Indonesie paragraaf 1 t/m 4

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas havo | 1271 woorden
  • 15 februari 2011
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Paragraaf 1:
1a rijst, zon, massage, kruiden, palmbomen, vruchtbaar land

B 1(B) 2(E) 3(G) 4(A) 5(K) 6(J) 7(C) 8(I) 9(F) 10(H) 11(D)

2 A&C

3a er komen bepaalde antwoorden overeen met bron 2(vruchtbare grond & palmbomen)

B bron 3 past het beste bij het type toerist, omdat het allemaal luxer wordt waar mensen in hotels overnachten en waar je kan feesten of een massage kunt nemen

C aan de ontwikkeling op technologisch gebied als mobieltjes, internet en andere producten die het reizen vergemakkelijken

D de benaming Toyota voor Japan(Japan is de ontwikkelaar van Toyota)


E omdat China als klein land wordt afgebeeld terwijl het dat niet is en Taiwan is niet rond zoals bron 4 wil beweren

F de opbouw voor ons geografisch beeld, want sommige mensen weten niet meer waar alles ligt of hoe een land heet

5a B

B vroeger was de Grote Oceaan vele malen groter dan deze nu is en het was de zee van de wereld



Paragraaf 2:

1a Vulkanisme: proces waarbij magma uit de aardkorst komt en stolt tot uitvloeiingsgesteente

Tektonische plaat: is een stuk van de aardkorst(lithosfeer)

Lahar: modderstroom van vulkanoclastisch materiaal( vulkanische as, puimsteen en brokken gesmolten of gestolde lava)

B langs de buitenranden van Indonesië liggen de breuklijnen van een aantal platen & de verschuivingen langs de breuklijnen zijn verantwoordelijk voor verschijnselen zoals vulkanisme, aardbevingen, troggen en gebergtevorming.

C GB kaart 193B(bosatlas 53e editie) & GB kaart 174B(bosatlas 52e editie)

D Indisch-Australische plaat & Euraziatsche plaat


E dat komt omdat hier de grens loopt tussen 2 platen(plaatgrens)

F Kalimantan ligt op de Euraziatische Plaat waar geen Platen tegen elkaar aanbotsen of onder elkaar doorlopen

G Plaats C

H als je goed kijkt kun je zien dat het eiland even zo gevormd is als dat je bij (C) het eiland Sumatra ziet


2a metaalhoudende gesteenten en mineralen(ijzer, koper, nikkel en aluminium

B in de buurt van plaatranden komen deze ertsen vaak voor

C ertsen worden uit de aardmantel met het opstijgende magma meegenomen en gestold in de aardkorst en komen dicht onder de oppervlakte van deze aardkorstplaten

D Indonesië

E Tailand


3a Olie, gas, goud, tin

B worden aangetroffen op een continentaal plat

C in zo’n gebied veranderen resten van planten door de grote druk en/of temperatuurstijging. Zo heb je een voorbeeld als planten->>veen->>bruinkool->>steenkool

D resten van planten & dieren worden onder hoge druk omgezet tot fossiele energiebronnen als steenkool

E Indonesië, Maleisië en China

F ja, ze hebben een energie overschot

G als het schaars wordt & als ze verder ontwikkelen en de bevolking groeit zal er meer nodig zijn


H antwoord C


4a door de beknelling en de modderstroom die haar veel kracht heeft gekost

B aan de westkant, want hier komen aardbevingen en vulkanen voor & modderstromen ontstaan door aardbevingen

C ja, deze modderstroom heeft voor veel schade gezorgd en je ziet de stroperige modder nog liggen

D antwoord C


5a Sumatra, Kalimantan, Maleisië

B tot ongeveer 1000 km vinden ze nog olie

C *

D ja, want tin wordt aangewezen met de groene kleur en die kun je niet zien bij Singapore & Maleisië

E 1:flores 2:goud 3:goud 4:steenkool 5:tin


6a kaart 134-135 F7(GB 52)

B Sundaplat

C indirecte gevolgen als hongersnood zorgde voor nog eens 100.000 doden

D hongersnood zorgde voor nog meer doden


7a antwoord B

B antwoord A


8a A&C

B Indonesië, Maleisië en China gebruiken allemaal aardgas & aardolie

C Indonesië: tin, steenkool, olie/gas, goud, zwavel, nikkel Maleisië: Olie China: Steenkool


Paragraaf 3

1a atmosfeer & warmte(natuurlijke broeikaseffect)


Koolstofdioxide & boskapping(versterkt broeikaseffect)

Satelliet & ruimte(remote sensing)

Stijging wateroppervlakte & warmer worden van aarde(relatieve zeespiegelstijging)

B *

C antwoord A

D omdat een zeebeving een aardbeving in water is & zeebeving geen juiste benaming is voor tsunami


2a Aceh lag zo dicht bij het epicentrum van de zeebeving dat een waarschuwing niet meer mogelijk was

B een groot deel is helemaal weggevaagd door deze zeebeving

C bron 12 is vanaf boven genomen, terwijl bron 13 & 14 van dichtbij zijn gemaakt

D true colour beelden zijn beelden op fotokwaliteit die met het blote oog te zien zijn

E false colour beelden zijn beelden met opnames van verschillende kleuren die ze mengen tot een kleurenfoto

F het westen, omdat die kant het meest getroffen is door de Tsunami

G het ligt niet aan diep vaarwater, want met ondiep zeewater zijn de golven veel hoger en sterker waarbij overstromingen kunnen ontstaan

H omdat daar diep water is waar de kracht van de tsunami op ze zwakst is



3a 1:ja 2:niet 3:ja 4:niet

B tsunami, want die komen in dat gebied vaker voor

C antwoord B & D

D in gebieden die onder de zeespiegel liggen


4a bron 14, want dat is de enige foto die niets aantoont dat iets te maken heeft met een tsunami

Bron 12(links), bron 13 laat de gevolgen van bron 10 zien

B de man in figuur 6 wil geholpen worden, maar er is net een tsunami geweest

C nee, de lokale bevolking heeft behoefte aan voedsel en drinkwater & opbouw van huizen, terwijl de toerist hele andere belangen heeft van geholpen worden door de receptie

D nee, hij is daar dan wel op vakantie maar de situatie is voor de lokale bevolking vele malen erger dan wat de toerist moet meemaken


6 Indonesië wordt bedreigd door tsunami’s en veel wateroverlast, ook worden ze door tropische cyclonen getroffen over zee


Paragraaf 4

1 1(C) 2(D) 3(B) 4(A) 5(E)


2a smaragd is een grasgroene variëteit van het mineraal beryl

B rijkdom en overvloed

C omdat hier zo veel groeit door het broeierige klimaat & het is een voormalig kolonie(Nederlands-Indië)

D omdat overal de temperatuur stijgt en het steeds warmer wordt gaat het klimaat veranderen

E antwoord B

F dit komt omdat Indonesië een tropisch regenwoudklimaat heeft & het regent er geregeld waardoor veel gewassen snel kunnen groeien

G antwoord C


3 moesson, want in Indonesië zijn er gebieden die savanneklimaat hebben en er zijn gebieden waar tropisch regenwoudklimaat voorkomt. Een moesson is een halfjaarlijkse wind van zee of land, maar die heeft totaal geen invloed op deze klimaten

Am, want dit klimaat komt in Indonesië niet voor, terwijl de andere twee zoals gebleken wel voorkwamen in Indonesië

Natte tijd in zuidoost Azië, want door het hoge druk gebied boven de Australische woestijn komt er door de wind een zuidoost moesson over Indonesië

Noordwest-Indonesië, want die kent geen grote verschillen in droge en natte tijden zoals het zuidoosten van Indonesië wel kent


Droog, want in de namiddag kent Indonesië net als Brazilië hevige (onweers)buien

Woud in een Aw-zone, want die kent niet de hoogste diversiteit en heeft ook niet veel regen waardoor er veel kan groeien zoals woud in een Af-zone wel kent

Vooral in Af, rijstbouw moet zich in niet te droge en/of natte toestand bevinden hierbij kan een moesson goed van pas komen


4a GB kaart 182 toont aan dat er meerdere klimaten zijn dan alleen maar savanne klimaat en tropisch regenwoudklimaat

B een(sub)tropisch regenwoud klimaat

C een tropisch regenwoud klimaat

D aw, omdat dit zomerregen wordt genoemd en een moesson is een halfjaarlijkse regen terwijl af het hele jaar door regen geeft

E de winter maanden, omdat de zomer maanden veel te warm en nat zijn en je in de winter lekker op het strand kunt zitten


5a padang->>tropisch regenwoud klimaat(Af) en makassar->>savanne klimaat(Aw)

B doordat het een tropisch regenwoud klimaat is valt hier het hele jaar regen

C omdat het hier het hele jaar door gemiddeld dezelfde temperatuur is en bij een steppe klimaat kan het warm en koud zijn met grote verschillen

D van juni tot september


E de droge moesson

F die ligt dan boven land(Australië)

G bron 17


6 in januari komt de moesson over land & in juli komt de moesson over zee(winter->> over land & zomer->>over zee)


7a 1(C) 2(A) 3(D) 4(B) 5(E) 6(F)

B antwoord C

REACTIES

M.

M.

Heel erg bedankt! Dat scheelt me weer een uur nablijven voor het niet afhebben van de opdrachten :)

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.