Wiskunde aantekeningen (3.1):
- Een grafiek teken je in een assenstelsel. Dat bestaat uit een horizontale as en een verticale as. Meestal teken je een assenstelsel op roosterpapier. Roosterpapier bestaat uit roosterlijnen, roosterhokjes en roosterpunten. Bij elk punt van een grafiek horen twee getallen. Ligt een punt van de grafiek op een roosterpunt, dan kun je deze twee getallen goed aflezen.
- Roosterpunten: punten die op hele getallen liggen.
- De randen van de roosterhokjes heten roosterlijnen.
- Een punt in een assenstelsel geef je aan met coördinaten. In de grafiek heeft punt S de coördinaten (9,3). De eerste coördinaat lees je af op de horizontale as en de tweede coördinaat lees je af op de verticale as.
- Een coördinaat MOET altijd tussen haakjes geschreven worden.
PARAGRAAF 3.2:
- Bij het punt waar de twee assen elkaar snijden, staat vaak de letter O van oorsprong. De coördinaten daarvan zijn (0,0). Het punt P (7, 3½) is geen roosterpunt. Je kunt de coördinaten ook schrijven als (7; 3,5). Je gebruikt een puntkomma tussen de coördinaten als daar decimale getallen staan.
- Lijn: Een lijn die je door punten heen tekent die onbeperkt doorloopt.
- Lijnstuk: Een lijn die bij de punten stopt.
- Snijpunt: Het punt waar twee assen elkaar snijden.
- Om te voorkomen dat een groot stuk van een assenstelsel ongebruikt blijft, kun je een stuk van de verticale as weglaten. Je kunt dat aangeven met een zaagtand. (Op de horizontale as wordt geen zaagtand gebruikt!)
PARAGRAAF 3.3:
- De grafiek geeft het verband weer tussen de tijd en de hoogte. Bij dit verband zijn de tijd en hoogte de grootheden. De tijd wordt uitgedrukt in seconden. Je noemt seconde de eenheid bij deze grootheid.
- Stijgen: omhoog gaan.
- Dalen: omlaag gaan / zakken.
- Constant: recht lijn die op dezelfde plek blijft.
PARAGRAAF 3.4:
Hoe teken je een grafiek bij een tabel?
- Teken een horizontale as met de gegevens van de bovenste rij van de tabel. Bedenk hoe je deze as moet indelen. Neem steeds even grote stappen.
- Teken een verticale as met de gegevens van de onderste rij van de tabel. Kijk naar het grootste en het kleinste getal en bedenk hoe groot je de stappen op deze as neemt. Gebruik eventueel een zaagtand.
- Schrijf bij de assen de betekenis van de getallen.
- Zet de punten die uit de tabel volgen in het assenstelsel.
- Teken een vloeiende lijn door de punten.
- Vloeiend: niet met liniaal / geodriehoek, maar juist zonder.
- Recht: met liniaal / geodriehoek.
- (Als je twee grafieken in één assenstelsel tekent, dan geef je altijd aan waarbij elke grafiek hoort.)
PARAGRAAF 3.5:
Je kunt een geschikte stapgrootte langs de assen kiezen.
- Als je een assenstelsel tekent, dan zet je langs beide assen getallen. Op elke as nemen de waarden steeds met een gelijke hoeveelheid toe, de stapgrootte. De stapgrootte op de horizontale as hoeft niet gelijk te zijn aan die op de verticale as. Kies de stapgrootte zó dat het assenstelsel 6 à 10 roosterhokjes breed en hoog wordt.
REACTIES
1 seconde geleden