurt de rest van de jongens af, omdat ze het te moeilijk vinden om met zo’n rolstoel om te gaan en als er iets zou gebeuren het hun schuld zou zijn en omdat Kurt er toch niets kan doen. Hannes huilt er nog erg om dat Kurt niet wordt opgenomen, maar Olaf probeert hem te troosten.
De bende wil het verder liever niet hebben over de moedtest van Hannes, omdat ze zich toen laf gedroegen. Ze waren trouwens in Dortmund en het speelt nog in juni. In deze warme maand wordt bijna dagelijks ingebroken in de noordelijke voorsteden. Er is telkens geen spoor en niemand die een tip kan geven. De inwoners verdenken de buitenlanders, de Turken en Italianen, die in een oude wijk achter het bos wonen. De politie noemt de inbrekers de geestenbende ("Geisterbande").
De Krokodillenbende heeft het er op zondag in de boshut ook over. Dan komen er een aantal Italiaanse kinderen in het bos en uit haat tegen hen jaagt Frank ze weg. Deze vreemdelingenhaat heeft hij van zijn vader die in de fabriek waar Hannes’ vader werkt, ploegbaas is.
Hannes gaat spelen bij Kurt en Kurt vertelt hem dat hij weet wie de inbreker is en dat hij dat aan Hannes vertelt als Hannes belooft Kurt mee te nemen naar de hut in het bos. Hannes belooft dit, maar hij zegt niets over dat de andere Krokodillen Kurt niet bij de bende willen. Kurt vertelt dat het drie jongeren waren met alle drie "Mopeds".
Ze droegen allemaal helmen, eentje droeg er een rode met strepen in het midden. Kurt zag een rode en groene Moped. De groene had een hoge stijgbeugel met kleurige snelbinders en alle Mopeds hadden zijtassen. Dit zag Kurt in de nacht (hij slaapt niet vaak omdat hij zich overdag niet moe maakt). Kurt heeft dat nog niet aan zijn ouders vertelt, maar Hannes vertelt het aan Olaf en Maria. Olaf gelooft dat het een truc is van Kurt om zo bij de bende te komen.
Op een maandagmiddag gaat de hele bende op de fiets naar de hut in het bos, maar die blijkt weg te zijn.
Er is niets meer van over. Olaf denkt dat de Italianen het hebben gedaan. Ze weten nog niet waar hun nieuwe verzamelplaats zal zijn. Maar Hannes vertelt toch nog wat Kurt hem vertelde. Frank zegt dat zijn broer ook zo’n Moped heeft. Allemaal denken ze dat de politie met die tip de boven toch nooit vind, maar dan gaan ze allemaal fantaseren wat ze met de beloning gaan doen. De achternaam van Kurt is Wolfermann. Ze gaan naar de oude steenfabriek en zijn van plan om van die stenen die ze daar vinden in een hoek van de Trockenhalle (Drooghal, of zo) een nieuwe hut te bouwen. Ze bouwen met de stenen een dikke muur van 1m hoog en 3m lang en ze vinden ook nog een tafel. Dan besluiten ze in de zomervakantie verder te gaan.
De steenfabriek was eens van firma Schrader. Olaf zegt dat Hannes Kurt morgen maar moet meenemen. Beloofd is immers beloofd.
Weer op maandag om vier uur wacht de bende bij Kurt’s huis tot die wordt thuisgebracht door de speciale schoolbus. Ze nemen Kurt dan mee naar het bos naar de plaats van hun oude hut. Hannes en Maria duwen. Daarna gaat Kurt mee naar de nieuwe hut in de steenfabriek. Dit gaat met veel moeite en ze moeten bij de fabriek de omheining van ijzergaas doorknippen om Kurt door te krijgen.
Ze beginnen in de Trockenhalle weer te werken en Kurt moet toekijken. Kurt moet dan plassen en dus moeten twee kinderen hem vasthouden en iemand moet voor hem zijn gulp openen en zijn penis eruit halen. De bende weet niet wat ze moeten doen tot Maria dit doet. Daarna gaat Kurt een beetje rondrijden op het terrein en rijdt hij een donker kantoorgebouw in. Hij ziet even niets en hij rolt door, maar daar loopt de vloer steil.
Kurt zet de rolstoel op de rem, maar hij kan nu zijn rolstoel niet meer bewegen. Hij roept om hulp, maar de anderen horen hem niet. Maria is degene die na 20 minuten Kurt hoort en zij gaat met de rest erop af. Eenmaal in het gebouw zorgen ze dat Kurt zijn rolstoel weer kan gebruiken en Kurt heeft ondertussen een luik ontdekt dat naar een kelder gaat. De bende gaat erin kijken en ze vinden een magazijn vol met honderden wijnflessen, bier, radio’s, tv’s, sigaretten en 2 fietsen. Ze sluiten snel de kelderdeur en gaan terug naar hun hut.
Kurt had al voorspelt dat ze dat in de kelder zouden vinden. Het is namelijk de buit van de inbrekers en in de steenfabriek komt nooit iemand dus daar kunnen ze hun buit verbergen tot ze die gaan verhandelen. Kurt bedenkt nu dat ze moeten bewijzen dat het van de inbrekers is. Ze moeten wachten tot zij weer naar die kelder gaan, maar ze gaan waarschijnlijk alleen ‘s nachts. Kurt wil in de vakantie proberen ‘s nachts te kijken, maar hij heeft helaas geen nachtkijker op zijn verrekijker. Kurt denkt dat de boeven beslist niet na middernacht komen.
Tot het begin van de zomervakantie op 18 juli komt de bende haast niet op de steenfabriek. Kurt probeert zo vaak mogelijk alles in de gaten te houden. Hannes vertelt Kurt dat hij Franks broer erbij kan halen, want die is 18 jaar en mag ‘s nachts uit huis, maar Kurt laat Hannes hem beloven dat hij niks tegen Franks broer vertelt. Nadat Frank even langskomt, ziet Kurt drie Mopedrijders de fabriek oprijden en na een paar minuten reden ze weer terug. Kurt zag ze niet tijdens die paar minuten op het erf. Het waren Franks broer, genaamd Egon, en Karli, wiens vader agent was. De derde kende hij niet.
Maar Kurt kan niet geloven dat zij het zijn, omdat Egon altijd aardig tegen hem is neemt hij hem van achter. Kurt maakt zich wijs dat zij er niks mee te maken hebben en doet leuk mee.
In de tweede vakantieweek gaat de bende weer naar de fabriek en ze ontdekken dat er in het warenhuis niets verandert is. Als Kurt thuis komt, vertelt hij zijn moeder alles en zegt tegen Hannes dat hij Egon had gezien en dat hij misschien dader is.
Op een zaterdag gaat de bende op zoek door de stad naar de Mopeds die Kurt had gezien en ze noteren ervan de kentekens. Ze komen uit aan 4 groenen Mopeds met hoge beugel en dildos met Egon’s Moped meegerekend en verder 10 rode. Nog steeds komen ze niet veel verder. Het kenteken van Egon’s Moped is 110 GBB. Op een warme maandag gaat de bende weer naar hun hut in de fabriek. Kurt rijdt weer een beetje rond buiten op het terrein en dan ziet hij Egon en zijn onbekende vriend het fabrieksterrein opkomen. Zij zien Kurt en ze komen er ook achter dat de andere bendeleden er zijn. De bende en de twee Mopedrijders krijgen ruzie, omdat de bende Egon uitlachte toen die struikelde over Kurt’s rolstoel. dan bemoeit ruben zich ermee en maakt er een eind aan zijn leven. Kurt reed ervoor, omdat Egon Frank wou slaan. Egon scheldt veel tegen Kurt.
Verder zijn de vaders van Theo en Willi al een tijd werkloos en gaan de andere kinderen niet op vakantie omdat ze het niet kunnen betalen. De bende wil niet geloven dat Egon iets met de inbraken heeft te maken. Kurt zag wel dat Egon’s ogen tijdens de ruzie afdwaalde naar het bureaugebouw met het magazijn, maar hij zegt dit niet tegen de rest.
Kurt’s vader ziet in de krant dat de steenfabriek in de herfst zal worden afgebroken, maar het bureaugebouw met het magazijn met gestolen spullen wordt al over een paar dagen afgebroken omdat een schoorsteen daarboven op een groot instortingsgevaar heeft. Als de hele bende dit hoort, bedenken ze dat de inbrekers binnenkort hun spullen uit het magazijn moeten verhuizen.
Ze moeten dus op de uitkijk, maar ze zullen waarschijnlijk wel ‘s nachts komen. Verder neemt de bende nog een eigenaar van een midgetgolfbaan te grazen, omdat deze Kurt wou weghebben omdat zijn rolstoel sporen in de baan achterliet. In het bos spreken ze af dat ze morgenmiddag een oogje dat ze morgenmiddag een oogje in het zeil houden als de schoorsteen wordt gesloopt. Verder krijgt Kurt een pijl en boog en schietschijf van zijn ouders.
De hele bende gaat de volgende dag naar de afbraak van de schoorsteen en het bureaugebouw kijken. Daar zijn ook Egon en zijn vrienden. Ze zien met zijn allen toe hoe alles gebeurt en Egon en zijn vrienden waren na afloop opgelucht. Zo van: "Dat ging net goed." Olaf en Kurt geloven steeds meer dat Egon de inbreker is, maar ze kunnen niks bewijzen.
De daaropvolgende zondag is er in het bos het jaarlijkse "Waldfest" georganiseerd door een aantal stadsverenigingen.
Er is daar veel te doen en te kopen. De opbrengst gaat naar het bejaardentehuis. Kurt en de bende zijn er ook. Kurt denkt dat de inbrekers de buit uit het magazijn op de steenfabriek nu gaan verhuizen nu iedereen in het bos bij het "Waldfest" is. De hele bende behalve Frank gaat dus naar de steenfabriek. Frank komt daar later ook nog aan. (Kurt wou hem niet meehebben omdat Kurt vermoedt dat Franks broer inbreker is) Ze zien ook inderdaad ineens een VW-Kastenwagen verschijnen (= auto met aanhangwagen). De inbrekers blijken Egon, Karli en nog iemand die ze niet kennen te zijn.
