Pleidooi
Tekst 1.
5 Overtuigen door argumentatie
Een argument is een uitspraak die bedoeld is om een bepaald standpunt voor anderen aannemelijker te maken door hen aanvaard te krijgen. Argumenteren is dan het aandragen en in onderling verband plaatsen van die uitspraken. Met behulp van argumentatie wordt een relatief nieuw standpunt afgeleid uit reeds geaccepteerde standpunten of erkende kennis, en daardoor aanvaardbaar gemaakt.
5.1 logische redenen; de logica
Onder redeneren verstaat men in de logica het trekken van conclusies (gevolgtrekkingen) uit bepaalde uitgangspunten. Deze uitgangspunten heten premissen met een voorbeeld
Rederering A (twee premissen)
- Een 5,5 is een voldoende
- Jan heeft een 5,5 voor zijn toets
Conclusie: Jan heeft een voldoende voor zijn toets
De logica maakt een onderscheid tussen de waarheid en de geldigheid van de redeneringen. Als de premissen waar zijn, leidt een geldige redenering tot een ware conclusie. Het kan echter gebeuren dat een deugdelijke redenering plaatsvindt op basis van ondeugdelijke premissen.
- Vegetariërs mogen alle dierlijke producten eten (onwaar)
- Een appel is een dierlijk product (onwaar)
Conclusie: vegetariërs mogen een appel eten (waar)
Een voorbeeld van een syllogisme is
- Alle verenigingen hebben een bestuur
- De KMI is een vereniging
Conclusie: De KMI heeft een bestuur
Bijna alle logische problemen kunnen worden teruggebracht tot syllogismen.
5.2 De dagelijkse gang van zaken; verzwegen premissen
We ‘spreken’ van verzwegen premissen bij het volgende voorbeeld.
- Asbest is kankerverwekkend (schijnbaar één premisse)
Conclusie: dus je moet asbest vermijden
In deze ‘redenering’ is minstens één premisse verzwegen
- Kankerverwekkende stoffen moet je vermijden
En er zijn zelfs nog andere premissen verzwegen:
- Kanker is een ernstige ziekte
- Ernstige ziekten moet je uit de weg gaan
5.3 drogredeneringen
Wanneer men ongeldig redeneert of van een (meestal verzwegen) onware premisse uitgaat, spreken we wel van drogredenering. Meestal leidt een drogredenering tot een verkeerde conclusie.
In een cirkelredenering is de conclusie eigenlijk niet meer dan een met andere woorden geformuleerde premisse. Plat gezegd hebben ze de vorm ‘’waarom’’- ‘’daarom’’ of het is zoals het is. Voorbeelden van een dergelijke redenering zijn:
- Dat hoort niet, want zoiets doet men niet.
- Kunst heeft toekomst, ‘’omdat’’ er altijd behoefte aan schoonheid zal blijven bestaan
Als je een premisse hanteert waarvan je de waarheid eigenlijk eerst nog als conclusie zou moeten kunnen aantonen, kan de logica je dus helpen datgene te bewijzen wat je maar bewijzen wilt.
5.4 argumentatieschema’s
De argumentatieleer houdt zich bezig met de manier waarop men deugdelijk kan argumenteren. De wijze waarop men met argumenteren een standpunt onderbouwt, verloopt vaak volgens een of ander herkenbaar patroon. Deze patronen noemt men wel argumentatieschema’s. drie categorieën van zulke schema’s: argumentatie op basis van regelmaat, pragmatische argumentatie en argumentatie op basis van autoriteit.
5.5 argumentatie op basis van regelmaat
Door te verwijzen naar de overeenkomst tussen datgene wat jij wilt beweren en de betreffende andere gevallen, kun je een conclusie aanvaardbaar maken. We onderscheiden vier typen.
- Deductie
Deduceren betekent ‘’afleiden’’. In dit geval gaat het om een afleiding van het algemene naar het bijzondere: wie deduceert, leidt zijn conclusie af door een algemene regel of wetmatigheid toe te passen op een bijzonder geval.
- Oude mensen kunnen gemakkelijk wat breken
- U bent een oud mens
Conclusie: U kunt gemakkelijk wat breken.
Deductie kan plaatsvinden op basis van regels die min of meer wetenschappelijke wetmatigheden zijn, zoals in het voorgaande voorbeeld. Dan verwijzen ze naar feiten. Zulke deducties leiden vaak tot voorspellingen of verklaringen. Het kunnen onder andere gedragsregels (bij de koning mag je niet smakken) zijn of waarderingsregels (vis met zoetigheid is niet lekker).
Vragen waarmee je kunt nagaan of argumentatie op basis van deductie wel juist verloopt zijn:
- Is de regel wel algemeen geldig?
- Past het onderhavige geval binnen de gestelde regel?
- Zijn er redenen om voor dit geval een uitzondering te maken?
2. Inductie
Wie induceert volgt de omgekeerde weg van deductie, en formuleert een algemene regel op basis van een aantal bijzondere gevallen. Een voorbeeld van inductie is:
De criminaliteit neemt toe, men helpt zijn buren niet meer, en de weerstand tegen het betalen van sociale premies wordt steeds groter. Mensen voelen zich dus steeds minder verantwoordelijk voor het lot van anderen.
Vragen waarmee je kunt nagaan of argumentatie op basis van inductie wel juist verloopt zijn:
- Is het aantal gevallen of voorbeelden voldoende?
- Hebben de aangedragen gevallen betrekking op hetzelfde aspect als waarover de conclusie gaat?
- Is de conclusie voldoende voorzichtig geformuleerd? (toevoeging van misschien, lijkt erop, wellicht, soms etc.)
- Het gebruiken van een voorbeeld is met name een sterk argument als je aannemelijk wilt maken dat iets überhaupt mogelijk is. ‘’ je hoeft niet ziek te worden van roken. Zo is mijn opa nu 90 en hij zwemt nog elke ochtend een halve kilometer. Toch rookt hij bijna 2 pakjes shag per week, over zijn longen’’.
Vragen waarmee je kunt nagaan of argumentatie op basis van voorbeeld wel juist verloopt, zijn
- Lijkt de situatie van het voorbeeld genoeg op de situatie waar het om gaat?
- Bestaat er geen verschillen die juist verwezenlijk zijn voor je conclusie?
4. vergelijking/analogie
Je kunt proberen een bewering aannemelijk te maken, door de situatie waarover je wat wilt zeggen te vergelijken met een overeenkomstige situatie. Daarvan is sprake in het volgende voorbeeld ‘’vorige jaar wilde niemand helpen bij de organisatie van de open dag. We hoeven dus ook nu niet op vrijwillige medewerking te rekenen.’’
Vragen waarmee je kunt nagaan of argumentatie op basis van voorbeeld wel juist verloopt, zijn
De aantekening gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden