Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Strijd om Europa - Hoofdstuk 1 t/m 3

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 6423 woorden
  • 9 mei 2012
  • 47 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
47 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Internationale betrekkingen en oorlogvoering

Hoofdstuk 1: Karel de Grote en Europa

§ 1.1: De opkomst van Karel

Het Frankenrijk, of ook wel Francië genoemd, was rond 500 gesticht. Dit rijk was volledig christelijk. Het had als het ware twee kerngebieden: Austrasië en Neustrië. Elk had meestal een eigen koning. Austrasië omvatte Noordoost-Frankrijk, Oost-België en het Duitse Rijnland. Neustrië besloeg de rest van Noord-Frankrijk. Deze twee koninkrijken waren verantwoordelijk voor de heerschappij in heel Francië. Echter, in de uithoeken was hun invloed laag of hadden ze er zelfs niets te vertellen. Pippijns voorouders waren sinds 600 hofmeiers in Austrasië, en aan het eind van de 7e eeuw hadden ze ook Neustrië overgenomen. Omdat Pippijn nu over een enorm rijk regeerde verstevigde hij zijn positie door de Paus hem in 751 te laten zalven tot koning, omdat hij toch al de machtigste man was. Dit was het begin van de Karolingische dynastie.

Rond 1 december 753 trok de bisschop van Rome over de Alpen om steun de zoeken bij Pippijn, de koning der Francken. Rome werd bedreigd door de Langobarden uit Noord-Italië. Normaal zou de Byzantijnse keizer de paus helpen zijn stad te verdedigen maar omdat het Byzantijnse rijk in crisis verkeerde was het daartoe niet in staat. In ruil voor de eerdere hulp van de paus trok Pippijn de Alpen over en versloeg de Langobarden. Ook gaf hij Midden-Italië terug aan de paus.

In Francië, zijn eigen rijk, heerste chaos. Jarenlang voerde hij oorlog in Aquitanië, dat in Zuidwest-Frankrijk ligt, om daar invloed te winnen. Het was moeilijk om dit te verkrijgen omdat Aquitanië in een uithoek van zijn rijk lag. In 768 had hij Aquitanië eindelijk onderworpen en had hij een min of meer verenigd rijk gecreëerd. Kort daarna stierf hij. Zijn koninkrijk liet hij achter aan zijn twee zoons: Karel en Karloman. Ze moesten hun eigen gebied eerst onder controle krijgen. Karel had echter last van opstanden in Aquitanië, die hij steeds moest onderdrukken. Omdat ook beide broers ontevreden waren over hun erfdeel, zat er een oorlog aan te komen tussen de twee. Maar uit het niets stierf Karloman op 4 december 771. Hierop snelde Karel naar diens graf en zorgde hij dat hij het deel van het rijk van zijn broer bij zijn eigen kon voegen.

Toen, op 29-jarige leeftijd was Karel de Grote de dominerende figuur tussen de Atlantische kust, de Pyreneeën en de Rijn.

Karel de Grote leefde van 742 tot 814.

§ 1.2 Karels veroveringen

In 772 vernietigde Karel de Irminsul, een heiligdom gewijd aan de Saksische oorlogsgod Irmin. Toen hij deze enorme holle eik omhakte, nam hij al het goud dat daar geofferd was mee. Dit zorgde ervoor dat Karel geïllustreerd werd als een kruisvaarder die het christendom verspreidde en heidense geloven afstrafte. Ook had hij de steun van de kerk, en zijn grootvader Karel Marte had het islamitische gevaar al verholpen. Kortom, zijn rijk stond er goed voor toen hij alleenheerser werd.

Er dreigde echter wel een gevaar rond de noordoostelijke grens. Saksische stammen uit Noord-Duitsland maakten de grens onveilig. Van 772 tot 785 trok Karel tegen hen ten strijde. De Franken waren militair superieur, maar hadden moeite om hun veroveringen vast te houden. Als ze een gebied veroverd hadden, bekeerde ze de volkeren daar. In 785 liep de oorlog uit tot een concessie. De Saksische leider Widukind liet zich bekeren in ruil voor vrede. Tien jaar later dreigde er echter weer oorlog te komen, maar Karel nam deze keer strenge maatregelen. Hij liet Saksische volken wegvoeren en liet ze vervangen voor Frankische kolonisten. Pas in 802 was het verzet gebroken.

In 773 trok Karel op verzoek van de paus ten oorlog tegen de Langobarden. Net als zijn vader. In 774 belegerde hij hun hoofdstad Pavia en deze viel dan ook. Daarop voegde hij Noord-Italië bij zijn koninkrijk. Vanwege deze actie liet hij zich tevens kronen tot koning der Langobarden. Later, in 787 breidde hij zijn rijk uit door de vazalstaat Beieren bij zijn rijk toe te voegen. Zijn motief om deze staat aan te vallen was omdat hij de staat te onafhankelijk vond. Toen in 791 de Avaren, een Mongools ruitervolk dat zich in de 6e eeuw in Europa had gevestigd, Beieren aanviel, maakte Karel ze snel af. Het gebied van de Avaren werd onder de naam Oostmark een provincie van Francië.

Maar ook Karel had nederlagen. Bijvoorbeeld de campagnes om het Keltische Bretagne te veroveren. Ook mislukte zijn operatie ten zuiden van de Pyreneeën. Later lukte het Karel wel om het gebied ten zuiden van de Pyreneeën te veroveren door een andere naam aan te nemen, namelijk Spaanse Mark.

Ondanks zijn tegenslagen bleef hij zijn imago als onverslaanbaar krijgsheer. Rond 800 besloeg zijn koninkrijk een gebied van de Noordzee tot en met de Pyreneeën, en van de Atlantische Oceaan tot en met de Oder en Donau. Omdat de keizerskroon van het voormalige Oost-Romeinse rijk in de handen van een vrouw was gekomen was dit een reden voor de paus om Karel de Grote in de kerstnacht van 800 tot keizer te kronen.

Karel de Grote voerde om de volgende redenen oorlog: hij wilde veilige grenzen. Dit was defensief, en daardoor kon het rijk veilig groeien. Ook was een motief van hem dat hij vond dat hij een missie had. Hij geloofde heilig dat hij de goddelijke opdracht had het christendom te verbreiden en het heidendom te bestrijden. De mensen om hem heen en zijn volk steunden hem hierin. Ook kwam zijn lust naar oorlog doordat de Frankische Elite vond dat oorlog en strijd het hoogste goed waren, niet vrede. Karel beloonde zijn krijgers met land en buit. Dit was belangrijk om zijn machtspositie te behouden. Het Karolingische rijk was geen staat, maar een feodaal rijk. Dit feodale stelsel was gebaseerd op persoonlijke banden waarin de grootgrondbezitters aan de vorst gebonden waren. Karel liet ze trouw afleggen, waarin ze in ruil voor rechten Karel beloofden hem met raad en daad bij te staan. Elk voorjaar riep hij hen bijeen voor een krijgsraad, waarin de militaire plannen voor het komende jaar werden besproken.

Karels overwinningen kwamen vooral door de cavalerie.

§ 1.3 Karels erfenis

In het begin van 814 kreeg Karel koorts. Op 28 januari stief hij in zijn bed. Hij werd daarna begraven in zijn kapel in Aken. Het volk was Karels regeerperiode een tijd van vrede en welvaart. Ook hadden ze geen last van oorlogen en dergelijke, omdat die zich afspeelden langs de grenzen van het rijk. Voor deze tijd was deze rust en veiligheid zeer ongebruikelijk. Normaal zouden ze last hebben van plunderende rovers die hun vee stalen, oogst vernielden of kinderen als slaven meevoerden. Deze harmonieuze samenleving zorgde ervoor dat de nijverheid en handel opnieuw opbloeiden. Deze bloei was eeuwenlang onmogelijk geweest. Karel zag zichzelf als een wetgever en stichter van een christelijk rijk. Ondanks de vele verschillende volkeren in zijn rijk, wist hij rijkseenheid te creëren. Dat kwam omdat er geen één burgerrecht kwam die alle burgers in het rijk dezelfde rechten en plichten gaf. Karel liet lokale heersers hun macht behouden, wat een onderdeel was van zijn feodale stelsel. Er was dus sprake van regionale wetten die verschilden per machthebber in die regio. Wel stelde Karel een groot aantal rijkswetten vast. Hij koos graven uit die per regio het recht moesten handhaven. Ook liet hij gezanten het rijk rondtrekken om te controleren of de graven de wetten naleefden.

Toen Karel stierf was zijn bedoeling om zijn rijk onder zijn zoons te verdelen. Echter, al zijn zoons waren gestorven, behalve één. Dat was Lodewijk. Daarom werd Lodewijk in 813 tot keizer gekroond. Hij was een zwakke vorst die met zijn zoons vocht om de macht. Toen hij gestorven was viel het rijk uiteen in drie stukken: West-Francië, Oost-Francië en een middenrijk. Dertig jaar later was het middenrijk verdwenen. West- en Oost-Francië raakten langzamerhand steeds meer verdeeld. Door deze chaos in kregen veroveraars en plunderaars weer vrij spel. Europa was weer onveilig. Vikingen, Arabieren en Hongaren hielden rooftochten, namen gebieden in en staken huizen in brand.

Het belangrijkste overblijfsel is de verbondenheid die Europeanen voelden. Ondanks hun verschillen voelden ze zich als een eenheid. Ze maakten deel uit van een christenheid. Later, na de reformatie werd dit Europa genoemd.

Karel had het christendom tot ver buiten de grenzen van het Romeinse rijk verspreid. Buiten Europa werd echter wel op den duur het christendom verdrongen door de islam. Ook was dankzij hem de bisschop van Rome losgemaakt van Byzantium. De bisschop van Rome werd in zijn tijd de paus, leider van het christendom in Europa.

Hoofdstuk 2: Napoleon en Europa

Napoleon had na zijn machtsovername van Frankrijk in 1799 het land tot het Franse keizerrijk uitgeroepen. Net voordat hij tot keizer werd gekroond bezocht hij het graf van Karel de Grote in Aken. De kroon die hij kreeg was een kopie van die van Karel. Ook nodigde Napoleon de Paus uit om aanwezig te zijn tijdens te kroning. Net als Karel had Napoleon zichzelf uitgeroepen tot beschermheer van de kerk. Vervolgingen van geestelijken werden door hem gestopt en antigodsdienstige politiek werd afgeschaft. Napoleon wou wel controle over de kerk. De kerk moest de staat dienen, niet andersom. De kerk vond echter dat ze nog steeds de hoogste macht bezat omdat ze Karel al tot keizer hadden gekroond. Napoleon pakte dit dus anders aan. Toen de paus hem wou kronen pakte Napoleon de kroon uit zijn handen en deed hem zelf op.

Hij zei in 1809 tegen zijn gezanten: ‘Kijk goed naar mij. In mij ziet u Karel de Grote. Ik! Ja ik ben Karel de Grote.’

Hij had dan ook wel enig recht tot spreken. Hij had namelijk Duitsland en Frankrijk in één rijk samengebracht en probeerde heel Europa onder dezelfde wetten te verenigen.

§ 2.1: De opkomst van Napoleon

Nabulione Buonaparte was de echte naam van Napoleon Bonaparte. Hij was een Corsicaan die zijn naam na zijn machtsovername liet verfransen. Frankrijk had Corsica een jaar voor Napoleons geboorte gekocht van Genua. Napoleons vader had een adeltitel verkregen en daardoor kon hij zijn zoon naar een France officiersschool sturen. Toen hij op die school zat begon de Franse democratische revolutie. De helft van de adellijke officiers vluchtte naar het buitenland. In 1792 verklaarde het revolutionaire Frankrijk de oorlog aan Pruisen en Oostenrijk. Het motief van Frankrijk was dat die landen samen met de gevluchte edelen een tegenaanval zouden voorbereiden. Na een paar nederlagen besloten de Franse troepen zich te herstellen en ‘bevrijdden’ ze de Oostenrijkse Nederlanden (België). Dit leidde tot spanningen met Groot-Brittannië en de Nederlandse Republiek. Deze spanningen liepen hoog op toen de Fransen in januari 1793 hun koning Lodewijk XVI onthoofdden. Tien dagen na deze gebeurtenis verklaarde de Franse republiek deze landen de oorlog. Toen ze dit besluit namen begonnen er in Frankrijk ook opstanden tegen de revolutie, waardoor er een sfeer van paranoia ontstond. Adellijke officieren die werden verdacht van samenzwering tegen de revolutie werden onthoofd. Voor die officiers werden jongeren ingezet, die meestal zichzelf bewezen door agressieve acties. Dit deed Napoleon ook in 1793. Hij veroverde op 24-jarige leeftijd de marinestad Toulon. Deze stad was eerst van het contrarevolutionaire leger van de Britse vloot. Als beloning werd hij gepromoveerd tot generaal.

Toen hij twee jaar later in Parijs was tijdens een opstand tegen de regering kreeg hij de verdediging van de stad in zijn handen. Hij vuurde op de massa met kanonnen en herstelde de rust. Door dit bliksemsnelle optreden, wat ook een kenmerk van hem is, benoemde de regering hem tot commandant van het leger in Italië.

Toen Napoleon in Italië zat met een slecht uitgerust leger, was zijn missie om Italië te ‘bevrijden’ van de Oostenrijkers. Het lukte hem, iets dat niemand verwacht had. In 1797 sloot hij vrede met Oostenrijker. Frankrijk stond er toen goed voor. Nederland, Zwitserland en Italië werden in feite door Frankrijk gecontroleerd. België en Duitse gebieden ten westen van de Rijn werden bij Frankrijk gevoegd. Het enige land waar Frankrijk nog oorlog mee had was Groot-Brittannië, dat echter geen legers op land had. Pruisen had zich teruggetrokken uit de oorlog.

Rond 1798 voerde Napoleon zonder toestemming van de regering een operatie uit in Egypte. Hij bezette het land om de Britse handel te treffen. Hij heerste hier vervolgens als een islamitische vorst. Toen hij in 1799 hoorde dat Frankrijk werd bedreigd door een coalitie van Groot-Brittannië, Oostenrijk en Rusland. Napoleon verliet zijn leger en bereikte uiteindelijk Frankrijk, waar hij als held werd ontvangen. Zijn operatie in Egypte stelde eigenlijk niets voor, maar toch kreeg hij een reputatie van onoverwinnelijkheid. Napoleon greep de macht in Parijs. Na tien jaar chaos kwam Napoleon als geroepen. Er heerste al zeven jaar oorlog, en op het platteland hadden bendes vrij spel. In de steden heerste armoede en werkloosheid. Napoleon zorgde ervoor dat de situatie snel hersteld werd.

Er werd vrede met Rusland gesloten en versloeg zelf opnieuw de Oostenrijkers in Italië. Tegelijkertijd veroverden zijn generaals Duits grondgebied. Ook sloeg hij binnenlandse opstanden neer en pakte bendes op. Hij nodigde gevluchte edelen uit om terug te komen en verzoende zich met de kerk.

Hij maakt zijn positie binnen de kortste keren zo sterk dat hij zichzelf tot keizer kroonde.

Dit alles was alleen mogelijk omdat de Fransen na tien jaar chaos verlangden naar een redder.

Napoleon was dus een product van zijn tijd. De juiste man, op de juiste plek, op het juiste moment.

§ 2.2: De Napoleontische oorlogen

Na de vrede die Napoleon had gesloten met Groot-Brittannië kwam het moment dat Frankrijk voor het eerst in tien jaar niet meer in oorlog was. Maar een jaar later was het alweer zover. De Fransen en de Britten raakten weer in oorlog en deze keer veroverde Napoleon bijna heel Europa.

Groot-Brittannië kon het na de vredesluiting in 1802 niet accepteren dat Frankrijk het machtsevenwicht op het continent naar zich toe had getrokken. Ook vond Napoleon dat het pas echt vrede werd als de Britten verslagen werden. Napoleon hield niet van vrede. Zijn kracht was de oorlog en zijn drang om zichzelf te bewijzen met zijn genialiteit als generaal en veldheer. Daarbij komt dat agressie paste bij zijn beleid en dus ook zijn politiek systeem. Het Franse nationalisme stond hoog in zijn beleid. Velen vonden dan ook dat het Franse nationalisme, wat trouwens aangewakkerd is door de Franse revolutie, over heel Europa verspreid moest worden. Napoleon vond dit ook. Hij was nationalist, maar ook Europees idealist. Zijn ‘La Grande Nation’ moest volgens hem Europa in vrijheid brengen en de orde behouden. Hij begon zichzelf steeds meer te zien als ‘nieuwe Caesar’ en ‘nieuwe Karel de Grote’.

In 1803 bereide Napoleon een aanval op Groot-Brittannië voor. Hij zou met zijn vloot de machtige Britse vloot weglokken en daarna zijn leger op Brits terrein overzetten. Dit plan mislukte en de Franse vloot werd vernietigd bij Trafalgar aan de Spaanse kust.

Dit deed weinig met Napoleon, want op het continent was hij oppermachtig. In 1805 vormden Rusland, Oostenrijk en Groot-Brittannië opnieuw een coalitie. Napoleon verpletterde eind 1805 een Russisch-Oostenrijks leger bij Austerlitz. Door deze gebeurtenis kreeg hij een enorm deel van Duitsland in bezit. Hierdoor voelde Pruisen zich bedreigd, dat ze Frankrijk de oorlog verklaarden. Binnen een paar dagen had Napoleon met Pruisen afgerekend. Hij hield een triomftocht door Berlijn en verjoeg de Russen en Oostenrijkers uit Polen.

In 1810 was Napoleon op het toppunt van zijn macht. Nederland, België, Kroatië en delen van Duitsland en Italië waren namelijk bij zijn keizerrijk ingelijfd. Pruisen werd een klein, afhankelijk staatje en in de rest van Duitsland en Italië had Napoleon vazalstaten, die geregeerd werden door familieleden of leden van zijn clan. Ook Polen werd een vazalstaat. Hij had een broer op de Spaanse troon en had een bondgenootschap gesloten met het verslagen Oostenrijk. Dit bondgenootschap werd bezegeld door zijn huwelijk met de dochter van de Oostenrijkse keizer. Rusland werd ook bondgenoot.

Maar nu is de vraag: Hoe is het Napoleon gelukt om dit enorme deel van Europa in zijn greep te krijgen? Al sinds Lodewijk XIV was Frankrijk het machtigste land op het continent. Het had de meeste inwoners, de sterkste economie en het grootste leger. Wat een voordeel van Napoleon was dat Frankrijk niet alleen beroepssoldaten kende, maar ook vrijwilligers. Dit heette het ‘Levée en masse’: De massale dienstplicht tijdens de Franse revolutie. Deze werd in 1793 ingevoerd en gelde voor alle ongehuwde mannen van 18 tot 25 jaar. Dit resulteerde in een leger van meer dan een miljoen man. Dat was meer dan al zijn tegenstanders samen. Ook rekruteerde hij mannen uit veroverde gebieden. Deze vochten meestal vrijwillig mee omdat ze ervan overtuigd waren dat ze vrijheid en gelijkheid brachten en tirannie bestreden. Napoleon behandelde zijn soldaten goed. Hij gaf ze een kans carrière te maken en ze werden behandeld als vrije burgers. Tijdens de overwinningen gedroeg Napoleon zich als een roverhoofdman en liet zijn mannen delen in de buit. Dat was een reden waarom Napoleon ongekend populair was bij zijn troepen. Ze schreeuwden dan ook: ‘Vive l’Empereur!’

Napoleon was een militair genie. Zijn tactiek bestond uit mobiliteit en vuurkracht. Ondanks het feit dat hij over dezelfde wapens beschikte als zijn vijanden, won hij ermee. Hij gebruikte ze efficiënter. Hij liet zelfstandige artillerie-eenheden zijn vijand de vijand verrassen en vernietigen. Napoleon hield altijd zijn cavalerie achter de hand. Deze elite-eenheid kon het werk afmaken. Deze genialiteit van Napoleon was niet de enige reden waarom hij zo veel overwinningen boekte. Het won ook doordat de vijanden nooit vergelijkbaar waren met het machtige Franse leger. Napoleon werd in heel Europa bewonderd omdat hij wetten invoerde die gebaseerd waren op de gelijkheid van alle burgers. Zelfs Beethoven en Goethe bewonderden hem.

Tot 1810 was Napoleon heerser op het continent, maar Groot-Brittannië heerste nog steeds op zee. Dit frustreerde hem. Hij probeerde de Britten te ruïneren met een handelsblokkade. De tsaar werkte niet mee, dus daarom viel Napoleon op 25 juni 1812 Rusland binnen. Dit was een fatale fout. Na drie maand zat hij in Moskou. Deze lange tocht door het uitgestrekte en dun bevolkte land had de Fransen uitgeput. Napoleon bezette Moskou, maar dit was nutteloos omdat de regering naar Sint Petersburg was gevlucht. Napoleon was radeloos en zette de terugreis in. Tijdens deze reis achtervolgde het Russische leger Napoleons ‘Grande Armee’. Honderdduizenden soldaten stierven door uitputting, ongedierte, honger en de kou. De Franse plunderingen tijdens de tocht riepen een fanatiek Russisch nationalisme op.

Eenmaal terug in Frankrijk bouwde hij een nieuw leger op. In 1813 werden de Fransen door een Spaans-Brits leger verdreven uit Spanje. De geallieerden brachten Napoleon een nederlaag toe bij Leipzich. Op 31 maart 1814 stonden de geallieerden in Parijs. Ze verbanden Napoleon naar het eiland Elba. Na een jaar keerde hij terug, tot hun verbijstering. Hij vormde weer een nieuw leger. Napoleon werd op 18 juni 1815 bij Waterloo bij Brussel definitief verslagen. Daarna werd hij opnieuw verbannen. Deze keer naar het eiland Sint Helena, waar hij in 1821 overleed. Koning Louis-Philippe zorgde ervoor dat zijn lichaam werd herbergraven in de Dôme des Invalides in Parijs.

§ 2.3: De erfenis van Napoleon

Eindelijk was het vrede in Europa. Dit was in 1815. De overwinnaars brachten de grenzen van Frankrijk terug tot die van 1792 en hielpen de Bourbons terug op de troon.

De aristocraten van het ancien régime namen de heerschappij weer in handen. De idealen van de revolutie waren vervaagd. Deze democratische idealen leken alleen chaos, geweld, armoede en plundering te hebben gebracht. Ook de oorlogen onder deze idealen leken verwoestender dan ooit tevoren. De Franse legers stonden bekend als sprinkhanen die alles kaalvreten.

De wapentechnologie was in de tijd van Napoleon verbeterd, maar de basis ervan was sinds de late middeleeuwen nauwelijks veranderd. Relatief gezien hadden ze minder vernietigingskracht dan de wapens die de industriële revolutie zou voortbrengen. De artillerie beschikte over kanonnen waarmee één of twee keer per minuut kon worden geschoten. De infanterie vocht met dolken en musketten, die aan de voorkant werden geladen en waarmee drie keer per minuut kon worden geschoten. Mochten de legers op korte afstand van elkaar staan, werd er voornamelijk met dolken gevochten, net als in de tijd van Karel de Grote. Dit gelde ook voor de cavalerie, die met zwaarden en sabels vocht.

Ondanks deze feiten vielen er meer doden dan in de 18e eeuw. In die tijd bestonden legers uit enkele tienduizenden soldaten en de generaals probeerden onnodig bloedvergieten te voorkomen. Napoleon had echter een andere visie. Zijn legers bestonden uit honderdduizenden soldaten. Bloedvergieten hoorde erbij vond hij. Bovendien kozen Napoleon en zijn generaals voor de aanval en vochten hun soldaten fanatiek. De vele veldslagen tussen 1792 en 1815 waren kort maar heftig. De kanonnen vuurden, en ruiters hakten op elkaar in en op de infanterie. Het slagveld was dan ook na afloop van het gevecht bezaaid met lijken, paarden en gewonden. Medische zorg was er bijna niet. Daarom stierven de meeste gewonden later alsnog. In Spanje en Rusland vielen de meeste doden, omdat de Fransen daar op fel verzet stuiten. Die twee landen maakten gebruik van guerrillatactieken.

Voor de bevolking waren de oorlogen ook ingrijpender dan in de 18e eeuw. Militaire dienst werd een verplichting, terwijl de overige bevolking harder moest werken om de arbeidsplaatsen te vervangen. Ook werd er veel gewerkt aan het voorzien van wapens, kleding en voedsel voor het leger. Overal in door Frankrijk veroverd gebied gingen de belastingen omhoog. Gebieden waar legers doorheentrokken werden geplunderd. Dit zorgde voor grote economische schade. De handelsblokkade, of ook wel continentaal stelsel genoemd, waarmee Napoleon Groot-Brittannië mee wou verzwakken zorgde juist voor een instorting van de economie op het continent. Vooral de kustplaatsen merkten dit, Handel, scheepsbouw en zeevisserij kwijnden weg en de bevolking verarmde. Het enthousiasme voor de Fransen maakte plaats voor afkeer en haat. De geallieerden werden als bevrijders beschouwd.

Oude vorsten keerden terug aan de macht, maar konden niet alles herstellen. Oude privileges van adel, geestelijkheid, gilden, steden en provincies werden niet of maar gedeeltelijk hersteld. Boeren bleven vrij. Burgerrechten bleven bestaan. En de meeste landen hadden na 1815 een grondwet en een gekozen parlement. Dit was een basis voor een steeds verdere democratisering.

Door deze democratisering kwamen de oude revolutionaire idealen terug in het liberalisme en socialisme.

De belangrijkste erfenis van Napoleon op termijn is dat er een nieuwe mogendheid ontstond: Duitsland. Door de Franse veroveringen en plunderingen ontwaakte er een Duits nationalisme. Wel namen ze de Fransen als voorbeeld. Ze zagen dat nationalisme en nationale eenheid resulteerden in macht. Het nationalisme in Duitsland werd steeds sterker door de groeiende afkeer en haat voor de arrogante Fransen. Ook had Napoleon een eind gemaakt aan de honderden staatjes en steden. Hiervoor kwamen grotere steden voor in de plaats die samenwerken in de Duitse Bond. Pruisen had hier de leiding over en uiteindelijk ontstond in 1871 één Duitse staat. In 1861 ontwikkelde Italië zich ook tot natiestaat.

Wat er in Europa allemaal veranderd is, is goed terug te zien in Nederland. Toen de Fransen in 1785 de Republiek in waren getrokken riepen democratische burgers de Bataafse Republiek uit. Deze kreeg in 1798 een democratische grondwet. De democratie hield maar een paar jaar stand, maar de Franse tijd bracht ook blijvende veranderingen mee. Waarschijnlijk is de belangrijkste verandering dat Nederland een eenheidsstaat werd. Voor het eerst in 1798 kreeg Nederland een nationaal ambtenarenapparaat. Lokale en provinciale belastingen werden afgeschaft en vervangen door nationale belastingen. Voortaan golden voor alle staatsburgers dezelfde belastingregels. Ook was een opvallende vernieuwing het invoeren van het nationaal onderwijs. De Schoolwet van 1 806 bracht een verplicht onderwijzersexamen en scholen moesten voldoen aan nationale kwaliteitseisen en inspecteurs zagen toe op de naleving hiervan. Nederland kreeg in deze tijd ook één Nederlandse taal. Nadat Napoleon Nederland had ingelijfd bij Frankrijk, in 1810, werd er een decimaal stelsel ingevoerd. Tot die tijd was er een duizelingwekkende hoeveelheid maten gewichten en geldeenheden.

Na de verdrijving van de Fransen nam koning Willem I alle vernieuwingen over. De franc werd door de gulden vervangen. Willen was een potentaat, en toch aanvaardde hij een grondwet en een parlement – en dus het principe van volksinvloed.

Hoofdstuk 3: Hitler en Europa

Adolf Hitler schreef in de jaren 1924-1926 zijn boek ‘Mein Kampf’. Volgens hem moesten de Duitsers ‘Lebensraum’ in Rusland veroveren.

Rond 1900 propageerden völkische nationalisten over dit idee. Duitsers hadden ‘Lebensraum’ nodig in Oost-Europa. Dit land konden ze afpakken van de Slavische ‘Untermenschen’. Dit was gebaseerd op de Teutoonse ridders die hetzelfde deden in de middeleeuwen. Ze noemden dit de ‘Drang nach Osten’.

Hitler nam deze woorden letterlijk over. Koloniën waren volgens hem een stuk minder belangrijk dat de ruimte die Rusland te bieden had. Daarom moest de veroveringsdrang ook op Rusland gericht zijn. Een ander kernidee van hem was dat er een strijd op leven en dood woedde tussen het Germaanse en het joodse ‘ras’. Volgens hem had ‘het Jodendom’ zich door middel van het communisme tot heerser van Rusland geschopt. Hij vond dat het zijn levensdoel was om af te rekenen met deze joden. Hitler vond dat de ‘joodse heerschappij’ zwak was en daarom was volgens hem Rusland makkelijk te veroveren. Hij geloofde ook dat het Jodendom een verzwakking bracht in het land waar het zich vestigde. Daarom stond volgens hem ´het reuzenrijk in het oosten op instorten.´

§ 3.1: Hitler en het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog

Adolf Hitler leefde van 1889 tot 1945. Net als Napoleon kwam hij niet uit het land waar hij zou zegevieren. Hitler werd geboren in Branau, Oostenrijk. Napoleon klom omhoog via het leger. Hitler kwam werkelijk uit het niets. Hij wou graag kunstschilder of architect worden. Maar omdat hij geen discipline had kwam er niets van. In 1913 verliet hij Wenen, waar hij drie jaar in een opvanghuis voor daklozen verbleef. Op dezelfde leeftijd werd Napoleon tot generaal gepromoveerd en Karel tot koning gekroond. Hij vluchtte naar München om de Oostenrijkse dienstplicht te vermijden. Hij leidde een leven zonder doelen, totdat de Eerste Wereldoorlog hem een levensvervulling gaf. In 1914 meldde hij zich bij het Duitse leger aan en diende vier jaar. Dat Duitsland de oorlog opgaf was dat voor hem ‘de grootste schanddaad van de eeuw’. Propaganda had de Duitsers vier jaar laten geloven dat ze aan de winnende hand waren.

Na dit alles brak er een muiterij uit bij de marine. Overal in Duitsland kwamen soldaten en arbeiders in opstand. Dit zorgde ervoor dat de keizer vluchtte en de socialisten de republiek uitriepen. De nieuwe regering tekende een wapenstilstand.

Duitsland kreeg dankzij de vredesconferentie van Versailles in 1918 en 1919 een vernederende vrede opgelegd. Tien procent van zijn grondgebied werd ingenomen. Het mocht alleen een klein beroepsleger houden zonder tanks en vliegtuigen. Ook mochten ze niet in het Rijnland komen. Duitsland moest enorme herstelbetalingen betalen. Dit konden de geallieerden maken omdat ze Duitsland en diens bondgenoten als enige schuldig hadden verklaard voor de oorlog. Dit stond in het Verdrag van Versailles. De Duitse bevolking snapte dit niet. Ze waren gehersenspoeld door de propaganda en dachten dat het leger al in Frankrijk had gezeten. Er werd ook gesproken van een dolkstootlegende, volgens welke Duitsland was verraden, in de rug gestoken door linkse muiters en de democraten die de ‘schandvrede’ hadden getekend.

Hierop zei Hitler: ‘Het kan niet waar zijn dat twee miljoen Duitsers voor niets zijn gevallen. Nee, wij vergeven niet maar eisen wraak’.

Na deze oorlog was Duitsland één en al chaos. Werkgelegenheid was er niet voor de terugkomende soldaten. Ze sloten zich meestal aan bij ‘vrijkorpsen’. Ook ontstonden er tientallen völkische partijtjes bij wie Hitler zich in 1919 aansloot. Hitler ontdekte zijn grote talent wanneer hij grote mensenmassa’s tot groot enthousiasme kon brengen door ze toe te spreken. Daardoor werd hij leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, oftewel NSDAP. Door Hitler groeide de partij enorm snel en ze kreeg een partijleger, de ‘Sturmabteilung’ (SA). Deze oefende straatterreur uit. De volgers van de partij zagen Hitler al snel als de Führer die Duitsland nodig had. Een persoon die minstens zo groots was als Napoleon.

In 1923 pleegde Hitler zijn eerste staatsgreep. Het leger steunde hem niet en daardoor mislukte het. Hij werd dan ook opgepakt. Hij pleegde de staatsgreep juist toen omdat Duitsland achterbleef met de herstelbetalingen. Het Roergebied was bezet door Frankrijk en België. De Duitse regering drukte geld bij om stakers te betalen. Dit leidde tot hyperinflatie. De economie viel stil. Toen kwam Hitlers mislukte staatsgreep.

De Duitse regering verzoende zich toen met de westerse grootmachten. Duitsland werd er met de dollar bovenop geholpen. Langzamerhand ontstond er weer welvaart. Bij de volgende verkiezingen in 1928 haalde de NSDAP slechts 12 van de 600 zetels in de Rijksdag. In 1929 ontstond er een wereldwijde economische crisis. Duitsland kampte met miljoenen werklozen. Het volk gaf de democratie de schuld. Daarom haalde de NSDAP in 1930 al 107 Rijksdagzetels en 230 in 1932. Omdat de communisten ook wonnen tijdens die verkiezingen was er geen meerderheidsregering mogelijk. Toen besloten de conservatieven met Hitler een regering te vormen. Op 30 januari 1933 werd hij tot rijkskanselier benoemd. De conservatieven dachten dat ze Hitler konden dumpen zodra hij niet meer nodig was. Dat was een fatale vergissing.

In een oogwenk had Hitler alle macht naar zich toegetrokken en vestigde een totalitaire staat. Dat was mogelijk omdat het leger hem vertrouwde. Hij had de generaals namelijk beloofd dat de herbewapening van de Wehrmacht bovenaan zijn lijstje stond. Hij zei dat de SA minder belangrijk was. Daarom liet hij de SA-top vermoorden. Net als Napoleon won hij steun van het volk omdat hij rust en welvaart bracht. De werkloosheid liet hij verdwijnen. Hij liet het Verdrag van Versailles voor wat het was en hij voerde de dienstplicht weer in, samen met een luchtmacht in 1935. Hij liet de Wehrmacht in 1936 het Rijnland binnentrekken. In maart 1938 liet hij Oostenrijk inlijven. Nadat Hitler het Tsjechische Sudetenland bezette omdat hij zogenaamd opkwam voor de ‘onderdrukte’ Duitsers daar, dreigde hij met oorlog om goedkeuring van Frankrijk en Groot-Brittannië af te dwingen. Verder zou hij geen eisen stellen zei hij. Echter, zijn plan was om Tsjechoslowakije te vernietigen.

In maart 1939 bezette hij de rest van Tsjechië en begon hij Polen te bedreigen. Frankrijk en Groot-Brittannië beloofden steun aan Polen. Ze probeerden om een coalitie met Rusland te vormen om Polen te kunnen steunen, alleen Duitsland had al met Rusland gepraat. Op 23 augustus 1939 leidde dit tot een non-agressiepact tussen Duitsland en de Sovjet-Unie. Op 1 september viel Duitsland Polen aan, waarna Frankrijk en Groot-Brittannië Duitsland de oorlog verklaarden.

Dit was het begin van de Tweede Wereldoorlog.

§ 3.2: De Tweede Wereldoorlog

Na de overwinningen op Polen en West-Europa begon Hitler in 1941 met de tweede fase van de oorlog: Duitsland viel Rusland binnen. Precies 129 jaar nadat Napoleon Rusland aanviel. Hitler boekte successen, maar uiteindelijk bleek dit een fatale fout te zijn.

Eind 1941 beheerste Hitler bijna heel Europa. De meeste landen die onder dictatuur stonden trokken zich weinig aan van Hitler. Ze vochten soms zelfs aan de Duitse zijde mee. Hitler wist deze overwinningen te boeken dankzij de industriële revolutie. Hij kwam dan ook stukken verder dan Napoleon ooit was gekomen. Dankzij deze revolutie werd de snelheid en vernietigingskracht van zijn strijdkrachten groter dan ooit tevoren. Hitler had ook drie miljoen soldaten. Napoleon had er toen 600 000.

Hitler kon zijn tegenstanders verslaan omdat hij ten eerste net als Napoleon het sterkste leger in Europa had. Ook had Duitsland de grootste industriële productie wat natuurlijk ook enorm meehielp. Duitsland had het best georganiseerde en meest gedisciplineerde leger. Duitsland had veel meer succes in de Tweede Wereldoorlog als je het vergelijkt met de Eerste. Dankzij zijn non-agressiepact met Stalin had hij geen last van een tweefrontenoorlog. Één voor één kon hij zijn tegenstanders aanvallen. Toen hij samen met de Sovjettroepen Polen aanviel bleven Frankrijk en Groot-Brittannië passief. Wat ook een oorzaak van zijn suuces was dat hij net als Napoleon zijn vijanden op agressieve toon met gewaagde acties verraste. In mei 1940 was Frankrijk het slachtoffer. Omdat de enige kwetsbare plek van Frankrijk als het ware in het noorden zat besloot Hitler dit niet aan te vallen omdat hij het te voorspelbaar vond. Hij vond dat zijn aanval moest plaatsvinden in de ondoordringbare Ardennen. Op 24 februari reden de Duitse tanks door de bossen van de Ardennen samen met een kleinere opmars vanuit het noorden. Dit was een verbluffend succes.

De geallieerden probeerden de Duitse aanval vanuit het noorden te stoppen. De aanval vanuit de Ardennen kwam volledig onverwachts en de Frans-Britse troepen die in de meerderheid waren zagen het niet aankomen. De Fransen werden volledig omsingeld door de Duitsers. Na vijf weken werd de strijd beëindigd. Net als Napoleon in 1803 had Hitler alleen Groot-Brittannië nog als tegenstander.

Een andere oorzaak van Hitlers successen was dat de democratische tegenstanders een gebrek aan strijdlust hadden. Na de Eerste Wereldoorlog heerste er nog steeds een gevoel van oorlogsmoeheid in grote delen van Europa. Linkse partijen vond investeringen in de strijdkrachten niet nodig, en rechtse partijen wilden juist een sterk leger vergelijkbaar met nazi-Duitsland. Niemand durfde Duitsland aan te pakken voor de schending van het Verdrag van Versailles. Maar ook het Duitse volk had weinig zin in oorlog. Echter, Hitler was een dictator in een totalitaire staat, dus hij had hier weinig last van. Hij had het steun van het leger en een fanatieke aanhang. Al zijn inspanningen kon hij richten op oorlogsvoorbereidingen. De nazi’s geloofden dan ook in hun Führer en zijn ideologie. Ze vochten met een missie. Net als de legers van Karel en Napoleon.

Ondanks het feit dat Stalin de Sovjet-Unie tot een industriële en militaire grootmacht had geschapen kon Hitler hier gemakkelijk overwinnen omdat Stalins Rode Leger slecht georganiseerd was en ook nog verkeerd opgesteld stond. De Duitsers konden in de eerste twee dagen al 2500 gevechtsvliegtuigen neerhalen, wat al meer was als hun complete eigen luchtmacht.

Hitlers troepen werden overal in Europa als bevrijders begroet, net als de troepen van Napoleon. Dat kwam mede omdat de lokale bevolking vaak instemde met het afmaken van de joden.

Hitler ging net als Napoleon ten onder dankzij zijn expansiezucht. Net als voor Napoleon was voor Hitler de invasie in de Sovjet-Unie het begin van het einde. Hitler had de Sovjet-Unie onderschat. Hij dacht dat de Sovjet-Unie bestuurd werd door joden, die regeerden over de Untermenschen in het land. Dit zou in zijn theorie een gemakkelijke prooi zijn voor zijn Herrenvolk. De reserves van Stalin waren enorm groot. Het Rode Leger vocht hard terug. Ook had het Duitse leger last van Hitlers amateurisme, want hij vond zichzelf dankzij de Blitzkrieg tegen Frankrijk een militair genie, net als Napoleon. Hij bemoeide zich met de orders waardoor ze vaak verkeerd uitpakten. Net als in de Eerste Wereldoorlog ging de VS meevechten aan de geallieerde zijde. De bondgenoten van Hitler gaven weinig steun. De Britten konden niet door Duitsland overwonnen worden, net zoals het Napoleon niet lukte om Groot-Brittannië te veroveren. Groot-Brittannië diende daarom als basis voor bombardementsvluchten van de VS. Duitsland werd in puin gebombardeerd en de geallieerden stormden het strand van Normandië op voor een invasie. Als de Britse jachtvliegers geen stand hadden gehouden in the battle of Britain was het moeilijk in te denken hoe de geaillieerden West-Europa anders bevrijd zouden hebben.

§ 3.3: De erfenis van Hitler

Hitler kende maar twee dingen gebeuren na de oorlog: Totale overwinning of totale ondergang. Er mocht geen tweede ‘Versailles’ komen. Mocht Duitsland niet winnen, dan moest het vernietigd worden. Op 19 maart 1945 gaf hij opdracht alles wat in Duitsland nog overeind stond te vernietigen.

Er waren nog nooit verwoestingen geweest zoals die in de Tweede Wereldoorlog. Duitsland was zelf ook zwaar getroffen. Daarom was er ook een Stunde Null aangebroken. Duitsland moest helemaal opnieuw beginnen. Zes miljoen Duitsers waren omgekomen. Daarom leek het alsof de bevolking alleen nog maar bestond uit vrouwen, kinderen, en bejaarden. Het lot van Duitsland lag in de handen van de overwinnaars. Deze waren Churchill, Stalin en Roosevelt. Ze hadden in 1943 afgesproken dat heel Duitsland werd bezet. In 1945 werd besloten dat de geallieerden elk een bezettingszone zouden krijgen waarin ze absolute macht hadden. Ook Berlijn werd in vier zones verdeeld. De Sovjet-Unie kreeg Oost-Polen en Polen mocht Duits grondgebied inlijven. Roosevelt stelde voor om een volkerenorganisatie op te richten, de Verenigde Naties. Dit gebeurde dan ook. Roosevelt vond dat de wereld geleid worden door de samenwerkende mogendheden, net zoals Europa na het Concert van Wenen in 1815. Al in maart 1946 had Churchill ontdekt dat er sprake was van een ijzeren gordijn dwars door Europa. Na de bezetting viel Duitsland daardoor in twee staten uiteen: In het westen de Bondsrepubliek Duitsland en in het oosten de (communistische) Duitse Democratische Republiek.

Deze deling was Hitlers erfenis op korte termijn. Hij had heel Europa uitgeput en verwoest. De twee nieuwe supermachten waren de VS en de Sovjet-Unie. Ideologieën van Hitler werden vergeten. Racisme, nationalisme en dictatuur werden afgekeurd. Deze ideologieën kwamen in tegenstelling tot Napoleons ideologieën niet meer terug. De ondergang van Hitler betekende dat de democratie overwonnen had in Europa.

Duitsers hadden in 1945 genoeg van Nazi’s en wraak. Echter, ze hadden nog geen behoefte aan democratie. Het Duitse volk had geen kracht om hun daden onder ogen te zien, hoe erg de Amerikanen het ook in hun neus drukten. Daarop verspreidden de Amerikanen het fotoboekje met onder elke foto de onderschrift: ‘Diese Schandtaten. Eure Schuld’. De Duitsers vonden dit gewoon irritant en ze ontkenden het. In 1955 werd de democratie populair in Duitsland, omdat het welvaart met zich mee bracht. In 1960 begonnen de Duitsers met het afrekenen van het verleden en omarmden ze de democratie. Een andere erfenis van Hitler was dat door de val van het Derde Rijk Europese eenwording met zich mee bracht. Een voorbeeld hiervan is de oprichting van de VN. Na Hitler was er geen persoon meer die met geweld Europa wou veroveren. Stalin misschien wel, alleen hij had ontzag voor de VS. In 1948 probeerde Stalin wel de voedselvoorraden vanuit het westen af te snijden alleen de VS besloot de stad te bevoorraden via de lucht. Daarna gaf Stalin het op. Hij durfde de VS er niet mee te confronteren.

REACTIES

S.

S.

Dit is geen samenvatting, maar een uitwerking! Je kunt net zo goed je boek erbij houden.

11 jaar geleden

E.

E.

Ottomaane rijk had ook een grote rol gespeeld in de geschiedenis van Europa.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.