Ze beginnen met alles in te laden en ondertussen komen er nog Italiaanse kinderen die een fiets pakken, maar later worden weggejaagd door Egon en de rest. De bende weet niet wat ze moeten doen, maar dan gaat Kurt het terrein op en de inbrekers zien hem. Om zich te verdedigen schiet Kurt een pijl in Egon’s dijbeen.
De 3e inbreker is ongemerkt achter Kurt gaan staan en duwde hem tegen een muur aan. Toen verscheen de hele bende en zij verjoegen de inbrekers. Het blijkt dat Kurt nog alleen een soort schram eraan over houdt en ze zeggen dat dat door een tak uit het bos kwam. Ze spreken af om de volgende dag met de hele bende te bespreken of ze de inbrekers aangeven of niet.
De volgende dag regent het eerst. In de krant staat dat de Italiaanse kinderen de inbrekers waren, omdat bij hen een deel van de gestolen spullen zijn aangetroffen die zij weer uit de aanhangwagen bij de steenfabriek hadden gepakt. Frank komt als de regen ophoudt nog bij Kurt langs. Frank vertelt dat Egon vandaag naar de arts ging. Als Frank weg is, vertelt Kurt alles aan zijn moeder. Zij zegt dat ze met z’n allen misschien iets kunnen bedenken waardoor de Italiaanse kinderen niet meer verdacht worden zonder Egon aan te geven.
Op die middag stemt iedereen behalve Kurt en Frank voor het aangeven van de inbrekers, omdat ze boos zijn over wat ze met Kurt deden. Dan bedenkt Kurt dat ze tegen de politie kunnen zeggen dat ze de inbrekers hadden gezien tijdens het uitladen van het magazijn, maar ze niet hadden herkent. Zij besluiten dit te den en gaan op weg naar het politiebureau. Daar spreken ze twee agenten. Ze vertellen wat ze met elkaar hadden afgesproken.
De politie stuurt een wagen naar de steenfabriek en ze vinden het magazijn met een aantal overgebleven spullen. De bende krijgt een beloning zodra de inbrekers gevonden zijn. Kurt zegt nog tegen iedereen dat ze alles aan hun ouders moeten vertellen, want anders krijgen ze het toch wel van de politie te horen.
Acht dagen na de aangifte gaan Maria, Hannes en Kurt op weg naar de minigolfbaan. Onderweg komen ze Egon tegen die Kurt’s rolstoel duwt zodat die met het kleine voorwiel vast komt te zitten in het gaas van een hek. Egon zegt dat hij Kurt nog zal terugpakken. Daarom gaan Maria en Hannes naar het politiebureau en geven Egon en de rest aan en Hannes geeft ook het kenteken van de VW-Kastenwagen.
Op de éénnalaatste vakantiedag wordt de gehele steenfabriek gesloopt. Egon en de rest zijn na een dag na hun arrestatie weer vrijgelaten, omdat zij nog jongeren zijn. Ze wachten op de rechtszaak. Frank komt nog langs bij Kurt om te vertellen dat de beloning over alle krokodillen eerlijk wordt verdeeld maar dat Kurt Franks deel krijgt om een speciale fiets voor hem te kopen.
Een week na de vakantie bouwt de bende in het bos weer een nieuwe hut.
REACTIES
1 seconde geleden
I.
I.
hannes en kurt zittin niet in het verhaal
17 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
arnold Testroote heeft ook aan deze film meegewerkt alleen mij zie je niet maar ken wel alles over deze film vertellen
10 jaar geleden
J.
J.
Juist wel hoor
14 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
ik vind het een goede
14 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
wat is het thema over dit boek?
13 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Ik heb de film gezien bij Duits dus de film in het duits gezien ...
maar deze sammenvatting is heel anders dan de film hier hebben ze het over een Ree en een hut terwijl dat in de film niet zo is..
beetje raar maarjah ben nu bezig met de sammenvatting van de film en zou deze er later wel opzetten..
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik heb het boek gelezen en de film gekeken. er zijn enkele verschillen daartussen, maar de hoofdzaken zijn hetzelfde. zo heet de jongen in de rolstoel in de film Kai en in het boek Kurt.
deze samenvatting gaat over het boek. dus met de film heb je er niet zo veel aan. de film kun je wel online gratis bekijken
12 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
en waar kan ik deze film zien, online op yt staat hij maar dat is hele slechte kwaliteit nog enig idee waar ik hem met goede kwaliteit kan bekijken??
6 jaar geleden
J.
J.
je ziet dat dit door een vmbo'er is geschreven...
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
en wat dan nog john? Niet iedereen is bevoorrecht met een hoge intelligentie, maar ik zie jou ook de moeite niet doen om zo'n uitgebreid verslag op internet te zetten. Dus ga lekker denigrerend doen naar je vriendjes en zie dit als een zorg minder ;).
10 jaar geleden
J.
J.
wtf alleen een begin van het boek niet hele boek!
9 jaar geleden
Antwoorden