Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Massamedia

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1656 woorden
  • 8 april 2004
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
39 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
MASSAMEDIA Hoofdstuk 4 Hoe komt het nieuws tot stand? 4.1 informatie en nieuws Nieuws = informatie over recente feiten die nog onbekend zijn bij het grote publiek. Kennis = informatie die bekend is. Selectie criteria: • Actueel • Uitzonderlijk • Interessant (voor grote groep mensen) • Gevolgen (denk aan een aanslag, oorlog) • Beroemde personen? • Totaalinzicht • Beeldmateriaal
Voldoet een nieuwsbericht aan veel van deze criteria dan zal het geplaatst worden. 4.2 Waar komt het nieuws vandaan? Nieuwsbronnen; • Personen en instellingen • Nieuwsgaring (eigen journalisten die zelf op zoek gaan naar nieuws) • Persbureaus

Persbureaus zijn commerciële bedrijven die een groot aantal correspondenten in dienst hebben om nieuws te verzamelen. Hieronder 5 belangrijke voor de Nederlandse media; 1. ANP, Algemeen Nederlands Persbureau
2. AP, Associated Press (America) 3. Reuters (England) 4. AFP, Agence France Press
5. DPA, Deutsche Presse Agentur. Identiteit • Keuze van het product; amusement, nieuws, roddels enz. • Presentatie, hoe is het blad opgemaakt • Eigen commentaar en analyses. 4.3 Presentatie van het nieuws Objectiviteit; een beschrijving van feiten en meningen die in overeenstemming is met de werkelijkheid. Nieuws wordt altijd geschreven vanuit een bepaald referentiekader. (persoonlijke waarden en normen, de eigen ervaringen en de gewoonten) Betrouwbaarheid
1. scheiding tussen feiten en meningen
2. Het principe van hoor en wederhoor toepassen. (van verschillende kanten laten zien) 3. Gebruik maken van verschillende nieuwsbronnen, en deze ook vermelden. 4. Over kennis van zaken beschikken. Redactiestatuut
De leiding van een krant is gescheiden in twee aparte verantwoordelijkheden: • De directie is verantwoordelijk voor het zakelijke en financiële management; • De redactie heeft de inhoudelijke verantwoordelijkheid. In het redactiestatuut is vastgelegd hoe de verhouding tussen directie en redactie is. Onder embargo: informatie die ze al beschikken maar die niet voor een bepaalde tijd mag worden verstrekt. Denk aan de troonrede van de koningin. Selectieproces van nieuws
1. selectie om bericht op te nemen op basis van de nieuwswaarde en de identiteit van het medium

2. selectief gebruik van bronnen op basis van de selectieve perceptie van de journalist
3. selectie bij de presentatie van het nieuws op basis van het referentiekader van de journalist en de identiteit van het medium Hoofdstuk 5 De invloed van de media 5.1 Beïnvloeding De media geven in het algemeen geen reëel beeld van de omvang en soorten criminaliteit. Ook het gemiddelde beeld van daders wordt sterk door de media beïnvloed. In films en stripboeken worden misdadigers vaak als onmensen afgebeeld, die je aan hun uiterlijk zou kunnen herkennen. 5.2 Beeldvorming Het beeld dat wij hebben van de criminaliteit en de daders hebben heeft tot gevolg dat; • het vooroordeel gekweekt dat het vooral om zware en agressieve criminaliteit gaat • de hoeveelheid agressieve criminaliteit veel hoger ingeschat dan het in werkelijkheid is; • een stereotiep beeld van de misdadiger gegeven; • bij de bestrijding van criminaliteit dikwijls alleen gedacht aan strengere straffen, soms zelfs de doodstraf. Vooroordeel; een oordeel over iets of iemand dat niet op kennis van zaken berust. Stereotypering; een vaststaand beeld, waarbij we aan een hele groep bepaalde kenmerken toeschrijven. 5.3 Beinvloedingstheorieen 4 beinvloedingstheorieën; 1. de injectienaaldtheorie; 2. De multiple-step-flow-theorie; 3. de theorie van de selectieve perceptie; 4. de agendatheorie. 1. De injectienaaldtheorie
Propaganda wil zeggen dat er uitsluitend eenzijdige informatie wordt gegeven met als doel aanhangers voor een standpunt of zaak te winnen. Meestal is dan de media in handen van de staat. Indoctrinatie is het systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen aan het publiek, waardoor het denkpatroon sterk wordt beïnvloed. Bij manipulatie krijgt het publiek vervormde informatie over een bepaalde kwestie, omdat met opzet feiten worden weggelaten of verdraaid zonder dat de ontvanger dit merkt. Manipulatie en Indoctrinatie hoeven niet altijd negatieve effecten te hebben. Bv. de campagnes van Postbus 51 zijn vaak een succesvolle manier om ons gedrag te beïnvloeden, zodat we bijvoorbeeld veilig vrijen, minder alcohol in het verkeer gebruiken en niet met vuurwerk stunten. 2. De multiple-step-flow-theorie
Volgens deze theorie heeft de media een indirecte invloed. Deze beïnvloeding verloopt volgens deze theorie via bepaalde mensen uit onze naaste omgeving, zogenaamde opinieleiders. Dit zijn mensen die binnen een bepaalde kring (gezin, school, werk, vriendenkring) veel gezag hebben. Men gaat daarbij uit van twee fasen; 1. ontwikkeling van een eigen mening door opinieleiders. 2. mensen nemen de mening van de opinieleiders over. 3. De selectieve perceptie

Selectieve perceptie betekend dat elke informatie altijd zodanig wordt vervormd dat deze zo veel mogelijk past in ons referentiekader. Mensen nemen informatie dus nooit objectief waar (perceptie = waarneming). De mediagebruiker bepaalt zelf door selectief waar te nemen hoe en door wie hij geïnformeerd en dus ook beïnvloed wil worden. 4. Agendatheorie
Als media iets behandelt b.v. aids, dan komt dat ook op school of thuis tot aanspraak. De informatie die de media geeft wordt in ons opgenomen en daarna wordt er een mening gevormd. (gespreksagenda) De media benvloeden niet alleen de gespreksagenda van burgers, maar ook de politieke agenda. Hoofdstuk 6 De media en de overheid. 6.1 Uitgangspunten De media werken grotendeels onafhankelijk van de overheid. Om het algemene belang van de media te waarborgen treedt de overheid soms wel actief op, vanuit de volgende standpunten: • het goed functioneren van de democratie; • de vrijheid van meningsuiting; • de bescherming van pluriform aanbod. Functioneren van de democratie; Er moet betrouwbare informatie voorziening zijn, want alleen dan kan er een goed publiek debat plaatsvinden. De vrijheid van meningsuiting; In de wet staat; “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Het stuk “behoudens ieders” laat zien dat je in Nederland niet alles mag publiceren. Je mag namelijk geen discriminerende uitlatingen publiceren. Ook onware of opruiende mag je niet publiceren. Pluriformiteit
Pluriformiteit van de massamedia is dat er verschillende kranten tijdschriften omroepen enz. zijn. De overheid steunt dit door invloed uit te oefenen op het publieke omroepbestel (AVRO, NCRV, VARA, enz.) En door financiële steun te geven aan kranten die dreigen te verdwijnen. 6.2 De overheid en de media De overheid bemoeit zich het meest met radio en tv. De houding van de overheid tegenover de gedrukte pers wordt gekenmerkt door twee tegengestelde principes; • Het vrijemarktprincipe, dat wil zeggen dat het bestaansrecht van de bladen wordt overgelaten aan de vraag of er voldoende behoefte aan is; • bescherming van pluriformiteit. Belangrijke data: In 1969 is besloten dat de gedrukte media ook een deel van de Ster-opbrengesten krijgen. In 1979 werd het bedrijfsfonds voor de pers in het leven geroepen. Die bladen als Trouwe en Het Parool uit de nood helpen. Digitale nieuwe media; Om de digitale snelweg voor iedereen bereikbaar te maken, heeft de overheid enkele maatregelen getroffen: • subsidies aan scholen om kinderen wegwijs te maken met de pc; • belastingsmaatregelen om burgers in staat te stellen een pc aan te schaffen; • cursussen om personeel om te scholen. 6.3 De overheid en de omroepen Gesloten omroepbestel

Omdat Nederland een verzorgingsstaat werd, werd er toestemming gegeven voor de oprichting van radio-omroepen (tv bestond nog niet), ! Mits ze niet commercieel zouden zijn. Ze kregen de vorm van een stichting of een vereniging: AVRO; Algemene Vereniging Radio Omroep, KRO Katholieke Radio-omroep, enz. In 1930 werd de Omroepwet ingevoerd. Daarna kregen 5 omroepen zendmachtiging; AVRO, KRO, NCRV, VARA en VPRO. Verzuiling; Maatschappelijk leven werd bepaald door geloofs- en levensovertuigingen. Eind jaren 50 vielen de oude scheidslijnen tussen de maatschappelijke stromingen geleidelijk weg en deed een proces van ontzuiling zijn intrede: mensen kregen minder behoefte om hun hele leven te laten bepalen door hun geloofs- en levensovertuiging. Open Omroepbestel
In 1969 werd de Omroepwet gewijzigd, waardoor omroepen zoals Veronica en de TROS konden ontstaan. Doordat de TROS (die voornamelijk amusement draaide) zulke hoge kijkcijfers kregen gingen andere omroepen hun programmering omgooien. Je noemt deze ontwikkeling vertrossing. Duaal omroepbestel
In 1988 (goed jaar hihi) werd de Omroepwet vervangen door de eerste Mediawet. In Nederland mocht nog niet commercieel uitgezonden worden, maar vanuit de Eu mocht dat wel dus werd er vanuit het buitenland naar Nederland verzonden. Dat gebeurde met RTL 5, MTV en TMF. De uitzendingen vonden plaats vanuit landen als Luxemburg en Engeland. Onder druk van deze ontwikkelingen besloot de Nederlandse overheid de mediawet te wijzigen waardoor commerciële zenders ook vanaf Nederlands grondgebied via de kabel hun programma’s mochten aanbieden. (duaal omroepbestel) 6.4 De mediawet Media wet 2002 in het kort; (dit is heel veel kijk voor uitgebreid maar in het boek) • pluriforme programma’s van kwalitatief hoog niveau verzorgen • een volledig programma; 25% cultuur, 35% informatie of educatie, en hoogstens 25% amusement, en de laatste 15% naar eigen inzicht. • Een omroep moet ten minste 50% van de zendtijd besteden aan programmaonderdelen die kunnen worden aangemerkt als Europese producties. • Een beginnende publieke omroep moet 50.000 betalende leden hebben, een volledig erkende publieke omroep moet ten minste 300.000 leden hebben. • Geestelijke en kerkelijke genootschappen, maatschappelijke organisaties en politieke partijen kunnen zendtijd toegewezen krijgen, zonder dat zij leden hebben. Mediawet en reclame bepalingen: • Ster (Stichting Ether Reclame) verzorgt de reclames voor de gezamenlijke publieke omroepen. De winst wordt verdeeld onder de publieke omroepen door de overheid. • Sponsoring is toegestaan • Sluikreclame is verboden (dus geen blikje coca cola in gtst (voorbeeld v.d.tol)) 6.5 toekomst van de media Er is veel concurrentie tussen de media dat heeft gevolgen; • persconcentratie; • marktsegmentering bij de tijdschriften • commercialisering bij omroepen; • mediaconcentratie bij mediabedrijven. Persconcentraties; Kranten die eerst zelfstandig waren (zo’n 60) zijn nu in handen van een uitgeversconcern (b.v. PCM die de Volkskrant, AD, NRC Handelsblad en de Trouwe uitgeeft). Nu zijn er nog 10 over o.a. De Telegraaf
Marktsengementering; Bij tijdschriften is er ook nog maar een beperkt aantal uitgevers. Het concerns Sanoma heeft al ruim de helft van alle tijdschriften in handen. (extra; Life-line: Als je te oud voor iets bent, bobo dan donald dan tina dan hitkrant, dan moet je dus overstappen op iets anders. Hier maken de bladen reclame voor met b.v. welkomstgeschenkjes(premiums). Commercialisering; Mensen gaan steeds meer naar commerciële zenders kijken. Commerciële zenders zijn markt- en publieksgericht: het gaat hen in de eerste plaats om het veroveren van een zo groot mogelijk markt aandeel. De publieke omroepen zijn door de commerciële omroepen commerciëler geworden. Of de kwaliteit en de pluriformiteit van de media in een steeds commerciëler wordende mediatoekomst kunnen overleven, zal in de toekomst moeten blijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.