Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Termen en begrippen module 4+5

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • havo/vwo | 796 woorden
  • 9 februari 2009
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Module 3
Muziek bij een verhaal

♫ Mis
Muziek vorm in de kerk. In de gezongen Mis vormt de muziek een belangrijk onderdeel.
♫ Ordinarium
De vaste gezangen van een mis. (Deze teksten komen in iedere mis voor: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus (met Benedictus) en Agnus Dei.)
♫ Proprium
De wisselende gezangen van een mis.
♫ Requiem
Dodenmis in de katholieke eredienst.
♫ A capella
Vocale uitvoering zonder begeleiding.
♫ Close harmony

Een samenklankopbouw waarbij de tonen zo dicht mogelijk bij elkaar liggen.
♫ Crescendo
Geleidelijk sterker worden.
♫ Decrescendo
Geleidelijk zachter worden.
♫ Diminuendo
Geleidelijk zachter worden.

♫ Opera
Muzikaal drama voor zangstemmen en orkest.
♫ Operette
Lichte opera uit de tweede helft van de negentiende eeuw; vooral gesproken dialogen en veel modieuze dansen.
♫ Oratorium
Grote, meerdelige vocaal-instrumentale compositie op een meestal religieuze tekst.
♫ Cantate
Meerdelige, vocaal-instrumentale compositie, minder lang dan een oratorium.
♫ Passie
Grote, meerdelige vocaal-instrumentale compositie met als tekst het lijdensverhaal van Jezus.
♫ Recitatief

Een onderdeel van grotere vocale vormen waarin de solist een verhaal vertelt
♫ Recitatief secco
Recitatief met als begeleiding slechts een continuo; sobere uitwerking in enkele akkoorden.
♫ Recitatief accompagnato
Recitatief op basis van een rijker uitgewerkte begeleiding die door orkest gespeeld wordt. Meestal heeft de muziek ook een grotere melodische zelfstandigheid.
♫ Aria
Een onderdeel van grotere vocale vormen voor solostem met orkestbegeleiding; vaak melodische zeer rijk.
♫ Obligaat
Verplicht.
♫ Sopraan
Hoogste vrouwenstem.
♫ Mezzosopraan
Middelhoge vrouwenstem (zit tussen sopraan en alt in).
♫ Alt
Laagste vrouwenstem.
♫ Tenor
Hoogste mannenstem.
♫ Bariton
Middelhoge mannenstem (zit tussen tenor en bas in).
♫ Bas
Laagste mannenstem.
♫ Unisono
Eenstemmig: alle desbetreffende instrumenten spelen tegelijk dezelfde melodie.

♫ Musical
Muziekdramatische werk uit de twintigste eeuw op Engelse tekst, bedoelt als amusement.
♫ Soundtrack

Muziek van de geluidsband van een film.

♫ Volkslied
Muziek op een tekst in de volkstaal.
♫ Protestlied
Liederen waarin de onvrede met bestaande (wan)toestanden tot uitdrukking gebracht wordt.
♫ Blues
Liederen van Amerikaanse negers, vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. De inhoud is meestal droevig berustend, later ook protesterend; gezongen met gitaarbegeleiding op een vast, meestal twaalfmatig bluesschema.
♫ Danslied
Een lied waar goed op gedanst kan worden.
♫ Hymne
Loflied, gecomponeerd op een metrische, meestal rijmende religieuze tekst.
♫ Coupletlied
Lied dat voor ieder vers dezelfde muziek heeft.
♫ Gevarieerd coupletlied
Lied waarvan de coupletten variaties bevatten op het eerste couplet.
♫ Doorgecomponeerd lied
Lied waarvan ieder couplet nieuwe muziek laat horen.
♫ Orkestlied
Lied met orkestbegeleiding.

♫ Interpretatie

De manier waarop de kunstenaar gestalte geeft aan de uitvoering van een kunstwerk.

♫ Meno
Minder.
♫ Piu
Een beetje.
♫ Poco
Een beetje.
♫ Mosso
Beweeglijk.
♫ Accelerando
Versnellen.
♫ Ritenuto
Plotseling vertragen.
♫ Generale pauze
Algemene pauze; voor het gehele orkest.

Module 4
Variatie en contrast


♫ Accoordfunctie 1-4-5:
Accoorden op de 1e, 4e en 5e toon van een toonladder; 1=tonica, grondtoon (rustpunt), 4=onderdominant, 5=dominant(spanning)
♫ Walking bass
iedere tel speelt de bas een toon en “loopt” a.h.w. door het stuk (pop- en jazzmuziek)

♫ Boogie-woogie

Pianostijl uit de jazz; linkerhand speelt voortdurend accoordbrekingen of
toonladderfiguren;rechterhand snelle figuren (is een vorm van bluesmuziek)
♫ Dirty intonation
Klankvervorming (bv. op een elektrische gitaar)
♫ Glissando
Het “glijden” van de ene naar de andere toon (speelmanier bij bv. trombone)
♫ Ostinato
Voortdurend herhaald ritmisch en/of melodisch motief
♫ Ostinate bas
Voortdurend herhaald ritmisch en/of melodisch motief in de bas
♫ Chaconne
een reeks variaties boven een ostinate bas
♫ Passacaglia
Een reeks variaties boven een ostinate bas
♫ Variaties op een thema
Zie thema met variaties
♫ Ritmisch (e figuur)
Bv. triool of 4-zestienden
♫ Melodische
Een aantal motieven achter elkaar die samen een geheel vormen
♫ Tonale en harmonische variatie


♫ Dubbelkoor
Muziek voor twee gelijkwaardige koren (of instrumentale groepen) die een soort eggo effect hebben
♫ Concerto grosso
Groot concert/ symfonie
♫ Concertino
1 instrument (solisten) bv. Viool, tegen over een concert (tutti)
♫ Soloconcert
Orkest met solo instrument
♫ Cadens
Stuk met een solo die laat zien wat hij kan
♫ Terrassendynamiek
Plotselinge verandering van klanksterkte (tekens pp t/m ff)
♫ Overgangsdynamiek
Geleidelijke overgang van klanksterkte (crescendo, decrescendo, diminuendo)
♫ Gebroken drieklank
Tonen van een drieklank na elkaar spelen
♫ Albertijnse bas
Begeleidingsfiguur bestaande uit gebroken accoorden
♫ Sinfonia
Voorloper symfonie of instrumentaal openingsstuk van een groter werk
♫ Symfonie

Compositie voor symfonie, bestaande uit vier delen – snel,
langzaam, iets sneller, snel. Na de klassieke periode heeft de symfonie niet altijd vier
delen, maar vaak drie
♫ Sonate
Klassieke sonate is instrumentale compositie (voor één of twee instrumenten) en vier
delen – snel, langzaam, iets sneller, snel
♫ Sonatine

♫ Menuet als derde deel

♫ Partituur
Bladmuziek voor de dirigent, waarop alle partijen in een vaste volgorde boven
elkaar staan

Module 4
De twintigste eeuw


♫ Chromatiek
Gebruik van tonen die niet in de toonladder horen; hierdoor ontstaan veel halve toonsafstanden
♫ Arpeggio
De tonen van een accoord na elkaar spelen (bv. door een harp)
♫ Sourdine

♫ Hele-toonstoonladder
Toonladder met alleen hele toonsafstanden
♫ Dodecafonie

Manier van componeren uit de moderne tijd waarbij alle twaalf tonen even belangrijk
zijn en in een bepaalde volgorde achter elkaar worden gezet (dodecafonie)
♫ Cluster
Samenklank van dicht bij elkaar liggende tonen (dissonerend)
♫ Band

♫ Big band
Uitgebreide jazzband (drum, bas, piano, trompetten, saxofoons, trombones)
♫ Combo
Klein ensemble van 3 tot 6 personen
♫ Swing
Speelwijze die tegelijkertijd vloeiend en ritmisch bezeten was. Grote bezetting, noodzakelijk om arrangementen te schrijven, zo klonk het toch geïmproviseerd met een gesloten begeleiding.
♫ Beat
Maat, 1e en 3e tel worden benadrukt (popmuziek)
♫ Afterbeat
Het spelen op de 2e en 4e tel in een 4-kwartsmaat (popmuziek)
♫ Break
Onderbreking in een pop- of jazznummer
♫ Riff

Korte frase of motief dat een aantal keren herhaald wordt (jazz- en popmuziek)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.