Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

begrippenlijst paragraaf 9,10en 11

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • 3e klas vwo | 271 woorden
  • 17 oktober 2011
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 6
5 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Begrippenlijst § 9 t/m 11
§ 9 :

Natuurlijke zones
Gebieden met een grote verscheidenheid aan landschappen.

Mestiezen
Kinderen met Indiaanse en blanke ouders.

Lengtegraad
Lijnen die de aarde verdelen in gelijke stukken. Ze vormen samen 360°.

latifundia
Grootgrondbezit in Latijns-Amerika.

extensieve veeteelt
Boerenbedrijven waar weinig kapitaal per hectare wordt ingezet.

minifundia
Kleine landbouwbedrijfjes.

mulatten
Kinderen met blanke en zwarte ouders.


Luchtstreken
De drie temperatuurzones: poolstreken, gematigde zone, en de tropen.

Breedtecirkels
Lijnen die de breedte aangeven vanaf de evenaar.

Tropen
Het gebied rond de evenaar tot 23,5° NB en ZB waarin het 12 maanden per jaar warm is.

Gematigde zone
Het gebied vanaf 23,5° NB en ZB tot 66,5° NB en ZB.

Keerkringen
De loodrechte stand die zich heen en weer beweegt tussen 23,5°NB en ZB.

Poolstreken
Het gebied na 66,5° NB en ZB.

Poolcirkels
De breedtecirkels van 66,5° NB en ZB.

Palmgrens
De isotherm van 18°C in de koudste maand.

Loofbomengrens
De 10° isotherm van de warmste maand.

§10 :
Diversicatie
Verbreding van de export.

Buitentarief
Een beschermende tariefmuur om de Euromarkt.

NIC

Aankomend industrieland.

Economisch machtsblok
Een gebied waar veel goederen worden geproduceerd en een grote, koopkrachtige markt is.


§ 11:

Ruraal-urbane migratie
Verhuizen van het platteland naar de stad.

Informele sector/ vluchtsector
Het verlenen van diensten of het maken van eenvoudige producten.

Primate city
Een megastad die veel groter is dan de andere steden in een land.

Primacy
Het verschil in inwoners tussen de grootste stad in een land en de tweede stad.

Urbanisatiegraad
Het percentage van de mensen die in de steden wonen.

Urbanisatietempo
Het tempo van de toename in het aantal stedelingen.

Lagedrukgebied
Gebied waar de lucht toestroomt.

Hogedrukgebied

Gebied waarbij de lucht weg stroomt.

Isobar
Een verzameling punten op het aardoppervlak waar de druk gelijk is.

Binnenstad
Het oudste deel van een stad.

Stadscentrum
Het kantoren, winkel, en uitgaansgebied.

Centrale zakenwijk (CBD)
Stadscentrum waar kantoren en winkels overheersen.

Oude woonwijken
De negentiende-eeuwse wijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.