Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

WAO

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3653 woorden
  • 20 april 2004
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding

Ik ga onderzoek doen naar het ontstaan van de WAO, en wanneer je ermee in aanmerking komt. Dan ga ik kijken naar de problemen met de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Waarom deze problemen ontstaan zijn, en welke relevant zijn. Vervolgens ga ik kijken naar de oplossingen. Hoe deze tot stand gekomen zijn en hoe ze in gang zijn gezet. Dan ga de effecten van de oplossingen bekijken. In hoeverre deze positief of negatief zijn. Dan geef ik een samenvatting, een conclusie (antwoord op de hoofdvraag) en een eigen mening.
Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat het me erg interesseert. Het interesseert me omdat iedereen in aanraking met de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering kan komen. Het heeft niet alleen te maken met werknemers maar ook werkgevers. Een andere reden is de actualiteit van het onderwerp.

Hoofdvraag: Waarom is de WAO problematiek en welke oplossingen met welke effecten
zijn er?
Deelvraag: Hoe is de WAO ontstaan?
Deelvraag: Waarom zijn er problemen met de WAO en wat zijn de oplossingen?
Deelvraag: Wat zijn de effecten van de wijzigingen van de WAO?

1. Hoe is de WAO ontstaan?

1.1 Het ontstaan van de WAO.

Tijdens het kabinet-Cals(1965-1966) komt in 1966 de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) tot stand. Het daaropvolgende jaar treedt in werking deze in werking. Hiermee vervalt de Invaliditeitswet van 1913, de eerste verzekering voor arbeiders tegen te wegvallen van inkomsten als gevolg van invaliditeit. Sinds 1967 geeft de WAO werknemers die door ziekte of gebrek niet of slechts gedeeltelijk kunnen werken, recht op een uitkering. Die gaat in zodra er sprake is van arbeidsongeschiktheid in een onafgebroken periode van 52 weken. Deze weken komt de zieke door met ziekengeld, waarop de Ziektewet recht geeft. De WAO vormt een belangrijke bijdrage aan de ‘verzorgingsstaat’.

1.2 Wat houdt WAO in?

Wie in loondienst werkt en werkloos wordt, kan aanspraak maken op een WW-uitkering. Dit kunnen er twee zijn;
1. Een uitkering van 70% van in het algemeen het laatstverdiende loon gedurende een half tot vijf jaar (de loongerelateerde uitkering) plus een vervolguitkering
2. Een uitkering van 70% van het minimumloon (de kortdurende uitkering), voor wie onvoldoende arbeidsverleden heeft.
Voor beide uitkeringen moet de werknemer in elk geval in 39 weken voorafgaand aan de werkloosheid in ten minste 26 weken hebben gewerkt. Om de loongerelateerde uitkering en de vervolguitkering te kunnen krijgen moet hij naast de wekeneis aan de zogenaamde vier-uit-vijf-eis voldoen of uit de WAO komen.
Werkloos zijn wil zeggen ten minste een bepaald aantal arbeidsuren verloren hebben. Verder moet de werknemer beschikbaar zijn en zich ook beschikbaar stellen voor nieuw werk. De mate waarin iemand zich beschikbaar stelt, heeft gevolgen voor de hoogte van de uitkering. En natuurlijk mag de werkloosheid niet aan iemands eigen schuld te wijten zijn. (dit stukje is van voor 1 januari 2002)

1.3 Wanneer kom je in aanmerking met WAO?

WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. In 1967 ingevoerd, nadien (1976, 1993, 1998) enkele malen ingrijpend gewijzigd. De wet verzekert werknemers tegen het verlies van inkomen als ze door ziekte of gebrek langdurig (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Pas als deze periode een jaar heeft geduurd (dus als iemand zolang in de Ziektewet heeft gezeten) komt een werknemer voor een WAO-uitkering in aanmerking.

WAZ
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. In 1998 ingevoerd als verplichte verzekering voor zelfstandigen, zelfstandige beroepsbeoefenaars, directeur-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten. Geeft ook recht op een bevallingsuitkering. Voor de WAZ geldt een wachttijd van één jaar.

WAJONG
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Ingevoerd in 1998 en bedoeld voor scholieren en studenten. Geeft recht op een uitkering aan gehandicapten die op hun zeventiende jaar arbeidsongeschikt zijn of dat op een latere leeftijd worden nadat ze ten minste een halfjaar daarvoor hadden gestudeerd. Ook deze uitkering gaat na een jaar in en kan in principe tot het 65ste levensjaar doorlopen

Hoe beland je in de WAO?
Stel, een werknemer meldt zich ziek. Wat gebeurt er dan? Hoe komt hij uiteindelijk in de WAO terecht, of juist niet?

Ziekmelding
Afhankelijk van de afgesloten CAO krijgt de werknemer de eerste twee dagen wel of geen loon doorbetaald. Blijft hij langer ziek, dan betaalt de werkgever (of diens verzekeraar) het loon door, althans minimaal 70 procent daarvan. Meestal schrijven CAO's 100 procent voor. De werkgever behoort vervolgens contact te houden met de werknemer en na te gaan of zijn ziekte wellicht verband houdt met het werk.

Arbodienst
De werkgever is verplicht een contract af te sluiten met een Arbodienst die de zieke werknemer (zonodig een jaar lang) behoort te controleren en te begeleiden.

Bedrijfsarts
De volgende stap is een ontmoeting thuis of in de spreekkamer tussen de arbo-arts (of bedrijfsarts) en de zieke werknemer. Deze arts stelt vast hoe ziek de werknemer is en hoe en wanneer hij weer kan gaan werken.

Uitvoeringsinstelling
Is de werknemer na 13 weken nog ziek, dan is de werkgever verplicht hem aan te melden bij de uitvoeringsinstelling waarbij hij is aangesloten: Gak, SFB, Cadans, GUO of USZO. Deze organisaties, in het kort aangeduid UVI, verstrekken onder meer WAO-uitkeringen en moeten tijdig weten dat er misschien een nieuw WAO-geval aankomt.

Reïntegratieplan
De uitvoerder moet een reïntegratieplan goedkeuren dat hij van de werkgever, meestal via de arbodienst, heeft ontvangen. Dit plan, waarin moet worden aangegeven hoe en wanneer de werkgever had gedacht de zieke werknemer terug te laten keren naar zijn werk is een kort voorstel. Na een halfjaar ziekte moet de werkgever een uitgebreider plan indienen.

WA0-aanvraag
Na acht maanden moet de uitvoeringsinstelling de zieke werknemer erop wijzen dat hij WAO kan aanvragen. Deze moet dat uiterlijk na negen maanden zelf doen bij de UVI. Uiterlijk na elf maanden ziekte moet de werknemer zijn gekeurd door de arts. In de praktijk lukt dit maar in driekwart van de gevallen.

Keuring
Feitelijk bestaat de keuring uit twee delen. Eerst gaat de aspirant-WAO'er naar een verzekeringsarts. Hij kan drie beslissingen nemen: de gekeurde is helemaal arbeidsgeschikt, helemaal ongeschikt of gedeeltelijk tot arbeid in staat. In dit laatste geval volgt een bezoek aan de arbeidsdeskundige die bepaalt tot welke werkzaamheden de zieke werknemer nog wel in staat is. Het loon dat de zieke werknemer daarmee zou kunnen verdienen, vergelijkt de arbeidsdeskundige met het laatst verdiende loon en het verschil bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid.
Bij de WAO-keuring gaat het dus niet om de vraag `hoe ziek bent u?', maar om: `wat kunt u nog?'. De verzekeringsarts kan vinden dat de zieke werknemer weliswaar niet tot werken in staat is, maar dat die situatie over drie maanden wel eens anders zou kunnen zijn. Dan kan er een voorlopige WAO-uitkering worden toegekend en meteen bij de keuring de afspraak worden gemaakt dat over drie maanden een herkeuring zal volgen. Is dit niet het geval, dan is de tweede keuring na vijf jaar. Daarna volgen elke vijf jaar herkeuringen.

Uit de WAO
De zieke werknemer die arbeidsongeschikt is verklaard kan (gedeeltelijk) beter worden. De WAO'er kan dan zelf een herkeuring aanvragen of de arts meldt de uitvoeringsinstantie dat zijn cliënt weer kan werken. Ook kan deze WAO'er zichzelf reïntegreren door een baan te accepteren. Als de inkomsten daaruit hoger zijn dan de uitkering dan wordt deze stopgezet. Dat geldt ook wanneer de WAO'er na vijf jaar niet opnieuw een uitkering aanvraagt. De WAO stopt in elk geval op het moment dat de arbeidsongeschikte 65 en dus pensioengerechtigd wordt. Dan verandert WAO in AOW (Algemene Ouderdoms Wet).

1.4 Welke veranderingen heeft de WAO ondergaan in de loop der jaren?

De ontwikkeling van de Wet op de arbeidsongeschiktheid in vogelvlucht:
1967: De WAO treedt in werking en vervangt onder meer de uit 1921 stammende Ongevallenwet. Mensen die niet of slechts gedeeltelijk kunnen werken krijgen een uitkering ter grootte van 80 procent van het gederfde inkomen. Verwacht wordt dat het aantal WAO'ers de 200.000 niet te boven zal gaan.
1980: WAO blijkt een vat van verborgen werkloosheid.'' Dat is de conclusie uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit.
1985: WAO-uitkering gaat omlaag: van 80 naar 70,5 procent.
1987: Iemand die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, krijgt na één jaar werkloosheid niet langer een volledige uitkering, maar blijft op het niveau van zijn gedeeltelijke WAO-uitkering.
1991: Kabinet besluit nieuwe WAO'ers een uitkering te verstrekken die aan leeftijd is gekoppeld. Mensen jonger dan 50 jaar gaan er op achteruit.
1992: Het wetsvoorstel leidt na lange strijd bijna tot een kabinetscrisis, totdat de regeringsfracties begin 1993 overeenstemming bereiken.
1993: Parlementaire enquêtecommissie-Buurmeijer concludeert dat ingrijpende veranderingen nodig zijn in de sociale zekerheid. Een van de conclusies is dat werkgevers en werknemers eendrachtig gebruik hebben gemaakt van de WAO als aantrekkelijke route om werknemers kwijt te raken.
1993: Op 1 augustus gaat de Wet terugdringing beroep op regelingen arbeidsongeschiktheid in: WAO'ers jonger dan 50 jaar moeten worden herkeurd en het begrip `passende arbeid' wordt verruimd. Dit betekent dat WAO-ers sneller dan voorheen werk moeten aanvaarden. Verder wordt de WAO-uitkering afhankelijk gemaakt van leeftijd, waardoor alleen 58-jarigen nog de volledige 70 procent krijgen.
1994: Regeerakkoord kabinet-Kok: premiedifferentiatie en marktwerking in de WAO moeten in 1998 750 miljoen gulden opleveren. Hoe meer mensen uit een bedrijf in de WAO belanden, hoe meer premie de werkgever moet betalen en andersom.

1995: Kabinet vraagt advies aan SER (Sociaal Economische Raad) over wetsvoorstel Pemba (premiedifferentiatie en marktwerking bij verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid). Werkgevers kunnen uitvoering van de WAO-verzekeringen onderbrengen bij particuliere verzekeraars.
1996: Staatssecretaris Linschoten past wetsvoorstel Pemba aan en stuurt het voor advies naar de Raad van State. De Raad gaat akkoord met premiedifferentiatie per bedrijf(stak) maar verwerpt het marktwerkingsdeel van het voorstel. Linschoten introduceert een afgebakende periode waarin werkgevers de arbeidsongeschiktheidsuitkering van hun werknemers betalen, die later wordt bepaald op vijf jaar. Linschotens opvolger De Grave stelt de premiedifferentiatie niet langer afhankelijk van de bedrijfstak, maar van de grootte van de onderneming.
1998: De wet Pemba wordt ingevoerd.
1999: Staatssecretaris Hoogervorst presenteert maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de stijging van het aantal WAO'ers eind 2001 beperkt blijft tot 930.000 en niet uitkomt op 946.000.

2. Waarom zijn er problemen met de WAO en wat zijn de oplossingen?

2.1 Eerdere problemen met de WAO

In Nederland is de economische groei in de jaren ’90 ernstig toegenomen. Dit betekent dat er veel werk is omdat er veel geproduceerd moet worden. In het begin van de jaren 90 waren er veel werklozen en was er weinig werk. Bedrijven ontsloegen massaal hun werknemers. Nu de werkloosheid in Nederland spectaculair gedaald is, is er een tekort aan arbeidskrachten. Er wordt veel gesproken over het halen van arbeidskrachten uit andere landen. Toch zijn er bij ons nog altijd mensen werkloos. Dit zijn mensen die bijvoorbeeld weinig opleiding hebben genoten of die niet kunnen voldoen aan de vraag en de eisen van de bedrijven (kwalitatieve werkloosheid). Een hele grote groep van mensen die niet aan het werk is, wordt gevormd door de WAO-ers. Dit zijn mensen die voor hun eigen beroep zijn afgekeurd. Dat kan zijn omdat ze ernstige rugklachten hebben of omdat ze bijvoorbeeld overspannen zijn geraakt van hun werk. Nu er veel behoefte (vraag) is aan personeel wordt er steeds meer naar deze groep gekeken. Men vraagt zich af of deze mensen niet toch zouden kunnen werken. Bijvoorbeeld door omscholing, of aanpassing van werkzaamheden. Dit is nooit eerder ter sprake gekomen omdat de WAO altijd uit een ‘potje’ kwam. Na verloop van tijd is dit potje bijna opgeraakt en is men gaan nadenken over de problemen met de WAO-ers. De Arbo-dienst is sinds 1 januari 1998 verplicht voor alle bedrijven.

2.2 Wat houdt de wet van Poortwachter in?

De wet van Poortwachter is een oplossing van het eerdere probleem met de WAO. De uitvoeringsinstelling (uvi) is de poortwachter van de WAO. Hij bewaakt de toegang de WAO middels de WAO-keuring én een toets op de inspanningen die werkgever en werknemer in het eerste ziektejaar hebben ondernomen om WAO-instroom te voorkomen.
De Wet Poortwachter is ervoor bedoeld om zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. In de wet en bijbehorende Ministeriële Regeling zijn normen vastgelegd over wat werkgever, werknemer en arbodienst minimaal moeten doen aan reïntegratie. Met deze minimumnormen wordt het voor werkgevers en werknemers duidelijker wat van hen concreet aan actie wordt verlangd. Tegelijkertijd wordt het voor de uitvoeringsinstelling eenvoudiger om te toetsen of er voldoende aan reïntegratie is gedaan.
De belangrijkste maatregel uit de Wet Poortwachter is de invoering van het reïntegratieverslag. In dat verslag moeten werkgever en werknemer aan het eind van het eerste ziektejaar verantwoording afleggen over wat zij hebben gedaan om terugkeer naar het werk te bespoedigen. Tezamen met de administratieve en medische gegevens vormt dat het reïntegratiedossier. In de praktijk zullen de verschillende onderdelen van het dossier niet volledig bij de werkgever zelf berusten. Bijvoorbeeld de medische gegevens worden door de arbodienst beheerd.
Het belangrijkste doel van het invoeren van een reïntegratieverslag is ervoor te zorgen dat werkgevers en werknemers eerder met reïntegratie aan de slag gaan.
Daartoe wordt in de regeling vastgelegd welke stappen tenminste moeten worden gezet en welke inspanningen tenminste moeten worden verricht door werkgever, werknemer en arbodienst. Indien werkgever en werknemer hier onvoldoende aan meewerken, kunnen zij daarvoor worden gestraft.
Het documenteren en verantwoorden van deze stappen in een verslag moet bovendien de afstemming tussen werkgever, werknemer en arbodienst verbeteren. Hetzelfde geldt overigens voor het overleg met private partijen, zoals particuliere verzekeraars en reïntegratiebedrijven.
Het reïntegratiedossier bevat daarnaast een goede basis voor het verstrekken van de medische en arbeidskundige informatie, die de uvi nodig heeft voor de uitvoering van zijn wettelijke taken, waaronder die van poortwachter en claimbeoordelaar voor de WAO.

In het eerste jaar moeten er stappen worden genomen, om de wet van Poortwachter te ‘gehoorzamen’ om te voorkomen dat zieke werknemers onterecht in de WAO terecht komen. Deze wet is op 1 januari 2002 in werking getreden.

2.3 Huidige probleem

Het huidige probleem, is het probleem met de wet van Poortwachter. Dit probleem is er omdat veel werkgevers geen tijd hebben voor alle stappen van de wetswijziging. Of het teveel moeite vinden. Ook wordt er hevig getwijfeld of de het ‘geholpen’ heeft of niet.

3.Wat zijn de effecten van wijzigingen van de WAO?

3.1 Negatieve effecten

Uit het Algemeen Dagblad: Bedrijfsleven duikt op WAO, Interpolis heeft 10.000 werkgevers als klant geworven voor de verzekering van de zogenoemde Pembaboete in de WAO. De Rabo-dochter toont zich verbaasd over de grote belangstelling om uit het publieke WAO-bestel te stappen. Het aantal is vier keer groter dan verwacht. Het gaat om een klein onderdeel van de WAO, waardoor werkgevers zich bij verzekeraars kunnen melden.
Werkgevers zijn niet enthousiast over de wet van Poortwachter. Ze moeten veel meer stappen ondergaan om zieke werknemers te behouden. Vroeger waren deze zieke werknemers al gauw WAO-ers, namelijk na een jaar. Tegenwoordig moeten er (zeker in het eerste jaar) vele stappen worden ondernomen, die veel tijd kosten. Nu duurt het namelijk twee jaar voordat een werknemers in de WAO zou kunnen belanden. Er moet namelijk op alle vlakken worden aangetoond dat de werknemer geen werk meer voor de werkgever kan verrichten. Vandaar dat al deze stappen nodig zijn.
Een negatief effect kan ook zijn dat er steeds meer jongeren onder de 24 jaar een beroep doen op de WW. Deze groep is met 67 procent gestegen tot ruim zeventienduizend. Maar dit hoeft niet te wijten zijn aan de wet van Poortwachter. Dit kan ook komen door de slechte economie (volgens het instituut). Een andere reden hiervoor is dat jongeren wanneer ze afgestudeerd zijn moeilijk aan werk kunnen komen. Om fraude te bestrijden heeft het UWV intussen 108 folders en brochures uitgebracht waarin alle rechten en plichten staan beschreven die aan een uitkering zijn verbonden. Het instituut legde in 2003 10 procent meer boetes op, ruim 16600. Dit is natuurlijk een negatief effect voor een werkgever.

3.2 Positieve effecten

Uit de Volkskrant: Fors minder nieuwe WAO-uitkeringen, Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen is vorig jaar met 28 procent gedaald, tot 66 duizend. Het totale aantal uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid daalde daardoor met 2 procent tot 786 duizend. Dat maakte het UWV, uitvoerder van de WAO, WW en Ziektewet, woensdag bekend in het jaarverslag 2003. De daling van het aantal WAO-uitkeringen had plaats aan de vooravond van een grote reorganisatie van de arbeidsongeschiktheidswet die door het kabinet is voorgesteld. Via een nieuwe, sobere WAO in 2006 wil minister De Geus van Sociale Zaken het aantal uitkeringen drastisch verminderen. Het aantal instromers moet in de nieuwe plannen teruggebracht worden naar maximaal 25 duizend per jaar. De huidige daling van het aantal WAO-uitkeringen is volgens van UWV vooral te danken aan de Wet Verbetering Poortwachter van 1 april 2002. Deze behelst een betere samenwerking tussen de arbodienst, werkgever en werknemer om de zieke werknemer aan het werk te helpen of te houden. Ook zijn de reintegratietrajecten voor werknemers die langdurig een WAO-uitkering ontvangen uitgebreid. De instroom van nieuwe WAOers nam af, maar dat gold niet voor de uitstroom in 2003. Die bleef met 36 duizend arbeidsongeschikten op hetzelfde niveau als in 2002. Het aantal uitkeringen in het kader van de Werkloosheidswet dat het UWV verstrekt is in 2003 met 37 procent toegenomen naar 280 duizend. Het instituut wijt dit aan de slechte economische omstandigheden. Wel nam de gemiddeldeduur van de uitkering af van 74 weken naar 65 weken. Steeds meer jongeren onder de 24 jaar doen een beroep op de WW, het UWV zag deze groep met 67 procent stijgen naar ruim zeventienduizend. Wel stromen de jongeren eerder uit. Ook in 2004 zal het aantal WW-uitkeringen toenemen in de verwachting. Om fraude te bestrijden heeft het UWV intussen 108 folders en brochures uitgebracht waarin alle rechten en plichten staan beschreven die aan een uitkering zijn verbonden. Het instituut legde in 2003 10 procent meer boetes op, ruim 16600.

De WAO-uitkeringen zijn in 2003 fors gedaald. Tenminste voor de instromers van de WAO. De wet van Poortwachter heeft er dus voor gezorgd dat mensen weer aan de slag kunnen met hun werk. Dit komt door de wet van Poortwachter omdat er nu zoveel mogelijk aan gedaan wordt om de mensen aan het werk te krijgen. Wat voor de werkgever misschien veel werk is, kan voor de werknemer zeer gunstig zijn. De uitstroom van WAOers is hetzelfde gebleven, dat is in ieder geval niet gestegen. Maar jongeren tot 24 jaar stromen wel eerder uit, wat natuurlijk ook een positief effect is.

4.Conclusie en samenvatting

4.1 Samenvatting

In hoofdstuk 1 heb ik verteld over het ontstaan van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), wanneer je er mee in aanmerking kan komen, en wat WAO nou precies inhoudt. De wet is in 1966 ontstaan en in het jaar erop in werking getreden, tijdens het Kabinet-Cals. De wet WAO houdt in dat wanneer je langer dan een bepaalde tijd niet kan werken (bijvoorbeeld door een ziekte) je in de WAO terecht kan komen. WAO is een uitkering. Er is een soort stappenplan die je met de werkgever moet uitvoeren voordat je in de WAO terechtkomt.
In hoofdstuk 2 heb ik verteld over de problemen met de WAO en waarom deze ontstaan zijn. De problemen ontstonden in begin jaren ’90 toen ‘het geld’ op begon te raken. En er dus plannen kwamen voor strengere regels voor de WAO. De laatste wijziging is de wet van Poortwachter. Deze is niet door iedereen bij in ontvangst genomen, bijvoorbeeld door veel werkgevers.
In hoofdstuk 3 heb ik de effecten van de wijziging van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering bekeken. Hierbij heb ik onderscheidt gemaakt tussen positieve en negatieve effecten. Een voorbeeld van een negatief effect is dat werkgevers veel moeite moeten doen voordat een werknemer in de WAO terecht kan komen. Een voorbeeld van een positief effect is dat het aantal WAO-uitkeringen in 2003 gedaald is.

4.2 Conclusie

Ik geef mijn conclusie door te antwoorden op de hoofdvraag: Waarom is de WAO problematiek en welke oplossingen met welke effecten zijn er?
De WAO is op verschillende manieren problematiek. De WAO is problematiek geweest omdat er strengere regels moesten komen. Deze moesten er komen om er minder geld over was voor de WAO. Op dit moment is de WAO problematiek omdat niet iedereen het eens is met de wet van Poortwachter (sinds 2002). Dit zijn met name werkgevers omdat deze veel stappen moeten ondernemen en ze boetes kunnen krijgen.
Een oplossing van het ‘vroegere’ probleem is de wet van Poortwachter, deze heeft er voor gezorgd dat mensen beter gecontroleerd worden en er beter naar wordt gekeken of werknemers bijvoorbeeld omgeschoold kunnen worden. Een oplossing voor het huidige probleem is er nog niet. Er zijn veel plannen, dit staat ook regelmatig in de krant. Deze plannen worden niet doorgezet omdat de partijen het niet eens zijn.
Er zijn positieve effecten en negatieve effecten. De positieve effecten zijn er vooral voor de werknemers, die hebben veel profijt bij de laatste wijziging van de WAO. Ze komen makkelijker uit de WAO. Ook wordt er beter voor gezorgd om de werknemers aan het werk te krijgen. Werkgevers hebben voornamelijk te maken met de negatieve effecten. Ze zitten een langere periode aan de werknemers vast. Ze moeten veel stappen ondernomen hebben, een reïntegratieverslag uitgebracht hebben en ze kunnen boetes krijgen.

Eigen mening

Ik vind de wet van Poortwachter positief omdat er nu veel beter gekeken wordt of iemand misschien toch nog kan werken. Dit is beter voor de ‘het geld’ van ‘Nederland’ en voor de werknemers zelf. Dit zijn de positieve effecten van deze wetswijziging. Ik vind de wet waarschijnlijk ook positief omdat ik later een werknemer wil worden en geen werkgever. Dus zal ik dan ook minder te maken hebben met de negatieve effecten. Wel ben ik het er mee eens dat er wel erg veel regeltjes zijn waar men zich nu aan moet houden.
Uiteindelijk ben ik echt veel te weten gekomen over de WAO. Ik had voordat ik aan deze opdracht begon niet eens van de wet van Poortwachter gehoord terwijl ik er nu toch vrij veel van weet. Ik ben blij dat ik mijn opdracht hierover heb gedaan. Want ik denk dat de problematiek nog wel een tijdje zo zal blijven en de WAO zelf ook.

Bronvermelding

Boeken
· P. Brood en K. Delen, Het vaderlandse geschiedenis boek, Waanders Uitgevers, 2003
· K. Rudolfs, Sociale zekerheid, Uitgeverij Amsterdam, 2000

Internet
· http://www.krantenbank.nl
· http://www.tudelft.nl/index.cfm/
· http://www.scholieren.com/zoek?q=wao

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.