Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Criminalitiet

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1434 woorden
  • 29 juni 2004
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Justitie gaat bij haar omschrijving van criminaliteit uit van de strafbaarheid van het feit. Criminaliteit is een gedraging, actie, handeling of gebeurtenis die volgens de wet strafbaar is. 2. Want in de computercriminaliteit zijn er misdrijven waarbij het Internet een belangrijke rol speelt zijn onder andere kinderporno, drugshandel, fraude en het witwassen van geld. 3. De Regionale Inlichtingendienst van de politie verzamelt informatie over computerhackers(krakers). Hacken is een soort criminaliteit, die zeer verstrekkende gevolgen kan hebben, zowel op gebied van aantasting van de rechtsorde als op het gebied van de openbare orde en staatsveiligheid. 4. Vuurwapenhandel, mensenhandel en -smokkel, overvallen en fraude: het zijn vaak vormen van georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit wordt gekenmerkt door samenwerkingsverbanden die geregeld van samenstelling veranderen. Deze samenwerkingsverbanden doen een beroep op illegale dienstverleners, zoals ondergrondse bankiers, geldwisselaars en paspoortvervalsers. Daarnaast zijn er raakvlakken tussen georganiseerde criminaliteit en de 'legale omgeving': de bovenwereld. Zo worden de voordelen van (legale) maatschappelijke voorzieningen (vervoer, huisvesting, dienstverlening) ook door criminele samenwerkingsverbanden benut, zonder dat daarbij sprake is van bewuste medewerking van overheidsinstanties. 5. De relaties die de onderwereld noodzakelijkerwijs - voor de realisering van zijn doelen - moet onderhouden met de bovenwereld, bieden goede aanknopingspunten voor het voorkomen van georganiseerde criminaliteit. Preventieve maatregelen hebben vooral betrekking op het verminderen van de mogelijkheden die de legale omgeving verschaft aan georganiseerde criminaliteit. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het verscherpen van het toezicht. Toezicht kan echter tekortschieten als de georganiseerde criminaliteit zich daaraan onttrekt en internationaal gaat opereren. De criminaliteit verplaatst zich dan. Betere, internationale samenwerking is dus onontbeerlijk voor een effectief toezicht in eigen land. Daarnaast heeft het bedrijfsleven een belang bij het meewerken aan en ontwikkelen van preventieve maatregelen. Veel politiekorpsen hebben een speciale rechercheafdeling die zich bezighoudt met de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. 6. De taak van de nationale recherche is de geoganiseerde criminaliteit bestrijden met een landelijk of internationaal karakter. 7. Zelf kan je de politie waarschuwen. De politie wordt vaak als eerste aangesproken als het om geweld gaat. De politie heeft niet alleen een strafrechtelijke taak, maar ook een hulpverlenende. Deze laatste taak is heel belangrijk omdat de politie 24 uur per dag bereikbaar is. Slachtoffers van geweld, die (misschien) aangifte willen doen en melders die signalen willen doorgeven, kunnen zich bij de meeste politiekorpsen melden bij speciaal opgeleide politiemensen, agenten en rechercheurs, zowel mannen als vrouwen. Deze politiemensen zijn zeven dagen per week, 24 uur per dag, bereikbaar. 8. Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor strafbaar gedrag van jongeren tot en met 24 jaar. 9. Veel korpsen hebben inmiddels speciale jeugdagenten in dienst die criminaliteit onder jongeren proberen te voorkomen (preventie) en die ingrijpen als dit nodig is, bijvoorbeeld door het opmaken van een proces-verbaal (repressie). Omdat de politie veel op straat en op scholen is, ziet zij vaak al vroeg probleemgedrag bij kinderen en jongeren. Daarover praat de politie dan met hen en eventueel ook met school en met hun ouders. Als hieruit blijkt dat hulp gewenst is, meldt de agent de jongere aan. 10. Je kan via politie en justitie kunt u vragen om advies en bescherming van het kind. Hulpverleners, zoals de kinderbescherming, kunnen proberen de mishandeling te stoppen en hulp bieden aan het gezin. Slachtoffers van kindermishandeling, die (misschien) aangifte willen doen en melders die signalen willen doorgeven, kunnen zich bij de meeste politiekorpsen melden bij de speciale afdeling Jeugd- en zedenzaken. Daar werken agenten en rechercheurs, zowel mannen als vrouwen, die speciaal zijn opgeleid om dit soort zaken te behandelen. Deze politiemensen zijn zeven dagen per week, 24 uur per dag, bereikbaar. De politiemensen van de afdeling Jeugd- en zedenzaken luisteren naar je verhaal, maken eventueel een proces-verbaal op, verlenen hulp en kunnen je doorverwijzen naar instanties zoals een Blijf-van-mijn-lijfhuis, het RIAGG en de Raad voor de Kinderbescherming. Actief onderzoek door de politie zelf, kan ook leiden tot aanmelding/aangifte. 11. Bij moord overlijden een of meer mensen door grove schuld van een ander die een handeling verricht of juist nalaat. Bij doodslag overlijdt het slachtoffer ook, maar daarbij is niet bewezen dat de dader dit opzettelijk heeft gedaan. 12. De politie onderzoekt een moord altijd. Hiervoor zet de politie de recherche in, meestal een heel team. De recherche probeert onder andere in contact te komen met getuigen, familieleden van het slachtoffer, vrienden, bekenden, buren, voorbijgangers en collega’s. Misschien is hen de afgelopen tijd iets bijzonders opgevallen. Daarnaast onderzoekt de recherche sporen en aanwijzingen, zoals vingerafdrukken, voetafdrukken, DNA-materiaal (haren, speeksel, sperma, bloed) en voorwerpen die op de plaats van het delict zijn gevonden. In het laboratorium onderzoeken rechercheurs deze 'stille getuigen' minutieus en kijken ze of deze in relatie staan met mogelijk verdachte personen. Politiemensen horen getuigen, analyseren de moord (meestal samen met een deskundige zoals een arts), houden verdachten aan en leggen alle gegevens schriftelijk vast in een proces-verbaal. Maar de eindverantwoordelijkheid voor de opsporing ligt bij het Openbaar Ministerie. Officieren van justitie hebben het gezag over onderzoeken van de politie. Als het om een zwaar misdrijf gaat, zoals een moord, geeft de officier van justitie direct leiding aan een onderzoek. Daarbij houdt hij in de gaten dat de opsporing zorgvuldig en eerlijk verloopt. 13. Vroeger pleegden daders een overval meestal pas aan het eind van hun criminele carrière. Nu is het vooral de beginnende crimineel die wel eens een kansje wil wagen. Daarbij gaat het vooral om overvallen met weinig voorbereiding, op kleinere zaken waar een lagere buit verwacht wordt. De beginnende overvaller gaat niet ver van huis. Negentig procent van de overvallers slaat toe in zijn eigen leefomgeving. 14. De politie probeert overvallen en daarmee samenhangende criminaliteit zoals straatroof, oplichting, vervalsing en witwassen van zwart geld te voorkomen. Ze analyseert risico's en dadergroepen en is alert op mogelijke voorbereidingen van dit soort misdrijven. Preventie en voorlichting vormen een belangrijke pilaar in het optreden van de politie tegen overvallen. De politie richt zich met de preventie en voorlichting vooral op het bedrijfsleven. Wordt een winkel of bank overvallen, ondanks de maatregelen die winkeliers en banken hebben genomen, dan komt de politie altijd ter plaatse om een proces-verbaal op te maken, sporen veilig te stellen, hulp te verlenen aan eventuele slachtoffers en een rechercheonderzoek te starten. 15. Straatroof is een vorm van diefstal met geweld. Niet alle diefstal met geweld is straatroof. Bij beroving van professionele en particuliere geld- en waardetransporten, wordt gesproken van een overval. Ook wanneer de beroving plaatsvindt in een besloten pand (winkels, woningen of geldinstellingen zoals banken of wisselkantoren), is dat een overval. Vormen van straatroof zijn bijvoorbeeld het beroven van mensen bij een geldautomaat, het beroven van automobilisten die stilstaan voor een rood stoplicht en het overvallen van mensen bij het binnengaan van het portiek. Ongeveer één op de zes slachtoffers houdt enig letsel aan straatroof over. Over het algemeen is dit letsel niet ernstig van aard. 16. Circa 40% van de straatroven wordt gepleegd door jongeren tussen de 12 en 18 jaar. 17. Politiekorpsen doen regelmatig invallen in het kader van grootscheepse acties tegen de groeiende wapenhandel. Zeker in de grote steden. Daarbij houden ze verdachten en handelaars aan en nemen ze wapens en munitie in beslag. Doel is vooral criminelen die verantwoordelijk zijn voor de illegale wapenhandel uit te schakelen. De politie wil criminelen ook duidelijk maken dat Nederland geen vrijplaats is om elkaar binnen het criminele milieu om te brengen. 18. Gijzelingen met een psychologische achtergrond, criminele gijzelingen en politieke gijzelingen. Bij gijzelingen met een psychologische achtergrond raakt iemand zo gefrustreerd over dat hij of zij iemand gijzelt. De politie spreekt van een criminele gijzeling als een dader bijvoorbeeld wordt betrapt bij een bankoverval en daardoor het personeel gegijzeld houdt. Van een politieke gijzeling was bijvoorbeeld sprake toen Turken de Griekse ambassade bezetten om te protesteren tegen de arrestatie van hun politiek leider. 19. Nederland heeft een actieplan tegen terrorisme. Enkele maatregelen uit dit actieplan:- Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie voeren een uniform visumbeleid. Dit wil zeggen dat alle in Europa verstrekte visa in hetzelfde computersysteem zitten opgeslagen. Daarnaast is het plan niet alleen de papieren van reizigers te controleren, maar in de toekomst ook de geregistreerde persoonsgegevens, bijvoorbeeld door middel van een irisscan. Voor meer Europese regels ter voorkoming en bestrijding van terrorisme. - Gevoelige gebouwen en personen worden goed bewaakt. - De materiële middelen om op te treden tegen grootschalige ordeverstoringen worden uitgebreid. - De politie, met name het Korps landelijke politiediensten (KLPD) maakt meer tijd en geld vrij voor het voorkomen en opsporen van terrorisme. - De mogelijkheden om telecommunicatiemiddelen af te tappen worden uitgebreid. 20. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) krijgt geld van de overheid om dit plan uit te voeren. De AIVD werkt ter bestrijding van het terrorisme samen met de Nederlandse politiekorpsen en met Europol.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.