Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5

Beoordeling 9.8
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 4e klas havo | 542 woorden
  • 14 februari 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 9.8
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Economie Hoofdstuk 5

 

5.1 Stroomgrootheden = inkomen en consumptie

Voorraadgrootheden = Vermogen

 

5.2 Opofferingskosten: Kiezen vervolgopleiding kost vrije tijd en inkomen.

Redenen verder studeren:

  • Vergroten van je kennis
  • Verbeteren van je vaardigheden
  • Ontplooiing
  • Vergroten van je kansen op de arbeidsmarkt
  • Verhoging van je kansen op een hoger inkomen

    Herscholing = bestaande kennis opnieuw opfrissen (Nieuw computerprogram)

    Bijscholing = Nieuwe kennis en vaardigheden toevoegen (Leraren – studiedag)

    Omscholing = Geheel ander vak te leren (Van leraar economie naar brandweerman)

    Kwaliteit werkende is hoog, gevolgen:

  • Hoogwaardige producten produceren
  • Sneller goede oplossingen maatschappelijke problemen -want meer begrip
  • Productie per werkende is hoog
  • Arbeidskosten per product lager – Winst toenemen – Meer investeringen
  • Verkoopprijzen in bedrijven dalen – Betere concurrentiepositie
  • Welvaart neemt toe – Meer geproduceerd = afname schaarste

    Leerplichtwet: Geld tot 16, maar moet startkwalificatie hebben. Anders tot 18, dus hoger dan vmbo/mbo laagste niveau diploma

    Drop-outs: Zonder diploma school verlaten

    Directe onderwijsuitgaven: bijv. Salarissen, bouw, inrichting en onderhoud.

    Studiefinanciering: Recht als je gaat studeren in hoger beroepsonderwijs/ universiteit.

    Studiefinanciering:

  • Basisbeurs: Voltijdstudie.
  • Aanvullende beurs: Inkomen ouders hoog, lage beurs.
  • Lening: Rentedragend. Zelf terugbetalen
  • Collegegeldkrediet: Lening voor collegegeld. Na studie terugbetalen.

    Basisbeurs en aanvullende beurs: Eerst als lening – Prestatiebeurs. Na tien jaar minstens hbo-diploma wordt prestatiebeurs een gift (gratis)

     

    5.3 Begroting; Schatting inkomen/uitgaven bepaalde periode

    Budgetteren: Evenwicht tussen verwachte inkomsten/uitgaven

    Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud): Helpen met geldproblemen voorkomen en oplossen.

    Vaste lasten: Uitgaven vaste tijd terugkeren. Bijv. Wonen, gas, water, elektriciteit, abonnementen en verzekeringen.

    Huishoudelijke uitgaven: Dagelijkse uitgaven voor boodschappen en verzorging bijv. kapper of make-up

    Reserveringsuitgaven: niet-regelmatig/onverwachte uitgaven. Bijv. kleding, onderhoud huis/tuin, vakantie-uitgaven en kosten onverwachte reparatie

    Begrotingstekort: Verwachte uitgaven hoger dan verwachte ontvangsten.

    Begrotingsoverschot: Verwachte inkomsten hoger dan verwachte uitgaven.

    Reserveren: Om tekortmaanden op vangen – overschotmaanden sparen

    Spaarrekening: Opvangen tekort

    Lenen = als je tekort komt

    Bezuinigen: Als je in geldproblemen komt. Bijv. zuiniger energie, opzeggen tijdschriften/verenigingen, goedkoper wonen en uitstellen aankopen

     

    5.4 Ouderdomspensioen: Inkomen voor de tijd op latere leeftijd zonder werk

    AOW = vanaf 15e 2% van inkomen, zodat na 50 jaar 100% AOW

    Omslagstelsel: Betaalde AOW-premies van werkenden worden direct doorgegeven aan de AOW-gerechtigden

    Maatregelen als AOW onbetaalbaar wordt:

  • Hoger uitkeringsbedrag vrijwillig, maximaal vijf jaar later ingaan
  • Afschaffing partnertoeslag jonger dan 65 jaar
  • Rijkere AOW’ers extra bijdragenvragen om AOW betaalbaar te houden
  • Verplichte verhoging AOW leeftijd langer doorwerken te bevorderen
  • AOW’ers ook premie AOW betalen
  • Verhoging AOW-premie werkenden
  • Minder aantrekkelijk maken vervroegde uittreding
  • Omzetting omslagstelsel in kapitaaldekkingsstelsel

    Kapitaaldekkingsstelsel: Verzekerde betaald premies, belegde door verzekeraar

    Pensioenfondsen: Innen pensioenpremies en verzorgen pensioen uitkeringen

    Pensioenpremie: Deels betaald werkgever (14% 2009) en deels jezelf (6% 2009)

    Pensioengrondslag: Brutowerknemersinkomen (salaris + vakantiegeld + dertiende maand + overige loonbestanddelen) – franchise

    Franchise: Deel van jaarsalaris dat niet meetelt voor opbouw pensioen. Bouwt geen pensioen op omdat je voor dat deel later AOW krijgt.

    Pensioenreserve: Opgebouwde pensioenvermogen

    Pensioenindexatie: Pensioen gedeeltelijk wordt aangepast aan inflatiepercentage.

    Waardevast: Koopkracht blijft gelijk

    Dekkingsgraad: Verhouding tussen vermogen pensioenfonds en pensioenen die fonds nu en in toekomst moet uitbetalen.

    Vrijwillige pensioenopbouw:

  • Lijfrentesparen: Eenmalig/jaarlijks bedrag op depositioreking (niet aankomen)
  • Levensverzekering: Bepaalde datum geld krijgen. (Zelfde als kapitaal?)
  • Zelf beleggen: Aandelen kopen en beleggen. Met pensioen – verkopen
  • Aflossen hypotheekschuld: Minder vaste lasten
  • Levensloopregeling: 12% van jaarinkomen opzijleggen voor later.

    Verschillende pensioenen:

  • Nabestaandenpensioen: Overlijden partner/jij. Krijgt partner/jij geld
  • ANW-compensatie: Niet meer aan voorwaarden van basisuitkering voldoet.
  • Arbeidsongeschiktheidspensioen: Aanvulling WIA-uitkering.

     

     

     

     

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.