Hoofdstuk 1 en 2

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • Klas onbekend | 5131 woorden
  • 10 juli 2006
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: Ontwikkeling Paragraaf 1: Recherchewerk Samenvatting: - Je vindt de dader door bijv. getuigen, omdat ze gezien en/of gehoord hebben wat er gebeurd is. Maar getuigen kunnen het ook mis hebben. Ook sporenonderzoek, het onderzoeken van de plaats van de moord levert aanwijzingen op. Ook wordt het lichaam getest op sporen. Ze deppen bloed, verzamelen haren en vezels en laten dit onderzoeken. Dit zijn stille getuigen. Ze gebruiken ook een poederkwast om vingerafdrukken te vinden. Dit komt in rapporten te staan. Om de rechter te overtuigen moet er bewijs worden verzameld. De vraag naar sporenonderzoeken bij het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk wordt ook steeds groter. Daar werken deskundigen bij bijv. serologie, bloedonderzoek. Maar bloedonderzoek levert geen volledig bewijs omdat er maar 4 soorten zijn en dus kan dat van de moordenaar overeenkomen met dat van het slachtoffer. - Vingerafdrukken zijn erg betrouwbaar omdat het lijnenpatroon nooit verandert, het aantal patronen is zeer groot en je kunt ze indelen in groepen. De recherche maakt van elke vinger een afdruk op papier met inkt, en als er meer dan de minimaal geëiste 12 punten van overeenkomst zijn is het voldoende, de kans op fouten is dan nul. Een zoolafdruk in zachte grond zie je direct. Dan kun je een afgietsel maken met inkt. Bij vingerafdrukken is echter 99% niet zichtbaar. Ze maken het dan met een kwast met zilverkleurig poeder op de vingerafdruk dat zich aan het water hecht waaruit de afdruk voor 99% bestaat. de rest bestaat uit vet, zout en eiwit. Na het verduidelijken kun je het aan een folie hechten en meenemen, en het in laserlicht nog beter bekijken. Tot voor kort waren afdrukken op plastic slecht zichtbaar, maar daarvoor gebruiken ze tegenwoordig gouddamp. Je ziet het dan door doorvallend licht. Ook gebruiken ze damp van secondelijm met het vocht van de afdruk. - Bloed werd vroeger weinig gebruikt bij onderzoek. Maar door de ontdekking van DNA werd het veel belangrijker. DNA is een stof die voorkomt is de cellen en die voor iedereen uniek is. Bij familie vind je wel overeenkomsten, het kind krijgt namelijk wat van de moeder en wat van de vader. In het begin was het nog niet erg betrouwbaar. Er waren toen nog 1 op de 100 mensen met hetzelfde profiel. Maar toen de techniek verbeterde daalde die kans. Tegenwoordig is het nog 1 op 100 miljoen of minder. Volgens de wet ben je baas over je eigen lijf. Daarom is in 1994 bepaald dat een rechercheur een DNA profiel mag afnemen bij de verdachte als hij iets misdaan heeft. Zo ontstaat een hele databank van DNA. Vragen en antwoorden: 1. Er zijn sporen die de verdachte kunnen aanwijzen, bijv. getuigenverklaringen. Ook zijn er sporen die verdenking bevestigen, bijv. vingerafdrukken. 2. a. Vier factoren die de betrouwbaarheid van het geheugen zouden kunnen beïnvloeden zijn: - angst of mentale schok - drugs - of er veel tijd verstreken is - wie de ondervraagde is, bijv. vriend of vijand
b. Nog twee andere factoren zijn: - Alcohol - Situatie waarin de ondervraagde is

3. De recherche verzamelt eerst aanwijzingen: verklaringen van getuigen en sporen die ze aantreffen zoals wapens of vingerafdrukken. Daarna kijken ze of deze betrouwbaar zijn. 4. Stille getuigen zijn bewijsstukken die niet kunnen praten, maar wel laten zien wat er gebeurd is. 5. Laserlicht, kleurstoffen, een UV-lamp en gouddamp zijn 4 technieken de laatste tijd zijn ontdekt om de techniek te verbeteren. 6. a. Schoenafdrukken kunnen een sterk bewijs vormen omdat je weet wat zijn schoenmaat was en wat voor schoenen hij droeg. Ook weet je dat die persoon dan daar aanwezig was rond een bepaalde tijd. b. De recherche bewaart zoolafdrukken maar 2 jaar omdat ze naderhand niet meer betrouwbaar zijn, de moordenaar heeft waarschijnlijk andere schoenen of de voeten kunnen zijn gegroeid. 7. a. 3 lichaamsdelen die in aanmerking komen voor identificatie zijn de armen, de handen en de benen. b. De arm kan zijn gegroeid of eraf gegaan en dat kan ook gebeuren met bijv. de benen. 8. Verse vingerafdrukken zijn tegenwoordig beter zichtbaar omdat ze tegenwoordig langer blijven als ze zijn ontdekt en men ze ook beter ziet op sommige materialen. 9. Wetenschappers hebben het liever over een DNA-profiel omdat een vingerafdruk, fingerprint, wel 100% betrouwbaar is en een DNA-profiel niet. 10. Een DNA-profiel is een sterk bewijs omdat het meteen een hele hoop mogelijke andere verdachten uitsluit. 11. Een rechercheur moet een speciaal pak dragen bij het verzamelen van DNA omdat anders zijn eigen DNA ermee gemixt word en dan is het DNA niet meer te gebruiken. 12. Het bijzondere DNA-stukje dat Jeffreys isoleerde, tref je tussen de genen in het DNA-molecuul aan. Begrippen: - Stille getuigen: Bewijs dat niet kan praten maar wel laat zien wat er gebeurd is. - Typica: Kenmerken van het huidlijnenpatroon bij een vingerafdruk zoals vertakkingen, lussen of doorlopende lijnen. - DNA: Desoxy Ribonucleine Zuur, een stof die bij iedereen anders is. - DNA-fingerprint/DNA-profiel: Een profiel over het DNA van iemand dat opgeslagen is in de DNA databank - Gen: Een stukje DNA dat je uiterlijk bepaalt, hieruit bestaat 3% van je totale DNA. - Chromosoom: een kunstmatig hormoon. Paragraaf 2: De pil Samenvatting: - Vroeger konden vrouwen zonder geboortebeperking 20 kinderen krijgen, maar meestal kregen ze er minder. Uit ervaring wist men dat zolang men borstvoeding doet, men niet snel weer zwanger zou worden. Een van de eerste voorbehoedsmiddelen was het condoom, dat oorspronkelijk bedoelt was als bescherming tegen geslachtsziekten. Eerst werden ze nog van blinde darmen van dieren gemaakt, maar tegenwoordig van latex, net zoals het pessarium. Voor lange tijd was het gebruik van voorbehoedsmiddelen verboden in sommige landen, en ook de katholieke kerk stond het niet toe. De eerste condooms waren niet erg betrouwbaar, ook nog niet toen er zaaddodend middel bij werd gedaan. Daarom werd de bioloog Gregory Pincus benaderd. Hij bedacht het idee om de vrouwelijke hormonen te gaan onderzoeken en hun vruchtbaarheidsremmende werking. - In de pil zitten stoffen die op vrouwelijke hormonen lijken. Hormonen worden in je lichaam in heel kleine hoeveelheden gemaakt. Ze besturen dingen als groei en vruchtbaarheid. Ze regelen dingen als de eirijping, de eisprong en innesteling van de bevruchte cel in de baarmoeder. Als er geen innesteling is, brengen ze de menstruatie op gang. Dit was echter nooit ontdekt zonder de dierproeven in 1910. Ze onderzochten dingen als eierstokken van kippen en koeienbaarmoeders. Ze deden er stoffen in en keken naar de resultaten. Zo ontdekten ze dat de eirijping afgeremd werd door een stof in de urine van merries. Om aan de stof te komen kochten ze dus paardenurine op van boeren. Maar de vraag overtrof al snel de hoeveelheid urine die er aanwezig was, dus daarom legde men zich toe op chemische productie van de stof. Bij toeval werden toen nog beter werkende stoffen ontdekt, oestrogenen en progestagenen. Bedrijven vroegen zich af of de pas ontdekte hormonen niet als medicijnen konden worden gebruikt. Maar zonder proefpersonen konden ze dit niet weten, dus werd het voorgeschreven door vrouwelijke doctoren in hun praktijken. Vrouwen waarbij de eierstokken waren weggehaald, kregen oestrogenen, waarvan ze weer opknapten. Ook kregen vrouwen die te vroeg gingen bevallen progestagenen om de tijd wat te verlengen. Maar om ze als voorbehoedsmiddel te gaan gebruiken was nog niet geprobeerd, tot Margaret Sanger het ging onderzoeken. De eerste pil werd uitgedeeld in 1960 bij 800 vrouwen. Geen enkele werd zwanger. Ook ging er minder bloed verloren bij de menstruatie. Sindsdien is de pil een veelgebruikt medicijn in Europa en de VS. - Fabrikanten van geneesmiddelen werkten na de ontdekking van oestrogenen en progestagenen intensief samen met onderzoekers. Ze hadden veel geld over voor octrooirechten. Concurrenten mochten dan immers twintig jaar lang deze hormonen niet produceren en op de markt brengen. Een octrooirecht op een veelverkocht medicijn betekent voor een farmaceutisch bedrijf een gegarandeerd grote winst gedurende lange tijd. De bioloog Pincus had ruim tien jaar nodig om de eerste pil te ontwikkelen. Deze bracht hij op de markt in 1962. Geneesmiddelenfabrikanten investeren veel geld in onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen. Er is een wet dat er eerst op dieren moet worden getest en daarna op 50 proefpersonen voordat het op de markt mag worden gebracht. De pil werd ook verbeterd, de hoeveelheid oestrogeen werd verlaagd tot 50 mg. Later werd dit zelfs nog meer verlaagd. Tegenwoordig is er dan ook minder last van bijwerkingen. Vragen en antwoorden: 1. a. Sterilisatie kan niet kan niet worden teruggedraaid, het kan door artsen worden gecontroleerd en het is goedkoop. b. Het is goedkoop en effectief. c. Het is te duur. 2. a. Minimaal 20 en maximaal 100. b. Minimaal 1 maximaal 3. c. De pil is 7 tot 100 maal betrouwbaarder. 3. a. Van 15-19. b. De mensen van 15 tot 19 jaar willen liever nog geen kinderen krijgen. 4. Italië is een katholiek land. 5. - Het maken van oplossingen van vrouwelijke organen. - Het testen van deze oplossingen op proefdieren. - De ontdekking dat sommige stoffen de vruchtbaarheid veranderen. - Urine van vrouwelijke dieren geeft dezelfde veranderingen bij de proefdieren. - Toevallig ontdekking van kunstmatige hormonen met dezelfde werking. 6. - De hypofyse. - De eierstok. - De eileider. - Slijmvlies. - De slijmprop. 7. a. Progestageen maakt de slijmprop in de baarmoedermond taai, waardoor bijna alle zaadcellen worden tegengehouden. b. De minipil is minder betrouwbaar omdat: - Er minder hormonen in zitten. - Er wel een normale ovulatie kan plaatsvinden. - Niet alle zaadcellen worden tegengehouden door de slijmprop. 7. c. De minipil heeft minder bijwerkingen dan combinatiepreparaten. 8. a. Ze kregen de pil tegen menstruatieklachten. b. Vrouwen met placebo’s konden zwanger worden, terwijl ze ervan uitgingen dat de pil dit zou voorkomen. 9. a. Kinderen: mogen nog niet zelf beslissen. Bejaarden: kwetsbare gezondheid. Vruchtbare vrouwen: Mogelijk schade aan eicellen, waardoor kinderen mat afwijkingen geboren kunnen worden. b. Voor: - Medicijnen. - De proefpersonen geven toestemming. Tegen: - Sommige mensen zullen voor geld hun gezondheid aan de kant zetten. - De werking van eventuele bijwerkingen zijn onbekend. 10. Pilsoorten met een steeds lagere oestrogeendosis. 11. Eerste Pil Geneesmiddelen van nu - Geen onderzoek met placebo’s. - Wel onderzoek met placebo’s. - Testen op gezonde vrouwen niet gebeurd. - Vooronderzoek op gezonde personen. - Proefpersonen waren niet op de hoogte - Verplicht testprogramma. van het onderzoek. - Bij gezonde proefpersonen wordt - Door voorschrijven als middel tegen onderzoek gedaan naar bijwerkingen. hevige menstruatie, werd er onderzoek gedaan naar bijwerkingen. 12. - Maatschappelijke factor: er is vraag naar een echt betrouwbaar voor behoedmiddel. - Economische factor: voor de geneesmiddelenfabrikanten kon er goed mee verdiend worden. - Wetenschappelijke factor: de kennis over de bewerking van de vrouwelijke hormonen. - - Technische factor: ontdekking van productiewijze van hormonen, geschikt voor productie op grote schaal. Begrippen: - Sterilisatie: Een operatieve ingreep waarbij een vrouw onvruchtbaar wordt gemaakt, er wordt dan een stuk tussen de eierstokken uitgehaald. - Hormonen: Stoffen die in minieme hoeveelheden van alles in je lichaam regelen. - Oestrogenen en progestagenen: Scheikundigen gingen op zoek naar een methode om deze werkzame stoffen uit de urine te halen. Na veel experimenten lukte dit. Later vonden ze bij toeval stoffen uit die nog beter werkten. Deze kunstmatige hormonen noemden ze oestrogenen en progestagenen. - Eierstok: Vrouwelijk voortplantingsorgaan waarin de eicellen gevormd worden => ovarium - Hypofyse: Klier aan de onderzijde van de hersenen, die o.a. groeihormonen produceert en de schildklier aanstuurt. - Octrooirecht: Door de overheid verleent uitsluitend recht voor het maken en verkopen van artikelen voor het uitbuiten van een uitvinding. - Farmaceutisch bedrijf: Bedrijf dat geneesmiddelen maakt en verkoopt. - Placebo: Stof die in uiterlijk en smaak geheel overeenkomt met een medicijn, maar geen werkzame bestanddelen heeft. Paragraaf 3: Navigatie Samenvatting: - Een kompas geeft alleen aan waar het noorden is, maar het verteld niet waar je bent. Wil je dus grote afstanden afleggen heb je meer hulpmiddelen nodig. Het is belangrijk om exact te kunnen vertellen waar op aarde een bepaalde plaats ligt en hoe je er komt. Er is een systeem bedacht waarbij elke plaats op aarde met behulp van 2 getallen (coördinaten) kan worden aangegeven. Dat zijn de geografische lengte en breedte die je bij aardrijkskunde hebt geleerd. Als je de coördinaten van je bestemming weet en je kunt de coördinaten bepalen van de plaats waar je, je op dat moment bevind kun je uitrekenen hoe ver het nog is naar je bestemming en welke richting je uit moet. - Er staan precies boven de noordpool een ster die de poolster genoemd wordt. Hoe hoger je op de aarde bent hoe hoger de poolster staat. Door de lengte van de schaduw en de lengte van een stok te meten kan je de zonshoogte nauwkeurig berekenen. Als je de zonshoogte hebt en de tijd die daar bij hoort kan je de coördinaten berekenen. Op zee kan dit niet, omdat het schip slingert en dus de stok niet altijd helemaal verticaal staat. Daar zijn instrumenten en technieken voor ontworpen om op schepen wel nauwkeurig de hoeken te kunnen meten. Dart speelde de afgelopen eeuwen een grote rol in de zeevaart. - De scheep- en luchtvaart hebben de afgelopen 50 jaar geprofiteerd van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van navigatie, zoals het radiobaken. Een radiobaken is een radiostation dat een speciaal signaal uitzendt. Er staan er veel op de aarde en elke baken zend een ander signaal uit. Van iedere baken is de plaats precies bekend. Doormiddel van een antenne kan de richting van de signalen worden gemeten worden en als er van 3 bakens een richting wordt gemeten dan kan een computer de positie van het schip uitrekenen. Ook bij vliegtuigen is dit mogelijk. In de jaren 70 en 80 zijn er 24 satellieten in een baan om de aarde gebracht. Ze zenden allemaal een apart signaal uit. Op de schepen waar deze signalen worden ontvangen kan een computer aan de hand van het signaal berekenen hoe lang dit onderweg is geweest. Hieruit kan de afstand van de satelliet worden berekend. Omdat van elke satelliet de baan precies bekend is, kan uit de afstand tot een aantal satellieten de plaats op aarde berekend worden. Dit satellietnavigatiesysteem werkt zo precies dat je positie bepaald word met een nauwkeurigheid van ongeveer 10 meter. Met behulp van het ‘Global Positioning System’ (GPS) kan een computer precies je route uitstippelen en aangeven of je nog op koers bent. Dit systeem word bij vliegtuigen steeds belangrijker. Ze kunnen ook al op auto’s worden toegepast. Vragen en opdrachten: 1. Voor oriëntatie op open zee kan er gebruikt worden gemaakt van de zon, de maan en de sterren. 2. a. Een kompas geeft alleen het noorden aan. b. Om na de ontdekking van nieuwe landen precies te kunnen aangeven waar deze liggen. 3. Mogelijke situaties zijn: - Het vaststellen van de grenzen van een land. - Reizen door gelijkmatig terrein zoals de woestijn. - Tijdens militaire operaties. 4. Columbus vergiste zich in de lengtegraad. 5. a. - Het eiland Pampus. - De plaats Darwin in Australië. b. Op de kaart van Nederland staat het beter dan op de kaart van de wereld, het is gedetailleerder. Maar daarop kun je nog steeds niet de exacte locatie van je school vinden. 6. a. Een dergelijke meting kan niet plaatsvinden. - Bij bewolkt weer. - Als het licht is. - Op het zuidelijke halfrond. b. De zon is makkelijker te vinden. 7. a. Met een astrolabium kan de zonhoogte zeer nauwkeurig worden afgelezen. b. Een sextant is dan nauwkeuriger dan een astrolabium. 8. Omdat schepen slingeren kan er niet nauwkeurig genoeg gemeten worden. 9 a. Dan bevind je ten oosten van Nederland. b. Omdat de zon zijn hoogste punt precies 1 uur eerder bereikt. 10. a. In de buurt van Almelo, in Twente. b. Bij 2 is het mogelijk je positie te bepalen, het snijpunt. 11. Het GPS-navigatiesysteem kon gerealiseerd worden door de ontwikkeling van de ruimtevaart en satellieten, computers en radiocommunicatie. Begrippen: - Prototype: Het eerste ontwerp van je uitvinding. - Astronoom: Een sterrenkundige. - Astrolabium: Een oud instrument voor graadmeting. - Sextant: Een instrument voor je plaatsbepaling op zee. - Boogminuut: Een eenheid om de grootte van een hoek aan te duiden. Ook wordt het gebruikt om plaats of afmetingen van hemelobjecten aan te duiden. - GPS: Global Positioning System, systeem voor plaatsbepaling. - Coordinaten: Geografische lengte en breedte. - Breedte: Evenwijdig aan de evenaar. - Lengte: Ellipsen van pool tot pool. Paragraaf 4: Ruimtevaart Samenvatting: - De eerste wetenschappelijke experimenten met raketten zijn in het begin van deze eeuw gedaan. De raketten waren klein en gingen niet erg hoog. In het begin van de 2e wereld oorlog was de rakettechniek al zover ontwikkeld dat de Duitsers de beruchte V2-raket konden bouwen. Deze raketten waren bommen die met behulp van brandstof over grote afstand konden vliegen. Na de oorlog hebben de VS en de toenmalige Sovjet Unie veel van de Duitse raketbouwers en kennis over raketten meegenomen naar hun eigen land.er ontstond toen een race tussen de VS en de SU om de beste wapens. In 1957 brachten de Russen de eerste satelliet naar buiten. In 1969 landde de eerste mens op de maan. - Dankzij de ruimtevaart is het mogelijk apparaten in de baan om de aarde te brengen. Die voorwerpen die om de aarde draaien noemen we satellieten of kunstmanen. Satellieten worden ook aangetrokken door de zwaarte kracht en zouden dus eigenlijk naar beneden moeten vallen. Dat doen ze ook maar omdat een satelliet een grote snelheid heeft dwars op de richting van de zwaarte kracht beweegt hij ook vooruit. Zolang de satelliet maar snel genoeg valt komt hij niet dichterbij de aarde. De satelliet valt hierdoor niet op de aarde maar er omheen. Satellieten bevinden zich buiten de dampkring en hebben dus geen last van luchtwrijving. Hoogte en richting van een satelliet hangt af van de functie van de satelliet. Een spionagesatelliet heeft vaak een lage baan boven de polen (300 km) en een communicatiesatelliet vaak een hoge rond de evenaar (36.000) km. De waargenomen informatie wordt door de satelliet omgezet in een computerbestand en naar een grondstation geseind. Dankzij weer satellieten is het weer ook bekend boven plaatsen waar geen weerstations zijn. Satellieten worden ook gebruikt voor atmosfeeronderzoek. Zo kunnen bijvoorbeeld veranderingen in de dikte van de ozonlaag worden gemeten. - Ruimteschepen met mensen aan boord moeten aan hele andere eisen voldoen dan wanneer er niemand meegaat. Langdurig verblijf in de ruimte is voor het menselijk lichaam niet gezond. Je spieren kunnen verslappen en op lange duur kunnen zelfs je botten ontkalkt raken waardoor er snel botbreuken ontstaan. Daarom hebben ze in ruimtestations fitnessapparatuur om de spieren getraind te houden. Als je terug komt uit de ruimte kun je vaak voor korte tijd niet lopen en als je net in de ruimte komt wordt je vaak ziek omdat je lichaam moet wennen aan de gewichtloosheid. Vragen en opdrachten: 1. Als ze hem hadden berecht, dan hadden ze hem niet kunnen gebruiken voor de V2 van de Verenigde Staten, nu hij een goede baan heeft kan hij misschien nog wel meer betekenen voor de VS met bijvoorbeeld nieuwe wapens en raketten. Ik vind wel begrijpelijk, maar misschien wel een beetje riskant, want voor het zelfde geld speelt hij alle informatie van de VS door aan Duitsland en dan weten de Duitsers in een oorlog bijvoorbeeld precies waarneer en hoe de VS wil gaan aanvallen. Ik zelf had hetzelfde gedaan als de VS, maar ik had hem wel goed in de gaten gehouden dat hij niks aan Duitsland doorspeelde. 2. Ten eerste de raketmotoren, om de raketten te lanceren
Ten tweede de computer voor nauwkeurige besturing van de raket over een grote afstand
Ten derde radio communicatie, voor de besturing op afstand
En ten slotte de materialen, de raket moet bestand zijn tegen extreem hoge temperaturen
3. Ten eerste: er moeten veel meer voorraden worden meegenomen voor de mensen, want mensen leven op zuurstof en voedsel en dat doen robots niet. Ten tweede: als er mensen en voedsel moet worden meegenomen is er meer gewicht en dat gewicht moet ook omhoog en daar is dus een krachtigere motor voor nodig en die motor is weer duurder. Ten derde: de raket moet veel veiliger zijn omdat er mensen aan boord zijn en die veiligheidsmaatregelen zorgen ervoor dat het nog weer duurder uitvalt. En ten slotte: de raket moet weer opaarde kunnen terugkeren om de mensen af te zetten en als er robots meegingen dan lieten ze hem gewoon in de ruimte ontploffen, en dat kost weer extra brandstof en brandstof is er prijzig. 4. De Russen hadden aan het einde van de jaren vijftig een voor sprong op het gebied van ruimtevaart op de VS en de VS wilde dit graag inhalen en zo ontstond er een wapenwedloop tussen de VS en de Russen om wie het beste was op het gebied van de ruimtevaart. De wiskundige waren erg van belang voor de VS om de ruimtevaart zo modern mogelijk te maken en daarom was de scholing van wiskundigen erg belangrijk en daarom werden de wiskunde lessen op de middelbare scholen beter. 5. De aarde draait in oostelijke richting, dan gaan de raketten met de stroming mee
6. Door kleine stuwraketjes aan de zijkant van de raket als je die aanzet gaat de raket een bepaalde kant uit en als je stuw raketjes op de voorkant van de raket zet en die dan aan doet dan remt deze af. 7. Ten eerste is het goedkoper en ten tweede kan er sneller een nieuwe lancering plaatsvinden. 8. Bij zeer hoge en lage temperaturen. Sommige onderdelen moeten in vacuüm werken. 9. a. Een omwenteling duurt ongeveer 1,5 uur. b. De omlooptijd van een satelliet in een geostationaire baan is 24 uur en dus gelijk aan de omwentelingstijd van de aarde. c. Alleen boven de evenaar draait de satelliet met de aarde mee. 10. a. Hoe groter de afstand tot de zon, hoe minder de zonne-energie er kan worden opgevangen met zonnepanelen. b. Het gebruik van kernreactors bij satellieten is te gevaarlijk. De satelliet kan mogelijk terug vallen op de aarde en dan is de schade niet te overzien. 11. Door te lang in een gewichtsloze toestand te zijn, kunnen je botten ontkalken. Als de astronauten terug keren op aarde dan kunnen ze vaak een periode niet meer goed lopen. 12. Als je voor het eerst in de ruimte gaat dan heb je last van concentratie problemen, als je op aarde de handelingen vaak genoeg oefent dan kun je het in de ruimte vaak automatisch uitvoeren. 13. Er is veel zuurstof en voedsel nodig, dit neemt veel ruimte in beslag. Ze moeten proberen om zuurstof en afval te recyclen. 14. Voordelen: - Je kunt ook het dak gebruiken om dingen in op te bergen. - Je kunt overal makkelijk bij, groot of klein. Nadelen: - Alle onderdelen moeten goed vast zitten. - Onderdelen kunnen makkelijk gaan rondzweven. 15. a. Argumenten voor: - Het gebruik van robots is veiliger, ongelukken kosten dan geen mensenlevens. - Er hoeft geen voedsel meegenomen te worden tijdens een vlucht. - Robots werken altijd. Argumenten tegen: - Bij onverwachte gebeurtenissen kan een mens sneller ingrijpen. - Robots zijn niet in staat complexe taken uitvoeren. b. Ik vind dat robots verbeterd moeten worden en dan massaal moeten worden ingevoerd. Begrippen: - Kometen: Ballen van stof en ijs die rond de zon bewegen. - Planetoïden: Ook wel asteroïden, kleine planeten. - Kunstmaan: Een soort satelliet. - Dampkring: De luchtlaag rond de aarde waarin wij leven. - Geostationaire baan: Een satelliet die boven een bepaalde plaats blijft hangen.
Hoofdstuk 2: Techniek Paragraaf 1: Cassettes en cd’s Samenvatting: - Het cassettebandje is kwetsbaarder dan de cd omdat het cassettebandje werkt met een magnetisch deel dat snel kapot kan gaan (bijvoorbeeld door er een magneet bij te houden) Als je een cassettebandje vaak gebruikt of kopieert neemt de kwaliteit ook meer en sneller af dan dat bij een cd gebeurt. Bij een cassettebandje ontstaat ruis. Voordeel van een cassettebandje is dat het erg makkelijk te kopiëren is. - Bij een cd worden gegevens opgeslagen in een vorm van wel of geen putjes in het schijfje. Dit is veel duidelijker dan de geleidelijke overgangen in de patroneren op een cassettebandje. Daarom ontstaat er geen ruis bij een cd. Dien putjes worden gelezen door een laser. Doordat dit met licht gebeurt (het teruggekaatste licht wordt omgezet in geluid) wordt het schijfje niet aan geraakt en slijt en/of beschadigd het niet. Ook blijft de kwaliteit van de cd gewaarborgd doordat er een beschermend laagje op zit dat beschermd tegen kleine krasjes en stof. Philips en Sony brachten samen de cd op de markt en al snel verstootte de cd de grammofoonplaat en ook voor een groot deel het cassettebandje. - Sommige mensen vinden dat de lp warmer klinkt dan de cd en dat de oude ‘analoge’ opnamen om platen te maken veel meer details bevatten dan de digitale techniek. - Op een cd kunnen ook foto’s, tekeningen, beeld, tekst en film. Deze cd’s worden Cd-rom’s genoemd. Hierbij kun je informatie lezen maar niet veranderen. Cd’s zijn tegenwoordig ook te kopiëren en omdat het digitaal gaat zijn het origineel en de kopie exact hetzelfde. Dit kopiëren wordt veel gedaan waardoor steeds meer mensen minder cd’s in de winkel kopen. Vragen en opdrachten: 1. Deze volgende eigenschappen passen bij beide apparaten: - stevig - meerdere vormen - meerdere maten - meerdere kleuren - om hem te bedienen druk je op de knopjes - redelijk geluid, kan ook redelijk hard - dopjes zitten niet lekker, ze zijn hard - het bedieningsgemak is goed - er zit een draaischijf met een lazer die de cd afleest - je kan er ook gekopieerde cd’s in doen
2. Als een belangrijk geluidsfragment lang bewaard moet worden kan je het beste een cassettebandje gebruiken omdat een cassettebandje minder snel beschadigd. 3. Het is onverstandig een cassettebandje in de buurt van een zware luidspreker te leggen omdat een cassette magnetisch is het spoeltje die in de weergave kop zit zet het magnetisch patroon weer om in een elektrisch signaal. Er treedt vervorming van het geluid op als de band niet op dezelfde snelheid wordt gedraaid. 4. Een eigenschap van een cassette die ik zou willen houden is de vervelende ruis die verschijnt bij het spelen van een cassette dichtbij een luidspreker. Je kan een cassette heel makkelijk wissen en dat zou ik wel graag willen voorkomen. Zoals je bij een videoband een wispreventie hebt moet je dat ook bij een cassette hebben. 5. Vijf argumenten die voor mij een rol spelen bij het bepalen van een nieuwe diskman of walkman: 1 Is het van een goeie kwaliteit? 2 Is het niet al te duur? 3 Hoe lang houd de batterij het vol? 4 Wat kan je er allemaal meedoen? 5 Hoe hard kan dat ding? 6. Een cd geeft geen ruis omdat hij geen magnetisch veld heeft en een cassettebandje wel want die is magnetisch. 7. a. Degene die cassettes produceert. b. De verkoop van cd’s ging in het begin heel langzaam want die waren vaak heel duur, de cd spelers waren ook nog heel duur, niet veel huishoudens konden er een kopen. 8. Vuil en kleine krasjes hebben geen invloed op de geluidskwaliteit omdat de beschermde kunststoflaag houdt alles tegen en de laserbundel kan er zodoende doorheen. 9. ongeveer 2x
10. De 1ste: Het geheim van deze superieure kwaliteit is de digitale verwerking van geluidssignalen. Van opnemen tot afspelen, iedere stap is digitaal perfect. 11. Omdat ze dan uiteindelijk minder winst maken. 12. Dan is het geluid heel duidelijk. 13. Omdat de trilling zo groot is dat er een u-klank te horen is. 14. a. 1 plaatje is 1,3 megabyte, en 1,3 miljoen letters zijn 1,3 megabyte. Op 1 cd passen 600 miljoen letters, dus 600/1,3=462 beelden. b. cd’s beveiligen en een speciale dienst instellen om die dan op te sporen. 15. a. Uitgevers van cd’s en cd-rom’s protesteren tegen het kopiëren van cd’s want dan gaat de verkoop van cd’s heel erg achteruit. b. Twee maatregels die de overheid kan nemen om de gevolgen van illegaal kopiëren, de prijs van de cd’s drastisch verhogen, waardoor er niet meer gekopieerd word, of het hebben van deze cd’s verbieden. Paragraaf 3: Techniek op menselijke maat Samenvatting: - Een ontwerper moet rekening houden dat mensen binnen een bepaalde doelgroep verschillen. Zoveel mogelijk mensen binnen zijn doelgroep moeten met gemak en plezier het ontworpen product kunnen gebruiken. Ontwerpers stellen zich de vraag op wat voor manier het product gebruikt wordt. Een ontwerper moet dus goed op de hoogte zijn van alle technieken en materialen die hij kan gebruiken. Ontwerpers van een product dat intensief gebruikt zal worden, proberen dit zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij zoveel mogelijk gebruikers. - Als een ontwerper een opdracht krijgt op bijvoorbeeld een bureau, een badkuip of een keuken te maken moet hij weten hoe groot of klein de mensen zijn, omdat iedereen hier gebruik van moet kunnen maken. Bij het ontwerpen van technische producten en meubels zijn er 5 ontwerpstrategieën, die vaan door elkaar gebruikt worden: - laag percentiel-strategie - hoog percentiel-strategie - gemiddelde als maatstaf - verstelbaarheid-strategie - varianten-strategie - Actiegroepen proberen bedrijven zover te krijgen dat ze in hun ontwerpen ook met mensen rekening houden die van de gemiddelde maatstaven afwijken. Het hangt van het economische belang af of bedrijven daartoe ook bereid zijn om hun producten ook voor die doelgroepen geschikt te maken of aangepaste producten van op de markt te brengen. Gebruiksvriendelijkheid hoeft niet altijd meer te kosten (bv. bij een magnetron) Als dat wel het geval is moet de producent er wel voor zorgen dat de extra kosten terugverdient worden. Dankzij automatisering en computers wordt er veel meer rekening gehouden met de individuele wensen van consumenten. 1. - riem - horlogebandje - knoopjes van een kledingsstuk
2. pieptoon te hoog voor ouderen
3. - goed voor je lichaam(houding) - moet lekker liggen - niet te klein
4. - een computer - een blauwe W voor word - een E voor internet explorer
5. - - - 6. dialecten
7. omdat 13 een ongeluksgetal is
8. ja
9. - strijkplank: Hoogte, dus dat hij voor kleine en grote mensen geschikt is. Hij moet dus verstelbaar zijn. - Horlogebandje: de omvang van het bandje, hetzelfde principe als bij de strikplank, hij moet voor mensen met een dikke en met een dunne pols geschikt zijn. Dus weer verstelbaar. - Luchtbed: Moet groot genoeg zijn en het goede gewicht kunnen dragen; - Bevestigingsplek voor douchekop: Hij moet hoog en laag kunnen, mensen verschillen vaak in hoogte. - Hoogte spiegel boven wastafel: Moet voor grote en kleine mensen gecshikt zijn. - Draagbare telefoon: Hij moet makkelijk bedienbaar zijn. - Fototoestel: Hij moet makkelijk bedienbaar zijn. - Rugzak: Hij moet qua bandjes verstelbaar zijn (grote en kleine mensen). - Ligbad: Moet groot genoeg zijn. - Glijbaan in zwembad: Moet sterk genoeg zijn en ook breed genoeg. - Viool: Moet voor iedereen bruikbaar zijn qua afmetingen. - Deur telefooncel: moet je makkelijk open kunnen maken. - Stoel in trein: Iedereen moet er op kunen zitten. - Handvat van een koffer: Moet voor iedereen makkelijk zijn vast te houden. 10. 65 % van de mannen/ mensen heeft die lengte. 11. ze is 1, 65 lang
12. omdat de P per leeftijd verschilt

13. a. men zal tegen die tijd nog langer zijn als tegenwoordig
b. voor mensen die duurzame producten moeten ontwerpen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.