hoofdstuk 6 imperialisme memo

Paragraaf 1

‎Rond 1500 gingen Spanjaarden en Portugezen naar Amerika Azië en Afrika. een eeuw later gingen ook de andere Europeanen. In Afrika en Azië vooral gevestigd aan de kust, want het klimaat was er niet geschikt voor om naar het binnenland te trekken. in de tweede helft van de negentiende eeuw veranderde dat ze gingen steeds meer naar het binnenland. zo ontstond het modern imperialisme. ze vonden dat hun beschaving over het binnenland moest worden verspreid want ze vonden hun beschaving beter. de koloniën brachten ook veel geld op. de betere bewapening van Europa maakte het makkelijker om gebieden te veroveren. de telegraaf hielp om op lange afstand de kunnen seinen en stoomschepen zorgde voor een snellere verbinding met de koloniën. dit alles maakte het veroveren en besturen van  een kolonie makkelijker

Paragraaf 2

Frankrijk en Engeland veroverde tussen 1870 en 1900 grote delen in Afrika en Azië. in het begin was Europa vooral geïnteresseerd inde handel met hun koloniën een grote kolonie kostte veel geld om te besturen maar in de negentiende eeuw kwam er het indirect bestuur en werd er gebruik gemaakt van de inlandse vorsten Nederland gebruikte dit systeem ook. ook kwam er in de negentiende eeuw het nationalisme op in Europa daarom wouden ze koloniën om trots te kunnen zijn op hun eigen land. en er viel niks meer te veroveren in Europa dus je moest wel naar andere landen toe.

Paragraaf 3

In 1799 ging de VOC failliet de Nederlandse regering nam hun bezittingen over. De eilanden in Indonesische gingen Nederlands-Indië heten. Nederland bemoeide zich veel met de economie de Indonesische boeren moesten verplicht producten als koffie tabak en suiker aan Nederland leveren, dit leverde veel op. Een groot deel van het spoorwegen net van Nederland is met het verdiende geld betaald. Er waren ook negatieve dingen door de verplichtte levering aan Nederland leed de bevolking van Nederlands-Indië honger. Daarom werd in 1870 de agrarische wet aangenomen. Ze moesten de grond van de boeren huren en de eindproducten probeerden ze aan Indische bevolking te verkopen.

In India ontstond rond die tijd Brits-Indië. In 1858 nam de Britse regering India over van de Engelse Oost-Indische Compagnie (te vergelijken met de VOC)

In 1887 ontstond Frans-Indochina. De Fransen bouwden er spoorwegen, wegen, havens en plantages de belangrijkste export producten waren rubber en rijst.

Paragraaf 4

In het binnenland was door de islam een bloeiende cultuur en handel ontstaan: ontdekte Mungo Park in zijn reizen naar het binnenland. andere volgde Park ze wilde de christelijke beschaving verspreiden. De tochten eindigden meestal in een teleurstelling. de Europese landen steunden deze expedities niet dit veranderde naar 1880. tussen november 1884 en februari 1885 organiseerde Bismarck de Conferentie van Berlijn hier werden de regels op de verdeling van Afrika door de Europeanen besproken. Bismarck zag in de conferentie een kans om Engeland en Frankrijk tegen elkaar uit te spelen. in amper twintig jaar werd heel Afrika bezet. de opdeling van Afrika had grote gevolgen. 1.) In 1900 bestond Afrika uit veertig landen. Waarvan vier door Afrikanen bestuurd. 2.) Europese handelaren exporteerde grondstoffen naar Europa, veel Afrikaanse ambachtslieden werden werkloos, ze konden niet op tegen de goedkope prijzen van de Europeanen. 3.) nu ging het verspreiden van het christelijke geloof wel en de kans van overleven werd groter door een geneesmiddel tegen malaria.

Paragraaf 5

Gevolgen modern imperialisme Europa:

De vijandschap tussen Europese landen nam toe. (nadeel)      

De invoer van goedkope grondstoffen en de uitvoer van eindproducten waren gunstig voor de Europese industrie. (voordeel) (maar vaak door de kosten van opzetten van scholen, medische zorg en goede verbindingen aanleggen hoger dan de inkomsten uit het land)

Het modern imperialisme zorgde voor een grote belangstelling voor andere gebieden en culturen. (voordeel)

Dit had ook een negatieve kant er ontstond racisme. (nadeel)

Gevolgen modern imperialisme veroverde gebieden

De economie van koloniën werd afhankelijk van Europa (nadeel)

Er bleef te weinig landbouwgrond over voor eigen voedselproductie (nadeel)

Er werd door de Europeanen scholen en wegen aangelegd (voordeel

Het eigen bestuur verdween en de Europeanen gingen er besturen (nadeel)

Begrippen

Brits-Indië= Britse kolonie in Zuid-Azië, bestaande uit de huidige landen India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar (voorheen Birma) en Sri Lanka (voorheen Ceylon).

Conferentie van Berlijn= bijeenkomst van de belangrijkste Europese landen in Berlijn (1884-1885) met als doel spelregels op te stellen voor de verdeling van Afrika.

Frans-Indochina= Franse kolonie in Zuidoost-Azië, bestaande uit de huidige landen Vietnam, Laos en Cambodja.

Indirect bestuur= een manier om een kolonie te besturen door daarbij inlandse vorsten en andere inlandse bestuurders in te schakelen.

Modern imperialisme= de periode tussen 1870 en 1900 waarin Europese landen grote delen van Azië en Afrika veroverden.

Nationalisme= grote liefde voor het eigen land, volk en cultuur.

Nederlands-Indië= Nederlandse kolonie in Zuidoost-Azië (tegenwoordig Indonesië).

racisme= het anders en minderwaardig behandelen van groepen mensen vanwege hun ras.