Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Super Chouette Vocabulaire 5,6 en 7

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 1e klas vwo | 396 woorden
  • 16 januari 2011
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
de rok = la jupe

de broek = le pantalon

het overhemd = la chemise

uitverkoop = soldes; des soldes

seulement = slechts; maar {s}

maar = mais {m}

maar vier euro = quatre euros seulement

lelijk = moche

het is lelijk = c'est moche

kort = court

het is te kort = c'est trop court

de mode = la mode

geen sprake van! = pas question!

pardon = s'il vous plaît

een sok = une chaussettes

het paar = la paire

vier euro per paar = quatre euros la paire

de handschoen = le gant


natuurlijk = bien sûr

voilà = daar is; daar hangt

voor = pour

le sandale = de sandaal; het sandaal

zij draagt = elle porte

aimer = houden van

bête = dom

deux petits enfants = twee kleine kinderen

elle est = zij is

elle trouve que = zij vindt dat

fatigué = moe

gros = dik

ici = hier

il a des vignes = hij heeft wijngaarden

il allume la télé = hij zet de tv aan

il habite = hij woont

il regarde = hij kijkt

j'aime la bonne cuisine = ik houd van lekker eten

j'aime = ik houd van

je suis = ik ben

la bonne cuisine = lekker eten

la coiffeuse = de kapster

la même question = dezelfde vraag

la question = de vraag


la télé = de televisie

le jardin = de tuin

le journal = de krant

le médecin = de arts

le programme = het programma

le soir = de avond

le vigneron = de wijnboer

les bonbons = de snoepjes

l'hôpital = het ziekenhuis

ma femme = mijn vrouw

mais oui = jazeker

ma = mijn

mes amis = mijn vrienden

près d'ici = hier vlakbij

que = dat

sa niche = zijn hok

sûr = zeker

toujours = altijd

trouver = vinden

tu es sûr? = weet je dat zeker?

tu es = u bent

un ami = een vriend

un bonbon = een snoepje

un enfant = een kind

un médecin = een arts

un policier = een politieagent

un standardiste = een telefoniste

une actrice = een actrice


une femme = een vrouw

une niche = een hondenhok

une vigne = een wijngaard

vous êtes = u bent

vraiment = echt

een wedstrijd = un match

een computer = un ordinateur

de kamer = la chambre

de stroomstoring = la panne de courant

meneer = moniseur; monsieur

voor = devant

een voetbalwedstrijd = un match de football

de dochter = la fille

haar kamer = sa chambre

werken = traiveller

zij werkt = elle traivelle

op = sur

de rollade = le rôti

de oven = le four

de wasmachine = la machine à laver

wassen = laver

vol = plein

plotseling = soudain

de ramp = la catastrophe

het is rampzalig; het is een ramp = c'est la catastrophe

woedend = furieux


catastrophe = wat een ramp; rampzalig

la panne = de pech; de storing

le courant = de stroom; de elektriciteit

la salon = de kamer; de salon

de radio = la radio

zij doet het niet = elle ne marche pas

zij doet het = elle marche

de batterij; de baterij = la pille

de lamp = la lampe

de zak = la poche

de zaklantaarn = la lampe de poche

vinden = trouver

ik vind = je trouve

ik kan de lamp niet vinden = je ne trouve pas la lampe

de badkamer; gebroken = cassé

ik ga = je vais

de supermarkt = le supermarché

ik ga naar de supermarkt = je vais au supermarché

de auto = l'auto

de garage = le garage

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.