Imago = beeld dat mensen van iets of iemand hebben
Aan de orde van de dag = een veelbesproken onderwerp
Hoe het ook zij = hoe dan ook, of dit nu waar is of niet
Het loopt de spuigaten uit = het gaat te ver
Hectiek = rommelige drukte, opwinding
Navenante = daarmee gepaard gaande, overeenkomstige
De handen ineenslaan = intensief samenwerken
In de kiem smoren = snel ergens een einde aan maken
Sporadisch = heel zelden, bijna nooit
Gekscherend = vrolijk spottend, om te plagen, schertsend
Aan de kaak stellen = gezegd van zaken waarvan duidelijk wordt getoond dat ze verkeerd zijn
Sancties = strafmaatregelen waarmee gedreigd wordt of die bedoeld zijn om mensen tot iets te dwingen
Aangifte = melding bij de politie dat er een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld een diefstal)
Inzage in = bekijken, lezen
De hoogst prioriteit hebben = de hoogste voorkeur
Beknot = in het kort, nauw
Beamen = geven toe
Op gespannen voet staan = moeilijk met elkaar omgaan
Waarborgen = garanderen
Bevoegdheden = gezag dat iemand kan uitoefenen bijvoorbeeld de politie laten ingrijpen om de orde te handhaven
Woordenschat
3.8
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!
Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.
Meer informatie
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden