De Oostvaardersplassen

Tussen Almere en Lelystad liggen de Oostvaardersplassen. In het natuurgebied leven duizenden heckrunderen, konikpaarden, edelherten en andere diersoorten. De dieren worden niet verzorgd, de dieren moeten zelf voor hun eten zorgen. Maar na een strenge winter heeft wel driekwart van de runderen het loodje gelegd. Er is niet genoeg voedsel voor alle dieren, waardoor veel dieren een langzame en pijnlijke dood sterven. De overige kwart die het heeft overleefd, is nu sterk verzwakt, dus uiteindelijk zullen er nog veel meer runderen sterven.

Als we de Oostvaardersplassen nu haar gang laten gaan, zullen er nog meer dieren lijden en gaat het waarschijnlijk niet meer goed komen. We kunnen dit voorkomen door verschillende oplossingen.

Ten eerste kunnen de dieren bijgevoerd worden. Zoals meer hooi voor de grazers. Want in het gebied is veel te weinig eten voor al die dieren. Runderen en paarden trekken weg van een gebied als er niet genoeg te eten is, maar dat kan hier niet omdat er een hek om de Oostvaardersplassen staat. Als er regelmatig wordt bijgevoerd sterven de dieren niet van de honger en kunnen ze makkelijk de winter door komen.

Nog een optie is om een deel van de dieren af te schieten. Als je de zwakkere dieren afschiet, hoeven die niet meer te lijden. En er is dan voldoende eten voor de rest van de dieren, want het is er dan niet meer zo dichtbevolkt als daarvoor. Het vlees van de geschoten dieren kunnen wij dan weer consumeren.

Met behulp van de prikpil kunnen de vrouwtjesrunderen onvruchtbaar gemaakt worden. De vrouwtjes worden dan ingespoten met een vloeistof waarin de schaal van dierlijke eicellen is verwerkt. Ze kunnen een deel van de vrouwtjesdieren ermee inspuiten, zodat de populatie langzaam minder wordt. Dit is een stuk diervriendelijker dan het afschieten van de dieren.

 Ten slotte kan het probleem verholpen worden door wolven in het natuurgebied te plaatsen. Er is voedsel genoeg voor de wolven die in het worden losgelaten in het park. Roedels wolven kunnen de verzwakte dieren aan hun einde brengen, dan worden de dieren uit hun lijden verlost. Hiermee wordt ook het overschot aan dieren verminderd. De wolven zullen het gebied niet verlaten, omdat ze bang zijn voor mensen. Op deze manier lost de natuur zelf het probleem op en.

De dieren kunnen dus geholpen worden door ze bij te voeren, of af te schieten. De prikpil is ook een optie. Maar er kunnen ook wolven in het natuurgebied gezet worden. Ik denk toch dat het beste een deel van de grazers, de zwakste, afgeschoten moeten worden. En dat dan het overgebleven deel bijgevoerd moet worden.