Tijd op volgorde:
- 1871 - Frans-Duitse oorlog;
- 1855 - Conferentie van Berlijn;
- 1998 - Duitse vlootwet;
- Juni 1914 - Aanleiding uitbreken Eerste Wereldoorlog;
- September 1914 - Slag bij Marne;
- 1918 - Novemberrevolutie/begin Republiek van Weimar;
- Januari 1919 - Spartakusopstand mislukt;
- Juni 1919 - Verdrag van Versailles;
- 1924 - Dawesplan;
- 1929 - Beurskrach Wall Street;
- 1933 - Hitler rijkskanselier/einde Republiek van Weimar;
- 1935 - Neurenberger wetten;
- 1938 - Conferentie van München;
- 1939 - Begin Tweede Wereldoorlog;
- 1942 - Wannseeconferentie;
- 1945 - Einde Tweede Wereldoorlog;
Kenmerkende aspecten:
31: De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
(conferentie van Berlijn)
33: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie.
(conferentie van Berlijn, Vlootwet 1998: geeft vorm aan internationale ambitie zoals koloniën beschermen)
36: De opkomst van politieke maatschappelijke stromingen, o.a. nationalisme.
(Vlootwet 1998: prestige en nationale trots.)
37: De rol van moderne propaganda en communicatie middelen en vormen van massa organisatie.
(opkomst Hitler en NSDAP, Nazificatie van Duitsland))
38: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en nationaal socialisme.
(Spartakusopstand: communisten die de leiding proberen te grijpen, Nazificatie van Duitsland, concentratiekamp Daschau, Wanseeconferentie)
39: De crisis van het wereldkapitalisme.
(beurskrach, grote werkeloosheid)
40: Het voeren van twee wereldoorlogen.
(conferentie van München: uiteindelijk komt hieruit ook de oorlog voort)
41: Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
(Neurenberger wetten, kristalnacht, concentratiekamp Daschau: eerste concentratiekamp, Wanseeconferentie)
43: Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massa vernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
(slag bij de Marne)
Samenvatting:
Realpolitik: politiek gebaseerd op één doel, het bereiken van Duitse eenheid. Bedacht door Otto von Bismarck.
Alle Duitse staten sloten zich bij elkaar aan vanwege de Frans-Duitse oorlog. Bij Frankrijk drong de revanchegedachte door. Dat kwam omdat Duitsland in de spiegelzaal het Duitse keizerrijk had uitgeroepen, maar ook omdat een economisch belangrijk gebied werd afgestaan aan Duitsland (Elzas-Lotharingen).
Langetermijnoorzaken Eerste Wereldoorlog
- Nationalisme;
- Het modern imperialisme;
- De economische concurrentie;
- De bondgenootschappen (Duitsland, Oostenrijk en Italië en Frankrijk, Groot Brittannië, en Rusland);
- Het militarisme.
De ontwikkelingen van Duitsland werden vooral een groot probleem toen keizer Wilhelm II aan de macht kwam en zijn koloniale ambities bekendmaakte. Hij was een voorstander van het modern imperialisme (kolonies aan het eind van de 19e eeuw in Afrika en Azië). Daarnaast streefde Wilhelm II naar Weltpolitik: politiek die door het werven van kolonies een leidende rol wil gaan spelen in Europa.
Bismarck en Wilhelm II botsten, omdat Bismarck graag wilde voorkomen dat er een nieuwe confrontatie zou komen. Hij organiseerde de conferentie van Berlijn: een conferentie om met andere Europese landen de verdeling van Afrika te overleggen.
Door middel van alliantiepolitiek wilde Bismarck door bondgenootschappen te vormen een machtsbalans behouden, maar Wilhelm II gaf daar een draai aan en wilde Duitsland een leidende positie geven binnen Europa.
Bismarcks en Wilhelms denkbeelden schematisch weergegeven:
Bismarck
Wilhelm II
Realpolitik: gericht op Duitse eenheid.
Weltpolitik: gericht op een Duits wereldrijk met kolonies.
Alliantiepolitiek: gericht op Europese machtsbalans
Alliantiepolitiek: gericht op een leidende positie van Duitsland.
Nationalisme: gericht op vorming en handhaving van één Duitse staat.
Nationalisme: gericht op een leidende machtspositie van de Duitse staat.
De vlootwet van 1998 moest er voor zorgen dat er 408 mark klaarlag voor oorlogsschepen. Hierdoor kwamen er nog meer spanningen tussen Groot Brittannië en Duitsland.
Er ontstonden bondgenootschappen:
- Triple entente (de geallieerden): Frankrijk, Groot Brittannië, Rusland;
- Triple alliantie (de centralen): Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië.
In 1914 werd Franz-Ferdinand vermoord, de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije. Servië kreeg de schuld en Oostenrijk-Hongarije stelde een ultimatum; als dit niet werd geaccepteerd, stond dat gelijk aan een oorlogsverklaring. Op 28 juli 1914 begon de invasie in Servië. Als reactie hierop mobiliseerde Rusland, want dit was een bondgenoot van Servië. Daarop verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland, waardoor Frankrijk zijn troepen in de staat van paraatheid bracht. Vervolgens verklaarde Duitsland ook de oorlog aan Frankrijk. Dit was het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Het Von-Schlieffenplan was een militaire strategie om eerst Frankrijk te verslaan - nog voordat Rusland kon mobiliseren - om daarna een strijd te voeren in het oosten. Dit werd toegepast zodat Duitsland geen tweefrontenoorlog zou hebben.
Al snel bleek het plan niet te lukken; België bood meer weerstand dan verwacht en Rusland mobiliseerde sneller dan verwacht. Een deel van het Duitse leger moest dus naar Rusland. Engeland verklaarde nu ook de oorlog aan Duitsland, omdat het Duitse leger de Belgische neutraliteit hadden geschonden. De Duitsers hadden tot vlakbij Parijs veroverd en ze wilden een doorstoot naar de Marne maken, maar daar had Frankrijk een legerdivisie die de Duitse aanval weerstond. Duitsland groef zich in om de klap op te vangen en Frankrijk volgde dit voorbeeld om nog een aanval van Duitsland te weerstaan. Zo ontstond de loopgravenoorlog.
Doordat de oorlog best lang duurde, ontstond in de meeste landen een oorlogseconomie. Dat is een economie die volledig in dienst staat van oorlog. De overheid had voldoende steun nodig van hun volk daarvoor hadden ze propaganda: alles wat je doet om aanhangers voor iets te krijgen.
Onbeperkte duikbotenoorlog: Duitse onderzeeboten vallen alle schepen aan, ook die van neutrale landen. Om de aandacht van de Amerikanen van de duikboten af te houden, probeerde Duitsland Japan en Mexico zo ver te krijgen bij de centralen aan te sluiten en de VS aan te vallen. Het Zimmermantelegram was een geheim, Duits telegram met de aankondiging van de onbeperkte duikbotenoorlog en de vraag of Mexico de VS wilde aanvallen. Dit telegram werd echter onderschept door de Britten en zij stuurden dit door aan de Amerikanen. In 1918 werd er een merkwaardige vrede tussen Duitsland en Rusland, dat onder leiding van Lenin stond, gesloten, de Vrede van Brest-Litovsk. De Duitsers zetten nu alles in op het westfront, maar de aanval werd weer gestopt bij de Marne, dit keer door het goed bevoorrade leger van de Amerikanen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden