Hugo de Groot

Hugo de Groot

Zijn biografie
Hugo of Huigh de Groot (in het Latijn: Hugo Grotius) werd geboren in Delft op 10 april 1583. Hugo de Groot was een slimme jongen. Vanaf zijn achtste kon hij dichten in het Latijn en op zijn elfde ging hij studeren aan de universiteit van Leiden. In 1598 ging hij naar Frankrijk onder leiding van Oldenbarnevelt.Toen hij terugkwam werd Hugo de Groot, zestien jaar oud, advocaat in Den Haag. Hij woonde toen in het huis van hofpredikant Johan Wtenbogaert. Van 1607 tot 1614 was hij openbaar aanklager bij het Hof van Holland en de Hoge Raad. In 1608 trouwde hij met de Zeeuwse regentendochter Maria van Reigersberch. Samen kregen ze 3 zoons en dochters In 1613 werd hij benoemd tot pensionaris van Rotterdam. Hierdoor ging hij vaak naar de vergaderingen van de Staten van Holland. Hij was een vriend van Oldenbarnevelt. Toen Oldenbarnevelt ruzie kreeg met prins Maurits werd Hugo de Groot pleitbezorger van de Staten van Holland en de remonstranten. Op 29 augustus 1618 werden hij, Oldenbarnevelt en de Leidse pensionaris Rombout Hogerbeets door prins Maurits opgepakt. In mei 1619 werd Oldenbarnevelt onthoofd.Hugo de groot kon zijn eigen onthoofding voorkomen, maar werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en verlies van zijn bezittingen. Hij werd vastgehouden in slot Loevestein maar ontsnapte op 22 maart 1622 in een boekenkist en vluchtte naar Parijs. In oktober 1631 ging Hugo de Groot naar zijn Nederland terug, maar wou geen gratie aan te vragen en moest in april 1632 Nederland weer verlaten. Hij werd Zweeds ambassadeur in Parijs, maar in 1645 werd hij door de koningin van Zweden ontslagen. Op zijn terugtocht van Zweden leed Hugo de Groot schipbreuk. Hij overleed in Rostock op 28 augustus 1645. Zijn lichaam werd overgebracht naar Delft en daar op 3 oktober in de Nieuwe Kerk begraven.

Ontsnapping van slot Loevestein
Hugo de Groot is het meest bekend geworden door zijn ontsnapping in een boekenkist uit slot Loevestein. Hierdoor was er minder aandacht voor zijn echte werk. Hij schreef onder andere Latijnse tragedies, theologische verhandelingen, en ook Latijnse en Nederlandse gedichten.
Zijn oudste rechtsgeleerde studie is De iure praedae (1604), in opdracht van de Oost-Indische Compagnie geschreven ter verdediging van het buitmaken van Portugese schepen door de Hollanders. Het werk is pas in 1864 herontdekt en uitgegeven, maar in 1609 was al een hoofdstuk eruit gepubliceerd onder de titel Mare liberum. Zijn hoofdwerk is De iure belli ac pacis (1625).
Maar wij gaan het hebben over de ontsnapping van kasteel Loevestein
Hugo de Groot was een vriend van Johan van Oldebarneveldt. Oldebarneveldt kreeg ruzie met prins Maurits. Hugo de Groot koos de kant van Oldebarneveldt.
Oldebarneveldt werd veroordeeld tot de doodstraf en prins Maurits veroordeelde Hugo de Groot ‘ter eeuwige gevangenisse’ op slot Loevestein, toen een staatsgevangenis. Hij hoefde hier niet alleen te zijn. Zijn vrouw, Maria van Reigersberch, zijn kinderen en dienstmeisje Elsje mochten ook mee. Op 5 juni 1619 kwam Hugo op slot Loevestein.
Gelukkig mocht hij blijven studeren. Daarvoor kreeg hij uit Leiden boeken in een kist die soldaten bij een familie in Gorinchem ophaalden en wegbrachten. Dat bracht Maria op een idee. Zij zei tegen Hugo: “Kruip in die kist en zorg dat je er twee uur in kunt blijven zitten zonder geluid te maken”. Ze liet hem avonden lang oefenen.
Op 22 maart 1621 was het jaarmarkt in Gorinchem. De gevangenisbaas was weg. Maria legde met Elsje de boeken in bed, zodat het net leek of Hugo weer eens ziek was. Met alleen zijn ondergoed en zijden kousen aan kroop hij in de kist. Elsje ging met de soldaten mee en hield de kist in de gaten. De kist kwam weer aan bij de familie en Hugo vlucht naar Frankrijk (Parijs).