Hoofdstuk 31: Inleiding externe verslaggeving
31.1 Verschil interne en externe verslaggeving:
De interne balans en winst- en verliesrekening, zijn slechts bestemd voor intern gebruik. Hierin staat vaak het volledige overzicht van de budgetresultaten. Ondernemingen willen niet dat dit bij de concurrent terecht komt, dus alleen het management heeft inzicht in deze stukken. Deze stukken bevatten informatie over bijvoorbeeld de winstmarges.
De bedoeling van deze stukken is dat het sturingsinformatie geeft aan het management. Op basis van de balans en winst- en verliesrekening neemt het management beslissingen.
Elke onderneming stelt ook een fiscale balans en winst- en verliesrekening op. De fiscus staat het gebruik van de actuele waarde niet toe, ondernemingen gebruiken dit soms wel waardoor de interne balans en winst- en verliesrekening iets afwijkt van de fiscale.
Ook bestaat er een externe balans en winst- en verliesrekening, de publicatie versie. De NV en BV zijn verplicht deze te maken. Afhankelijk van de grote van de NV of BV wordt bepaald welke onderdelen gepubliceerd moeten worden. Met de publicatie hiervan legt de leiding van een bedrijf verantwoording af aan de aandeelhouders. Maar ook voor bijvoorbeeld banken, leveranciers en concurrenten kan dit belangrijke informatie zijn. Deze overzichten zijn voor iedereen verkrijgbaar bij de kamer van koophandel.
31.2 Jaarstukken en modellen:
Het burgerlijk wetboek geeft drie soorten wettelijke regels aan de externe verslaggeving:
- Inrichtingseisen, bepalingen voor het opstellen van de jaarrekening, jaarverslag en overige gegevens
- Publicatie-eisen, regels over hoe een onderneming de eerder genoemde stukken kan openbaar maken
- Controle-eisen, de accountant die deze stukken in sommige gevallen moet controleren.
Een onderneming moet elk jaar drie stukken publiceren, de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens.
Jaarrekening: dit is de balans en de winst- en verliesrekening en een toelichting op beide.
Activa kant: A: Vaste activa. B: Vlottende activa. C: Liquide middelen.
Passiva kant: A: Eigen vermogen. B: Voorzieningen. C: langlopende schulden. D: Kortlopende schulden en overlopende passiva.
De jaarrekening moet zo opgesteld worden, dat belangstellenden een goed oordeel over het vermogen en het resultaat krijgen.
Jaarverslag: Geeft een beeld van financiële toestand van een onderneming, de gang van zaken.
Overige gegevens: Accountantsverklaring, regeling voor de winst. En gebeurtenissen na de balansdatum met belangrijke financiële gevolgen.
31.3 Accountant:
NV’S en grote BV’S moeten de jaarrekening vergezeld laten gaan met de verklaring van een accountant. Dit is om de belangen van betrokkenen te kunnen waarborgen.
Betrokkenen noemen we ook wel Stakeholders: schuldeisers, de overheid, aandeelhouders, werknemers en banken.
De accountant controleert de jaarrekening en wanneer deze aan het vereiste inzicht voldoet, geeft hij een goedkeurende verklaring af.
Daarnaast controleert de accountant of het jaarverslag volgens de wettelijke regels is opgesteld en of het niet in strijd is met het jaarrekening. En als laatst kijkt hij of alle wettelijk verplichte overige gegevens ook opgenomen zijn.
Als een accountant zijn verklaring niet afgeeft, zal de leiding van de onderneming aan de aandeelhouders moeten vertellen waarom niet, wat in meeste gevallen zal leiden tot een gedwongen ontslag.
31.4 Niet-commerciële organisaties:
Voor niet-commerciële organisaties zijn er twee opties. De administratie kan gedaan worden volgens het systeem van ondernemingen, dus een balans en winst- en verliesrekening. OF een registratie volgens de specifieke richtlijnen die een niet-commerciële organisatie mag gebruiken.
Hoofdstuk 32: Regels voor de activa
32.1 Waarderingsgrondslagen:
Volgens de overheid zijn er allerlei regels waar de externe balans van een onderneming aan moet voldoen. Ook de waarderingsgrondslag van de vaste activa en de voorraden komt hierin voor.
Met waarderingsgrondslag bedoelen we de wijze waarop de activa in de administratie worden gewaardeerd. Als waarderingsgrondslagen noemen we:
- Verkrijgingsprijs
- Actuele waarde
Verkrijgingswaarde is de inkoopprijs plus de bijkomende kosten. Dit gaat om de prijs waarvoor het product is verkregen, de historische aanschafprijs. Dit kan volgens twee methoden, fifo en lifo.
Ook de actuele waarde staat op balans, dit is de waarde van iets op de balansdatum.
Wanneer een gebouw op 1 januari voor 300 000 op de balans staat, en 1 maart is het 340 000 waard, wordt aan de debetkant de post gebouwen 40 000 euro groter. Maar aan de creditkant neemt de post herwaarderingsreserve toe met 40 000.
32.2 Vaste activa:
Bij vaste activa maken we onderscheid in:
- Immateriële vaste activa
- Materiële vaste activa
- Financiële vaste activa
Immateriële vaste activa:
- Vergunning
- Goodwill
Een vergunning wordt afgegeven door de overheid. Voor een kermisexploitant bijvoorbeeld, zo’n vergunning moet vooruit worden betaalt, en wordt op de balans geplaatst. Vervolgens wordt het evenredig afgeschreven.
Goodwill is een bedrag dat je bij overname extra moet betalen boven de waarde die de balans aangaf. Goodwill is een vergoeding voor de reputatie (goede naam) van de onderneming waardoor zij misschien vaste klanten heeft.
Materiële vaste activa:
- Denk hierbij aan gebouwen, inventaris, computers etc.
Financiële vaste activa:
Financiële vaste activa zijn deelnemingen. Denk aan:
- Kapitaal verschaft aan een andere BV of NV
- Kapitaalverschaffing om een duurzame band aan te gaan
Kapitaalverschaffing kan door aandelen te kopen in een NV of BV. Koop je minder dan 50% heb je een minderheidsbelang, koop je meer dan 50% heb je een meerderheidsbelang.
Als een onderneming meer dan 50% van een andere onderneming bezit, is het een dochteronderneming. Een groepsmaatschappij is een BV/NV die samen met een andere NV of Bv in een groep is verbonden. Economische eenheid en een organisatorische verbondenheid zijn noodzakelijk.
De wet Melding Zeggenschap stelt dat wanneer een onderneming meer dan 5% van de aandelen van een andere onderneming heeft, zij hiervan een melding moeten maken.
32.3 Vlottende activa en liquide middelen:
De voorraden kunnen op de balans worden opgenomen tegen de historische aanschafprijs (fifo of lifo) of tegen de vaste verrekenprijs. Het gaat hierbij om de externe verslaggeving. Hoe een onderneming het intern opneemt maakt niet uit.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden