Op donderdag 30 mei zaten mijn eindexamens er ein-de-lijk op. Een tijd van vakantie, feestjes en heerlijk uitslapen lachte me tegemoet en de lange relatie met mijn schoolboeken en examenbundels kon ik eindelijk verbreken. Of toch niet?
Nee. Ik besloot maar meteen te gaan leren voor mijn herexamen maatschappijwetenschappen.
Hoewel mijn vakantie uit niets anders dan feesten zou moeten bestaan, is juni amper begonnen als ik alweer gewapend met een examenbundel en aantekeningenschrift aan tafel schuif. Juist nu alle examens voorbij zijn, kan ik weer relativeren en beginnen mijn hersenen weer normaal te functioneren.
Twee weken blokken
De eerste gedachte die in me opkomt: ik heb maatschappijwetenschappen verknald. Optie één: "Ach, kan mij het wat schelen. Het is vakantie." Optie twee: "Niks vakantie: leren zul je, want je krijgt ongetwijfeld een herkansing!" Ik kies voor het tweede.
In de twee weken tot de uitslag manoeuvreer ik tussen alle leuke feestjes door met een portie Criminaliteit en Rechtsstaat in mijn hand, ga ik naar bed met de politieke functies van de media en droom ik over onze parlementaire democratie. Ik pen blaadjes vol en laat mijn sociale leven voor wat het is. Ik moet en zal een voldoende halen voor dat eventuele herexamen, zodat ik toch nog slaag.
Dubbel slecht nieuws
Heel wat herhaalde hoofdstukken verder is het eindelijk donderdag 13 juni. De dag van de uitslag en de spannendste dag van mijn leven. "Laat nu maar weten of ik die herkansing heb, dan kan ik tenminste verder," denk ik. Als de telefoon eindelijk rinkelt, krijgt mijn hele familie bijna een hartverzakking en kan ik wel door de grond zakken als mijn mentor vertelt dat ik inderdaad een herexamen moet maken.
"Lisa, ik heb slecht nieuws voor je. Je kunt nog slagen, hoor. Maar dan moet je wel geschiedenis herkansen." Trillend hang ik op. Twee weken voor niets maatschappijwetenschappen geleerd...