2.11 De ursa et duobus leonibus

De berin en twee leeuwen
Een hartverscheurende moord
De woeste berin die in de bergen rondzwerfde, vond toevallig een grot, waar drie kleine leeuwenwelpen lagen zonder bewaker. De berin vermoorde hen 1 voor 1. Toen de leeuw en de leeuwin de dode welpen vonden . Beide werden getroffen door groot verdriet en ze wilden zich wreken op de wreede berin de moordenares van hun kinderen. Deze berin was bang voor de woedende ouders en klom in de dichtstbijzijnde boom en daar probeerde ze te ontsnappen aan de woedende ouders.

Op zoek naar hulp
 De leeuw en de leeuwin bemerkte slachtig de dader maar ze konden niet naar boven klimmen . Daarom bleef de leeuwin bij de stam van de boom zitten en keek bloeddorstig naar het wilde dier. Maar vader zwerfde radeloos op de bergen . Toevallig stootte hij op een bouwhakker. Die liet uit vrees de bijl uit zijn handen vallen . Maar de leeuw ging hem lief tegemoet voor zover hij kon tot bij de bange man en hij likte met zijn tong de hand . Enzo begon de houthakker hem te vertrouwen .

De mens helpt het dier
 Op dat moment pakte de leeuw met zijn muil de bijl en reikte die aan hem aan . Daarna leidde hij de man tot bij de grot , waar de houthakker de vermoorde welpen en de sporen van de berin bemerkte . Hij zei : “ Deze berin heeft zeker een misdaad gepleegd.” Daarna werd hij door het gejammer van de leeuwin naar de boom geleid. De houthakker hakte de boom uit alle macht om en de leeuwen verslinderde de berin .