Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Bedrijfseconomie H5-H9, H12, H17

Beoordeling 7
Foto van Stephan
  • Aantekening door Stephan
  • 5e klas havo | 4784 woorden
  • 6 april 2024
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 7
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

Bedrijfseconomie H5-H9, H12, H17

Paragraaf 5.1

Bij een verzekering verplicht de verzekeraar zich om tegen ontvangst van een premie de verzekerde schadeloos te stellen wegens een verlies, schade, of gemis van verwacht voordeel door een onzeker voorval.

Een schadeverzekering is een verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van de geleden schade.

Een sommenverzekering is een verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is vanaf het moment dat verband houdt met het leven of sterven van een bepaalde persoon.

De polis is een akte waarin de verzekeringsovereenkomst wordt opgenomen. De verzekerde som is het maximumbedrag dat de verzekeraar uitkeert.

Paragraaf 5.2

Er zijn verschillende schadeverzekeringen die erg vaak voorkomen.

  • De brandverzekering is een verzekering, tegen de schade die ontstaan door brand. Vaak valt ook schade door inbraak, storm, water en diefstal hieronder.
  • Een transportverzekering is voor de schade ontstaan tijdens het transport van goederen.
  • Imaginaire winst is te verwachten winst op goederen. De te verwachten winst op goederen gaat verloren als de goederen door schade waardeloos worden.
  • De bedrijfsschadeverzekering is een verzekering, tegen de schade ontstaan door tijdelijke stilstand van een bedrijf door brand, stormschade enzovoort.
  • De kredietverzekering biedt dekking tegen de schade ontstaan door het niet kunnen innen van uitstaande vorderingen. De kredietlimiet is een maximum kredietbedrag waarvoor de kredietverzekeraar garant staat.
  • Een exportkredietverzekering is een verzekering tegen de schade door het niet kunnen innen van uitstaande vorderingen bij afnemers in het buitenland. Het commercieel risico bij exportkredietverzekering is voor een onderneming/exporteur dat de onderneming of importeur niet betaalt door de schuld van laatstgenoemde. Het politiek risico is bij exportkredietverzekering het risico voor een onderneming/exporteur dat de onderneming/importeur niet betaalt door de schuld van de overheid in het importland.
  • Herverzekering is het opnieuw geheel of gedeeltelijk herverzekeren van een door een verzekeraar afgesloten verzekering.
  • De productaansprakelijkheidsverzekering is voor de schade die kan ontstaan door het gebruik van een bepaald product door een afnemer.
  • Bij een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering dekt de verzekering de schade die een persoon kan toebrengen aan een andere persoon of een zaak van een andere persoon.
  • Bij een rechtsbijstandverzekering staat de verzekeraar, een persoon of een onderneming bij met juridische geschillen.

Om een schade-uitkering te berekenen heb je de volgende gegevens nodig: schadebedrag (waarde van de goederen die verloren zijn gegaan), gezonde waarde (waarde van alle verzekerde goederen op het moment juist voordat de schade ontstaat) en verzekerde som. De verzekeringsbreuk is de verhouding tussen de verzekerde som en de gezonde waarde. De schade-uitkering is de uitkomst van de vermenigvuldiging van verzekeringsbreuk en schadebedrag.

Bij oververzekering is de verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde. Bij onderverzekering is de verzekerde som lager dan de gezonde waarde. De verzekeraar keert nooit meer uit dan de geleden schade. Bij een onderverzekeringsbreuk met een uitkomst lager dan 1 keert een verzekeraar bij een premier-risqueverzekering – ondanks onderverzekering – de geleden schade geheel uit, met als maximum de verzekerde som.

Paragraaf 5.3

Een levensverzekering is een verzekering, waarbij de uitkering afhankelijk is van het in leven zijn van een bepaalde persoon op een bepaald moment. Bij een koopsom worden de kosten van de afgesloten verzekering niet betaald via periodieke premies maar door middel van een bedrag ineens.

Met een lijfrenteverzekering vindt de uitkering van de levensverzekering niet plaats in één bedrag, maar in periodieke bedragen tot aan het moment van overlijden van de begunstigde of tot een bepaalde datum.

Vaak wordt een pensioenverzekering als aanvulling op de AOW afgesloten. Vanaf het moment dat de begunstigde een bepaalde leeftijd bereikt, krijgt hij periodiek een uitkering.

Een compagnonsverzekering wordt afgesloten door de vennoten in een vennootschap onder firma of maten in een maatschap. De vennoten kunnen in geval van overlijden van een compagnon met het uitgekeerde bedrag de erfgenamen van de overleden vennoot of maat uitkopen.

Paragraaf 5.4

Een opleiding volgen, is een investering in menselijk kapitaal of human capitalPermanente educatie is nodig om je vak bij te houden en nieuwe methoden en technieken te leren.          

Paragraaf 5.5

Sparen is geld niet uitgeven. Met sparen krijg je rente (of interest) als beloning voor het beschikbaar stellen van je vermogen. De hoogte van je rentepercentage is afhankelijk van de looptijd, hoogte spaarbedrag en de ontwikkeling op de financiële markten. De risico’s van sparen zijn koopkrachtvermindering als het inflatiepercentage lager is dan het rentepercentage en kans op faillissement van de bank.

Als je leent, betaal je financieringskosten. Financieringskosten bereken je als het jaarlijks effectieve rentepercentage x het leningbedrag. Er is een aantal kredietvormen voor particulieren. Deze kredietvormen worden vaak gebruikt voor duurzame consumptiegoederen waar de consument jaren lang plezier van kan hebben.

Voor consumptieve bestedingen zijn veel voorkomende kredietvormen:

  • Doorlopend krediet: hierbij kan de consument een maximumkrediet opnemen en dit in een bepaalde periode terugbetalen; deze lening hoeft niet in één keer te worden opgenomen en de afgeloste bedragen mogen opnieuw worden gebruikt.
  • Persoonlijke lening: de consument neemt het hele bedrag ineens op, deze aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen.
  • Koop en verkoop op afbetaling: de koper betaalt de koopprijs van een roerende zaak in meerdere termijnen: de koper wordt bij levering eigenaar van het goed.
  • Huurkoop: de koopprijs van een roerende zaak wordt ook in meerdere termijnen betaald, maar de koper wordt pas eigenaar als de laatste termijn betaald is.

Ook rood staan op een bankrekening, klantenkaarten en een schuld van een creditcard worden gerekend tot de consumptieve kredieten. Dat geldt ook voor bepaalde later te bespreken vormen van leasing.

Paragraaf 6.1

Interest (rente) is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van vermogen.
Bij enkelvoudige interest wordt alleen rente berekend over het beginkapitaal.
Bij samengestelde interest wordt niet alleen rente berekend over het beginkapitaal maar ook over de al eerder bijgeschreven rente. Er is dan sprake van ‘rente over rente’.

Paragraaf 6.2

De eindwaarde van één bedrag is de waarde van een bedrag op een bepaald tijdstip in de toekomst op basis van samengestelde interest.

We kunnen de eindwaarde met behulp van een formule berekenen. En = K x (1 + i)n

Waarbij:
E = eindwaarde
K = kapitaal
i = interestperunage = (interestpercentage/100)
n = aantal perioden

Om de gekweekte interest over een bedrag in een bepaalde periode te berekenen, bepalen we de waarde van het bedrag aan het begin en aan het eind van de betreffende periode. Het verschil tussen beide waarden is de gekweekte interest. Het interestpercentage geldt voor een periode van een jaar, tenzij anders is vermeld. In dat geval moeten we goed opletten dat in de berekening het percentage en aantal periodes bij elkaar passen.

De contante waarde van één bedrag is de waarde van een bedrag op een bepaald tijdstip in het verleden op basis van samengestelde interest. De formule voor de berekening van de contante waarde van één bedrag is: Cn = E x (1 + i)-n (= E/[(1 + i)n])

Paragraaf 6.3

De nominale interest is de gegeven interest over een bepaalde periode. Door de tussentijdse ‘rente over rente’ is bij samengestelde interest bijvoorbeeld 3% per halfjaar niet gelijk aan 6% per jaar. De 6% per jaar heet het nominale interestpercentage. De effectieve interest (het werkelijke gelijkwaardige) interestpercentage noemen we het effectieve interestpercentage. We berekenen in dit geval dan 1,032 = 1,0609. Het jaarpercentage dat overeenkomt met 3% per halfjaar is 6,09%. Omgekeerd kunnen we ook een jaarpercentage (bijvoorbeeld 5%) omzetten naar een percentage voor een andere periode zoals een kwartaal. We berekenen dan 1,051/4 = 1,050,25 = 1,0123. Het kwartaalpercentage dat gelijkwaardig is aan 5% per jaar is 1,23%.

Paragraaf 6.4

Interest wordt normaal gesproken achteraf betaald (dus aan het eind van een periode). Interest moet steeds berekend worden over de schuld(rest). Over  vreemd vermogen moet interest betaald worden. Daarnaast moet het vreemd vermogen terugbetaald (afgelost) worden. Uitsluitend door af te lossen neemt een schuld af (dus niet door interestbetaling). Voor de aflossing zijn er verschillende mogelijkheden. Voorbeelden zijn:

  • Aflossing aan het eind van de looptijd. Gedurende de looptijd is in dit geval alleen interest verschuldigd. Aan het eind van de looptijd wordt de schuld in één keer afgelost.
  • Lineaire aflossing. Per periode wordt een evenredig deel van de schuld afgelost. De interest die periodiek verschuldigd is, neemt dan gelijkmatig af.

Paragraaf 7.1

Verplicht sparen komt vaak voor bij een pensioen. Bij een bedrijfspensioenfonds leggen werknemer en werkgever allebei maandelijks een bedrag in als pensioenpremie zodat de werknemer t.z.t. een pensioen uit het fonds ontvangt. De nu betaalde premies worden belegd en vermeerderd met de beleggingsinkomsten, vanuit daar worden de uitkeringen gedaan: het kapitaaldekkingsstelsel.

Vrijwillig pensioensparen kan via een lijfrente, zelf beleggen of gewoon sparen bij een bank, bij de eerste twee mogelijkheden zijn er fiscale faciliteiten mogelijk.

Bij een deposito zet je een bedrag voor een bepaalde periode vast, het is niet toegestaan tijdens deze periode geld van je depositorekening af te halen.

Paragraaf 7.2

Op de effectenbeurs worden aan- en verkooporders van effecten (zoals aandelen, obligaties, participatiebewijzen van beleggingsfondsen) uitgevoerd. Provisie is het bedrag voor de bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen van aandelen. Bij een limietorder geldt een maximum koopprijs of een minimale verkoopprijs. Bij een bestensorder (market order) is er geen limiet (de order wordt tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd).

Een index is een gezamenlijke prestatie van een verzameling aandelenfondsen. Bekende indices zijn: AEX-index, Dow Jones index.

Paragraaf 7.3

Een aandeel is het bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv/nv en de nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat. De koerswaarde is het bedrag dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen. De emissiekoers is de door de onderneming een vastgestelde prijs waartegen beleggers nieuwe aandelen kunnen kopen.

Dividend is een uitkering uit de winst voor aandeelhouders. Het dividendrendement bereken je als dividend/aandelenkoers × 100%.

Waardestijging van de aandelen laat de koerswinst zien. Koerswijzigingen van aandelen treden op door:

  • toekomstverwachtingen;
  • mogelijke fusie/overname;
  • nationale en internationale (economische) ontwikkelingen;
  • verandering van de rentestand.

Het koersrendement bereken je als (verkoopkoers – aankoopkoers)/aankoopkoers × 100%.

Aandelenrendement is de dividendrendement + koersrendement.

Paragraaf 7.4

Een obligatielening is een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen zijn opgedeeld.

Een obligatie is het bewijs van deelname in de obligatielening. Aflossen van een obligatielening kan in één keer aan het einde van de looptijd of in gedeelten gedurende een aantal jaren en door het inkopen van de eigen obligaties.

De koers van de obligatie geeft aan welke prijs wordt betaald voor de obligatie, deze wordt vaak vermeld als percentage van de nominale waarde. De koers van staatsobligatie wordt vooral bepaald door de huidige marktrente: zo kun je de netto contante waarde van alle toekomstige betalingen (rente en aflossing) berekenen. Het couponrendement geeft de verhouding tussen nominale rente en de koers van de obligatie aan.

Een converteerbare obligatie geeft het recht om deze in aandelen om te wisselen (meestal tegen bijbetaling).

Risicospreiding bereik je door te beleggen in verschillende soorten effecten en/of spaargelden van verschillende ondernemingen en overheden.

Een beleggingsfonds is een fonds waarin beleggers met vergelijkbare beleggingsdoelen geld inleggen om vervolgens te beleggen in bepaalde mix van aandelen, obligaties, contanten, vastgoed enzovoort.

Als we sparen in vreemde valuta of aandelen en om obligaties in vreemde valuta kopen, is er naast de gewone risico's ook een valutarisico.

Paragraaf 8.1

Als je een woning gaat huren, moet je kiezen tussen een sociale huurwoning en een vrije sector woning. Sociale huurwoningen zijn woningen die met overheidssteun zijn gebouwd. Ze hebben een maximale huurprijs, een maximale jaarlijkse huurverhoging en de huurders komen in aanmerking voor huurtoeslag. Deze huurtoeslag is een bijdrage van de overheid in de huurkosten die je kunt krijgen als je een hoge huur betaalt in verhouding tot je inkomen.

Vrije sector huurwoningen in de particuliere sector zijn meestal in de huur hoger en de huurverhoging is vrij, de huurder komt niet in aanmerking voor huurtoeslag.

De plichten van de huurder zijn de huur betalen en bij opzegging rekening houden met de opzegtermijn, alleen aanpassen of verbouwen met toestemming van de eigenaar en betalen van de kosten voor klein onderhoud.

De plichten van de verhuurder zijn de woning ter beschikking te stellen, de opstalverzekering te betalen en de kosten van groot onderhoud op zich te nemen.

Huurbescherming beschermt huurders tegen het opzeggen van de huur: de verhuurder moet minimaal drie maanden tevoren opzeggen, er moet een wettelijke reden zijn voor opzegging en de huurder moet akkoord gaan met de opzegging. Bij niet akkoord moet de verhuurder naar de rechter om het huurcontract te laten ontbinden. 

Paragraaf 8.2

Bij het kopen van een woning kun je met diverse partijen te maken krijgen.

Een makelaar is de bemiddelaar en adviseur bij de aan- en verkoop van een woning. De beloning voor de makelaar heet courtage, dit is meestal een percentage van de aankoop- of verkoopprijs.

De hypotheekadviseur zoekt naar de meest gunstige hypotheek en verzorgt het traject van de hypotheekaanvraag t/m afsluiten. Een hypothecaire lening is een lening onder de voorwaarde dat de bank het huis mag verkopen als de lener niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen voldoet.

De taxateur is iemand die onafhankelijk de waarde van een woning bepaalt om de bank zekerheid over de waarde te geven. Het gevalideerde taxatierapport gaat langs het NWWI (het Nederlands Woning Waarde Instituut). Dit instituut beoordeelt of de taxateur en het rapport aan de vastgestelde richtlijnen voldoen.

Voor de eigendomsoverdracht van een woning en een hypotheekakte is een notaris nodig. Deze zorgt dat aan alle formaliteiten wordt voldaan en laat de aktes inschrijven in het Kadaster.

Het Kadaster is een openbaar register waar elke belanghebbende kan zien van wie een bepaalde woning is, of er bijzondere rechten/plichten zijn en of er sprake is van een hypothecaire lening.

Paragraaf 8.3

Bij een lineaire lening wordt elk jaar een deel van de schuld afgelost. Daardoor neemt het bedrag dat elk jaar aan interest moet worden betaald, af. Het bedrag dat aan interest moet worden betaald, mag van het inkomen worden afgetrokken, zodat het belastbare bedrag kleiner wordt.

Voordelen van een lineaire lening zijn:

  • de interestkosten dalen snel;
  • interestaftrek is mogelijk;
  • de schuld wordt steeds kleiner.

Nadeel van een lineaire lening is:

  • relatief hoge lasten in de beginjaren.

Paragraaf 8.4

Bij een annuïteitenhypotheek wordt gedurende de looptijd van de lening jaar in jaar uit hetzelfde bedrag betaald. Doordat er wel wordt afgelost, wordt het interestbedrag van jaar tot jaar kleiner.

Voordelen van een annuïteitenlening zijn:

  • elke periode een gelijk brutobedrag;
  • interestaftrek is mogelijk;
  • de schuld wordt steeds kleiner.

Nadeel van een annuïteitenlening is:

  • relatief hoge nettolasten in de eindjaren.

Paragraaf 9.1

Materiële vereisten zijn de voorwaarden om te mogen trouwen. Om schijnhuwelijken met een buitenlandse partner of mensen die in het buitenland wonen tegen te gaan, zijn speciale regels opgesteld. De personen moeten minimaal 14 dagen en maximaal een jaar tevoren het voornemen tot een huwelijk kenbaar maken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de gemeente waar zij het huwelijk willen sluiten: dit heet de Melding voorgenomen huwelijk.

Bij het stuiten van het voorgenomen huwelijk, wordt het huwelijk tegengehouden omdat niet aan de eisen wordt voldaan of er een vermoeden is van een schijnhuwelijk. De huwelijksvoltrekking vindt plaats door een ambtenaar van de burgerlijke stand en in de aanwezigheid van getuigen. De aanstaande echtgenoten zeggen ja tegen elkaar.

Standaard tot 1 januari 2018: wettelijke gemeenschap van goederen: alle bezittingen en schulden zijn automatisch van de echtgenoten samen.

Standaard na 1 januari 2018: beperkte wettelijke gemeenschap van goederen: alle goederen die voor het huwelijk al van de echtgenoten gezamenlijk waren en datgene wat tijdens het huwelijk door de echtgenoten wordt verworven. Een voorhuwelijkse onderneming blijft buiten de gemeenschap, wel komt de gemeenschap een redelijke vergoeding toe. Voor de goederen die in de gemeenschap vallen, mag elk apart over het goed een besluit nemen, dit is de bestuursbevoegdheid.

Bij huwelijkse voorwaarden maak je zelf afspraken wat wel en niet tot het gemeenschappelijk vermogen hoort, een notaris legt deze vast. In een verrekenbeding wordt afgesproken hoe inkomen en vermogen worden verrekend. Bij een periodiek verrekenbeding wordt periodiek het inkomen van beide partners min de kosten van huishouding en opvoeding van kinderen gelijk over de echtgenoten verdeeld. Bij een finaal verrekenbeding vindt aan het einde van het huwelijk een eenmalige afrekening plaats.

Paragraaf 9.2

Echtgenoten hebben een

  • onderhoudsplicht en moeten in elkaars levensonderhoud voorzien.
  • draagplicht voor de kosten van het huishouden inclusief de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen.
  • fourneerplicht: het geld om de kosten van het huishouden te betalen, moet door de echtgenoten ter beschikking worden gesteld.

In een nihilbeding wordt overeengekomen dat een van de echtgenoten niet bijdraagt aan de kosten van het huishouden.

In de verhouding met derden zijn de echtgenoten ieder aansprakelijk voor de gewone huishoudelijke schulden over voorwerpen waar beide echtgenoten voordeel van hebben.

Vergoedingsrecht en -plicht is de vergoeding die de ene echtgenoot krijgt van de andere voor het gebruik van privévermogen van de ander.

Paragraaf 9.3

Beëindiging huwelijk vindt plaats door de dood, een nieuw huwelijk bij vermissing van de echtgenoot en vermoedelijk overlijden, echtscheiding en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed.

Uit een beëindiging van het huwelijk volgt ook een ontbinding van de gemeenschap van goederen en na ontbinding kan de gemeenschap worden verdeeld. Dit is in principe ieder de helft van de waarde en de schulden; de privévermogens vallen er vanzelf al buiten.

Duurzame ontwrichting is enige reden tot echtscheiding: de verhouding binnen het huwelijk is zo lastig geworden dat het niet mogelijk is om langer bij elkaar te blijven. De rechter zal dan na enkele formaliteiten de echtscheiding uitspreken. De verschillende manieren om te scheiden zijn: echtscheiding, scheiding van tafel en bed, en ontbinding huwelijk na scheiding van tafel en bed.

Scheidingsprocedure: 1 Verzoekschrift → 2 Verweerschrift → 3 Zitting → 4 Beschikking → 5 Hoger beroep en cassatie →6 Inschrijven beschikking.

Een mediator is een onafhankelijke bemiddelaar die beide partijen helpt om afspraken te maken, over dingen waar zij het niet over eens zijn om zo toch te komen tot een gezamenlijk verzoekschrift.

Echtscheidingsconvenant: overeenkomst waarin alle afspraken over de scheiding zijn opgenomen. Nevenvoorzieningen gaan over regelingen voor de gevolgen van de echtscheiding.

Bij betekenen overhandigt een deurwaarder het verzoekschrift persoonlijk aan de verweerder en maakt van deze overhandiging een akte op. Hiermee ligt officieel vast dat de verweerder op de hoogte is van het verzoek. De verweerder kan in verweer gaan tegen het echtscheidingsverzoek of bepaalde eisen daarin.

Bij een verzoening is de scheiding van tafel en bed opgehouden en dit is in het huwelijksgoederenregister ingeschreven.

Bij een referteverklaring verklaart de verweerder het verzoek te hebben ontvangen en dat hij geen verweerschrift in zal dienen en een behandeling via een rechtszitting niet nodig vindt.

Voorlopige voorziening door rechtelijke uitspraak gaan over de regelingen tijdens de scheidingsprocedure over praktische zaken zoals bij wie minderjarige kinderen gaan wonen, de verdeling van de zorg en opvoeding van minderjarige kinderen, kinder- en partneralimentatie, hoe spullen verdeeld worden en wie in het huis blijft wonen.

Alimentatie is een bijdrage in de kosten die iemand heeft om te leven en partneralimentatie is een bijdrage in de kosten die een ex-partner heeft om te leven. De behoefte wordt beïnvloed door de welstand waaraan iemand gedurende het huwelijk gewend is geraakt en de behoeftigheid is de mate waarin de alimentatiegerechtigde niet in staat is in zijn eigen behoefte te voorzien door bijvoorbeeld (meer) te gaan werken. De draagkracht van de alimentatieplichtige wordt bepaald door de financiële middelen waarover de alimentatieplichtige beschikt of kan beschikken min de lasten die hij of zij daarvan moet betalen. Bij scheiding moet op grond van de Wet verevening pensioenrechten ook het bedrijfs- of werkgeverspensioen worden verevend.

Nabestaandenpensioen gaat over een uitkering aan de partner en/of kinderen bij overlijden van de pensioengerechtigde.

Paragraaf 9.4

Geregistreerd partnerschap is een alternatieve juridisch gelijke samenlevingsvorm voor het huwelijk. Het ja-woord hoeft niet en scheiding van tafel en bed is niet mogelijk. Het geregistreerd partnerschap kan onder bepaalde voorwaarden worden beëindigd zonder de rechter. In veel landen wordt een geregistreerd partnerschap niet erkend.

Bij samenleven zonder samenlevingscontract sluiten beide personen geen overeenkomst hierover af. Inkomen, bezittingen en schulden blijven gescheiden.

Bij samenleven met een samenlevingscontract maken partners afspraken over welke goederen en welk geld gezamenlijk is en er zijn afspraken als de personen uit elkaar gaan. De inhoud van een samenlevingscontract is vrij en kan naar eigen inzicht worden ingevuld.

Paragraaf 12.1

Elke organisatie kiest bij haar oprichting een rechtsvorm. De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.

Rechtsvormen verdelen we in natuurlijke personen en rechtspersonen. Natuurlijke personen zijn mensen zoals jijzelf met rechten en verplichtingen. Rechtspersonen zijn organisaties die net als natuurlijke personen zelf rechten en plichten hebben.

Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de eenmanszaak en de vennootschap onder firma.

Rechtspersoon zijn de volgende rechtsvormen: besloten vennootschap (bv), naamloze vennootschap (nv), vereniging (soms) en stichting.

Alle organisaties, met uitzondering van de informele vereniging, moeten worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.                    

Paragraaf 12.2

Een eenmanszaak is een ondernemingsvorm met één eigenaar, die de leiding heeft.

De eigenaar is met zijn gehele vermogen (zakelijk en privé) aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Bij een eventueel faillissement kunnen dus ook de persoonlijke bezittingen van de eigenaar worden aangesproken. Een rechtbank spreekt een faillissement uit als de ondernemer niet meer in staat is de schulden te betalen. Een curator handelt het af. Bij surseance van betaling krijgt de ondernemer een bepaalde periode uitstel van betaling. Er wordt een bewindvoerder benoemd.

De eigenaar van een eenmanszaak betaalt over de winst inkomstenbelasting.

Paragraaf 12.3

De vennootschap onder firma is een ondernemingsvorm waarbij twee of meer vennoten een bedrijf uitoefenen onder gemeenschappelijke naam. De vennoten brengen het eigen vermogen in en hebben de leiding. Arbeidsverdeling (specialisatie) is mogelijk. Elke vennoot is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de organisatie. Bij hoofdelijke aansprakelijkheid kan een schuldeiser van een vof elke vennoot aansprakelijk stellen voor het volledige bedrag van de schuld.

