Hoofdstuk 4

1       De dubbele schaduw is donkerder dan de enkele schaduw. Maar hij is niet dubbel zo donker. Er komt van alle kanten nog licht..

2       Schoenveters vastknopen, eten

3       Je bent beter zichtbaar en je kunt zelf de weg beter zien.

4       met vuren

5       ood, oranje, geel (groen, blauw en violet)

6       Elke kleur heeft een vaste plaats. Daarom zit het rode licht altijd boven.

 7       in alle gevallen lampen : bureaulamp, straatlantaren, schijnwerpers.

       Het werken bij kunstlicht werd mogelijk. Daarvoor had je alleen licht door middel van vuur.

9       TEKENING

10      de zon

11      de zon en vuur.

12      rechte

13     met een lichtbron, een ondoorzichtig voorwerp en een scherm

14      Op die kant van de aarde is er dan schaduw.

15a    lichtbron

15b    ondoorzichtig voorwerp

15c    scherm

16a    alle kleuren behalve blauw

16b    blauw

17      Dan ziet het vlees er roder en dus smakelijker uit.

18      Zwart

19      Gewoon licht is voor de dieven zichtbaar. Het inbraakalarm moet overdag ook werken als er al veel gewoon licht is.

20      Je huid verbrandt als er te veel UV-straling op valt.

21      Je huid zou verbranden.

22      Om goed zichtbaar te zijn.

23      Om ook in het donker zichtbaar te zijn.

24      Je kunt dan ’s nachts goed zien hoe de weg loopt.

 25      Kleding passen, achteruitkijkspiegels in een auto een spiegeldoolhof.

26      Theepot, zonnebril (water, lepel)

27      Kapper, chauffeur (kledingverkoper, tandarts)

28a    de normaal

28b    90°

29      TEKENING

30      bolle

31      Je kunt dan veel tegelijk zien. (= groot gezichtsveld)

 32      C

33      C

34      Om in het donker goed zichtbaar te zijn.

35      rood, oranje, geel, groen, blauw en violet.

36      groen

37      UV (ultra violet) en IR (infrarood)

38a    UV

38b    IR

38c    UV

39      het wordt groter

40      die liggen even ver van de spiegel af

41      glimmende voorwerpen

42      TEKENING

43a    de normaal

43b    90°

44      TEKENING