Culturele Activiteit

Culturele Activiteit 1

Keuze van je onderwerp

Ik heb mijn huis gekozen, omdat er veel informatie over te vinden is, ik het dagelijkse gebruik en omdat ik mijn eigen huis mooi vind.

Het aanzicht

Het gebouw is een woonhuis, een 2 onder een dak. Het is 970 cm. breed, 1180 cm. lang, 250 cm diep en ongeveer 800 cm hoog. Het heeft omgerekend een oppervlakte van 11.446 cm²
Het gebouw bestaat uit een houten skelet en is met bakstenen gebouwd. De kozijnen zijn van hout, m.u.v het serredak dat is van aluminium. De vloeren bestaan uit houten balken over de lengte en breedten. En hiertussen isolatiemateriaal en afgewerkt met houten platen en planken. De vloer van de serre bestaat uit(van onder naar boven): systeemvloer, steenwol, vloerverwarming, 3cm afwerklaag.

De kleuren zijn voor de dakpannen herfstkleuren, de bakstenen roodachtig, de kozijnen meranti.


De locatie

De locatie van het gebouw is als woonhuis goed gekozen. De plaats is goed gekozen. Het is goed bereikbaar voor de bewoners, het ligt niet te dicht aan de grote weg, waardoor er weinig overlast van andere auto’s is. Het gebouw past aardig bij de buurt, vooral omdat het een twee onder een kap is valt het minder op.
Het huis is goed bereikbaar, door de straat aan de voorkant. Er is geen groenvoorziening door de gemeente aangelegd, wel voor de huizen door de bewoners van de huizen in deze straat.
Het gebouw was een deel van de infrastructuur, De enige aanwezige huizen waren de ouderenwoningen aan dezelfde zijde. Door de jaren heen zijn er steeds meer huizen aan de overkant en naast ons huis komen te liggen.

De Functie

Het gebouw is neergezet met als doel woonhuis (om onderdak aan een aantal mensen te geven). Hiervoor wordt het tot de dag van vandaag nog steeds gebruikt.
Het gebouw voldoet aan vele eisen om het een huis te noemen. De door mij gestelde eisen waren als volgt. Het moet: een goed dak hebben, stevig zijn, toilet op riolering aangesloten, koud & warm water, gas, elektriciteit. De rest is verder zelf in te richten.
Het gebouw is ook goed ingedeeld. Zo kom je vanuit de voordeur in de hal, met toilet, die doorloopt naar de woonkamer, achter de woonkamer ligt de eetkamer en keuken. Achter de keuken en eetkamer is de serre.Vanuit de serre kom je in de garage en de kelderruimte. Op de boven verdieping liggen de slaapkamers en de badkamer. Verder heeft het huis en ruime zolder waar de verwarmingsketel staat. Alles is naar mijn mening goed ingericht en is er rekening gehouden met het ontvangen van gasten en het verdere dagelijkse gebeuren in het huis. Zoals het kunnen douchen, koken, ontspannen, en opbergen van allerlei spullen.

Schoonheid

Het gebouw is niet zo mooi of lelijk dat het opvalt in de rest van de omgeving.

Bij het ontwerpen van het gebouw is er natuurlijk rekening gehouden met het gebruik ervan. Het gebouw wordt dagelijks gebruikt en de bewoners moeten zich erin thuis voelen. De bewoners vinden het belangrijk dat het er gezellig uitziet en verder is het huis zo functioneel mogelijk ingedeeld. Alle ruimtes worden gebruikt tot het kleinste hoekje toe. De serre is later aangebouwd met het oog op een fijne warme zonnige ruimte ter ontspanning en het opbergen van planten in de winter. Daarom bestaat het dak van de serre uit glasplaten en door de grote glazen kozijnen heb je meteen een relatie met de tuin.
Er zijn niet echte details die het gebouw extra laten opvallen of het een ander gezicht geven. Wel heeft het huis sinds kort zonnenenergiepanelen op het dak. Dit ziet een beetje futuristisch uit. Bij het kleurgebruik is goed gelet op het materiaal dat is gebruikt.

Beoordeling

Het is een energiezuinig gebouwd huis. Er is dubbel glas met een hoge isolatiewaarde gebruikt. Omdat er veel hout is gebruikt is het ecologisch gebouwd. Dit wil zeggen dat je naderhand dit hout eventueel weer zou kunnen gebruiken voor andere doeleinden of verbranding om energie te leveren.
De lichtinval zorgt ervoor dat er voldoende licht in huis kan komen. Je hebt heel veel opbergmogelijkheden.
Nadelen zijn er ook. Ten eerste kan het gebeuren dat als iets tegen de muren aanvalt hier vlug een gat in zit. Dit omdat deze zijn gemaakt van gipsplaten. Verder ligt de trap een beetje hinderlijk in de woonkamer. En door de houtenbalken waarvan de vloer van de bovenverdieping is gemaakt kun je in de woonkamer horen als iemand bijvoorbeeld zijn stoel verschuift of op de vloer springt.
Er kunnen zo goed als geen verbeteringen worden aangebracht omdat het gebouw uit een houten constructie bestaat. Wel kun je gemakkelijk muren verplaatsen omdat deze gemaakt zijn van hout en gipsplaten. Wellicht kan de trap verschoven worden naar een andere plaats.

Mijn eindconclusie

Ik vind het een gezellig gebouwd huis in een fijne rustige omgeving, waar veel ontspanningsmogelijkheden zijn. Verder heeft iedere bewoner een eigen grote slaapkamer waar genoeg ruimte is om het gezellig te maken. Er zijn vele opbergmogelijkheden gemaakt waardoor het huis een opgeruimd aangezicht heeft.
Ik voel me hier echt……THUIS.

Culturele activiteit 2

Beschrijving van een beeld

De Pietà van Michelangelo


Vorm- en beeldaspecten

Op het beeld is een zittende vrouw op een blok te zien met een dode man in haar armen. De vrouw is in een jurk gekleed. De man heeft echter alleen een doek om heupen. Ook heeft de vrouw een lint om met daarop de naam van de maker: Michael Angelus Buonarotus Florentinus Faciebat.
Dit is Michelangelo Buonarroti (de autobiografie is bijgevoegd), door ons genoemd: Michelangelo.
De titel van het beeld is Pietà wat Italiaans is voor medelijden. Michelangelo is in 1498 begonnen met het beeldhouwwerk welke in 1499 klaar was.Michelangelo was toen 24 jaar oud. Het thema gaat wellicht terug op de antieke traditie- de mythe van Meleger- of op de Byzantijnse en middeleeuwse tradities, en meer direct op types die in de 15de eeuw in Italië opkwamen. Het beeld geeft niet langer de historische voorstelling van de kruisdood weer, maar een abstracter concept van de Moeder dan God en het Lichaam van de Heer.
Het beeld bevindt zich in de St. Pietersbasiliek in het Vaticaan.
De Pietà is 174 bij 195 centimeter groot . Het beeld is gebeeldhouwd uit een groot blok marmer met behulp van hamer, bijtel, vijl en polijststenen. Het beeld dankt haar schoonheid door het geduldig polijsten van reeds vlakgevijlde oppervlakten en daarna glanzend gemaakt met puimsteen en of met stro en gips. Het is het meest afgewerkte beeld van Michelangelo.

De kleur van het beeld is marmer wit. Het beeldhouwwerk bestaat vooral uit vloeiende rondingen. Het is een natuurlijke weergave van hoe het menselijke lichaam in elkaar zit. Je vindt het ritme terug in de glooiingen van de doeken. Je ziet een duidelijke dieptewerking in de plooien van de doeken, de jurk en de lichamen.

De lichtinval is afhankelijk van de plaats waar het beeld staat. In de St. Pieter hebben ze spots op het beeld gericht. Daardoor zie de dieptewerking heel goed.

Wat de compositie van het beeld betreft zit er een duidelijke opbouw in. Eigenlijk vormt het een soort driehoek. Boven het hoofd van Maria en dan geleidelijk breder met het hoofd en de benen van Jezus. Verder is het gebeeldhouwd op een soort plateau, een rotsachtige troon, dat is het breedste.
Inhoud


Het door mij gekozen beeld, beeldt de Heilige Maagd uit die met neergeslagen ogen naar haar dode zoon, Jezus, kijkt. Het thema van de dood is in dit beeld aangrijpend, nobel, ingehouden en toch intens uitgebeeld. Het is een ontroerende gedachte dat er juist bij dit beeld veel zwangere vrouwen kwamen bidden om bescherming tegen kraamvrouwenkoorts, waardoor het in de volksmond ‘De Madonna van de koorts” werd genoemd .In de Atrium cultuurgids over beeldhouwer Michelangelo staat hierover:
Aarzelend tussen de lichamelijkheid van de klassieken en spiritualiteit, geneigd tot rationaliseren maar niet zonder innerlijke gespletenheid geeft Michelangelo dit werk een verhulde onrust, waar hij gebruik maakt van de (laat-)gotische plooienval der gewaden om moeder en kind met elkaar te verbinden.
Hij maakte het gezicht van Maria tamelijk jong, terwijl zij zeker 45 à 50 jaar moet zijn geweest toen Jezus stierf. Verder beeld hij haar niet heel erg verdrietig uit. Hij beeldt uit dat zij zich heeft berust in de pijn en dat het niet anders heeft mogen zijn. Over de leeftijd van Maria zei hij dat hij het beeld dat iedereen had van Maria met de eeuwige jeugd niet verstoren wilde en dat vrouwen die de kuisheid hebben bewaard langer jong blijven dan zij die dat niet zijn. Maria zit op een soort rotsachtige troon waarvan tijdgenoten dat associeerden met de rots waarop het Kruis was opgericht.
Het is het enige werk dat Michelangelo signeerde: diagonaal over het bovenlichaam van de H. Maagd Maria loopt een band waarop de inscriptie is aangebracht: Michael Angelus- Buonarotus- Florent[inus]- Faciebat.

Functie

Vanaf eind 1496 en waarschijnlijk tot het voorjaar van 1501 was de jonge beeldhouwer in Rome en schiep daar het absolute meesterwerk van die tijd: de Pietà van het Vaticaan, een opdracht van de Franse kardinaal Jean Bilhères de Lagraulas, die een keerpunt voorde in zijn toch al briljante loopbaan. De kardinaal, ambassadeur van Karel VIII bij paus Alexander VI, wilde een pietà voor zijn eigen graf in de oude St.Pieterskerk, in de Santa Petronillakapel. Het beeld ontlokte enthousiaste reacties en bracht Michelangelo op zijn 24ste de hoogste roem die een kunstenaar kan wensen.
Condivi schreef: Hij verwierf dank zij zijn werkstuk zeer veel faam en aanzien, zozeer dat openlijk verkondigd werd dat hij niet alleen verre superieur was aan al zijn tijdgenoten, maar ook aan degenen die hem voorgingen en dat men hem zelfs op één lijn kon stellen met de beeldhouwers van de oudheid.

Het beeld staat achter glas in de eerste kapel aan de rechterkant van de St. Pieter. Dit nadat het in 1972 door een geesteszieke man met talrijke hamerslagen werd beschadigd aan de neus en een vinger van Maria.

Beoordeling

De kunstenaar heeft de juiste materialen gekozen. Andere materialen zoals wij die kennen hadden ze nog niet. De materialen die Michelangelo heeft gekozen zijn dus de beste. Ook de vormen zijn mooi. De vloeiing in de kleding van zowel Jezus als de H. Maagd. Ook de menselijke vormen zijn zeer mooi toegepast.
De keuze voor marmer is ook goed gemaakt. Marmer heeft mooie kleuren, is hard, moeilijk kapot te krijgen. Alleen zal het wel veel moeite hebben gekost om het marmer te bewerken tot dit schitterend beeld.


De Pietà is een schitterend beeld, waar menig kunstenaar jaloers op kan zijn.

Autobiografie van Michelangelo Buonarroti,
Michelangelo belichaamt hét kunstenaarsideaal van de renaissance, de ´universele mens´ ´uomo universale´: hij was beeldhouwer, schilder, architect en dichter. Hij liet zich inspireren door de klassieke oudheid en beheerste de wetten van de anatomie en het perspectief. Hij is naast Leonardo da Vinci, Bramante en Raphael een dominerende figuur in de Italiaanse hoge renaissance .
In latere jaren ontwikkelde Michelangelo een persoonlijke stijl met kenmerken uit het maniërisme. Michelangelo was vooral geïnteresseerd in het dramatische effect van zijn werk. Hij speelde met de anatomie van zijn gebeeldhouwde figuren en met contrasten tussen gepolijst en ´onaf´.
Michelangelo Buonarroti voelde zich voornamelijk een beeldhouwer en had een gevoel voor het tonen van beeldhouwelijke elementen in al zijn werk. Veel van zijn ontwerpen hebben alleen overleefd via zijn tekeningen, waarin hij veelvuldig gebruik maakte van kruisarcering.
Michelangelo werd op 6 maart 1475 geboren in de Italiaanse Toscaanse stad Caprese, als zoon van een magistraat. (Iemand die een ambt bekleedt)
Al vrij snel na zijn geboorte verhuist de familie naar Florence. Als opgroeiende jongen gaat Michelangelo in de leer bij de beeldhouwer Bertoldo di Giovanni en schilder Domenico Ghirlandaio en leert daar het (fresco)schilderen, maar hij onderging tevens de invloed van Massaccio en van het werk van Luca Signorelli.
In Florence leerde hij de klassieke oudheid kennen, die van grote invloed is geweest op zijn werk, en kwam hij via Lorenzo de Medici in contact met enkele van de grote wetenschappers van zijn tijd.
Van 1490 tot 1492 woonde hij in Lorenzo di Medici´s huis, waar hij beïnvloed werd door Neoplatonisch denken. Zijn vroege tekeningen vertonen de invloed van giotto en Masaccio, terwijl marmeren relièfen van de madonna van de Trappen en van Het gevecht van de Centauren (beide te vinden in Casa Buonarroti, Florence) de invloed tonen van Donatello en de Romeinse sarcofagen.
Michelangelo leerde in Florence de beginselen van de beeldhouwkunst van Bertoldo, een leerling van Donatello, en bestudeerde de verzameling klassieke beelden van zijn beschermheer. Zijn vroegste werken tonen dan ook invloeden zowel van de klassieken als van Donatello; het eerste is o.m. het geval in zijn reliëf Centaurenstrijd (ca. 1492), het tweede in de Madonna della Scala (ca. 1490-1493, beide in Casa Buonarroti, Florence).

In 1494, vlak voor Piero de Medici uit Florence werd verdreven, vluchtte hij naar Bologna, waar hij in aanraking kwam met het werk van Jacopo della Quercia, dat een brug trachtte te slaan tussen de klassieken en het realisme. In 1494 maakte hij standbeelden voor San Petronio (Bologna), en daar verbaasde de fanatieke monnik Savonarola hem met zijn apocaliptische ideeèn, die later zouden samengaan met zijn eigen tragische visie op het lot van de mensen.
In 1496 trok hij naar Rome, waar hij in 1498/99 de bekende Pietà in de St.-Pieter maakte. Hij werkt ook aan de marmeren Bacchus (Bargello, Florence).
In 1496 was hij in Rome en dat bracht hem terug in de sfeer van de antieken. Daar ontstond zijn eerste grote beeldhouwwerk, Bacchus (1496-1497; Bargello, Florence), dat nog sterk aan de klassieke conceptie gebonden is. In de kort daarna ontstane Pietà (St.-Pieter, Rome) kwam het eigen genie van Michelangelo voor het eerst volledig tot gelding. Verwant hieraan is de Madonna met Kind, ontstaan in de eerste jaren van de 16de eeuw (O.-L.-Vrouwekerk, Brugge). Zij vormt de overgang naar de beroemde staande David (1501-1503), in Florence gekapt uit een reusachtig blok marmer.
Gedurende het eerste decennium van de 16e eeuw houdt hij zich herhaaldelijk bezig met de schilderkunst, eerst in Florence, waar hij met Leonardo wedijvert in de (verloren gegane) decoratie van het Palazzo Vecchio en de Tondo Doni uitvoert, zijn enige voltooide paneel.
In 1501 keerde hij terug naar Florence waar hem de opdracht werd gegeven om de geweldige David (Academie, Florence) te maken. Ook de Madonna van Brugge (Notre Dame, Brugge) en de geschilderde Tondo van de Heilige Familie (Uffizi) werden in deze periode gemaakt.
In 1505 vertrok hij opnieuw naar Rome, waar hem een gigantische opdracht wachtte: het praalgraf, versierd met veertig marmeren figuren, dat paus Julius II voor zichzelf wilde doen oprichten onder de koepel van de in aanbouw zijnde nieuwe Sint-Pieter. Het zou nimmer in zijn oorspronkelijke opzet voltooid worden.
In 1505/1506 schilderde hij een H. Familie voor Angelo Doni (Uffizi, Florence). Ongeveer terzelfder tijd werkte hij in wedkamp met Leonardo da Vinci aan kartons voor muurschilderingen, de Slag bij Cascina, voor het Palazzo Vecchio, die verloren zijn gegaan.
Nadat Michelangelo de opdracht voor de tombe was toegewezen gaf Julius hem de opdracht om het plafond van de Sixtijnse Kapel te beschilderen, waarmee hij alles achter zich liet wat tot dan toe op soortgelijk terrein was gepresteerd, terwijl hij voor de schilderkunst nieuwe mogelijkheden opende. Van 1508 tot 1512 werkte Michelangelo aan het plafond. De Creazione di Adam is een van de afbeeldingen die hij schilderde. Op deze fresco zie je God afgebeeld in menselijke gedaante die Adam het leven schenkt.
Vanaf 1512, na de dood van Julius II, gaven zijn erfgenamen Michelangelo opnieuw de opdracht om een tombe te maken. Dit liep uit tot 30 jaar van procesvoering. Michelangelo kon zijn plannen voor een mausoleum voor Julius II in de Sint Pieter niet uitvoeren. Zijn kolossale Mozes (Sint Pieter in Vincoli, Rome) en het standbeeld genaamd Slaven (Academie, Florence: het Louvre) zouden daarbij ingesloten moeten worden.

Als bouwmeester was Michelangelo, naast Bramante, de grootste kunstenaar van het Italiaanse Cinquecento. Zijn eerste grote opdracht, de façade voor de San Lorenzo te Florence, kwam niet verder dan het ontwerp en de voorbereidende werkzaamheden (1516-1520). Van 1520 tot 1534 werkte hij aan de bouw van de Sacrestia Nuova van dezelfde kerk, bestemd om de Medicigraven te huisvesten en in hetzelfde complex bouwde hij vanaf 1524 aan de maniëristische Biblioteca Laurenziana, die echter eerst door zijn leerlingen Giorgio Vasari en Ammanati zou worden voltooid. Immers, in 1529 werd het werk onderbroken door het beleg van de stad, waarbij hij de leiding kreeg over de versterkingen. Een duidelijk verschil tussen bezinning en actie kun je zien in zijn standbeelden van Julio en Lorenzo di Medice, en zijn allegorische voorstellingen van Dageraad, Avond, Nacht en Dag.
In 1534 werd hij door Paulus III aangezocht de altaarwanden van de kapel te beschilderen; het resultaat was het Laatste Oordeel, waaraan hij van 1534 tot 1541 werkte (de naakte figuren werden in 1559 door Daniele da Volterra, de ´broekenmaker´, van gewaden voorzien).
Ten slotte voltooide hij nog twee grote fresco´s in de Cappella Paolina van het Vaticaan (1542-1550), de Conversie van Paulus en het Heilig verklaren van Petrus in de Pauline Kapel.
Vanaf nu wijdde Michelangelo zich volledig aan architectuur als de hoofdarchitect van de Sint Pieterskerk, waarvan hij de opzet diepgaand veranderde: hij handhaafde de plattegrond in de vorm van een Grieks kruis, maar wijzigde de koepel; ook dit plan bleef onvoltooid. Andere bouwwerken in Rome door hem uitgevoerd zijn het Capitoolplein met de monumentale trap (1547) en de kerk Santa Maria degli Angeli in het tepidarium van de thermen van Diocletianus (1560-1561).
In zijn laatste jaren toonde het werk van Michelangelo een meer geestelijke en abstracte vorm, zoals bijvoorbeeld de twee onvoltooide Pietà groepen en de Rondanini Pietà (Castello Sforzesco, Milan).
Hij overleed in 1564 in Rome en werd begraven in de Santa Croce in Florence. Zijn graftombe, naast de cenotaaf van de door hem zo bewonderde Dante, werd ontworpen door Vasari.
Als dichter is Michelangelo bekend gebleven door zijn verzen en sonnetten gericht aan zijn vriend Cavalieri en aan Vittoria Colonna. Liefde, schoonheid en godsdienst zijn er de thema´s van. Soms ook (zoals in een befaamd kwatrijn op zijn beeld de Nacht) keerde hij zich fel tegen de bestaande politieke en maatschappelijke toestanden. Verreweg de meeste schreef hij tussen 1534 en 1564 in Rome; door vreemden achterhaald, zijn ze in 1623 door zijn achterneef en naamgenoot in sterk verbasterde vorm gepubliceerd. Pas in de 19de eeuw zijn ze naar de originele manuscripten uitgegeven.
(bron:www.kunstbus.nl)

Praktische Activiteit

Het Filmverslag

Algemene gegevens

De film die door ons, Edwin Becker, Ian Schröler, Mathijs – en Coen Vreuls wordt gemaakt gaat Jackass Junior heten. De film wordt in Nederland opgenomen vanaf december 2002 tot mei 2003. De makers zijn tevens de hoofdrolspelers. De film wordt een actie en humor film.

Plot

Bij de film Jackass Junior is het juist de bedoeling om z’n raar, lachwekkende, ongewone en gevaarlijk mogelijke acties uit te voeren. Er zullen geen bepaalde teksten zijn. De film wordt min of meer gebaseerd op 1 malige gebeurtenissen waarvan niks precies van te voren bekend is en alles gaat zo als het gaat.

Middelen

De film zal in de omgeving van Hoensbroek, Heerlen en Bingelrade worden opgenomen. Precieze plaatsen zijn er niet, want de stunts kunnen op elk moment van samenzijn op elke plaats gebeuren. Ook de belichting is niet van sprake, het weer speelt hierbij wel een belangrijke rol. Zo zal het helaas niet mogelijk zijn scènes te maken bij donker weer. Het plaatsen van lampen is ook niet mogelijk, omdat de acties niet voorbereid kunnen worden, omdat de acties onverwacht om de hoek komen. De hoofdrolspelers hebben geen specifieke kleding aan. Onder de kleding zal wel bescherming worden gedragen. Je moet hierbij denken aan elleboog-, kniebeschermers e.d. Er zullen wel oude kleren gedragen moeten worden, omdat de kans dat de kleren kapot gaan zeer groot is. In de film zelf zal geen muziek van pas komen, wel kan later bij de montage muziek worden toegepast. Ook geluidseffecten zullen niet aanwezig zijn. Je weet immers niet precies, wanneer de actie gebeurt.


Personages

De hoofdrolspelers in de film zijn tevens de personages. Er kunnen wel enkele figurages bij de stunts betrokken worden. Deze zijn echter niet van belang. Informatie over de personen, wie is wie, krijg je aan het begin van de film te zien, door een beeld van deze persoon met daaronder zijn naam. De tijd waarin de film afspeelt is de tijd die op dat moment aan de gang is. Er wordt niet gefilmd over de Romeinse tijd, de toekomst met robots of dergelijke.

Verslag Themastudie

Ik verwacht van het thema West-Oost veel vragen over dans, architectuur, kunst, muziek e.d over de West-Oostelijke cultuur.
Zo heb ik naar Italiaanse muziek geluisterd getiteld El Choclo. In dit lied kwam passie ruim te pas. Er werd vrolijk gezongen en er werd ook geen overgang gemaakt naar een minder vrolijk ritme of tekst. In het lied wordt door de zangeres over een liefdesleven verteld.. Uit de tekst zelf kon ik het niet opmaken, omdat ik de gehele tekst niet kon verstaan. Maar op de manier hoe het gezongen werd zei mij dat het over een liefdesleven gin

Ik heb ook naar kunst gekeken. Het waren 2 Aziatische schilderijen met veel verschillende kleuren, en veel verschillende afbeeldingen. Op een van die schilderijen werd een huwelijk tussen een prins en prinses afgebeeld. Dit was te herkennen aan een kroontje bij de vrouw op het hoofd. Voor de poort van het paleis stond een groep mensen, het volk, met geschenken voor het nieuwe echtpaar. Ook kon je er wat van de natuur zien. Zo waren er 2 bomen in de bloesem te zien. Op het andere schilderij waren een heilige man en vrouw afgebeeld. Herkennend aan de gele cirkels achter hun hoofd. Deze bedreven de liefde. Ze waren beide bijna geheeld ontbloot. Ze hielden beide met één hand een doek om hun lichaam heen. Op dit schilderij was ook veel van de natuur te zien, wat volgens mij typische is in deze cultuur. Zo waren er rozenstruiken te zien, met daarin mooi gekleurde vogels. Dit schilderij was typische Arabisch. Om de afbeelding heen stonden Arabische tekens, welke samen een tekst moeten vormen.

Voor architectuur heb ik twee foto’s van zeer moderne gebouwen bekeken. Het waren beide paardenstallen, waterpartijen en woning ineen. Op deze foto’s, gemaakt in San Cristobal, een plaats in Venezuela, waren veel betonnen rechthoekige figuren te zien, veel verschillende felle kleuren en een opvallend uiterlijk. Het had geen saai uiterlijk door de verschillende grote en kleine rechte vormen en kleuren. De felle kleuren en rechthoekige vakken gaven het een niet-westerlijke uitstraling. In mijn omgeving zou dit gebouw absoluut nergens kunnen staan. Door de vele verschillende felle kleuren zou het helemaal niet in mijn woonwijk passen. Het gebouw heeft ook een vorm van beeldende kunst in zich. Door de verschillende rechte vlakken, kleuren en functies zou je het voor beeldende kunst kunnen aanzien.

Toegepaste kunst kwam in aanmerking bij het bekijken van afbeeldingen van islamitische afbeeldingen met daarop een versierde pot, moskee, een openingsbladzijde uit een boek en de achterkant van een spiegel. Om alle afbeeldingen waren vooral veel ronde vormen te zien. Op de openingspagina was een kalligrafie (kunst van schoonheidsschrift) te zien. De kalligrafie was op een goede manier toegepast op de rest van het geheeld doordat het in een apart vlak was gezet. En bij de versieringen in het vlak was rekening gehouden met de kalligrafie. Alle ornamenten zijn geheel verschillend van elkaar, zo is er bij de pot gebruik gemaakt van edelstenen en de spiegel is versierd door tekeningen van rozen. Opvallend aan de verschillende voorwerpen is dat er veel is gewerkt met verschillende kleuren en versieringen. Zo zijn er veel gedetailleerde versieringen en weinig lege vlakken. Toch spreekt de moskee mij het meeste aan, omdat het niet zo vol is getekend en er weinig verschillende kleuren zijn. De andere voorwerpen waren te druk en te vol.

Als laatste heb ik voor wereldliteratuur een gedicht gelezen, genaamd: “Vochtige aarde”. Een gedicht over Manuel, die volgens de schrijver heeft gezorgd dat de aarde nu vruchtbaarder is dan ooit te voren. Het gedicht is in te delen in verschillende gebeurtenissen. In de 1ste gebeurtenis wordt hij geboren. De 2de groeit hij op. In het 3de deel dat hij dood en in het laatste en 4de deel keert hij terug op aarde. Manuel wordt in het gedicht beschreven met een huid vol modder en ogen van lavaglas. Door deze 2 dingen (modder en lavaglas) willen ze hem verbinden met de aarde de ogen met de lava en de modder van de aarde. Manuel gaat in het gedicht de strijd aan om de aarde te beschermen tegen vervuiling. Het gedicht heeft volgens mij te maken met een geloof, waarbij Manuel een god is die zorgt voor de vruchtbaarheid van de aarde.


Tussenbalans

Culturele Activiteit 1

Het beschrijven van een gebouw.

Voor Culturele Activiteit 1 heb ik mijn eigen huis gekozen. Een gebouw dat ik dagelijks gebruik. Zowel als onderdak, als gebruik bij andere dagelijkse taken zoals verzorgen, studeren, eten, vrije tijd, ontspanning en veel meer.
Het beschrijven van mijn huis was interessant, leuk en leerzaam. Omdat ik dagelijks gebruik maak van het door mij gekozen gebouw, ik er veel informatie over gevonden had en nu meer weet over mijn huis.

Culturele Activiteit 2

Het beschrijven van een beeld.

Voor Culturele Activiteit 2 heb ik de Pietà gekozen. Een beeld van Michelangelo Buonarroti. De Pietà is gemaakt door de 24 jarige kunstnaar. Een mooi beeld voor een kunstenaar op zo’n jonge leeftijd.
Door Culturele Activiteit 2 ben ik over zowel het beeld als de kunstenaar veel te weten gekomen en heb ik een andere kijk gekregen op het beeld. Ook door de beschrijvingen in boeken en de meningen van deze schrijvers ben ik op een andere manier naar het beeld gaan kijken, deze details, gezichtsuitdrukking en andere bijzonderheden die had ik anders nooit van een andere kant of misschien helemaal niet gezien.

Praktische Activiteit

Over de praktische activiteit valt nog niet veel te vertellen. Het filmen moet nog gaan beginnen. Wel kan ik al wat over de verwachtingen vertellen.

Ik verwacht veel leuke dingen bij het maken van een film. Een film maken met je vrienden, leuke en rare acties doen. Ook verwacht ik dat ik na het maken van een film veel meer naar de filmlocaties, kleding, verschillende camerastanden e.d bij een echte film zal gaan kijken.

Omslag kunstdossier

Dit kunstdossier is geheel op een cd gezet. De omslag voor de cd-hoes was een hele leuke ervaring. Ik heb verschillende afbeeldingen en teksten door elkaar, naast elkaar, over elkaar gezet om zo de leukste effecten te vinden. Het resultaat is te zien op de omslag van de cd-hoes. Ook de cd zelf heb ik bewerkt, met ook daar weer een beeld op. Hierbij heb ik gekozen voor het beeld van Michelangelo. De Pietà.

Terugblik op CKV trimester1

CKV trimester1 was leuk, interessant en leerzaam. CKV was anders dan ik had verwacht. Wanneer ik dacht aan CKV en de betekenis ervan dacht ik dat het te maken had met het maken van beelden, bespreken van het door jouw gemaakte beeld, vele plaatjes beoordelen. Kortom een mix van Tekenen, Handenarbeid en de besprekingen van de werkstukken. CKV heeft dus voor mij een andere betekenis gekregen. Het beoordelen van kunst is hetzelfde gebleven, maar het oordelen, verslagen maken over film, theater e.d had ik niet verwacht. Bij CKV is er ook veel meer vrijheid dan verwacht. Kortom de kijk naar CKV is voor mij geheel veranderd.
Ook is mijn kijk naar kunst en cultuur door het maken van verslagen en het maken van de opdrachten in het boek veranderd. Je moet dingen doen, die je anders minder snel had gedaan. Zoals een verslag maken van een beeld. Hierbij moest je informatie opzoeken om een goed verslag te maken. Zo ging ik ook kijken en luisteren naar hoe anderen mensen het beeld zagen en zag ik dingen die ik anders niet had gezien. Het maken van opdrachten uit het opdrachtenboek gaf me een kijk op ander culturen, waardoor je merkt dat het verschil tussen verschillende culturen soms erg groot kan zijn.
Sinds het schrijven van mijn kunstautobiografie is er veel veranderd. Ik ben anders naar ons huis gaan kijken, welke door het beschrijven van een gebouw in aanmerking kwam. Hetzelfde geldt voor het beeld.
Ik verwacht zelf dat ik een ruim voldoende voor dit 1ste trimester heb gehaald. Ik heb overal mijn best op gedaan, mijn meningen zoveel mogelijk met argumenten uitgesproken en me verdiept in de culturele activiteiten.

Het filmverslag

1. Algemene gegevens.
a. Titel
Lord of the Rings – The Two Towers

b. Regisseur
Peter Jackson

c. Land van herkomst, releasejaar
Verenigde Staten, maar de film is opgenomen in Nieuw Zeeland. (De eerste film “Fellowship of the ring” is uitgebracht in 2001 en mocht 4 awards in ontvangst nemen. ) De tweede film “The Two Towers” begin december van 2002.

d. Belangrijkste acteurs

Elijah Wood als “Frodo”. Orlando Bloom als “Legolas”. Viggo Mortensen als “Aragorn”. Christopher Lee als “Saruman”. Ian McKellen als “Gandalf”. Liv Tyler als “Arwen”.En vele anderen…

e. Bioscoop waar je de film hebt gezien
”Roxy”in Geleen. Samen met mijn vader, oom, opa en broertje

2. Vorm.
a. Tot welk genre behoort de film?
Dit is heel duidelijk een fictiefilm. Dit kun je heel goed afleiden uit bijvoorbeeld de verschillende volkeren die in de film voorkomen; orcs, elfen, dwergen, ents enz. Het thema avontuur is heel goed op zijn plaats bij deze film,dit komt heel goed naar voren door de reis die Frodo en zijn metgezellen maken.

b. Op welke locatie(s) speelde het verhaal zich af?
In de eerste film kwamen locaties als Rivendell, de mijnen van Moria, de Gouw en de Bree, Lothlorien en Midden-Aarde in de film voor. In de tweede film: - het hele verhaal speelt zich dus af in Midden-Aarde. - het begint eigenlijk waar het vorige verhaal is geëindigd, in de bergen van Emyn Muil.- de zwarte poort naar Mordor, hier komen Frodo en Sam na een lange reis terecht, maar durven eigenlijk niet naar binnen te gaan.- Gondor, een mensenrijk.- het koninkrijk van Rohan, ook een mensenrijk. - het Helmsdiepte, een kasteel waar onder andere de mensen van Rohan naartoe worden gebracht, ter bescherming tegen Saruman’s Orcs. - Isengard; het rijk van Saruman, wat bijna op het einde van de film wordt aangevallen door Ents, levende bomen. Tussen de verschillende locaties door, zie je ook nog een paar keer het Elfenrijk Rivendell en de mijnen van Moria verschijnen.

c. Hoe waren de hoofdpersonen gekleed (en gegrimeerd?)

De Hobbits (de belangrijkste; Frodo, Sam, Merijn en Pepijn) zijn in normale, bijna boeren-, kleding te zien. Ze zien eruit als mensen, alleen zijn ze een stuk kleiner en lopen ze op blote voeten, welke heel erg anders van vorm zijn (goed gegrimeerd dus!). Ze zijn even groot als dwergen, maar je zult ze nooit door elkaar kunnen halen. Gandalf is in de eerste film gekleed in het grijs met bijpassende staf. Alhoewel de andere reisgenoten denken dat hij dood is, komt hij dus in “The Two Towers” terug, maar dan als Gandalf de Witte. Hij draagt een wit gewaad, heeft witte haren en een witte staf. Als hij hulp gaat halen om de legers Orcs van Saruman te kunnen verslaan, rijdt hij ook op een wit paard.Gimli, de dwerg, is gekleed in een soort pantser en draagt een grote bijl bij zich. Hij heeft lange rode haren en een baard, waar enkele vlechtjes in zitten. De dwergen hebben haren in allerlei verschillende kleuren. Gimli ziet eruit als een nors klein mannetje, maar zet alles op alles om zoveel mogelijk te kunnen helpen met zijn reisgenoten. De elfen, en dan in het bijzonder Legolas en Arwen natuurlijk, zijn heel erg netjes gekleed en dragen pijl en boog bij zich. Ze zijn iets kleiner en slanker dan mensen. Waar vooral bij de elfen op gelet wordt, zijn hun oren. Deze zijn afgewerkt op een puntje vanboven. Het schijnt dat het drie uur duurt voordat deze oren er goed en wel op hun plaats zaten. Elke keer waren ze maar een uur of vier ‘bruikbaar’ en dan moesten er weeral “nieuwe oren” gemaakt worden. Er was dus best wel veel werk aan de elfen. Boromir en Aragorn waren uitgerust met wapenschild en een zwaard. Ze zien eruit als echte “ridders”. In tegenstelling tot de rest van de mensen, hebben ze bestwel nette, duur uitziende kleren aan. De rest van het “gewone” mensenvolk draagt afgewassen oude kleren. Theoden, de koning van Rohan, en zijn familie, dragen bijvoorbeeld wel iets duurdere en mooiere kleren. Wat best wel opvalt, is dat heel veel personen lang haar hebben. Niet alleen de menselijke mannen, maar ook bij de elfen, Saruman, Gandalf enz. De Orcs zien er echt heel erg eng uit. Vooral als je te zien krijgt hoe ze gemaakt worden in de film. Ze komen uit één of ander smerig vlies en hebben hele vieze rotte tanden enz. Ik denk dat er aan de Orcs ook heel erg veel werk is besteed door de mensen die de grime verzorgden. Gollem is een merkwaardig wezen wat Frodo en Sam op hun reis naar de Doemberg tegenkomen. Hij was ooit ook een Hobbit, en in het bezit van de meesterring en daardoor kon hij voor eeuwig leven. Maar toen de ring door andere Hobbits van hem was weggenomen, verliet ook dit eeuwige leven hem, en begon hij langzaam af te takelen. Als Frodo en Sam hem dan ontmoeten is hij enkel nog een heel mager en oud scharminkeltje. Dit wezentje vind ik er persoonlijk prachtig uitzien. Hoe ze dit ooit hebben kunnen verzinnen. Ik denk wel dat het er later met de computer is ingewerkt, maar ondanks dat, vind ik dit één van de mooiste dingen in de film. Van die uitpuilende, best wel grote oogjes, een paar sliertjes haar op zijn voor de rest kalende hoofdje; prachtig! Ook komen er een soort van levende bomen in het verhaal (Merijn en Pepijn komen Treebeard (een heel erg oude Ent) tegen in een bos). Deze bomen zijn ook met de computer gemaakt denk ik, maar dat weerhoudt ze er ook niet van om er erg mooi uit te zien.

d. In hoeverre bepalen locaties en kleding de sfeer van de film?
Door de filmlocaties in Nieuw Zeeland is er een beetje mysterieus tintje aan de film gegeven. De berglandschappen, grote vlaktes en grotten kom je toch niet in het dagelijkse leven tegen. Het ziet er heel erg avontuurlijk uit allemaal. De kleding die de personen en verschillende “rassen” dragen, zie je tegenwoordig ook niet echt meer terugkomen. Je krijgt eigenlijk een beetje de indruk dat de film zich een hele tijd terug in het verleden afspeelt, vooral door de kleding van de mensen. Deze ziet er helemaal niet uit als de kleding van tegenwoordig, maar meer een beetje middeleeuws of iets in die richting. De kleding van de elfen vind ik zelf heel erg mooi. De jurken die Arwen bijvoorbeeld draagt, zijn als het ware bijna doorzichtig en zien er heel erg mooi en “zacht” uit. De kleuren zijn ook heel erg neutraal; vooral veel zacht blauw zie je terugkomen. De Orcs daarentegen zien er weer heel erg angstaanjagend uit, en zorgen voor een heel erge spanning in de film. Ze kunnen ook bijna alleen maar brullen, en als ze al praten, komt het er nog brullend uit.

e. Had de muziek (soundtrack) een opvallende rol in de film? Geef achtergrondinformatie zoal componist, genre en periode.
Bij het eerste deel van Lord of the Rings was muziek ook best wel belangrijk, en dat geldt bij het vervolg eigenlijk precies hetzelfde. Er is bij bijna elke plaats die in de film voorkomt een speciaal stukje muziek. Een specifieke soundtrack was er denk ik niet, maar de muziek die daar het dichtste bij in de buurt zit, is denk ik wel “Gollum’s Song”. Dit nummer is het opvallendst en wordt veelal bij reclames voor The Two Towers gebruikt volgens mij.

f. Wanneer was de muziek echt belangrijk voor de film?
Zoals ik al heb aangegeven is er voor bijna elke afzonderlijke locatie in de film een ander, maar speciaal stukje muziek. Maar op sommige punten vond ik de muziek toch wel heel erg belangrijk en vooral toepasselijk: - de “invasie” van de Orcs. De muziek brengt hier echt een idee van oorlog naar voren, door bijvoorbeeld harde en intrigerende klanken. Dit zorgt voor spanning. - de muziek die bij Gollem hoort. Dit wezen komt in een heel groot deel van de film voor, en hij heeft ook zijn “eigen muziek”. De muziek past perfect bij dit wezen, en brengt echt een heel erg mysterieuze sfeer in de film. - als de Ents het rijk van Saruman onder water laten stromen. Wanneer ze de dam omver halen, is er ook muziek die echt heel erg bij dit moment past. Een soort van dreigende tonen zorgen voor een passend effect bij de overstroming van Saruman’s land. Het komt neer op een grote tegenslag voor Saruman en de muziek ondersteunt dit volledig. Zo zijn er vast nog veel meer momenten te noemen, maar deze zijn me het beste bijgebleven.

g. Was er sprake van speciale geluidseffecten? Geef twee voorbeelden.
Bij de oorlog tussen de Orcs en het Helmsdiepte hebben de elfen zich bij de kant van de mensen gevoegd. Zoals ik al heb verteld dragen elfen pijl en boog. Als ze dan uiteindelijk aan het gevecht deelnemen hoor je tijdens het afschieten van de pijlen en de aanvallen van de Orcs heel erg bijpassende muziek. De effecten van oorlog worden dus heel erg goed weergegeven, vooral door de intrigerende en dreigende muziek. Ver op het einde, komt Gandalf met alle mannen die in staat zijn om te vechten, te hulp bij de oorlog tussen het Helmsdiepte en de Orcs. Als deze duizenden mannen op paarden vanuit de bergen richting de Orcs denderen, hoor je echt een overweldigende muziek in het voordeel van de mensen.

h. Op welke manier werd het verhaal verteld? (chronologisch, verspringend in plaats en tijd door montage, flashback, flash forwards, enz.)

Deze film is dus een vervolg op The Fellowship Of The Ring. In het begin van The Two Towers zie je enkele scènes uit het eerste deel. Deze scènes bepalen voor een groot deel het vervolg, ze zijn min of meer het belangrijkst. Dit zijn dus een paar flashbacks naar de vorige film. Voor de rest wordt het verhaal wel helemaal chronologisch verteld. Door middel van montage verspringt het verhaal wel steeds van plaats. Het verhaal wordt eigenlijk vanuit verschillende visies verteld; - De reis die Frodo en Sam maken. - De reis van Aragorn, Legolas en Gimli. - En Pepijn en Merijn laten weer vanaf een andere plaats het verhaal zien. Uiteindelijk komen al deze personen weer bij elkaar in het Helmsdiepte.

i. Welke scènes zijn je het meest bijgebleven?
De scène waarin Frodo en Sam door Gollem door een moeras worden geleid. In dit moeras denken Frodo en Sam allemaal dode wezens te zien; mensen, elfen, dwergen, Orcs. Maar Gollem verteld dat het niet levende en niet dode wezens zijn. Het zijn dienaars van Sauron, door het gebruik van de ringen die aan de 9 mensen zijn gegeven. Zij worden aangetrokken door de Meesterring en hebben alleen geestelijk contact met Sauron. Omdat Frodo dus de meesterring bij zich draagt wordt hij het moeras door deze geesten in getrokken en bijna moeiteloos van zijn leven beroofd. Maar Gollem steekt daar een stokje voor en trekt hem nog net op tijd uit het water. Ook op het einde van de oorlog tussen het Helmsdiepte en de Orcs is er een stukje wat ik wel opvallend vond. Dat is als Gandalf met duizenden mannen te paard op de Orcs af draven. Je ziet hoe de Orcs stuk voor stuk overhoop worden gereden. Ik vond dit echt zo’n soort keerpunt waarop je te zien krijgt dat de goede partij toch nog wint ondanks alle tegenslagen die ze hebben geleden.

j. In hoeverre hebben cameravoering en/of montage hierbij een rol gespeeld? Zie blz. 35 van het ‘Informatieboek’. Geef twee voorbeelden.
In de scènes van Frodo in dat moeras, wordt tijdens die aantrekking van die ringgeesten eerst een totaalshot, van Frodo tegenover dat water. Terwijl Frodo langzaam steeds verder voorover buigt krijg je een mediumshot te zien. De gezichten van de ringgeesten zijn dan al in een close-up te zien. Uiteindelijk als Frodo helemaal (maar in slowmotion) voorover valt zie je alleen zijn ogen in een extreme close-shot. Als je de mannen te paard op de Orcs af ziet rijden, is er gebruik gemaakt van vogelperspectief. Het is vanuit de lucht gefilmd.

3. Inhoud
a. Geef een korte inhoud van de film.
De film begint waar The Fellowship Of The Ring is geëindigd, in de bergen van Emyn Muil. Vanaf hier zijn er eigenlijk enkele verschillende verhaallijnen. De groep is namelijk gesplitst. Frodo en Sam zijn samen op pad, Gimli de Dwerg, Legolas de Elf en Aragorn zijn met zijn drieën en Pepijn en Merijn dan nog met zijn tweeën. Gimli, Legolas en Aragorn zijn op zoek naar Pepijn en Merijn. Frodo en Sam zijn op weg naar Mordor. Pepijn en Merijn zijn gevangen genomen door Orcs. Je ziet dus elke keer vanaf een andere plek een deel van de reis naar de Doemberg. Frodo en Sam zijn met zijn tweeën op weg naar Mordor, maar aangezien ze steeds dingen herkennen in het landschap komen ze erachter dat ze in rondjes lopen. Wanneer ze liggen te slapen worden ze ineens door een wezen, genaamd Gollem beslopen en ze ontdekken dat hij de ring van hun wil stelen. Dat laten ze niet gebeuren en ze nemen Gollem gevangen. Frodo krijgt daarentegen steeds meer medelijden met Gollem en krijgt Sam ook zover om hem vrij te laten. Daar tegenover staat dat Gollem hun wel de weg naar Mordor moet wijzen. Dat doet Gollem dan ook maar hij laat niet aan Frodo en Sam merken dat hij eigenlijk nog steeds de ring voor zichzelf wil. Als ze bij de Zwarte Poort van Mordor aankomen willen ze naar binnen gaan, maar Gollem houdt hen tegen en stelt ze voor om langs een andere weg Mordor binnen te gaan. Als ze dan langs die andere weg gaan, worden ze onderweg door een groep Mensen tegengehouden en meegenomen. Deze mensen zijn van Gondor. Hun leider Faramir is de broer van Boromir die eerst ook bij het reisgenootschap hoorde, maar is gesneuveld. Als Frodo Faramir over Boromir vertelt, gelooft Faramir hun op den duur en besluit ze naar Helmsdiepte te brengen, waar ondertussen het volk van Rohan is gesetteld, omdat Saruman legers van tienduizenden Orcs op Rohan heeft afgestuurd. Gimli, Legolas en Aragorn zijn op zoek naar Merijn en Pepijn die gevangen zijn genomen door een groep Orcs. Bij deze reis trekken ze door grote vlaktes en uitgestrekte dezelfde landschappen. Als ze denken de Orcs ver ingehaald te hebben komen ze een groep Mensen tegen. Ze worden niet bepaald vrolijk verwelkomt als ze deze aanspreken. Ze vertellen dat ze op zoek zijn naar een groep Orcs, omdat deze 2 van hun kleine vrienden gevangen hebben genomen. De groep Mensen afkomstig uit Rohan, vertelt dat ze waarschijnlijk veel moeite gaan hebben met zoeken dan, want ze hebben pas een grote groep met Orcs afgeslacht en verbrand en hebben niets of niemand in leven gelaten. De hoop van de drie vrienden zakt daarbij toch ver in hun schoenen. Eomer, de leider van deze groep en weggegaan uit Rohan, biedt Gimli, Legolas en Aragorn twee paarden aan, van twee gesneuvelde leden van hun groep. Aragorn gaat met zijn twee metgezellen kijken naar de hoop van overgebleven dode Orcs en komt er daar achter dat de twee Hobbits helemaal niet dood zijn, maar het dichtstbijzijnde bos in zijn gevlucht. Als ze verder trekken komen ze Gandalf tegen, wat natuurlijk samengaat met een hoop verbazing, want ze dachten dat Gandalf dood was. Nu is het wel Gandalf de Witte in plaats van Gandalf de Grijze. Samen met hem gaan ze verder naar het rijk van Rohan. Hier is een groot probleem gaande, want Theoden, de koning, heeft vernomen dat Saruman oorlog gaat voeren met hem. Hij laat heel zijn volk ‘verhuizen’ naar het Helmsdiepte, een kasteel waar hij denkt dat zijn volk niet verslagen kan worden, tenzij er duizenden soldaten op de been gebracht zouden worden. Wat Theoden niet weet is dat Saruman een leger van tienduizenden Orcs op de been heeft gebracht om het Mensenras uit te roeien. Gimli, Legolas en Aragorn besluiten om aan de kant van Rohan te helpen vechten. Aangezien ze al snel te horen krijgen dat er troepen van duizenden Orcs hun kant op komen, is de hulp van de Elfen ingeschakeld. Merijn en Pepijn zijn dus gevangen genomen door Orcs. Als de Orcs op den duur moe worden en niet meer verder kunnen, besluiten ze een stop te houden en een kamp op te slaan. Dat hadden ze beter niet gedaan, want hier worden ze later afgeslacht door een groep Mensen, oorspronkelijk van Rohan. Deze groep staat onder leiding van Eomer, hij is de neef van koning Theoden van Rohan. Hij is weggegaan uit Rohan omdat hij geen toekomst meer zag in het leven daar. Merijn en Pepijn weten tijdens de afslachtingen te ontsnappen en omdat ze zo klein zijn werden ze niet gezien door de Mensen. Ze vluchten het bos in waar ze de Ent Treebeard tegenkomen. Eerst denkt Treebeard dat ze kleine Orcs zijn. Maar ze kunnen Treebeard er toch bijna van overtuigen dat ze Hobbits zijn. Treebeard is op weg naar de Entmoet, een bijeenkomst van allemaal verschillende Ents. Eiken, Beuken enzovoorts. De Ents raken het hier eens dat ze geen Orcs zijn en Treebeard besluit hun een eind naar hun bestemming te begeleiden. Als ze aan het eind van het bos komen, ontdekt Treebeard dat Saruman ook voor vernielingen van zijn vrienden, de bomen, heeft gezorgd. Hier raakt hij zo kwaad over dat hij besluit om samen met de andere Ents Saruman aan te vallen op zijn landgoed. Merijn en Pepijn gaan met hem mee. Ze zorgen er hier voor dat Saruman’s land helemaal onder water loopt door de dam door te steken. Ondertussen zijn de Orcs van Saruman dan op Helmsdiepte aangekomen en op dit moment komen dus de verhaallijnen van Frodo en Sam en Gimli, Legolas en Aragorn samen. De overhand lijkt aan de Orcs te zijn, omdat ze met zó ontzettend veel zijn. Maar dan als ze bijna gewonnen hebben, komt daar Gandalf aan, met manschappen op paarden, minstens zo veel als de Orcs. Op deze manier verslaan ze dan ook de Orcs en wordt het Mensenras dus niet uitgeroeid. Op het einde zie je nog een stukje van het vervolg van de reis naar de Doemberg van Frodo, Sam en Gollem. Dit zal dus in de volgende film vervolgt worden…Ik denk dat een heleboel dingen best wel onduidelijk overkomen, als je ze zo leest. Maar de film is zo ontzettend lang (bijna 3 uur) dat ik niet meer precies de verhaallijnen weet. Toch zeker de stukjes op het einde weet ik niet meer precies. Het klinkt vreemd, maar juist die punten weet ik niet meer helemaal. Maar de hoofdlijnen zijn hoop ik toch duidelijk.

b. Om welke conflicten gaat het in de film?

Het gaat (nog steeds) om het feit dat de meesterring moet worden vernietigd. Dat wil zeggen dat de reis van “het genootschap van de ring” verder gaat op weg naar de Doemberg. Tijdens deze reis gebeuren er dus weer allerlei dingen die niet gepland zijn.

c. Karakteriseer het hoofdpersonage.
Frodo Balings: Frodo, is een neef van Bilbo, geadopteerd op zijn 20e (Hobbits worden pas op hun 33e volwassen), is de belangrijkste persoon van het boek, want hij moet de Ring vernietigen. De Ring heeft hij geërfd van Bilbo die hij op zijn avontuur naar de eenzame berg vond. Hoe verder Frodo komt op zijn reis naar Mordor, hoe erger hij “ in de ban van de Ring” komt. Hierdoor wordt hij een beetje gek , en denkt dan dat iedereen “zijn” Ring wil stelen. In het begin van het boek is Frodo nog een klein kwetsbaar jongetje, maar verder op in het boek wordt hij steeds meer volwassen, en gaat hij steeds beter nadenken. Frodo heeft bruin krullend haar en blauwe ogen. Hij gaat in The Two Towers samen met Sam op zoek naar de Doemberg. Ondanks zijn vastberadenheid krijgt hij het heel erg moeilijk, maar dankzij Sam blijft hij op de been. Sam Gewissies: Sam, zoon van tuinman Hamfast Gewissies ook wel de Gabber genoemd, is Frodo’s tuinman en tevens beste vriend. Hij heeft alles over voor Frodo en heeft hem de hele reis naar en door Mordor gesteund en gezelschap gehouden. Ik zou Sam wel willen kennen, ook al lijkt hij in het begin slordig en dom, merk je aan het eind van het eerste boek dat het een echte trouwe vriend is. Hij steunt en helpt Frodo, zijn vriend tot aan het einde.Stapper/ Aragorn: Aragorn is de erfgenaam van Isildur. Hij ontmoet Frodo al vroeg in het verhaal en zorgt altijd voor zijn veiligheid. Hij heeft veel omgang met Elfen, die hem helpen met problemen. Aragorn is iemand heel mysterieus, Hij ontmoet Frodo in Breeg en helpt Frodo en zijn vrienden vanaf daar. Hij steunt en vecht voor hen en hij zorgt goed voor ze. In The Two Towers is hij op pad met Gimli de dwerg en Legolas de Elf. Hij staat een paar keer aan de rand van zijn leven, maar komt er dan toch weer bovenop. Gandalf de Grijze: (en in The Two Towers “Gandalf de Witte”) Gandalf is een tovenaar met grote krachten. Hij is een goede vriend van Bilbo en later ook van Frodo. Hij is degene die beseft dat de toverring van Bilbo in werkelijkheid de Meesterring is waar Sauron op aast en terug wil hebben. Gandalf sterft in de loop van het verhaal, maar herrijst als Gandalf de Witte en is dan sterker dan ooit. Gandalf heeft lang grijs haar en een lange grijze baard. Tenminste zo ziet hij eruit in de eerste film. In The Two Towers heeft hij dus lang wit haar en een lange witte baard. Hij draagt ook een lang wit gewaad en rijdt op een wit paard. Hij ziet er heel vriendelijk uit en heeft ook van die glinster in zijn ogen. Hij lijkt mij wel heel aardig, maar als het moet heel streng en rechtvaardig.

d. Karakteriseer de belangrijkste andere personages.
Pepijn Toek en Merijn Brandebok: Twee goede vrienden van Frodo en ook leden van het reisgenootschap. Het zijn erg ondeugende jongens die veel streken uithalen samen. Hoewel ze allebei dus niet erg braaf zijn, hebben ze een goed doorzettingsvermogen, en vechten ze voor anderen. Ze zijn ook erg dapper. Ze hebben allebei lange oranje haren, die over hun gezicht vallen. In de eerste film hebben ze niet zo’n belangrijke rol en worden ze op het einde gevangen genomen door een groep Orcs. In de tweede film kunnen ze ontsnappen aan deze Orcs en komen ze verder op hun reis Treebeard tegen. Hij is een oude Ent (pratende, levende boom). Legolas van Demsterwold: Legolas, een elf uit het Demsterwold, is een zoon van de koning van Demsterwold. In Rivendell komt hij de rest van het reisgenootschap tegen en rijdt met hun mee. Hoewel Elfen en Dwergen eigenlijk elkaar haten, hebben hij en Gimli de Dwerg een hechte vriendschap opgebouwd in de loop van het verhaal. Legolas heeft een mager lichaam en puntige oren, hij ziet er heel zwak uit, maar is heel sterk. Hij heeft als wapen een boog met dodelijke elfenpijlen. Samen met Gimli en Aragorn achtervolgt hij de groep Orcs die Pepijn en Merijn hebben ontvoerd. Gimli de Dwerg: Gimli, zoon van Gloin, een vriend van Bilbo, is een dwerg van de eenzame berg. Ook hij gaat naar Rivendell om raad te vragen van Elrond over geruchten over de Ringen van Macht die gevonden zouden zijn. Hij wordt een goede vriend van Legolas. Gimli is een dikke dwerg met een grote baard. Hij is vriendelijk maar wel angstaanjagend als je hem voor het eerst ziet. Hij is dan wel klein maar draagt zeker zijn steentje bij met het verslaan van de Orcs in de oorlog op het Helmsdiepte. Verder zijn er nog enkele nieuwe personages in de tweede film: - Theoden, koning van Rohan en zijn volk. - Gollem. - Wormtongue, spion van Saruman en zogenaamd adviseur van koning Theoden. - Treebeard de Ent, hij is het oudste wezen van Midden-Aarde.

e. Hoe zijn de onderlinge relaties tussen die personages?
De eerste 8 genoemde personages zijn opgenomen in het reisgenootschap naar de Doemberg. Ze kennen elkaar op het begin nog niet allemaal, maar ze léren elkaar goed kennen. Ze bouwen dan ook een hechte vriendschap op. Theoden staat aan de kant van het reisgenootschap en in zijn oorlog tegen de Orcs van Saruman wordt hij dan ook geholpen door Aragorn en zijn vrienden. Gollem wil de ring weer in zijn eigen macht krijgen. Sam vertrouwt hem niet, maar Frodo gelooft hem, en krijgt Gollem zo ver dat hij hun de weg naar Mordor wijst. Wormtongue staat aan Saruman’s kant en wordt uiteindelijk uit het rijk van Rohan geschopt. Treebeard staat eerst aan niemand’s kant omdat er toch niet naar bomen geluisterd wordt. Maar als Pepijn en Merijn hem van Gandalf vertellen, raakt hij steeds meer betrokken en staat hij uiteindelijk aan hun kant.

f. Zijn het gewone mensen of vooral vertegenwoordigers van een bepaald standpunt?
Het zijn niet allemaal mensen, maar ze hebben wel allemaal hetzelfde doel: de ring veilig naar de Doemberg brengen en hem daar vernietigen.

g. Wat is volgens jou het belangrijkste thema van de film?
Avontuur staat voorop, alhoewel er ook wel liefde, vriendschap enz in voorkomen. De reis van “het genootschap van de ring” naar de Doemberg is natuurlijk toch wel de leidraad van de film en deze zit vol met avontuur.

4. Functie.
a. Wat is het doel van de film? (amuseren, boodschap overbrengen, n.l…, informatie verstrekken, n.l…., enz.)

Amusement, dat staat vast. Alles wat in deze film gebeurt is fictie en bedoelt om mensen te vermaken. Maar misschien is een deel van de film ook wel bedoelt, om te laten zien wat het verschil tussen goed en kwaad is. Alhoewel uiteindelijk amusement toch op de eerste plaats komt natuurlijk.

b. Hoe heeft de regisseur het publiek weten te boeien?
Door de afzonderlijke reizen van het reisgenootschap te laten zien, waarop ze bloeddorstige legers tegenkomen, maar ook verbaasd worden door hun eigen krachten. Er is voor het publiek steeds weer een andere verhaallijn die uiteindelijk toch allemaal op hetzelfde punt uitkomen.

c. Met wie heb jij het meest meegeleefd en hoe komt dat?
Met Aragorn. Hij heeft toch min of meer de leiding genomen en voelt zichzelf dan ook verantwoordelijk voor alles wat er met zijn kameraden gebeurt. Hij staat veel in contact met de Elfen en praat ook hun taal. Als hij dan uiteindelijk in moeilijkheden komt heb je het gevoel dat er niemand is die voor hem klaarstaat, omdat hij juist voor iedereen klaarstond. Maar dat is dus helemaal geen waar, want bijvoorbeeld Legolas laat zijn vriendschap voor Aragorn heel goed merken wanneer Aragorn over de rand van een berg is gestort tijdens een gevecht met Orcs. Aragorn heeft ook een zwak voor Arwen, maar als hij de mooie Eowyn, dochter van Theoden tegenkomt, vergeet hij bijna “zijn Arwen”. Ook al is Frodo dan eigenlijk de belangrijkste figuur in het verhaal, ik vind dat Aragorn toch zeker ook een hele belangrijke rol speelt.

5. Beoordeling.
a. Geef algemene indrukken, sterke en zwakke punten, bespreek acteerprestaties, vergelijk je indrukken met die van een verschenen recensie en vel je oordeel (beeld je in dat je dit schrijft voor een publiek dat de film nog moet gaan zien)
Een film, waar je gewoon heen moet, alleen al om de manier van acteriren, de grim en de ongelofelijk mooi gemaakte locaties, waar de film zich afspeeld. Verder is er volgens mij enorm veel met de computers gemaakt en voor wat ik pas gehoord heb is dat de locaties vooral miniatuur was, waarbij de personages later in zijn verwerkt. Het mooiste stuk naar mijn mening was wanneer de bomen zich gingen opzetten tegen Saruman. Dit was een heel mooi stuk en een zeer knap stuk computerwerk.

Culturele Activiteit 6

Bezoek aan museum of galerij

1. Is het pand oorspronkelijk als galerij gebouwd?

Nee, het pand waar de galerij in is gevestigd is eigenlijk gewoon bedoeld als woonhuis. Vroeger diende het misschien als boerderij, maar aangezien het nu 3 woonhuizen is geworden is het dus niet speciaal bedoeld voor het vestigen van een galerij.


2. Hoe zien de ruimtes van de galerij uit?

Aangezien de galerij in een min of meer woonhuis is gemaakt bestaat het maar uit 3 kamers. In kamer 1 worden de beelden, borden e.d bedacht en gemaakt. In kamer 2 staan de kunstwerken uitgestald. Deze kamer ligt aan de voorkant van het huis, waar bij een woonhuis men een woonkamer zou vestigen. Ik denk dat deze hier zo is gelegd, omdat voorbijgangers zo naar binnen kunnen kijken en de kunstwerken zien en eventueel later kopen.
Kamer 3 is een klein, krap kamertje, waar aan de muren kasten en boekenplanken staan of zijn bevestigd, waar kunstwerken kunnen worden opgeslagen.

3. Wat is er te zien?

Je ziet aan de kunstwerken dat er veel verschillende kunstwerken worden gemaakt, van bord tot beeld en van mok tot vork. Wat heel erg opvalt en bij elk kunstwerk aanwezig is een soort emaillen. Ieder bord, beeld, of wat dan ook is versierd met een soort emaillen. De emaillen zit echt in het kunstwerk en is er volgens mij ook niet ingeschilderd. Het zijn naar mijn meningen hele verschillende aparte, maar ook rare tekeningen en beelden.

4. Hoe staan de kunstwerken en voorwerpen in de ruimtes opgesteld.

Je ziet duidelijk dat over de opstelling van de kunstwerken is nagedacht. Alles kunstwerken, waarbij vooral de zijkant belangrijk is staan in een kast, zodat je duidelijk de zijkanten van bijvoorbeeld het beeld kunt zien. Ze staan allemaal naast elkaar, zodat je een goed overzicht krijgt van de verschillende beelden, mokken en vazen.
Afbeeldingen die van boven gezien moeten worden, zoals borden, vorken enz. staan of liggen op een tafel. De kleine voorwerpen vooraan en de grote verder naar achter. Op deze manier is er een mooi overzicht van de verschillende kunstwerken.

5. Welke middelen hebben de inrichters gebruikt?

Ze hebben zoals bij vraag 4 besproken gebruik gemaakt van kasten om kunstwerken welke van aan de zijkant bekeken moeten worden en een tafel voor kunstwerken die van boven het belangrijkste zijn.

6. Vertel hoe de inrichters de getoonde objecten hebben gestructureerd

Hier is weinig over te vertellen, aangezien er maar een kamer is waar de kunstwerken worden getoond aan het publiek. Er is ook niks te zien over het extra meer naar voren halen van bepaalde kunstwerken


7. Is de route logisch?

Ja, de route is logisch. Er zijn maar 3 kamers die je kunt bekijken. Verder kun je niet komen en het kan gewoon niet logischer.

8. Waar gaat deze galerij over?

In deze galerij worden de kunstwerken van Frank en Joyce Oyen getoont. Ze willen mensen door middel van een galerij hun producten laten zien en de mogelijkheid geven om kunstwerken te kopen.

9. Zegt de naam of de titel iets over de inhoud?

Ja, de titel van de galerij “Galerij Oyen” geeft gewoon weer wie de makers zijn van de kunstwerk en van wie de galerij is. Je weet dus al iets over de inhoud, wat je gaat zien in de galerij. Kunstwerken van meneer en mevrouw Oyen.

10. Waarom denk je dat de inrichters de ruimte zo hebben ingericht.

De kamer waarin de kunstwerken worden tentoongesteld is in de kamer aan de voorkant van het huis, zodat voorbijgangers naar binnen kunnen kijken en zo sneller naar binnen komen om een kunstwerk te kopen.
De werkkamer is gewoon geheel links gelegd, gewoon omdat er geen andere ruimte meer over was. De kamer die nu als opslagruimte dient is veel te klein om kunstwerken te bedenken en maken.

11. Wat vindt je zelf van de galerij?

Ik vind dat de galerij heel overzichtelijk is ingericht. De kunstwerken zijn makkelijk te bezichtigen en kunt bijna geen enkel kunstwerk overslaan, waardoor je dus alle kunstwerken ziet. Het is een mooi, goed ingericht en leuke galerij.


Eindbalans

In deze eindbalans is het de bedoeling dat ik vertel over wat ik aan het vak CKV heb gehad, hoe ik het vak CKV vond en of ik anders naar kunstzaken ben gaan kijken.
De antwoorden hierop zijn heel makkelijk. Natuurlijk ben ik anders op kunst gaan letten. Ik ben naar een hele hoop dingen geweest waar ik anders nooit heen zou gaan. En als ik er dan heen zou gaan zou ik niet letten op de manier zoals dat bij CKV gedaan moest worden. Neem nou een toneelvoorstelling. Het was de eerste keer dat ik naar een echte toneelvoorstelling ging. De eerst keer in 16 jaar naar een echte toneelvoorstelling. Geen amateur van de basisschool of een toneelgroep in het dorp. Inmiddels ben ik alweer naar 3 andere toneelvoorstellingen geweest. CKV heeft mij tot de eerste stap gedreven. Daar ben ik nu heel blij mee. Misschien was ik ander wel nooit naar een toneelvoorstelling geweest. Hetzelfde geld voor de praktische opdracht. Het maken van een film. Al heel lang leek het me leuk om een eigen film te maken. Het maken van een praktische opdracht gaf mij de duw in de rug om er werkelijk aan te beginnen. Inmiddels is de film in montage en verwacht ik hem volgende week te kunnen bekijken. Bij CKV denk ik inmiddels niet meer aan het maken van tekeningen en het maken van beelden. Een mix tussen tekenen en handvaardigheid, zoals ik vanaf de 3de het hele jaar heb gedacht.
Ik vind dat het goed is dat er CKV is. Vooral de CKV-bonnen zijn toppie. Zo heb ik naar een hele hoop voorstellingen gratis kunnen gaan.
CKV heeft dus kort samengevat een hele hoop veranderd op gebied van kunstzinnige vorming bij mij. Ik heb door CKV een hele andere kijk gekregen op de kunst in de vorm van een object, maar ook de kunst in de vorm van een concert, toneel of gewoon een film.