Over zijn winstaandeel betaalt elke vennoot inkomstenbelasting.

De voordelen van een vof zijn dat er specialisatie mogelijk is, ruimere mogelijkheden op het gebied van financiering en de continuïteit van een vof is beter gewaarborgd. Veel problemen kunnen worden voorkomen als een oprichting via een notariële of een zelf opgestelde akte gaat met daarin afspraken over de winstverdeling.

Paragraaf 12.4

Een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn rechtspersonen met een in aandelen verdeeld eigen vermogen. Een aandeel is een deel van het eigen vermogen in een bv of een nv. Oprichting gebeurt via een notariële akte met daarin de statuten. Voor een bv geldt een minimum gestort kapitaal van € 0,01 en voor een nv van € 45.000.

De aandelen van een bv staan altijd op naam. De aandeelhouders staan in een aandeelhoudersregister. Aandelen van een nv kunnen op naam zijn of aan toonder. Een aandeel aan toonder betekent dat de naam van de aandeelhouder niet bij de vennootschap bekend is. Een vijandige overname kan worden voorkomen door certificaten van aandelen, door uit te geven bij een bv en nv of door stemrechtloze aandelen bij een bv.

Een nv kan een notering op de effectenbeurs aanvragen.

De Algemene Vergadering van Aandeelhouders is het hoogste orgaan in een bv en een nv. De directie bestuurt de vennootschap. De Raad van Commissarissen houdt toezicht op de  directie en adviseert de directie.

Omdat een bv en een nv rechtspersonen zijn, zijn niet de aandeelhouders (eigenaren) of de directieleden verantwoordelijk/aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap, maar de bv en de nv zelf. Wel moeten het bestuur en de aandeelhouders rekening houden met de uitkeringstoets. Als zij wisten of konden weten dat  een winstuitkering zou leiden tot het niet meer kunnen voldoen van de schulden van de bv dan moeten ze dit tekort aanvullen/terug betalen.

Bv’s en nv’s publiceren jaarlijks een jaarrekening: de balans, de winst-en-verliesrekening en de toelichtingen hierop. Over de winst van een bv en nv wordt vennootschapsbelasting geheven.

Verschillen tussen een bv en een nv zijn:

  • de aandelen van een bv staan altijd op naam en de aandelen van een nv zijn meestal aan toonder;
  • de aandelen van een bv zijn meestal beperkt verhandelbaar en de aandelen van een nv zijn meestal vrij verhandelbaar;
  • het minimumaandelenkapitaal is bij een bv € 0,01 en bij een nv € 45.000.

Paragraaf 12.5

Een vereniging is een samenwerkingsvorm van minstens twee personen die een bepaald doel (geen winstdoel) wilt bereiken. Een vereniging is een niet-commerciële organisatie. Verenigingen kunnen in twee soorten worden verdeeld: formele verenigingen en informele verenigingen. Er is sprake van een formele vereniging als er van de oprichting een notariële akte is opgemaakt waarna inschrijving in het Handelsregister plaatsvindt. Een andere naam is verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid: de vereniging is een rechtspersoon. Bij een informele vereniging gebeurt de oprichting mondeling of met een onderhandse akte. Bij een informele vereniging zijn geen eisen aan de oprichting, een andere naam is vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. De bestuursleden zijn aansprakelijk als er betalingsproblemen ontstaan.

Bij een vereniging heeft de algemene ledenvergadering de hoogste macht. Op de jaarvergadering legt het bestuur door middel van het jaarverslag verantwoording af over de gang van zaken in de vereniging. De geldbronnen van een vereniging bestaan onder andere uit contributies, subsidies, sponsoring en giften.

Een stichting is een organisatie die met behulp van een vermogen een bepaalde doelstelling wilt verwezenlijken. Net als de vereniging is de stichting een non-profit organisatie. Een stichting is een rechtspersoon zonder leden. De oprichting is via een notariële akte met daarin de statuten van de stichting en registratie bij de Kamer van Koophandel.

Haar bestuur probeert de doelstelling van de stichting te realiseren en vertegenwoordigt naar buiten toe de stichting. Het benodigde vermogen om de doelstellingen te bereiken, wordt vaak verkregen door subsidies of schenkingen.

Paragraaf 17.1

Het eigen vermogen vormt een buffer om mogelijke verliezen op te vangen, dit is de garantiefunctie van het eigen vermogen.
Aandelen zijn bewijzen van deelname in het aandelenkapitaal van een nv of bv. De nominale waarde is het bedrag dat op het aandeel staat. De koerswaarde laat het bedrag zien dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen.
De emissiekoers is een door de onderneming vastgestelde prijs waartegen beleggers nieuwe aandelen kunnen kopen.
Bij het aandelenkapitaal onderscheiden we de volgende begrippen: Maatschappelijk (of statutair) aandelenkapitaal - aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenkapitaal

Maatschappelijk aandelenkapitaal is het totaalbedrag dat de nv aan aandelen mag uitgeven.
Geplaatst aandelenkapitaal is het maatschappelijk aandelenkapitaal verminderd met het bedrag van de niet-uitgegeven aandelen.

Een belegger is iemand die effecten koopt in de verwachting eraan te kunnen verdienen.

Het dividend is de winstuitkering voor de aandeelhouders. Koerswinst is de waardestijging van de aandelen.

Een tantième is een winstuitkering voor commissarissen en personeelsleden. Een andere beloning voor deze groep en personeel kan ook een optie zijn.

Paragraaf 17.2

Een prospectus is een brochure waarin alle bijzonderheden over een aandelenemissie zijn opgenomen. Bij een emissie van aandelen ken een bv/nv aandelen plaatsen.

  • a pari: de emissiekoers is gelijk aan de nominale waarde
  • boven pari: de emissiekoers is hoger dan de nominale waarde. Dan ontstaat agio, dit  is het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde.
  • beneden pari: de emissiekoers is lager dan de nominale waarde.

Paragraaf 17.3

Een reserve is dat deel van het eigen vermogen dat niet uit geplaatst aandelenkapitaal en winstsaldo bestaat.

Soorten reserves:

  • winstreserves, onderverdeeld in:
  • herwaarderingsreserve, die ontstaat bij de opwaardering van duurzame productiemiddelen;
  • agioreserve, deze ontstaat bij een verschil tussen de nominale waarde van de geplaatste aandelen en de emissiekoers.

Formele reserves zijn reserves die credit op de balans staan.

Materiële reserves zijn reserve-activa, deze staan debet op de balans. Vaak zijn dit beleggingen die snel in geld zijn om te zetten.

Redenen voor reservevorming:

  • vergroten van het weerstandsvermogen van de onderneming;
  • vervangen van vreemd vermogen door eigen vermogen;
  • er hoeft bij uitbreiding geen beroep te worden gedaan op de vermogensmarkt;
  • dividendstabilisatie (als de onderneming ernaar streeft elk jaar eenzelfde percentage dividend uit te keren).

Paragraaf 17.4

Intrinsieke waarde van de onderneming: bezittingen verminderd met het vreemd vermogen -> intrinsieke waarde = eigen vermogen.

De intrinsieke waarde van een aandeel is: (geplaatst en gestort kapitaal + alle reserves + [onverdeeld] winstsaldo)/aantal geplaatste aandelen = eigen vermogen/aantal aandelen.

De beurskoers wordt beïnvloed door: vraag en aanbod, intrinsieke waarde per aandeel, winst- en toekomstverwachtingen, speculatie en geruchten. 

Paragraaf 17.5

De winst van een nv of bv komt toe aan de aandeelhouders. De uitkering die zij ontvangen wordt dividend genoemd. We onderscheiden stockdividend (in aandelen) en cashdividend (in geld).

Het dividendpercentage heeft altijd betrekking op de nominale waarde van de aandelen.

Berekening dividend: dividendbedrag/geplaatst aandelenkapitaal x 100% of: dividend per aandeel/nominale waarde per aandeel x 100%.

Voordelen van stockdividend ten opzichte van cashdividend voor de onderneming: lagere afname liquide middelen, mogelijk minder lenen en toename van het eigen vermogen.

Nadeel: door de toename van het nominaal geplaatst aandelenkapitaal moet de onderneming in de toekomst over een hoger geplaatst aandelenkapitaal dividend uitkeren.

Voor de aandeelhouders:

  • voordeel van stockdividend ten opzichte van cashdividend: de extra aandelen die ze tegen een hogere waarde dan de nominale waarde kunnen verkopen:
  • nadelen: stockdividend vergt extra moeite om in contanten om te zetten en nog minder goed verkoopbaar bij een slechte situatie van de onderneming.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Stephan