Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Module 2

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1277 woorden
  • 29 november 2004
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: De duivel komt 1.1 Hekserij van magie tot duivelaanbidding Vroeger dacht men dat ongeluk kwam door bovennatuurlijke krachten. Ze probeerden met magie die krachten te beheersen. Magie: het uitvoeren van een ritueel om op een bovennatuurlijke manier een resultaat te bereiken. Witte magie: magie met een positief doel (bv. mensen genezen) Zwarte magie: magie met een negatief doel (bv. stormen, ziekten, dood) Godsdienst is iets anders, bij godsdienst vereert men de hogere machten of goden. De duivel was het ergste van het christelijke geloof. Wie de duivel vereerde, deed aan duivelaanbidding. Er is geen sterke scheiding tussen magie en godsdienst, omdat magiërs soms goden oproepen en godsdienstige soms magische rituelen kennen. Hekserij wordt gebruikt voor vormen van magie (zwarte, soms witte). In de middeleeuwen en de vroege moderne tijd, werden heksen naast zwarte magie ook beschuldigd van het vereren van de duivel. Belangrijk hierbij was de volkscultuur (= cultuur van boeren en ambachtslieden). Met de volkscultuur probeerde de gewone mensen onbewust het gevoel te versterken dat ze bij elkaar hoorden, dat ze samen konden strijden tegen het kwaad en konden zorgen voor elkaars veiligheid. Elitecultuur: de verfijnde beschaving van de rijke en geleerde mensen. De 15e, 16e, 17e eeuw was een tijd van veel oorlogen, epidemieën en hongersnoden. Er was strijd tussen de protestanten en de katholieken. Veel mensen vreesde dat de duivel zou winnen. Een elite van juristen en theologen ontwikkelde het idee dat heksen ook de duivel vereerden. Eerst werd dat opgeschreven en wisten alleen de mensen het die konden lezen, later werd het ook duidelijk voor de ongeletterde massa, die alleen wisten van witte en zwarte magie. Een collectieve duivelvering is nooit bewezen. De heksen die naar de heksensabbats zijn geweest, hebben op de pijnbank wel bekend, maar het is nooit bewezen dat er collectieve duivelvereringen zijn geweest. Voor het ontstaan van de heksenwaan waren er in Europa 3 voorwaarden nodig: 1. de ideeën over witte en zwarte magie
2. de gedachte over duivelverering

3. en een nieuwe aanpak van het strafprocesrecht. Ideeën over witten en zwarte magie: In de Romeinse en Griekse tijd was er ook al magie: priesters en medici hadden hun eigen magische rituelen. Ook in de Middeleeuwen geloofde men in heksen: de heksen werden getolereerd of soms licht gestraft. De kerk vond het ook allemaal niet zo erg, omdat ze niet echt macht hadden om stormen op te wekken en te vliegen en de kerken waren er zelfs tegen dat er af en toe heksen werden verbrand. De elitecultuur behoorde hekserij dus af te wijzen en de volkscultuur accepteerde magie wel. Duivelverering: De Goden van de godsdiensten uit de eerste eeuwen na Christus werden door kerkvaders (de gezaghebbende schrijvers uit die tijd) beschreven als duivels. De duivel werd afgebeeld met horens, hoeven en de dierlijke trekken van de Griekse god Pan en de Keltische god Cernunnos. De christelijke schrijvers gaven de duivel een gevolg van duizenden demonen in het koninkrijk van de hel. Vanaf de 12e eeuw kwamen er in Europa vertalingen van Arabische en Griekse boeken over magie. Magiërs en Alchemisten beweerden uit deze boeken dat zij samen met de hulp van demonen goud konden maken. De demonen (duivels) deden niet voor niets dus moest men verering/ dienstverlening aan hem beloven. Het eerste contact met magie en duivelverering. De theologen zeiden dat men trouwe dienst beloofde aan de duivel en dus trouwe dienst aan god weggaf. Hierdoor kwam de Inquisitie. Inquisitie: een rechtbank (rechters voornamelijk dominicanen: geleerde broeders uit de Middeleeuwen) die de paus had ingesteld voor het onderzoeken van afvalligheid. 1.2 De rol van de inquisitie De inquisiteurs waren gewend om georganiseerde godsdienstige sekten te vervolgen, zoals in het begin van de 13e eeuw de katharen. Ze pakten de duivelverering ook aan als een georganiseerde godsdienstige sekte. De inquisiteurs: • Vroegen de mensen om dorpsgenoten verdacht te maken. • Ze lokten bekentenissen uit. • Ze dwongen mensen om medeplichtige aan te geven. Ze kregen altijd, door hun apparaat, bekentenissen los, schuldig of niet. Door de activiteiten van de inquisiteurs kwamen de verhalen over heksensabbats op één lijn in Europa. Inquisiteurs behoorden tot een kloosterorde die regelmatig contact met elkaar hadden. Ze werden in verschillende landen ingezet en verspreidde zo zijn kennis. De cultuur van de internationale elite werd zo verspreid met denkbeelden, ook belangrijk hierbij waren de handboeken voor het vervolgen van heksen. De inquisiteurs legde alle kennis in een goed geordend overzicht. Het beeld van wat heksen waren bestond al een eeuw en werd door dit boek ook onder de geletterde verspreid. De boekdrukkunst uit de 15e eeuw was belangrijk bij deze ontwikkeling. In het boek staat de pauselijke bul: “Summis desiderantes affectibus”, hierin staat dat heksen in staat zijn om bovennatuurlijke dingen te doen. Wie niet geloofde dat heksen reële schade aan konden richt werd beschouwd als ketter. Er kwamen meer handboeken die gelezen werden door de elite. Het gewone volk dacht er anders over. Ze snapten de theorieën van de theologen niet en besteedde dus weinig aandacht aan duivelverering. Het volk beschuldigde alleen bij omstandigheden dat hun vee ziek werd of hun kinderen stierven terwijl ze ruzie met de buren hadden. Bij zulke omstandigheden beschuldigde het gewone volk hun buren wel. Ze geloofde dat tovenarij echt werkte en dat ook zwarte magie bedreven werd. Doordat de volkscultuur en de elitecultuur een verschillende inbreng hadden, verliepen de processen merkwaardig. De aangiften waren in een proces zwarte magie. De inquisiteurs brachten dan duivelverering naar voren. Duivelverering drong langzaam tot de massa door. De preek werd hierbij gebruikt om de ideeën uit de elite over te brengen op de massa. Ook door processen zelf werd duivelverering onder de massa verspreid. 1.3 De heksensabbat Het gewone volk geloofden dat heksen echt konden vliegen en echt de duivel/demonen zagen. De intellectuele elite twijfelde daaraan en geloofde het niet. De egyptologe Margaret Murray schreef een boek (The witch cult in Western Europe), hierin schreef ze dat er echt een soort godsdienst had bestaan. Heksen zouden aanhangers zijn van een voorchristelijke vruchtbaarheidsgodsdienst, die op het platteland van Europa zou hebben bestaan. De katholieke kerk vond dit geloof volgens Murray een concurrent en zeiden dat de cultus van dat geloof “duivels” waren en dat de aanhangers dus de duivel vereerde: duivelverering. Volgens historici en antropologen heeft ze het allemaal verzonnen en men heeft nooit bewijzen gevonden (op de bekentenissen van de verdachten na) dat er zo’n geloof met die bijeenkomsten zou bestaan. De georganiseerde duivelscultus was een verzinsel. 1.4 Rechtspraak Tot de 13e eeuw: Accusatoire proces: procesvorm waarbij het noodzakelijk is dat een particulier persoon een aanklacht indient. (geen klager, geen rechter) Vanaf 13e eeuw: Inquisitoire proces: procesvorm waarbij de overheid het initiatief voor vervolging neemt. (inwoners vertelden wat ze wisten aan de autoriteiten) Ook in deze tijd ging men gebruik maken van foltering, hiermee dwongen ze verdachten tot bekentenis  meer veroordelingen. Het voornaamste doel van de inquisitie was om afgedwaalde schapen te bekeren en niet om veel mensen op de brandstapel te krijgen, daarom werden veel verdachten vrijgesproken. In de 15e eeuw verloor de kerk veel gezag. Kort na 1500 begon de hervorming en nam de invloed van de kerk nog verder af. Vanaf 1550 vonden vervolgingen vooral af door wereldlijke rechtbanken. Zij vonden het ook terecht, omdat ze hekserij zagen als een misdaad tegen de maatschappij. Wereldlijke rechtbanken traden dan ook veel harder op. Zo was in de 16e eeuw voldaan aan de drie voorwaarden voor de massale jacht op heksen: - In de volkscultuur bestond een oude traditie van ideeën over zwarte magie. - Duivelverering werd daar aan toegevoegd door de elite en werd verspreid. - Nieuwe aanpak van strafrecht maakte vervolgingen makkelijker. Nu kwam er de periode van de grootste heksenjachten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.