Maarten Luther

Maarten Luther werd geboren op 10 november 1483 in Wittenberg in Duitsland. Toen hij 22 was ging hij studeren op de universiteit in Erfurt. Na 4 jaar hard werken wou hij ermee stoppen, hij wou monnik worden. Zijn vrienden waren het er niet mee eens, toch ging hij het klooster in om vrede met God te zoeken. Toen hij een paar jaar in het klooster zat en nog geen vrede met God gevonden had ging hij naar Wittenberg en werd daar professor. Hij gaf godsdienst aan kinderen maar hij twijfelde nog steeds aan zijn geloof. Hij zocht in de Bijbel tot hij een stuk vond: "De rechtvaardige zal uit geloof leven". Hij bedacht dat de kerk verkeerd was en hij besloot alles wat hij in zijn macht had ertegen te doen om dat recht te zetten. Toen vond hij Vrede met God. Hij kwam erachter dat veel priesters logen over wat er in de Bijbel stond. Op 31 Oktober 1517 spijkerde hij een brief aan de kerkdeur in Wittenberg met 95 stellingen over wat hij verkeerd vond aan de kerk. De brief werd over de hele wereld gelezen en veroorzaakte veel rommel. Maarten werd wel met rust gelaten. Toen Paus Leo X de brief las maakte hij zich wel zorgen, er stond in dat Maarten de paus niet langer zou gehoorzamen als de kerk niet ging verbeteren. Als dat niet gebeurde zou Maarten een Nieuwe Kerk oprichten. De grootste zorg van de paus was dat als iedereen Maarten zou volgen, de handel in aflaatbrieven erg zou verminderen. Maarten werd de kerk uitgestuurd. In 1521 werd er een proes tegen Maarten gehouden de de keizer moest over hem oordelen. Hij zei dat hij vrij was, iedereen mocht hem doden. Zijn vrienden waren bang hem te verliezen en lieten hem op zijn terugreis door Frederick de Wijze ontvoeren. Maarten was verborgen in kasteel Wartbrug. Hij noemde zich Jonker Jörg. Hij liet zijn haar en baard groeien zodat hij niet herkenbaar was. Hij vertaalde in 11 weken Het Nieuwe Testament in het Duits en in 1522 werd het gedrukt. Hij keerde terug naar Wittenberg en op 13 juni 1525 trouwde hij met Katharina van Bora en kreeg 6 kinderen.