Hoofdstuk 6

Beoordeling 7.7
Foto van SnuifDuif
  • Aantekening door SnuifDuif
  • 1e klas havo/vwo | 1316 woorden
  • 24 juni 2021
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
19 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Combinatie Klimaat en Natuurschappen. Voor hoofdstuk 6 van de geo edition.thiememeulenhoff.

Hoofdstuk 5 klimaat en natuurlandschap in Europa

Paragraaf 1

Het grootste gedeelte van Europa ligt in de lucht streek van de gematigde zone

Het is daar gematigd weer maar toch is er wel verschil dat komt door de breedteligging.

Zuid-Europa ligt in de subtropen, een deel van Noord-Europa ligt in de poolstreken dat is ten noorden van de poolcirkel.

Als de wind een lange tijd uit 1 richting waait ontstaat er een zeestorm. Langs de kust van Europa stroomt de golfstroom van de zeestorm in de golf van Mexico. Die golfstroom brengt warm water naar Europa.

Als het zeewater warm is stijgt de lucht daar boven ook, die lucht word het land opgeblazen> aanlandige wind.

Het binnen land heeft hier geen invloed van, in de zomer is het andersom dan is de zee en de kust kouder dan het binnenland want land warmt sneller op dan water.

Paragraaf 2

Belangrijkste hooggebergte van Europa is de Alphen. De Mont Blanc is het hoogst wel 4.808 m en ligt in het gebied van de eeuwige sneeuw.

De afstand van de Mont Blanc naar de zee is 250 km.

Europa is een schiereiland aan drie kanten begrensd met water

LOEFZIJDE=DROEFZIJDE

STUWINGSREGEN

LIJZIJDE=BLIJZIJDE

REGENSCHADUW

 
   

 HOOGGEBERGTE                             

 LANDKIMAAT

Vochtige lucht van de zee moet vanwege bergen opstijgen dat veroorzaakt regen. Dit noem je stuwingsregen aan de andere kant van de berg daalt de lucht weer en valt er minder regen dat is de regenschaduw

Een berg kan regen en tempratuur tegen houden.

Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt voor elke 100 m hoger daalt de lucht met 0.6 graden

Paragraaf 3

De zee heeft op een groot deel van Europa invloed. Dit klimaat word het zeeklimaat genoemd

Zeeklimaat kenmerken:

  • Hele jaar door valt er neerslag
  • De tempraturen zijn gematigd
  • Zomers koel en in de winter niet heel erg koud

Zuid-Europa heeft ook een zeeklimaat maar door de breedteligging is het in het zuiden warm ’s winters en ’s zomers het heeft een Middellandse Zeeklimaat houd in droge en warme zomers

Spanje en Rusland liggen in een droog klimaat daar valt minder regen

Binnenland van Europa minder invloed van de zee dat merk je aan de temperaturen . in het binnenland kan het ’s winters heel koud worden en in de zomer heel warm. Het land warmt in de zomer op en koelt in de winter af dat is het belangrijkste kenmerk van het landklimaat. De overgang van zeeklimaat naar landklimaat gaat geleidelijk   

In het noorden van Europa is het altijd koud daardoor kunnen geen bomen groeien. Boven de boomgrens groeien er alleen maar grassen, mossen en lage struiken. Deze landschapzone heet toendra en heeft en toendraklimaat    

Paragraaf4                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      

In Europa bevolkingsdichtheid.

Dat komt daar dat West- en Oost-Europa weinig reliëf heeft, in het laagland ligt vruchtbare bodems en er stromen rivieren en land bouw is er goed door de zeeklimaat.

In de alpen is de bevolkingsdichtheid laag, er is veel reliëf waardoor grote delen onbewoonbaar zijn

De Rhône is een grote rivier die van de alpen naar Zwitserland gaat.

Het klimaat in het Rhônedal verschilt het dal ligt op een hoogte van bijna 500m. zomers zijn warm winters zijn mild

Zermatt (wintersport) hoogte van 1,600m het heeft een landklimaat, een stukje hoger ligt Matterhorn 4.478m dat is een hooggebergteklimaat.

In het vlakke Rhônedal werken en leven mensen het dal is daar zeer gunstig voor landbouw

In de bergen wonen weinig mensen in de zomer is er alleen wat veeteelt ze gaan naar het alpenweiden.

Weer en Klimaat

Weer = De tepratuur, neerslag en de wind op een bepaald moment, op een bepaalde plek

Neerslag = Regen, Hagel en Sneeuw

Klimaat = Het gemiddelde weer van een bepaald gebied over een lange periode, bijv. 30 jaar.

Kenmerken van klimaten; Tempratuur

Poolklimaat Tempratuur: Het hele jaar door koud; in de zomer niet warmer dan 10 °C

Tropisch klimaat Tempratuur: Het hele jaar door warm; nooit kouder dan 18 °C

Gematigd klimaat Tempratuur: Tussen warm en koud in
- Zeeklimaat : Koele zomer, zachte winter
- Landklimaat: Warme zomer, koude winter

Droog klimaat ( woestijnklimaat ) Tempratuur: Soms erg heet, soms minder warm

Kenmerken van klimaten; Neerslag

Poolklimaat Neerslag: Weinig neerslag; meestal als sneeuw

Tropisch klimaat Neerslag: Veel neerslag; soms deel van het jaar droog

Gematigd klimaat Neerslag: Hele jaar of deel van het jaar neerslag
- Zeeklimaat : Hele jaar neerslag
- Landklimaat: Hele jaar of deel van het jaar neerslag, veel sneeuw

Droog klimaat ( woestijnklimaat ) Neerslag: Geen of bijna geen neerslag

Klimaat en natuurlijke zones

Savanne = Valt er zes maanden per jaar weinig of geen regen, dan ontstaat er savanne

Tropisch regenwoud = In een warm en vochtig gebied ontstaat een Tropisch regenwoud

Steppe = Regent het minder dan drie tot vier maanden per jaar, dan groeien er alleen grassen.

Woestijn = In een jaar geen regen, dan ontstaat er woestijn

Het ontstaan van natuurlandschappen heeft grotendeels te maken met het klimaat.

Natuurlijke zones en betrouwbaarheid

Bevolkingsconcentratie= Opeenhoping van mensen

Waarom zijn gebieden soms heel dun of onbevolkt? ; Het is vaak te hoog, te droog of te koud.

Ook zijn er gebieden die heel onvruchtbaar zijn zoals Tropische regenwouden. Als je daar akkers maakt groeit er na 2 of 3 jaar niets

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.