Hoofdstuk 3
3.1
Fossiele brandstoffen
-Aardgas
-Aardolie koolwaterstoffenè bestaan uit Ctjes en Htjes
-Steenkool èkoolstof, bestaat alleen uit Ctjes
Kolenvergassing is steenkool onder de grond laten reageren tot het gasvormig wordt en via pijpen uit de grond gewonnen kan worden.
Het voordeel van fossiele brandstoffen is dat ze bij volledige verbranding geen giftige stoffen ontstaan.
Maar ze zijn niet schoon voor het milieu, want er ontstaat CO2.
Er wordt steeds meer gezocht naar schonere manieren van brandstofverbruik
3.2
Gefractioneerde destillatie: we hebben geen zuivere stoffen gekregen, maar mengsels van stoffen met kookpunten dicht bij elkaar.
Ook wordt aardolie gekraakt (van lange ketens korte maken onder hele hoge temperaturen) om de bruikbaarheid te vergroten.
Bijv: C12H26(l) è C8H18(l) + C4H8(g)
Hoofdstuk 4
4.1
Alkanen: CnH 2 n + n
Isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar verschillende structuurformules, het zijn dan ook verschillende stoffen.
4.2
Regels voor de naamgeving:
1. Zoek de langste C-keten -> achternaam
2. Welke zijgroepen zijn er?
3. Op welke plaats zit de desbetreffende zijgroep? Bij meer zijgroepen gaat de naam op alfabetische volgorde, dus broom voor chloor.
4.3
Alkenen: CnH2 n
Ze hebben een dubbele binding, ze worden ook wel onverzadigde verbindingen genoemd, omdat ze niet genoeg H’s hebben. Alkenen reageren snel met broom. Broomwater is dan ook een reagens op een dubbele binding (het broomwater gaat dan van een kleur bruin naar kleurloos).
4.4
Bij een additiereactie springt een dubbele binding open: hierdoor krijgen de des betreffende koolstofatomen een bindingplaats waaraan zich bijv. broom, fluor, chloor, jood, waterstof en water zich kan binden.
3.1
Fossiele brandstoffen
-Aardgas
-Aardolie koolwaterstoffenè bestaan uit Ctjes en Htjes
-Steenkool èkoolstof, bestaat alleen uit Ctjes
Kolenvergassing is steenkool onder de grond laten reageren tot het gasvormig wordt en via pijpen uit de grond gewonnen kan worden.
Het voordeel van fossiele brandstoffen is dat ze bij volledige verbranding geen giftige stoffen ontstaan.
Maar ze zijn niet schoon voor het milieu, want er ontstaat CO2.
Er wordt steeds meer gezocht naar schonere manieren van brandstofverbruik
3.2
Gefractioneerde destillatie: we hebben geen zuivere stoffen gekregen, maar mengsels van stoffen met kookpunten dicht bij elkaar.
Ook wordt aardolie gekraakt (van lange ketens korte maken onder hele hoge temperaturen) om de bruikbaarheid te vergroten.
Bijv: C12H26(l) è C8H18(l) + C4H8(g)
Hoofdstuk 4
4.1
Alkanen: CnH 2 n + n
Isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar verschillende structuurformules, het zijn dan ook verschillende stoffen.
4.2
Regels voor de naamgeving:
1. Zoek de langste C-keten -> achternaam
2. Welke zijgroepen zijn er?
3. Op welke plaats zit de desbetreffende zijgroep? Bij meer zijgroepen gaat de naam op alfabetische volgorde, dus broom voor chloor.
4.3
Alkenen: CnH2 n
Ze hebben een dubbele binding, ze worden ook wel onverzadigde verbindingen genoemd, omdat ze niet genoeg H’s hebben. Alkenen reageren snel met broom. Broomwater is dan ook een reagens op een dubbele binding (het broomwater gaat dan van een kleur bruin naar kleurloos).
4.4
Bij een additiereactie springt een dubbele binding open: hierdoor krijgen de des betreffende koolstofatomen een bindingplaats waaraan zich bijv. broom, fluor, chloor, jood, waterstof en water zich kan binden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden